Site-archief
Werk in uitvoering: concept probleemanalyse paper LA1 #MLI
Hallo Marcel,
Voor 9u00 gistermorgen moest ik de probleemanalyse en onderzoeksvraag inleveren voor mijn 2e feedbackmoment. Ik krijg deze week schriftelijke feedback van mijn begeleider Sophie. De feedback die ik ’s middags al van mede-studenten heb ontvangen is in deze concept-probleemanalyse nog niet verwerkt.
Mijn doelstelling voor afgelopen week was om Mendeley en APA beter te doorgronden. Wat betreft APA is onze informatiespecialist Annette mij behulpzaam geweest. Dank!
De desktop-cliënt van Mendeley had ik al geïnstalleerd, maar ik wilde ook Mendeley gebruiken om te citeren. Via een uitgebreide handleiding van de Universiteitsbibliotheek TU/e zag ik dat ik hiervoor de MS Word Plugin moest installeren. Gelukkig heb ik installatierechten op mijn werklaptop. Ook handig bleek de web-importer van Mendeley om referenties vanuit mijn browser toe te voegen aan mijn Mendeley-library. Deze informatie met linkjes heb ik ook toegevoegd aan Dingen@Zuyd: Ding 12: Referentieprogramma’s.
In de literatuurlijst die ik toegevoegd heb aan mijn probleemanalyse en de verwijzingen in de tekst hiernaar, zijn nu via mijn Mendeley-library gegenereerd. Of het al helemaal APA-proof is, weet ik niet. Het is nog concept hè 😉
Ik had me deze week nog wat willen verdiepen in de term ‘social learning’ via de database Eric, maar dankzij de Shutdown van de Amerikaanse overheid zijn er ook diverse onderzoeksdatabanken niet beschikbaar. Belachelijk. Ik hoop dat deze shutdown snel voorbij is. In die databanken zal ik de komende weken niet zoeken, maar voor ons reisje naar Amerika zal dit toch wel fijn zijn! Maar hierover deze week meer 🙂
Greetings
Judith
Probleemanalyse & Onderzoeksvraag
Sinds in 2011 twee hoogleraren aan Stanford University, hun cursus openstelden voor belangstellenden van buitenaf, is er wereldwijd grote belangstelling voor MOOC’s. MOOC’s zijn ‘hot’. In de media verschijnen dagelijks items over hoger onderwijsinstellingen die cursussen open online beschikbaar stellen[1]. Voorbeelden uit Amerika met aanmeldingen van 160.000 cursisten spreken tot de verbeelding.
MOOC staat voor Massive Open Online Course. In 2008 werd de term voor het eerst gebruik als typering voor een online open cursus van George Siemens (Athabasca University) en Stephen Downes (National Research Council Canada) over Connectivism and Connective Knowledge. Hier namen 23.000 mensen aan deel (Schuwer, Janssen, & Van Valkenburg, 2013).
Een MOOC is een vrij toegankelijke complete cursus waarin vele duizenden studenten participeren die gezamenlijk het cursustraject starten en afronden. Een MOOC bevat cursusmateriaal, een docent die uitleg geeft of als coach optreedt, fora waarin met medestudenten overlegd kan worden en met huiswerkopdrachten waarop je feedback ontvangt. Eventueel ontvang je (tegen betaling) een certificaat.
Ook in Nederland zijn universiteiten die gratis online onderwijs aanbieden. Inmiddels hebben universiteiten van o.a. Delft, Leiden en Amsterdam zich aangesloten bij Amerikaanse MOOC-platforms om hun online cursussen open in de markt te zetten.
Dat MOOC’s op de bestuurlijke agenda staan werd duidelijk in de verschillende speeches tijdens de opening van het academisch studiejaar 2013-2014. Zo wees ook onderwijsminister Bussemaker op de kansen en bedreigingen van deze onderwijsvorm (“MOOCs populair onderwerp bij opening studiejaar,” 2013).
Bij Zuyd Hogeschool heeft de faculteit ICT recent binnen het Zuyd Innovatieprogramma een project ingediend. Dit innovatieproject beoogt meer inzicht te krijgen in het fenomeen MOOC en OER. Op basis van het verkregen inzicht moet besloten kunnen worden in hoeverre de didactisch werkvorm MOOC door te voeren is binnen de faculteit ICT. Specifieke aandachtsgebieden binnen dit project zijn het open en online karakter.
Het ‘openen’ van onderwijs staat mede als gevolg door alle belangstelling voor MOOC’s erg in de belangstelling. Het open zetten van leermaterialen is al langer aan de gang. MIT is in 2001 al begonnen met het publiceren van hun cursussen als op en courseware (OCW). De UNESCO noemde deze ontwikkeling in 2002 Open Educational Recources (OER), een term die nog steeds centraal staat in aangenomen OER Declaration waarin de UNESCO-lidstaten opgeroepen worden het gebruik van OER te bevorderen (“2012 Paris OER Declaration,” 2012).
In het Trendrapport Open Educational Resources 2013 van de special interest group OER van SURF (d.i. de ICT-samenwerkingsorganisatie van het hoger onderwijs en onderzoek) wordt de definitie voor de definitie van de Hewlett Foundation aangehaald ((Jacobi, 2013):
“OER are teaching, learning, and research resources that reside in the public domainor have been released under an intellectual property license that permits their free use and re-purposing by others. Open educational resources include full courses,course materials, modules, textbooks, streaming videos, tests, software, and any other tools, materials, or techniques used to support access to knowledge.”
Kort gezegd:
“Open Educational Resources (OER) zijn open leermaterialen die online vrij beschikbaar zijn voor (her)gebruik. Het kopiëren, bewerken en verspreiden van het materiaal is onder voorwaarden toegestaan.”(“Wat zijn Open Educational Resources?,” n.d.)
Zuyd Hogeschool heeft waarden als Open, Ambitieus, Ondernemend, Vakkundig en Inspirerend benoemd als Zuydwaarden benoemd (“Zuyd bouwt aan een sterk merk,” n.d.). Deze waarden komen ook tot uiting in haar Onderwijsvisie (“Hogeschoolbrede onderwijsvisie geformuleerd,” n.d.)
Zuyd leidt moderne professionals op, streeft naar een hoog rendement bij een nominale studieduur, heeft professionele docenten, biedt een functionele en uitdagende studieomgeving en bedt het onderwijs in de maatschappelijke omgeving in.”
Door ook te participeren in het strategisch programma Kennis/As profileert Zuyd zich (met de partners Maastricht UMC+ en Maastricht University) nadrukkelijk als kennispartner voor kleine en middelgrote ondernemingen in de regio. Ook hier wordt nagedacht om MOOC’s in te zetten om de kenniseconomie in Zuid-Limburg een boost te geven, zo stelde Prof. Dr. Martin Paul, voorzitter van het College van Bestuur van Maastricht University tijdens de opening van het academisch jaar (Munnichs, 2013)
De deelname van Zuyd sluit aan bij de eerdergenoemde notitie Visie op Onderwijs van Zuyd, waarin m.b.t. maatschappelijke inbedding van het onderwijs vermeld staat:
“Kennisdeling, -ontwikkeling en toepassing staan centraal. Daarbij levert de samenwerking met de beroepspraktijk kennis op die onderdeel uitmaakt van de kenniscirculatie. Alle betrokken partijen leveren door co-creatie bijdragen die leiden tot een versterking van onderwijs en onderzoek, die ook ten goede komt aan de innovatie bij relaties van Zuyd.”
MOOC’s zijn opgezet door het formele onderwijs, echter door de gratis vrij toegankelijke opzet wordt het informele leren gestimuleerd. Het programma Opening Up Education (geïnitieerd door het Directoraat Generaal Education and Culture van de Europese Commissie) doet nadrukkelijk een oproep om samen te werken en bruggen te slaan tussen formeel, informeel en non-formeel leren door samenwerking tussen onderwijsveld en bedrijfsleven. Dit sluit ook aan op de key trends ‘openness’ en ‘MOOC’s’ zoals die in Horizon Report 2013 benoemd zijn (Johnson, Adams, & Cummins, 2013).
De vele initiatieven rondom MOOC’s, OER en Open Education roepen ook m.b.t. het innovatieproject van de faculteit ICT vele vragen op:
- Hoe gaan kenniswerkers om met nieuwe technologische mogelijkheden?
- Hoe komt co-creatie tot stand?
- Hoe gaan docenten om met Open Educational Resources?
- Hoe vullen docenten hun rol binnen online discussiefora in?
- Welke waarden gelden voor het diepe leren in een (open) digitale leeromgeving?
- Welke cultuur is nodig om open kennisdelen te bevorderen?
- Hoe kunnen formele onderwijsorganisaties informeel leren faciliteren?
Vragen die te maken hebben met leren als een sociaal proces. In relatie tot de online leren komt de term ‘Social Learning’ vaker naar voren, waarmee men doelt op samenwerkend leren in netwerken, maar ook het zelfverantwoordelijkheid nemen voor het eigen leren door o.a. eigen leeractiviteiten te organiseren (Rubens, 2013).
In het kader van dit paper zal ik het begrip ‘social learning’ toelichten. De onderzoeksvraag die hierbij gesteld wordt, luidt:
Wat zijn de voorwaarden waardoor ‘social learning’ binnen een open onderwijs gestimuleerd kan worden?
Literatuurlijst
2012 Paris OER Declaration. (2012). In 2012 World Open Educational Resources (OER) Congress UNESCO, Paris, June 20-22, 2012. Paris. Retrieved from http://www.unesco.org/new/fileadmin/MULTIMEDIA/HQ/CI/CI/pdf/Events/Paris OER Declaration_01.pdf
Hogeschoolbrede onderwijsvisie geformuleerd. (n.d.). Retrieved October 03, 2013, from http://www.zuydjaarbeeld.nl/jaarverslag-2011/aDU1018_Hogeschoolbrede-onderwijsvisie-geformuleerd.aspx
Jacobi, R. (2013). Trendrapport open educational resources 2013.
Johnson, L., Adams, S., & Cummins, M. (2013). The NMC Horizon Report: 2013 Higher Education Edition. Retrieved from http://www.nmc.org/publications/2013-horizon-report-higher-ed
MOOCs populair onderwerp bij opening studiejaar. (2013). Transfer. Retrieved from http://www.transfermagazine.nl/nieuws/onderwijs/moocs-populair-onderwerp-bij-opening-studiejaar
Munnichs, J. (2013, September 24). Universiteit zoekt toenadering tot regionale bedrijfsleven. Dagblad De Limburger. Retrieved from http://www.lexisnexis.com/uk/nexis
Rubens, W. (2013). E-learning : trends en ontwikkelingen. Middelbeers: InnoDoks Uitgeverij.
Schuwer, R., Janssen, B., & Van Valkenburg, W. (2013). MOOC ’ S : Trends en kansen voor het hoger onderwijs. In Ria Jacobi, H. Jelgerhuis, & N. Van Der Woert (Eds.), Trendrapport OER 2013 (pp. 23–28).
Wat zijn Open Educational Resources? (n.d.). Retrieved October 03, 2013, from https://www.surfspace.nl/sig/5-open-educational-resources/45-over-de-sig-oer/
Zuyd bouwt aan een sterk merk. (n.d.). Retrieved October 03, 2013, from http://www.zuydjaarverslag.nl/jaarverslag-2010/aDU1013_Zuyd-bouwt-aan-een-sterk-merk.aspx
[1] Een snelle zoekactie op 26-09-13 leverde in Google Nieuws ruim 600 berichten in de afgelopen maand en in LexisNexis 27 artikelen in Nederlandse kranten in september 2013
Werk in uitvoering: concept onderzoeksvraag paper LA1 #MLI
Dag Marcel,
Net zoals jij (maar dan iets anders ;)) ben ik bezig met een opzet voor mijn paper. In het kader van LA1 ‘Zin in Leren’ moet ik: “Helder en beknopt vanuit de kern van het praktijkprobleem redeneren naar koppeling aan wetenschappelijk concept(en) op metaniveau. Formuleren van een eerste probleemanalyse. Formuleren van voorlopige onderzoeksvraag / -vragen”.
Vandaag moet ik dit in een elevator pitch van 2 minuten presenteren aan een begeleider.
Ik heb er (in gedachten) nogal mee geworsteld. Mijn werkwijze blijkt toch te zijn: gewoon beginnen met schrijven, erom heen lezen en kijken waar ik uitkom. Eigenlijk zoals ik ook een blogpost schrijf :). Ik ben met Mendeley nog aan het experimenteren, daarom is de bronvermelding nog niet APA-proof. Dat is mijn opdracht voor de komende week.
Erg benieuwd naar de feedback van mijn begeleider. Als jij of een andere bloglezer nog wat tips heeft, hoor ik ze graag. En dat mag open 🙂
Voor deze opzet hebben naast de masterclass OER van SURF academy ook eerdere 2beJAMmed-blogpost als inspiratie gediend:
- https://2bejammed.org/2013/05/13/kennisas-limburg-centres-of-expertises-zuyd/
- https://2bejammed.org/2012/03/01/onze-visie-op-onderwijs/
- https://2bejammed.org/2012/04/30/pro-of-contra/
- https://2bejammed.org/2012/12/04/jujuutjesurfmagazine/
- https://2bejammed.org/2012/05/07/702010-model/
- https://2bejammed.org/2013/02/06/horizon-report-2013-is-er/
Groet,
Judith
Sinds in 2011 twee hoogleraren aan Stanford University, hun cursus openstelden voor belangstellenden van buitenaf, is er wereldwijd grote belangstelling voor MOOC’s. MOOC’s zijn ‘hot’. In de media verschijnen dagelijks items over hoger onderwijsinstellingen die cursussen open online beschikbaar stellen[1]. Voorbeelden uit Amerika met aanmeldingen van 160.000 cursisten spreken tot de verbeelding.
MOOC staat voor Massive Open Online Course. In 2008 werd de term voor het eerst gebruik als typering voor een online open cursus van George Siemens (Athabasca University) en Stephen Downes (National Research Council Canada) over Connectivism and Connective Knowledge. Hier namen 23.000 mensen aan deel (Schuwer, 2013[2]).
Een MOOC is een vrij toegankelijke complete cursus waarin vele duizenden studenten participeren die gezamenlijk het cursustraject starten en afronden. Een MOOC bevat cursusmateriaal, een docent die uitleg geeft of als coach optreedt, fora waarin met medestudenten overlegd kan worden en met huiswerkopdrachten waarop je feedback ontvangt. Eventueel ontvang je (tegen betaling) een certificaat.
Ook in Nederland zijn universiteiten die gratis online onderwijs aanbieden. Inmiddels hebben universiteiten van o.a. Delft, Leiden en Amsterdam zich aangesloten bij Amerikaanse MOOC-platforms om hun online cursussen open in de markt te zetten.
Dat MOOC’s op de bestuurlijke agenda staat werd duidelijk in de verschillende speeches tijdens de opening van het academisch studiejaar 2013-2014. Zo wees ook onderwijsminister Bussemaker op de kansen en bedreigingen van deze onderwijsvorm[3].
Bij Zuyd Hogeschool heeft de faculteit ICT recentelijk binnen het Zuyd Innovatieprogramma een project ingediend. Dit innovatieproject beoogt meer inzicht te krijgen in het fenomeen MOOC en OER. Op basis van het verkregen inzicht moet besloten kunnen worden in hoeverre de didactisch werkvorm MOOC door te voeren is binnen de faculteit ICT.
Specifieke aandachtsgebieden binnen dit project zijn het open en online karakter.
Het ‘openen’ van onderwijs staat mede als gevolg door alle belangstelling voor MOOC’s erg in de belangstelling. Het open zetten van leermaterialen is al langer aan de gang. MIT is in 2001 al begonnen met het publiceren van hun cursussen als open courseware (OCW). De UNESCO noemde deze ontwikkeling in 2002 Open Educational Recources (OER), een term die nog steeds centraal staat in de in juni 2012 in Paris aan genomen OER Declaration[4] (Mulder, 2013 [5]) waarin de UNESCO-lidstaten opgeroepen worden het gebruik van OER te bevorderen.
In het Trendrapport Open Educational Resources 2013 van de special interest group OER van SURF (d.i. de ICT-samenwerkingsorganisatie van het hoger onderwijs en onderzoek) wordt de definitie voor de definitie van de Hewlett Foundation aangehaald (p. 38):
“OER are teaching, learning, and research resources that reside in the public domainor have been released under an intellectual property license that permits their free use and re-purposing by others. Open educational resources include full courses,course materials, modules, textbooks, streaming videos, tests, software, and any other tools, materials, or techniques used to support access to knowledge.”
Kort gezegd:
“Open Educational Resources (OER) zijn open leermaterialen die online vrij beschikbaar zijn voor (her)gebruik. Het kopiëren, bewerken en verspreiden van het materiaal is onder voorwaarden toegestaan.”[6]
Zuyd Hogeschool heeft waarden als Open, Ambitieus, Ondernemend, Vakkundig en Inspirerend benoemd als Zuydwaarden benoemd [7]. Deze waarden komen ook tot uiting in haar Onderwijsvisie [8]:
Zuyd leidt moderne professionals op, streeft naar een hoog rendement bij een nominale studieduur, heeft professionele docenten, biedt een functionele en uitdagende studieomgeving en bedt het onderwijs in de maatschappelijke omgeving in.”
Door ook te participeren in het strategisch programma Kennis/As profileert Zuyd zich (met de partners Maastricht UMC+ en Maastricht University) nadrukkelijk als kennispartner voor kleine en middelgrote ondernemingen in de regio. Ook hier wordt nagedacht om MOOC’s in te zetten om de kenniseconomie in Zuid-Limburg een boost te geven, zo stelde Prof. Dr. Martin Paul, voorzitter van het College van Bestuur van Maastricht University tijdens de opening van het academisch jaar (De Limburger, 24 september 2013 [9]).
De deelname van Zuyd sluit aan bij de eerdergenoemde notitie Visie op Onderwijs van Zuyd, waarin m.b.t. maatschappelijke inbedding van het onderwijs vermeld staat:
“Kennisdeling, -ontwikkeling en toepassing staan centraal. Daarbij levert de samenwerking met de beroepspraktijk kennis op die onderdeel uitmaakt van de kenniscirculatie. Alle betrokken partijen leveren door co-creatie bijdragen die leiden tot een versterking van onderwijs en onderzoek, die ook ten goede komt aan de innovatie bij relaties van Zuyd.”
MOOC’s zijn opgezet door het formele onderwijs, echter door de gratis vrij toegankelijke opzet wordt het informele leren gestimuleerd. Het programma Opening Up Education [10](geïnitieerd door het Directoraat Generaal Education and Culture van de Europese Commissie) doet nadrukkelijk een oproep om samen te werken en bruggen te slaan tussen formeel, informeel en non-formeel leren door samenwerking tussen onderwijsveld en bedrijfsleven. Dit sluit ook aan op de key trends ‘openness’ en ‘MOOC’s’ zoals die in Horizon Report 2013 benoemd zijn [11].
De vele initiatieven rondom MOOC’s, OER en Open Education roepen ook m.b.t. het innovatieproject van de faculteit ICT vele vragen op:
- Hoe gaan kenniswerkers om met nieuwe technologische mogelijkheden?
- Hoe komt co-creatie tot stand?
- Hoe gaan docenten om met Open Educational Resources?
- Hoe vullen docenten hun rol binnen online discussiefora in?
- Welke waarden gelden voor het diepe leren in een (open) digitale leeromgeving?
- Welke cultuur is nodig om open kennisdelen te bevorderen?
- Hoe kunnen formele onderwijsorganisaties informeel leren faciliteren?
Vragen die te maken hebben met leren als een sociaal proces. In relatie tot de online leren komt de term ‘Social Learning’ vaker naar voren, waarmee men doelt op samenwerkend leren in netwerken, maar ook het zelfverantwoordelijkheid nemen voor het eigen leren door o.a. eigen leeractiviteiten te organiseren (Rubens, 2013[12]).
In het kader van dit paper zal ik het begrip ‘social learning’ toelichten. De onderzoeksvraag die hierbij gesteld wordt, luidt:
Wat zijn de voorwaarden waardoor ‘social learning’ binnen een open digitale leeromgeving (zoals een MOOC) of via open digitale leermiddelen (zoals OER) gestimuleerd kan worden?
[1] Een snelle zoekactie op 26-09-13 leverde in Google Nieuws ruim 600 berichten in de afgelopen maand en in LexisNexis 27 artikelen in Nederlandse kranten in september 2013
[2] Schuwer, R., Janssen, B., & Van Valkenburg, W. (2013). MOOC ’ S : Trends en kansen voor het hoger onderwijs. In R. Jacobi, H. Jelgerhuis, & N. Van Der Woert (Eds.), Trendrapport OER 2013 (pp. 23–28).
[4] http://www.unesco.org/new/fileadmin/MULTIMEDIA/HQ/CI/CI/pdf/Events/Paris%20OER%20Declaration_01.pdf
[5] Mulder, F., & Janssen, B. (2013). Open (het) onderwijs. In R. Jacobi, H. Jelgerhuis, & N. Van Der Woert (Eds.), Trendrapport OER 2013 (pp. 38–44).
[8] http://www.zuydjaarbeeld.nl/jaarverslag-2011/aDU1018_Hogeschoolbrede-onderwijsvisie-geformuleerd.aspx
[12] Rubens, W. (2013). E-learning: Trends en ontwikkelingen. Middelbeers: InnoDoks Uitgeverij. pp. 141
Ben jij OERRR???
Nou zeg Marcel dat was een pittig sprintje van Educause over MOOC’s, maar volgens mij hebben we wel een marathon nodig om dit te verwerken en te realiseren 🙂
Wat een boel informatie heb jij in 3 blogs over dag 1, dag 2 en dag 3 bijeen verzameld en op de site van Educause Sprint 2013 is veel nog te lezen en te bekijken. Dat komt vast nog wel van pas tijdens mijn studie Master Leren en Innoveren! En genoeg input voor het macroproject dat jouw faculteit ICT tijdens het Zuyd Innoveert – programma gaat uitvoeren.
Zo’n keuze voor een MOOC-platform vind ik niet zo boeiend, alles moet gewoon werken 🙂 Dat de inhoud aantrekkelijk gemaakt moet worden met behulp van een Instructional Content Designer dat vind ik voor-de-hand-liggend. En of hij/zij nu binnen een faculteit werkt (zoals Jeroen daar voorstander van is) of vanuit een dienst, ook dat vind ik minder belangrijk, als het maar een vakman/-vrouw is! Voor mij zit de grootste uitdaging in docenten te enthousiasmeren en pedagogische en technologische vaardigheden bij te brengen zodat zij van dat MOOC-vonkje een prachtig vuur kunnen maken.
Ongeveer rond dezelfde tijd van deze Educause Sprint zag ik in Library Journal de paper: “MOOCs and the Library: Engaging witj Evolving Pedagogy” dat tijdens het IFLA World Library and Information Congres dat deze week plaats vindt in Singapore, gepresenteerd. De Stanford Library ondersteunt het online leren actief binnen hun instituut 🙂 Deze activiteiten hebben betrekking op:
- copyright
- video & media, het ondersteunen van studenten en docenten in het goed gebruik van video (maken en editten). Een rol die bij ons door de AV dienst opgemaakt wordt, in het bijzonder nu door Pieter Dekkers als Instructional Content Designer binnen jullie MOOC-project
- learning management systems, de bibliotheek kan een ondersteunde rol vervullen in het structuren van cursussen zodat ze goed ontsloten worden en beter gevonden worden. Binnen Blackboard speelt Zuyd Bibliotheek deze rol niet, maar als we nu starten met MOOCs zou het gemiste kans zijn de bibliotheek hier niet bij te betrekken.
- training and promotion, uiteraard zijn ook hierbij informatievaardigheden erg belangrijk
Het copyright-vraagstuk wordt door het inzetten van MOOCs alleen maar ingewikkelder 😦 Onlangs heeft in SURFspace ook een artikel gestaan over de auteursrechtelijke uitdagingen bij een MOOC n.a.v. Educause Brief over dit onderwerp (waar jij ook in je blog even aandacht aan besteedde). Want wie heeft welke rechten bij deze online cursussen. En mogen we de artikelen volgens de licentie-overeenkomsten met de uitgevers ook wel delen via een Open Online Course?
Allemaal redenen om ook binnen Zuyd meer in te zetten op Open Educational Resources, zoals ik al vaker heb bepleit. Ik ben voor! Jij?
Je hebt de reclame van Natuurmonumenten op TV of in de abri’s wel gezien denk ik. Hoewel het hier gaat om kinderen de natuur te laten ontdekken, moest ik elke keer denken aan Open Educational Resources (beroepsdeformatie) 😉
Voor de geïnteresseerde bibliothecaris: meer weten over MOOCs en bibliotheken? Check het blog http://moocsandlibraries.blogspot.nl/
Fijne vakantie verder!
Judith
Wat als we Weblectures willen?
Ha Judith,
Waar moeten we naartoe als we weblectures willen? Toch een vraag die ik steeds vaker hoor… Opnames van hoorcolleges of onderwijsinhoud die in een online videolecture verwerkt worden is een hot item binnen het onderwijs. Bijna inherent aan de MOOC hype is de opkomst van weblectures. Zonder weblectures geen MOOC zou je bijna kunnen zeggen. En natuurlijk zijn de weblectures er al veel langer.
Ook binnen Zuyd zijn we al jaren bezig met opnames van colleges en vergelijkbaar materiaal. Of dat nu met Adobe Connect (in SURFgroepen) met Wimba (Eliane Boileau) via Blackboard, via de iPhone/iPad (Jannie Sangers) of via opnames van de AV Dienst Heerlen gedaan werden. We hebben ze inmiddels in alle soorten en maten verzameld. Net zoals de rest van Nederland en de wereld in verschillende formaten: regulier, live, Rich Media etc.
Als ik goed zie is het hier collega Pierre Gorissen van Fontys tijdens een presentatie
Vanuit verschillende projecten is er ook binnen Zuyd gewerkt aan weblectures. We hebben een aantal opnamesets van Presentations2Go, een viertal, en we hebben 1 streaming video server. Daar zijn momenteel onze weblectures op verzameld en via dat systeem gelinked aan Blackboard of via andere links beschikbaar voor studenten en docenten. We hebben ook gezien bij Jeroen Alessie wat wel en niet werkt bij opnames en waar je een hogere kijkdichtheid en kijkduur mee kunt krijgen.
Het enige wat momenteel nog ontbreekt is een beheersorganisatie rondom weblectures. Momenteel staan daar wel de apparaten en zijn er enthousiaste docenten die er iets mee willen, maar we (onder leiding van: Els Koelewijn) zijn nog bezig met een business case om te kijken hoe (een jaar) na afloop van het project dit systeem een embedding krijgt in de Zuyd organisatie. Learning Valley, de aanbieder van P2GO, timmert ondertussen aan de weg. Ze hebben inmiddels een cloudoplossing gerealiseerd die via SURF beschikbaar is voor SURF Conext gebruikers. Ik hoop dat we hier snel gebruik van kunnen maken, want ik ben erg benieuwd naar die omgeving. Werkt die hetzelfde als die van ons? Kun je weblectures delen met collega instellingen? Kunnen studenten ook videomateriaal op het systeem zetten, zodat ik het kan inzetten bij peer assessments of bij het beoordelen van presentatieskills? Vragen genoeg! Ik hoop dat ik snel een keer kan experimenteren.
Ondertussen hoop ik dat onze eigen faculteitsdirecteuren snel kunnen aangeven hoe ze de interne organisatie rondom weblectures gaan betalen, want waar we het systeem ook hebben staan (intern of extern) ondersteuning van collegas blijft hard nodig: technisch, functioneel, operationeel maar zeker ook didactisch en misschien durven we zelfs wel te denken aan educational content creators of assistants (zoals Pieter Dekkers ooit in Canada genoemd werd)
Tot dat moment blijven we vrijwillig het systeem zo goed mogelijk in de lucht houden, zodat in ieder geval de weblectures die al opgenomen zijn en gebruikt worden in het onderwijs ook beschikbaar blijven. En toch wil ik een noodkreet slaken voor een ander! Weliswaar wel over weblectures en zeker belangrijk, maar in eerste instantie niet voor onszelf
In de periode 2009-2011 heeft het SURF-NAPproject OASE plaatsgevonden, waaraan 10 hoger onderwijs instellingen hebben deelgenomen. Het project had tot doel verhoging van het studierendement m.b.v. weblectures. Een mooi resultaat van dit project is de website www.weblectures.nl waar de nieuwste en meest succesvolle toepassingen van weblectures en varianten worden gepubliceerd. We ontvingen een supportverzoek in onze mailbox van de SIG Weblectures. De website weblectures.nl is aan hen overgedragen maar zij hebben niet genoeg financiële middelen.
Het kan toch niet zo zijn dat deze waardevolle website verloren gaat? Wij zijn niet in de positie om hiervoor financiën beschikbaar te stellen. HBO-raad, SURF, Ministerie, welk nationaal orgaan ook, bewaar deze site voor de volgende generatie gebruikers van weblectures. Voor de volgende generatie inspirerende docenten die het onderwijs voor hun studenten beter, rijker, mooier en nog beter beschikbaar te maken. Maar het mag van mij ook een gesponsorde site worden door de verschillende aanbieders van weblectures tools en hardware. Dus nee niet alleen Zuyd die dit moet oppakken, maar juist een van de verschillende centrale organisaties die we hebben, zodat ook geheel onderwijzend Nederland hier gebruik van kan blijven maken.
Groet Marcel





