Site-archief
Effectief samenwerkend leren met leertechnologie
Hallo Marcel,
Deze week was ik bij een bijeenkomst van curriculumontwikkelaars van Zuyd. Hier werd veel gesproken over samenwerkend leren (groepsopdrachten, projecten, business challenges, praktijkcasussen, etc) irt het beoordelen van individuele kennis en ontwikkeling van de groepsleden. Worden de juiste leerresultaten bereikt met samenwerkend leren? We weten allemaal dat samen werken en samen leren niet eenvoudig is. Studenten (ook mijn kinderen destijds) zuchten vaak bij het uitvoeren van wéér een groepsopdracht. Er is altijd wel een groepslid die meelift en zich niet inzet. Frustraties alom.
Toch zeggen we allemaal dat ‘leren samenwerken’ een belangrijke vaardigheid is voor het toekomstige beroep, het behoort immers tot de 21st century skills?! Toch schuilt hier een misvatting volgens het lectoraat Teaching, Learning & Technology van Inholland. Samenwerkingsvaardigheden zijn belangrijk, maar zij vraagt zich af of je deze ontwikkelt in een leerteam van studenten. Teams van studenten die samen leren doen dat in een andere context dan teams in de beroepspraktijk: de samenwerking kent andere doelen en een ander proces, stelt het lectoraat.
Het lectoraat heeft daarom onderstaande animatie gemaakt om doel docenten te informeren hoe je effectief samenwerkend leren kunt vormgeven. Er komt nogal wat bij kijken zoals je in deze 7 minuten durende animatie kunt zien.
Uit de animatie blijkt duidelijk dat samenwerkend leren niet vanzelf gaat. Zij pleiten ervoor om vooral met multidisciplinaire teams te werken van maximaal vijf deelnemers.
Jeroen Bottema van het lectoraat heeft op zijn blog Leervlak uitgebreid over inhoud van deze animatie geschreven.
Hieronder mijn samenvatting, gebaseerd op de tekst van Jeroen Bottema, zoals ik die ook op digitaledidactie.zuyd.nl gepubliceerd heb.
Samenwerkend leren wordt als didactische werkvorm vaak ingezet in het hbo. In veel gevallen leidt het niet tot de gewenste leerresultaten. De taken worden verdeeld om vervolgens te komen tot een groepsproduct, dit is geen samenwerkend leren volgens het lectoraat. Door studenten wordt vaak geklaagd over meeliftgedrag van medestudenten bij samenwerken in groepsopdrachten. Studenten zien de relevantie niet in het investeren in werk van medestudenten. Zij vinden het weinig motiverend als alleen het eindproduct wordt beoordeeld en geen rekening wordt gehouden met de inbreng van elk teamlid. Daarom wordt door het lectoraat TLT geadviseerd studenten te betrekken bij de beoordeling. Vraag studenten om de bijdrage aan het groepsproduct en de samenwerking van zichzelf en de andere teamleden te beoordelen dat vervolgens meetelt bij het eindcijfer.
Wanneer is samenwerkend leren betekenis- en zinvol?
- Als de opdracht groot en complex genoeg is zodat de inbreng van kennis en creativiteit van de teamleden echt nodig is. Op basis hiervan is vervolgens een verdeling van de taken mogelijk. Teamleden zien ook dat inzichten vanuit verschillende perspectieven waardevol zijn.
- Als het leerproces bijdraagt aan de verdieping van het leren van elke afzonderlijke student en ook leidt tot een hogere leeropbrengst voor elke student.
Studenten in een effectief leerteam hebben een gelijksoortig beeld over het gewenste eindproduct en een plan van aanpak en voeren inhoudelijke discussies. De kwaliteit van deze discussies moet bewaakt worden door de docent die bijvoorbeeld aanstuurt op een specifieke opdracht verdeling, of door het stellen van vragen of het organiseren van een discussie.
De rol van de docent bij samenwerkend leren is dus complex: het gaat om een combinatie van inhoudelijke begeleiding en begeleiding van het proces van samenwerkend leren en teamontwikkeling.
Ik moest denken aan het begrip ‘common grounding‘ waarover ik al eerder geblogd heb. Het is belangrijk om tijd, rust, ruimte en aandacht te hebben voor de vraag: begrijpen we elkaar? (spreken we dezelfde taal?) zodat het gezamenlijk doel bereikt kan worden.
De inzet van technologie bij samenwerkend leren
Omdat dit een onderzoek is van het lectoraat ‘Teaching, Learning& Technology’ is in de animatie uiteraard ook aandacht voor de inzet van leertechnologie bij samenwerkend leren. Moodle, de digitale leeromgeving van Zuyd biedt voldoende kansen om samenwerkend leren gericht te ondersteunen. Zie onze verdiepende Moodle cursus (alleen beschikbaar met Zuyd account). De functionaliteiten in Moodle maken het mogelijk om te communiceren en samen te werken op afstand. Bovendien wordt het leerproces transparant gemaakt omdat alle interacties worden ‘gelogd’, feedback zichtbaar is en producten worden gedeeld. Neem contact op met onderwijsvraag@zuyd.nl voor meer informatie van het inzetten van Moodle bij samenwerkend leren.
Het lectoraat Teaching, Learning & Technology heeft een online TeamTester ontwikkeld die gebruikt kan worden om de teamsamenwerking in kaart te brengen en bespreekbaar te maken. Handig! Deze TeamTester verschijnt binnenkort. Ook publiceert het lectoraat een tweede animatie over de stappen in het ontwerpen van samenwerkend leren. Mooi en zinvol werk. Dank aan het lectoraat en Jeroen voor het delen.
Wil je nog meer lezen over samenwerkend leren? Jeroen had nog enkele leestips. Deze onderzoeken zijn ook gebruikt als input voor de animatie.
- Dillenbourg P. (1999) What do you mean by collaborative leraning?. In P. Dillenbourg (Ed) Collaborative-learning: Cognitive and Computational Approaches. (pp.1-19). Oxford: Elsevier. Retrieved from https://telearn.archives-ouvertes.fr/hal-00190240/document
- Fransen, J. (2012). Teaming up for learning: Team effectiveness in collaborative learning in higher education. (Proefschrift). Heerlen: Open Universiteit. Retrieved from https://www.researchgate.net/publication/268981454_Teaming_up_for_learning_Team_effectiveness_in_collaborative_learning_in_higher_education
Groet,
Judith
Leiderschap voor teamleren
Dag Marcel,
Collega Mieke Koeslag-Kreunen is vandaag, donderdag 29 november gepromoveerd aan de Universiteit Maastricht. Haar dissertatie Leadership for team learning: Engaging university teachers in change heeft ze me met verve verdedigd.
Mieke onderzocht hoe leiderschap het teamwerk van hbo-docenten effectief kan stimuleren.
Uit de Nederlandse samenvatting van haar proefschrift:
Teamwerk stelt docenten in staat om te werken aan complexe vraagstukken, zoals het ontwikkelen van vernieuwende onderwijsprogramma’s. In teamverband kunnen professionals hun kennis delen, bediscussiëren en integreren. Deze processen worden gedefinieerd als teamleergedrag, waardoor teams tot nieuwe oplossingen kunnen komen. Het vertonen van teamleergedrag is niet vanzelfsprekend. Ook docenten in het hoger onderwijs hebben de neiging om samenwerking te beperken tot oppervlakkige interacties. Dit gebeurt deels om meningsverschillen en conflicten te vermijden, daarnaast voelen docenten niet altijd de urgentie om nieuw onderwijs te ontwikkelen in teamverband.
Aan de hand van vier studie is onderzocht hoe teamleiderschapsgedrag het leergedrag van docenten in teams die werken aan onderwijsvernieuwing kan ondersteunen. Het blijkt dat verschillende teamleiderschapsstijlen relevant zijn. De teamtaak bepaalt welke stijl het meeste bijdraagt. De resultaten geven aan dat zowel teamleiders als teamleden zich ervan bewust zouden moeten zijn dat hun teamleiderschapsgedrag kunnen variëren al naar gelang de specifieke teamtaak.
Koeslag-Kreunen, M.G.M. (2018). Leadership for team learning: Engaging university teachers in change (Proefschrift). Universiteit Maastricht, Maastricht
Link naar digitale versie van het proefschrift
Geweldig gedaan Mieke! Proficiat!
Centrale begrippen bij een goede samenwerking in teams zijn onderlinge afhankelijkheid en gedeelde resultaatverantwoordelijheid waarbij het draait om delen, co-constructie en constructief conflict. Mieke roept teamleden op zelf de leiding te nemen om onderwijsinnovatie vorm te geven. Teamleiders adviseert ze om teamleden aan te moedigen, afstand te nemen en te focussen op wat een team nodig heeft om te komen tot een teamleergedrag. Voorwaardelijk zijn veilig werkklimaat en voldoende vertrouwen in zichzelf en elkaar.
Iedereen ervaart veilig werkklimaat verschillend is mijn ervaring en heeft ook andere omstandigheden nodig om goed te kunnen functioneren. UIt een onderzoek van het HvA lectoraat Gedifferentieerd HRM naar samenwerking in docententeams blijkt dat er vaak onvoldoende aandacht is voor de voorwaarden voor samenwerking. Docententeam zijn het niet of nauwelijks gewend om met elkaar de professionele dialoog te voeren over de visie en doelstellingen van onderwijs. Teamleiders zouden dit gesprek beter moeten faciliteren. Moeilijk. En zoals deze onderzoekers zeggen:
“Het versterken van het handelingsvermogen van teams heeft tijd nodig: het veranderen van teamcultuur, laat staan het aanpassen van de structuur en cultuur van een organisatie, is een langzaam en moeilijk proces.”
Eerlijk gezegd snap ik het ‘working apart together’ ook nog wel. Alleen ga je zo veel sneller dan constant weer af te stemmen welke kant je op gaat. Ook al hebben we het over onderwijsprofessionals, niet iedereen dezelfde beelden bij wat goed onderwijs is. Er zijn zoveel percepties. Daarnaast geeft samenwerking ook ergernissen en irritaties. Het constructief omgaan met conflicten is moeilijk. En dan is er nog dat permanent gebrek aan tijd. Docenten zijn van oudsher gewend om zelf hun onderwijs te ontwerpen en uit te voeren terwijl nu veel verwacht wordt om dit samen te doen. Uiteindelijk …. kom je samen verder 🙂 Althans dat is mijn perceptie. De vraag is of docententeams dat ook zo zien. En of men erkent dat kennisdelen en het co-creëren waardevol is voor het bereiken van hun doel.
“It is not enough to just install teams to change education and simply waiting for that magic to happen”
(proposition 3 accompanying the dissertation)

Judith
Op zoek naar een groter wij
Ha Marcel,
Het is al even geleden. Maar heb jij de uitreiking van sportploeg van het jaar gezien? Ik niet. Het was geen verrassing dat het dames voetbalelftal deze award won. Op Twitter zag ik later die avond wel de tweets van de speech van Van den Berg. Indrukwekkend. “Het gaat om teamsport, het gaat om samenwerking”, aldus Mandy van den Berg. “Zonder samenwerking valt er geen prestatie te behalen.” Verder zei Mandy dat je altijd moest blijven dromen en geloven in dat wat jij van binnen voelt. Haar woorden raakten mij.
Ook de koning had met in zijn Kersttoespraak met andere woorden een vergelijkbare boodschap. Hij sprak niet over teams maar over gemeenschapszin.“Niet zoeken naar een breder ik, maar naar een groter wij.” en “Voetje voor voetje. Zo komen verbeteringen tot stand. Zo kan een groter wij ontstaan. Niet alleen in de wereld en in ons land, maar ook heel dichtbij in de eigen buurt.”
Het samenwerken door open te communiceren en kennis te delen, daar geloof ik zo in (zie ik ook mijn eerste blogpost van dit jaar). Het zijn mijn drijfveren om mijn werk te doen. Ik geloof dat we daar samen beter van worden en verder komen. Ik ben niet de enige die er zo over denkt want ik hoor het ook regelmatig van mijn collega’s of lees het in hun notities. Hoe komt het toch dat ik ervaar dat het doel van samenwerken meer gaat om de ‘bredere ik’ ipv het streven naar een ‘grotere wij’. Waarom ben ik teleurgesteld als collega’s samenwerken anders interpreteren dan ik? Leg ik de lat te hoog? Verwacht ik te veel? “Het valt niet altijd mee om te blijven geloven in de gemeenschap die we samen vormen“, zei de koning.
Jij vroeg mij om TED inspiratie om samenwerken te stimuleren. Yves Morieux bespreekt in zijn TEDtalk (heb je ‘m gezien?) vooral managers aan als hij de 6 slimme-eenvoud-regels om beter samen te werken bespreekt. Nu wil ik verantwoordelijkheden voor samenwerken niet afschuiven 🙂 we hebben allemaal onze eigen rol daarin. Onze samenleving, organisaties worden te complex door controle en bureaucratie, zegt niet alleen Morieux. Iedereen wil ervan af (maar eigenlijk ook weer niet want we willen zo min mogelijk risico lopen -dilemma-). Op EenVandaag zag ik zojuist een reportage over mooie initiatieven die protocollen- en spreadsheetterreur tegen proberen te gaan. Zij DOEN. Zij werken samen om iets moois te bereiken. Minder regels stimuleert samenwerkingsinitiatieven volgens hoogleraar bestuurskunde Paul Frissen.
Waarom samenwerken niet altijd lukt of vanzelfsprekend is? Regelzucht? Geen gezamenlijk doel? Eigenbelang? Angst? Gebrek aan vertrouwen? Ik weet het niet. De enige uitvoerbare actie die ik je kan aanreiken om samen te werken is gewoon DOEN. Goed voorbeeld doet volgen. Uiteindelijk.
Maandag begin ik weer met veel plezier. Er ligt een uitdagende klus de komende maanden op ons te wachten. Op de manier waar ik in geloof zal ik samenwerking initiëren en stimuleren. Samenwerken om een mooi resultaat te bereiken 🙂 Gaat lukken!
Groet,
Judith
Knowmad
Hi Marcel,
Veel van mijn vriendinnen werken in de zorg. De laatste weken hoorde ik weer verschillende verhalen hoe hoog de werkdruk daar is. Deze wordt vooral ervaren door het vele papierwerk, alles moet geregistreerd worden, zodat (mijn interpretaties) bestuurders zich kunnen indekken en kunnen verantwoorden over alle handelingen en calamiteiten. En geloof me … het gaat ver… Het is dat deze professionals zo’n groot verantwoordelijkheidsgevoel hebben en waken over het belang van hun patiënt.
Ik zie parallellen met het onderwijs.
Schaalvergroting in zowel zorg als onderwijs leidde tot een andere sturing. Door zoveel mogelijk (alles) te registreren (onder het mom van kwaliteitsverbetering) probeerde de bestuurder grip te krijgen op het proces. Hij was immers uiteindelijk verantwoordelijk. De zorgmedewerker, de docent kwam in een slachtofferrol: want ‘zij’ beslissen maar…
Ik beschrijf het wat gechargeerd. Toch staat dit ook ongeveer beschreven in het artikel ‘Haal de professional uit zijn rolgevangenis‘ waarop ik door onze lector Dominique Sluijsmans werd geattendeerd. In dit interview zegt HAN-lector Goed Bestuur en Innovatiedynamiek in Maatschappelijke Organisaties, Frans de Vijlder dat professionals hun professionele ruimte moeten claimen en dat bestuurders ruimte moeten bieden. Hij stelt dat zowel bij zorg als onderwijs de nadruk komt te liggen op keten- of netwerkgovernance. Dat betekent voor het onderwijs dat de docent moet leren dat hij werkt in een brede organisatie en dat hij als een team en netwerkprofessional moet samenwerken met anderen. Er dient een verschuiving plaats te vinden van solo- naar netwerkprofessional.
Ketenvorming vraagt om integraal werken aan sociale vraagstukken en de bereidheid tot interprofessioneel samenwerken.
Onze steeds complexer wordende samenleving vraagt om samenwerken. Of dat interprofessioneel, multidisciplinair of cross-over is. We moeten over onze grenzen heen kijken om verder te komen. Studenten vragen er ook om (zie Zuyd Living Lab).
Een netwerkprofessional heeft vaardigheden nodig zoals ik die omschreven heb in mijn blog Work & Learn Out Loud. Deze week las ik een term die ik nog niet eerder van gehoord had: KNOWMAD 🙂
Een ‘knowmad’ is creatief, heeft een rijk voorstellingsvermogen en is innovatief. Het is ook een netwerker, iemand die zelf focus heeft en vanuit openheid aan de slag gaat. Kortom: een grondhouding over de wijze waarop je in je werk staat, die in relatie staat met technologische ontwikkelingen.
Het gaat erom zegt Frans de Vijlder dat professionals weer eigenaarschap gaan voelen over het werk dat ze doen. En het vertrouwen krijgen. Maar hoe transformeren we ons onderwijs, onze zorg? Daar heeft hij ook geen antwoord op. Dat zal een gezamenlijk zoek(ZOEC*)tocht moeten worden.
Judith
*) Over ZOEC (Zuyd Onderwijskundig Expertise Community) zal ik de komende tijd wel vaker bloggen. Sinds kort ben ik betrokken bij dit initiatief van onze onderwijslectoren. ZOEC wil de leer- en werkomgeving van onderwijskundige professionals van Zuyd worden waarin kennisontwikkeling en -deling centraal staat. Kernwoorden van ZOEC: Samen- Delen – Vertrouwen – Verbinden – Versterken. En fun 🙂