Site-archief

Ontwikkeltijd #onderwijsontwerpen

Je herkent het wel Marcel, denk ik. De hectiek. Het vliegen en rennen. Niemand lijkt tijd te hebben. En we willen zoveel: nieuwe curricula ontwerpen, blended leren, leren en werken met ict-tools, etc etc. Het (her)ontwerpen van curricula vergt een zekere bekwaamheid. Dat betekent ook dat we zelf moeten leren en ontwikkelen. Maar waar creëren we de ruimte in onze volgeplande agenda’s?

Tijd, inspanning, aanmoediging, rust is nodig. Hoe geef je als onderwijsinstelling, als Zuyd invulling aan ontwikkeltijd? Waar moet je aan denken als je een lerende organisatie wilt zijn? In een artikel Ontwikkeltijd. Hoe richt je dit in? op de website Leerling 2020 geven drie ervaringsdeskundigen adviezen.

  • Rooster bijeenkomsten in
    “Heel belangrijk, in het onderwijs is je tijd versnipperd, het vervliegt. Zeker als het gaat om ontwikkelen. Daar heb je duidelijk vastgestelde momenten voor nodig.”
  • Geef tijd om te oriënteren
    “Het kost tijd om je in het begin te oriënteren, scholen te bezoeken en met elkaar te discussiëren en een mening te vormen. De projectgroep heeft een jaar lang, een dagdeel per week nodig gehad om uitgangspunten te formuleren, uit te werken wat hiervoor nodig is en om een leerjaar van het nieuwe vwo uit te werken.”
  • Structuur gedachten
    “Ik denk dat het schrijven van zo’n plan wel mensen afschrikt, maar waarschijnlijk voornamelijk de mensen die wel graag ontwikkeltijd willen maar niet goed weten waarvoor ze het nodig hebben. De docenten die wel een idee hadden over waar ze mee aan de slag wilden, werden door het schrijven van dit plan gedwongen om hun gedachten te structureren en na te gaan wat ze wilden gaan doen en vooral wat ze daarvoor nodig hadden.”

De VO-raad heeft in 2016 geadviseerd fulltime docenten 100 uur extra ontwikkeltijd te geven.

Herkenbare adviezen. Alhoewel plannen schrijven voor mij ook een blog schrijven mag zijn 😉 Het gaat er om dat je nadenkt over wat onderwijs ontwerpen vraagt en met zich meebrengt. Door dat op te schrijven structuur en openbaar je je gedachten.

Het onderzoeken, oriënteren op onderwijskundig ontwerpen heeft inderdaad tijd nodig. Bedenktijd. Praattijd. Bezinktijd. Vaak nemen we deze tijd niet. En dan krijgen we de gevolgen als een boemerang terug. Het pleit voor tijd en rust, iets dat we binnen ZOEC willen creëren. Geclusterde, geoormerkte tijd voor het ontwerpen van (blended) onderwijs en niet ontwerpen in een hier en daar gesprokkeld uurtje. Dat werkt niet. Ik heb het vaak genoeg ervaren.

De opleiding Financieel Management biedt haar docenten ontwikkeltijd voor het herontwerpen van hun curriculum. Op het blog van Ilse Meelberghs kan je hun expeditie Binnenste Buiten volgen. Een mooi voorbeeld, zeker ook omdat zij ook een vast moment in de week hebben om gezamenlijk aan dit proces te werken.

Op de Bildungskalender 31 januari 2017 las ik onderstaande tekst van een Belgische onderwijsdirecteur Ronny Vanderspikken. Toepasselijk. Dit gun ik ons.

Judith

stocksnap_ll817bl9cs

CC0 Stephen Ellis

Een rivier legt zeker drie keer de afstand af tussen bron en zee.
De rivier gaat niet rechtdoor, maar meandert, neemt bochten,
gaat af en toe langs een hindernis … Geruststellend!

Boeiende kronkels, moeilijke kronkels, soms te veel kronkels<
soms heel mooie kronkels, …
maar altijd met de geruststelling dat we samen wel een weg
zullen vinden.

Gun jezelf veel ruimte en vertrouwen
om zelf te ‘meanderen’ en
om anderen te laten ‘meanderen’.

Samenhang der dingen

Hi Marcel,

Jij, ik, zien, zoeken en vinden verbindingen. Ik heb gemerkt dat als je onderzoek doet, dat dit een lastige eigenschap is 😉 . Als je onderwijs ontwerpt is het juist handige eigenschap omdat het dan goed is te realiseren dat alles met elkaar in verbinding staat.

Deze week hadden we weer een inspirerende ZOEC-sessie. Dit keer was Jan van den Akker onze gast. De man van hét spinnenweb. Je weet misschien nog dat ik dit model gehanteerd heb (als opdracht van mijn MLI studie) bij het analyseren van het curriculum van de faculteit ICT en het herontwerpen een open online cursus basis wiskunde. Bijzonder leuk om nu samen met hem om de tafel te zitten en te praten over onderwijs ontwerpen en ZOEC.

Het spinnenweb model heb ik onlangs ook kort beschreven voor het Blended Learning model waar we binnen het lectoraat technologie-ondersteund leren over nadenken. Misschien goed om het model in dit blogbericht ook nog toe te lichten.

SPINNENWEB

Van den Akker onderscheidt verschillende curriculaire verschijningsvormen. Deze zesdeling is gebaseerd op het werk van John Goodlad. Deze indeling kan een kritisch hulpmiddel zijn tijdens het ontwikkelproces: doen we wat we beogen en bereiken we wat we beogen? Hoe wordt het beoogd curriculum uitgevoerd?

De kern van een curriculum zijn de doelen en inhouden van het leren. Van den Akker gebruikt hiervoor de metafoor van het spinnenweb. In het spinnenweb staat visie of missie van de school centraal, het is de verbindende schakel. De overige onderdelen van het curriculum zijn: tijd, toetsing, leerdoelen, leerinhoud, leeractiviteiten, rol van de docent, leermaterialen, groeperingsvorm en leeromgeving, deze zijn verbonden met die visie. Idealiter zijn ze ook met elkaar verbonden, zodat er sprake is van consistentie en samenhang. De metafoor van het spinnenweb onderstreept volgens Van den Akker het kwetsbare karakter van een curriculum. “Spinnenwebben zijn weliswaar enigszins flexibel maar dreigen toch te scheuren als er te hard en eenzijdig aan bepaalde draden getrokken wordt zonder dat de andere draden meebewegen.” Als je dus één element van het curriculum verandert heeft dit direct gevolgen voor andere elementen binnen het curriculum.

spinnenweb

De aanklikbare versie van het Spinnenweb

Bronnen:

  • Thijs, A., & Van den Akker, J. (2009). Leerplan in ontwikkeling. Enschede: Stichting leerplanontwikkeling (SLO).
  • curriculumontwerp.slo.nl

Interessant is om ook de publicatie over het didactisch concept van de Hogeschool Utrecht over Blended Learning : Onderwijs ontwerpen nog eens te lezen. Hierin zijn de didactische keuzes die hierbij gemaakt kunnen worden verder uitgewerkt.

Terug naar het gesprek met Jan van den Akker …

SAMEN ONTWERPENDE DOCENTEN

Jan stelt het ontwerpdenken van docent centraal. Meer dan onderzoek zit het ontwerpen in de zone van naaste ontwikkeling van docenten. Uit eigen ervaring, maar ook op basis van het concept mapping methode van Hendrik Drachsler blijkt dat er veel te weinig tijd en ruimte is voor onderwijskundig ontwerpen binnen Zuyd. ZOEC beoogt een onderwijskundige community voor kennisdeling te bieden aan ontwerpende docenten. Ontwerpen is tevens een krachtige manier om professionele ontwikkeling te stimuleren.

Visualisatie en simpele taal zoals het spinnenweb kunnen helpen duidelijkheid te scheppen in het complexe proces van curriculum ontwerpen (macro/meso) of onderwijs ontwerpen (micro). Geconcludeerd wordt dat er veel gestapeld wordt in curricula waardoor curricula overvol worden. Keuzes moeten gemaakt worden vanuit een visie. De ‘waartoe?’-vraag moet gesteld worden. Waartoe leiden we op? Dit expliciteren, keuzes legitimeren, visie opnieuw overdenken. Is differentiatie nodig in wat we doen/willen of geldt voor iedere student hetzelfde? De samenhang is belangrijk (“every chain is as strong as its weakest link“), weinige in een team kennen de samenhang. Het spinnenweb helpt om het collectief ontwerpen van teams te stimuleren (zeker mbv het spinnenweb vloerkleed). Het helpt inzichtelijk te maken: waar beginnen we mee? wat volgt? wat kan wachten? Maar het maakt ook het krachtenveld duidelijk: waar heb je invloed op en waar niet op. Het is wenselijk om dat in kaart te brengen. Maar ook om periodiek reflectiemomenten in te voeren en experimenteerruimtes te creëren.

Advies van Jan: “Think big start small“.

Ontwerpuitdagingen voor ZOEC:

  • Op zoek gaan naar veelbelovende inspirerende voorbeelden. Lessons learned. Documenteer niet alleen producten maar ook het proces.
  • Behoeftenonderzoek ; beelden schetsen (‘..zou het niet beter/mooier/wijzer/etc zijn als..’), d.w.z. niet vragen ‘wat denk je nu?’. Een mens weet niet wat hij niet weet! Met empathie je inleven in de behoefte van de eindverbruiker.
  • Literatuurstudie

Het ontwikkelen van een aantrekkelijke ZOEC-omgeving is een zoektocht, waarin continu het leervermogen van de organisatie gestimuleerd / duurzaam gemaakt moet worden, gelet moet worden op taal, begrippen, manier van overdragen op de ander, kennisdeling van curriculumontwikkeling, centraal stellen van onderwijsontwerp, onderzoekmatigheid, cultuur van de docenten. Het zou ook een goede oefening zijn om het spinnenweb als model te hanteren bij het ontwerpen van ZOEC.

Al met al weer een leerzame middag.
Judith

Dank aan Sandra Bösch die van elke bijeenkomst een uitgebreid verslag maak. Handige hulp bij het schrijven van mijn blog 🙂 .

De kunst van het verleiden

Ha Marcel,

Soms krijg je kadootjes in je schoot geworpen. Dat gebeurde voor de kerstvakantie in de ontmoeting met Joseph Kessels. Zoals je weet zit ik in het kernteam van ZOEC. Dit initiatief van de onderwijslectoren van Zuyd beoogt meer samenhang tussen de diverse onderzoeksgebieden van de lectoraten te realiseren. De kennis en ervaring die hier beschikbaar is meer te verbinden met de kennis en ervaring binnen de diverse opleidingen ten behoeve van de onderwijsvernieuwing (-verbetering, -verandering) programma’s die Zuydbreed en in de faculteiten opgestart zijn. We kunnen zoveel van elkaar leren.

De afgelopen periode hebben we ZOEC gepresenteerd tijdens de managementdag en de gezamenlijke bijeenkomst van de kenniskringen van de onderwijslectoraten. Door deze gesprekken merk je dat iedereen vanuit eigen context andere beelden heeft waar ZOEC voor staat / zou moeten staan. Het blijft ook voor ons zoeken. Dat doen we sinds september in de maandelijkse ZOEC-sessies waar we met collega’s binnen en buiten Zuyd verkennen waarom, wat en hoe ZOEC. En afgelopen week was Joseph Kessels uitgenodigd vanwege zijn kennis en ervaring met zijn learning company Kessels-Smit.

Joseph Kessels ‘ken’ ik via zijn presentatie en publicaties over gedeeld leiderschap. Ik heb door te schrijven op ons blog en voor mijn masterstudie veel van hem geleerd. Door nu samen met hem aan een tafel te zitten en te luisteren naar zijn waardevolle inzichten was echt heel bijzonder. Een kadootje.

ZOEC beoogt een lerende community te zijn. Hoe krijg je mensen betrokken waarmee je geen gezagsrelatie hebt, vroegen we Joseph Kessels. Hoe kan onderlinge professionalisering, een andere manier van leren en werken concurreren met het ‘echte’ werk, de hectiek van het onderwijs, de tijdsdruk? Hoe kunnen we kennis laten circuleren?

Oprechte belangstelling voor elkaars werk, dat verbindt, zei Joseph. Nieuwsgierig zijn naar wat de ander bijzonder maakt. Uitgaan van het principe: wat moet ik doen om het voor jou aantrekkelijk te maken? Om door jou aantrekkelijk gevonden te worden? De ander verleiden met een aanbod die de ander verder helpt. Het stellen van sterke vragen: Hoe zou je het wel graag willen zien? Wat zijn jouw drijfveren? Wat vind je de moeite waard? Jouw enthousiasme overbrengen. Intellectueel adviseurschap vanuit de passie voor het vak. Een community wordt sterker als er meer verbindingen zijn. Zoek partners waarmee je verwantschap voelt, interesses deelt. Wederkerigheid is hierbij van belang. En vertrouwen uiteraard.

Het is natuurlijk zo voor de hand liggend, dat we het niet zagen. Belangstelling voor elkaars werk is de verbindende factor. In welke situatie dan ook, altijd komt ie weer terug de ‘relationele verbondenheid’ (Ryan & Deci).

Joseph Kessels deelde ook een werkwijze. Door elkaar te interviewen, de ander over jouw drijfveren te laten schrijven (voor bijvoorbeeld de ‘wie-is-wie’ op de gezamenlijke website i.o.). Door te vragen naar het beeld wat het oproept bij een ander ontstaat ook een gezamenlijk beeld. Een ander voorbeeld is om bij een afronding van een project twee collega’s vragen om de evaluatie bij de opdrachtgever uit te voeren. dat geeft vertrouwen, verbinding en objectiviteit.

Ga op zoek naar voorbeelden binnen Zuyd, en deel dat, adviseerde Joseph Kessels.
Ik kan niet meer doen dan dat onderschrijven. Door dit samen ook binnen ZOEC op te pakken, krijgen mijn initiatieven op dit gebied ook wat meer voedingsbodem. Hoop ik.

Als we het op de manier aanpakken waarop Joseph Kessels adviseert dan komt er ook een eind aan neeknikken en meestribbelen. Onderstaande video van Remco Coppoolse laat ook zien dat top down veranderingen moeizaam gaan. Door te luisteren, oprechte belangstelling te tonen, op te halen bij docenten, verbindingen te creëren verlopen onderwijsvernieuwingen soepeler.

Ik vond het best wel lastig om een blog te schrijven over deze inspirerende middag. De sfeer, de rustige uitstraling van Joseph, zijn warme stemgeluid, zijn oprechte interesse in ons en in het initiatief, is niet over te brengen.

Ik weet wel dat ik het verleidingspad op moet 🙂

Judith

Plek der Moeite

Een mooi voornemen voor het nieuwe jaar Marcel: bloggend 2017 door. Ik doe mee! Voor mij is het geen moeite 🙂 . Ik heb gekozen om out loud te werken en te leren.

“Working out loud is working in an open, generous, connected way so you can build a purposeful network, become more effective, and access more opportunities.”
John Stepper

Voor mij hoort dat bij professional zijn, zeker als kenniswerker. Je hebt gelijk Marcel: It’s part of the job. In ieder geval voor mijn job.

Professional/professioneel komt van het Latijnse ‘profiteri’ dat betekent ‘openlijk verklaren’. Een professional wil openlijk zichtbaar kwaliteit leveren. “Een professional is iemand die ervoor kiest en zich erop toelegt om, met behulp van specialistische kennis en ervaring, klanten op een competente en integere manier steeds beter van dienst te zijn. Daarbij maakt hij gebruik van en draagt actief bij aan een community van medeprofessionals die het vak bij voortduring ontwikkelen” (Ruijters & Simons, 2014) (p.317). (uit blogbericht ‘Mijn professionele ik. Onze professionele identiteit.’)

Ja, bloggen is een manier om te communiceren, je te ontwikkelen en je kennis te delen. Kennis delen is een werkwoord, zeg ik altijd. Je moet dat gewoon doen. Begin klein. Probeer elke dag eens te delen met wat je die dag gedaan hebt.

Voor anderen kost open en online kennis delen (al dan niet via bloggen) wel moeite. Ik merk dat regelmatig als ik aan collega’s vraag om over hun ervaringen/inzichten die ze hebben opgedaan te bloggen. Vaak hoor ik: “ja, goed plan, dat doe ik”. En bijna net zo vaak hoor ik niets meer. Ja, het kost moeite. Je moet er tijd voor vrij willen maken.

En zo kom ik op de Plek der Moeite. Enige tijd geleden kreeg ik hierover van Dominique Sluijsmans deze link doorgestuurd, een inleiding van het hoofdstuk geschreven door André Wierdsma in het boek van Canon van het Leren (mijn handboek tijdens mijn MLI-studie).

De Plek der Moeite heeft Wierdsma geïntroduceerd om de weerbarstigheid van collectieve en individuele leerprocessen op het niveau van identiteit van een organisatie te duiden (wat willen of zijn we?).

Het proces van collectief leren van professionals is niet gemakkelijk:
1. Veel gedrag is onbewust en routinematig. Betekenis ontstaat pas als mensen reflecteren op hun handelen.
2. Koppelingen tussen intenties en gedrag zijn zwak. Zoals Claire Boonstra onlangs in haar blog mooi verwoordde over de ontkoppeling in ons onderwijs: “er zit een groot gat tussen weten, vinden, voelen en ons handelen”.

Leren op de (denkbeeldige) Plek der Moeite vraagt ook moeite. Het kost moeite om bestaande patronen los te laten. Zowel voor individuen als voor organisaties. Als individu is het moeilijk (dan wel onmogelijk) een organisatie te veranderen. Je werkt immers in de context van de organisatie met eigen geschreven en ongeschreven regels, inzichten en principes. Wiegersma zegt dan ook dat verandering van organisatiegedrag meer vraagt dan individueel leren. Hiervoor is dialoog, reflecteren en experimenten nodig.

Elk veranderingsproces kost moeite. Of het nu gaat om (open en online) kennis te delen, al dan niet bloggend. Of ons onderwijs op een andere manier ontwerpen. Op een andere manier samenwerken. Met het werkveld kennis ontwikkelen.

De Plek der Moeite is geen gemakkelijke plek. Het kan een bedreigende plek zijn voor een ieder. Er zijn altijd verschillende belangen, perspectieven en opvattingen over urgentie van veranderingen. Het is een plek van met een veelheid van emoties: frustratie, boosheid, vreugde en plezier. Het is een plek van aarzelen, zoeken, proberen en twijfelen.

Als we maar in gesprek blijven.
En ja, ook online. Al bloggend kan je ook collectief leren faciliteren. Zo worden meer mensen betrokken (of kunnen in ieder geval kennis nemen van) het proces van lerend veranderen. Ik ben er namelijk van overtuigd dat als je mensen deelgenoot maakt van veranderingsproces (en niet alleen van de uitkomsten), de weerstand tegen veranderingen daalt.

Ik ben me er van bewust dat dit misschien allemaal een beetje vaag klinkt. En misschien zie ik verbindingen, die jij niet ziet of niet bestaan. Wat ik inmiddels gelezen heb over de Plek der Moeite (maar ook over Theorie U) en geleerd heb van Jan Bommerez draait het allemaal over see-feel-do.

Mooie uitdagingen liggen voor ons in 2017.

Judith

03012017 een mooie aanvulling op is het blog van Willem Koerselman: Ik geloof niet meer in een groots en meeslepend veranderplan. Ik geloof daar ook niet in maar net als Koerselman meer in veranderen in kleine stapjes, met de eigen mensen, met zo min mogelijk externe adviseurs. En daarbij mensen betrekken (communiceer over de bijsluiter!) in de bedoeling van het veranderproces. Net zoals ik ook in mijn blog Samen Andersom Doen heb verwoord nav het boek Andersom Organiseren.

Most Likely to Succeed [video]

Ha Marcel

Via twitter werd ik geattendeerd op een interessant bericht van het  Kenniscentrum Kwaliteit van Leren van de HAN. Zij hebben binnen de faculteit Educatie de documentaire Most likely to succeed vertoond. Hieronder zie je de trailer.

Het is een documentaire die ik ook wel zou willen zien. Het lijkt mij iets om binnen ZOEC te bekijken en te bediscussiëren. Het idee van ZOEC (inmiddels handout beschikbaar!) is immers om met peers gezamenlijk onderwijskundige vraagstukken te bespreken.

Gistermiddag tijdens de Zuyd Innoveert pitches, maar ook ’s ochtends tijdens Zuyd Professional bijeenkomst bleek (zo bedacht ik me later) dat we nog wel heel erg uitgaan van een vast onderwijsstramien in ons denken en handelen. Dat zoeken naar dat verborgen curriculum zit nog niet zo in onze genen. Deze documentaire laat een Amerikaanse highschool zien waar niet meer gefocust wordt op examens maar op talentontwikkeling. Vaardigheden als kritisch denken, samenwerken, innoverend en onderzoekend vermogen (21st century skills) zijn belangrijk. En niet alleen voor onze studenten maar ook voor onze docenten.

ZOEC wil een professionele leergemeenschap zijn waar vanuit vertrouwen en in verbinding aan vakmanschap wordt gewerkt, zoals Myriam Lieskamp dat ook in haar boek verwoordt. Samen zoeken en ontdekken van andere onderwijsvormen. En hier ook mee experimenteren. Dat gaan we in ieder geval binnen ZOEC proberen. Wie weet wordt dit wel een heel mooi voorbeeld voor andere groepen (studenten, docenten, interprofessioneel, multidisciplinair, formeel dan wel informeel, diplomagericht of niet) binnen Zuyd. Wij zijn in ieder geval enthousiast!

Fijne vakantie
Judith

%d bloggers liken dit: