Categorie archief: 21st century skills
21st century skills zijn: ICT geletterdheid, informatievaardigheden, sociale en/of culturele vaardigheden (burgerschap), samenwerking en communicatie. Maar ook creativiteit, kritisch denken, en probleemoplosvaardigheden.
2 handige infographics informatievaardigheden #toegang(wetenschappelijke)artikelen #nepnieuws
Hoi Marcel,
Gisteren kwam ik 2 handige infographics/posters tegen die ik hier ook onder de aandacht wil brengen. Het zijn handige tools bij instructie mediawijsheid en informatievaardigheden.
#nepnieuws #fakenews
Sinds Trump om de haverklap de woorden ‘fake news’ (on)terecht gebruikt, is hier steeds meer aandacht voor. De IFLA (International Federation of Library Associations) heeft in vele talen een checklist in een overzichtelijk poster gepubliceerd. Handig om nieuwsberichten te verifiëren maar ook voor het achterhalen van betrouwbaarheid van (wetenschappelijke) bronnen. Een vaardigheid die volgens mij onmisbaar is voor studenten en docenten, zeker bij afstuderen.

Download als pdf – zie ook de andere talen
#toegang(wetenschappelijke)artikelen
Open Access is nog geen gemeengoed. Niet iedereen heeft toegang tot vele wetenschappelijke bronnen, die nog veelal achter een slotje zitten. Wij, werkzaam bij een onderwijsinstelling, zijn the lucky ones. Voor degene die niet in deze gelukkige omstandigheden verkeren heeft de UKB (Universiteitsbibliotheken & Koninklijke Bibliotheek) een poster gemaakt ‘How to get the pdf‘ met 12 alternatieve manieren om artikelen te achterhalen.
Doe er je voordeel mee 🙂
Groet,
Judith
Effectief samenwerkend leren met leertechnologie
Hallo Marcel,
Deze week was ik bij een bijeenkomst van curriculumontwikkelaars van Zuyd. Hier werd veel gesproken over samenwerkend leren (groepsopdrachten, projecten, business challenges, praktijkcasussen, etc) irt het beoordelen van individuele kennis en ontwikkeling van de groepsleden. Worden de juiste leerresultaten bereikt met samenwerkend leren? We weten allemaal dat samen werken en samen leren niet eenvoudig is. Studenten (ook mijn kinderen destijds) zuchten vaak bij het uitvoeren van wéér een groepsopdracht. Er is altijd wel een groepslid die meelift en zich niet inzet. Frustraties alom.
Toch zeggen we allemaal dat ‘leren samenwerken’ een belangrijke vaardigheid is voor het toekomstige beroep, het behoort immers tot de 21st century skills?! Toch schuilt hier een misvatting volgens het lectoraat Teaching, Learning & Technology van Inholland. Samenwerkingsvaardigheden zijn belangrijk, maar zij vraagt zich af of je deze ontwikkelt in een leerteam van studenten. Teams van studenten die samen leren doen dat in een andere context dan teams in de beroepspraktijk: de samenwerking kent andere doelen en een ander proces, stelt het lectoraat.
Het lectoraat heeft daarom onderstaande animatie gemaakt om doel docenten te informeren hoe je effectief samenwerkend leren kunt vormgeven. Er komt nogal wat bij kijken zoals je in deze 7 minuten durende animatie kunt zien.
Uit de animatie blijkt duidelijk dat samenwerkend leren niet vanzelf gaat. Zij pleiten ervoor om vooral met multidisciplinaire teams te werken van maximaal vijf deelnemers.
Jeroen Bottema van het lectoraat heeft op zijn blog Leervlak uitgebreid over inhoud van deze animatie geschreven.
Hieronder mijn samenvatting, gebaseerd op de tekst van Jeroen Bottema, zoals ik die ook op digitaledidactie.zuyd.nl gepubliceerd heb.
Samenwerkend leren wordt als didactische werkvorm vaak ingezet in het hbo. In veel gevallen leidt het niet tot de gewenste leerresultaten. De taken worden verdeeld om vervolgens te komen tot een groepsproduct, dit is geen samenwerkend leren volgens het lectoraat. Door studenten wordt vaak geklaagd over meeliftgedrag van medestudenten bij samenwerken in groepsopdrachten. Studenten zien de relevantie niet in het investeren in werk van medestudenten. Zij vinden het weinig motiverend als alleen het eindproduct wordt beoordeeld en geen rekening wordt gehouden met de inbreng van elk teamlid. Daarom wordt door het lectoraat TLT geadviseerd studenten te betrekken bij de beoordeling. Vraag studenten om de bijdrage aan het groepsproduct en de samenwerking van zichzelf en de andere teamleden te beoordelen dat vervolgens meetelt bij het eindcijfer.
Wanneer is samenwerkend leren betekenis- en zinvol?
- Als de opdracht groot en complex genoeg is zodat de inbreng van kennis en creativiteit van de teamleden echt nodig is. Op basis hiervan is vervolgens een verdeling van de taken mogelijk. Teamleden zien ook dat inzichten vanuit verschillende perspectieven waardevol zijn.
- Als het leerproces bijdraagt aan de verdieping van het leren van elke afzonderlijke student en ook leidt tot een hogere leeropbrengst voor elke student.
Studenten in een effectief leerteam hebben een gelijksoortig beeld over het gewenste eindproduct en een plan van aanpak en voeren inhoudelijke discussies. De kwaliteit van deze discussies moet bewaakt worden door de docent die bijvoorbeeld aanstuurt op een specifieke opdracht verdeling, of door het stellen van vragen of het organiseren van een discussie.
De rol van de docent bij samenwerkend leren is dus complex: het gaat om een combinatie van inhoudelijke begeleiding en begeleiding van het proces van samenwerkend leren en teamontwikkeling.
Ik moest denken aan het begrip ‘common grounding‘ waarover ik al eerder geblogd heb. Het is belangrijk om tijd, rust, ruimte en aandacht te hebben voor de vraag: begrijpen we elkaar? (spreken we dezelfde taal?) zodat het gezamenlijk doel bereikt kan worden.
De inzet van technologie bij samenwerkend leren
Omdat dit een onderzoek is van het lectoraat ‘Teaching, Learning& Technology’ is in de animatie uiteraard ook aandacht voor de inzet van leertechnologie bij samenwerkend leren. Moodle, de digitale leeromgeving van Zuyd biedt voldoende kansen om samenwerkend leren gericht te ondersteunen. Zie onze verdiepende Moodle cursus (alleen beschikbaar met Zuyd account). De functionaliteiten in Moodle maken het mogelijk om te communiceren en samen te werken op afstand. Bovendien wordt het leerproces transparant gemaakt omdat alle interacties worden ‘gelogd’, feedback zichtbaar is en producten worden gedeeld. Neem contact op met onderwijsvraag@zuyd.nl voor meer informatie van het inzetten van Moodle bij samenwerkend leren.
Het lectoraat Teaching, Learning & Technology heeft een online TeamTester ontwikkeld die gebruikt kan worden om de teamsamenwerking in kaart te brengen en bespreekbaar te maken. Handig! Deze TeamTester verschijnt binnenkort. Ook publiceert het lectoraat een tweede animatie over de stappen in het ontwerpen van samenwerkend leren. Mooi en zinvol werk. Dank aan het lectoraat en Jeroen voor het delen.
Wil je nog meer lezen over samenwerkend leren? Jeroen had nog enkele leestips. Deze onderzoeken zijn ook gebruikt als input voor de animatie.
- Dillenbourg P. (1999) What do you mean by collaborative leraning?. In P. Dillenbourg (Ed) Collaborative-learning: Cognitive and Computational Approaches. (pp.1-19). Oxford: Elsevier. Retrieved from https://telearn.archives-ouvertes.fr/hal-00190240/document
- Fransen, J. (2012). Teaming up for learning: Team effectiveness in collaborative learning in higher education. (Proefschrift). Heerlen: Open Universiteit. Retrieved from https://www.researchgate.net/publication/268981454_Teaming_up_for_learning_Team_effectiveness_in_collaborative_learning_in_higher_education
Groet,
Judith
Toekomstbestendig leren
Deze week is het rapport Het voorbereiden van leerlingen op (nog) niet bestaande banen gepubliceerd. Paul Kirschner heeft een (ons bekende) Group Concept Mapping procedure onder experts uitgezet om twee onderzoeksvragen te beantwoorden:
1. Hoe kan het onderwijs jongeren (en werkenden) optimaal voorbereiden op de onbekende en ook onvoorspelbare arbeidsmarkt van morgen?
2. Hoe daagt het onderwijs jongeren uit zich eerder, intensiever en realistischer voor te bereiden op werk en de toeleiding naar zulk werk?
Het onderzoek is mogelijk gemaakt door NSvP – Innovatief in Werk. Zij stellen:
Er is veel in beweging in de wereld van werk. Technologische ontwikkelingen gaan steeds harder en hebben een grote impact op de manier waarop wij werken, leren en leven. Hoewel toekomstige ontwikkelingen moeilijk te voorspellen zijn, is wel duidelijk dat de druk op persoonlijke initiatief, ondernemerschap, leervermogen, adaptatie en flexibiliteit toe zal nemen. Vooral jongeren krijgen te maken met een sterk veranderende arbeidsmarkt. Veel van het werk waarvoor zij nu worden opgeleid, is vervallen of sterk veranderd tegen de tijd dat zij hun opleiding afronden. En eenmaal aan het werk zal leren en ontwikkelen een belangrijk thema blijven. Dit roept veel vragen op over het leren van de toekomst.
De eerste hoofdstukken van het rapport gaan over de achtergronden van het probleem waaronder een analyse van 21st century skills. Zoals we van Kirschner weten, stelt hij ook in deze publicatie dat “de vaardigheden duidelijk noch eenduidig zijn, dat zij steeds veranderen zowel qua aantal als inhoud, en dat zij voor het grootste deel vaardigheden zijn die ook in de 20e en zelfs in het 19e eeuw noodzakelijk waren”.
Zeker, de vaardigheden: samenwerken, communiceren, probleem oplossen, kritisch denken, creativiteit waren in de vorige eeuwen belangrijk, maar of daar veel aandacht aan werd besteed? Als leerling / student die lagere school, mavo, have, bibliotheekacademie in de jaren 60-70-80 van de vorige eeuw heeft doorlopen, kan ik me niet herinneren dat op deze vaardigheden ‘gestuurd’ werd. Samenwerken? … Groepsopdrachten? … Ik zat voornamelijk alleen op mijn kamertje te leren. En kritisch denken was tijdens mijn onderwijstijd not done: stil zijn en luisteren. Dus heel goed, vind ik, dat ze nog steeds belangrijke 21e eeuwse vaardigheden worden benoemd.
Zijn conclusie dat eigenlijk informatiegeletterdheid en informatiemanagement de enige vaardigheden die echt als 21e -eeuws aangemerkt kunnen worden, vind ik niet helemaal terecht. Het kunnen zoeken, identificeren, evalueren van de kwaliteit en betrouwbaarheid van bronnen en effectief gebruiken van verkregen informatie (informatiegeletterdheid) en het kunnen vastleggen, beheren en delen van verkregen informatie (informatiemanagement) zijn zeer belangrijke vaardigheden. Als bibliothecaris uit de vorige eeuw weet ik daar alles van 😉
Door de automatisering zijn al deze ’21e eeuwse’ vaardigheden wel in een ander daglicht komen te staan. De vier ict-gerelateerde begrippen informatievaardigheden, mediawijsheid, computal thinking en ict-basisvaardigheden uit 21EV-model van Kennisnet en SLO zijn het meest 21e eeuws. Ach, ik kan me ook helemaal vinden in de term ‘toekomstbestendig leren’ hoor 😉 Waarmee Kirschner en Vander Molen (bron) bedoelen:
Het verwerven van de vaardigheden en houdingen die nodig zijn om op een stabiele, bestendige manier te blijven leren in onze snel veranderende wereld.
Het onderzoek is beperkt tot het (v)mbo omdat deze beroepen vermoedelijk op korte termijn door robots worden uitgevoerd. De Take-Home Messages uit dit rapport zijn volgens mij ook van toepassing op het hbo. Ook big data en AI (kunstmatige intelligentie) zullen grote impact hebben op de beroepen waar wij onze studenten voor opleiden.
De school / Het onderwijs heeft hierbij (toekomstbestendig leren) een belangrijke taak maar het is de vraag of de school / het onderwijs daarvoor goed uitgerust is. Hoofdredenen hiervoor zijn: (1) de school reageert te traag om de veranderingen in de toekomstige arbeidsmarkt goed in het curriculum te verwerken, (2) de scholen zijn niet goed uitgerust op hun taak leerlingen voor hun onzekere (arbeids)toekomst op te leiden c.q. voor te bereiden, en (3) het gebruik van ICT is niet goed geïntegreerd in het onderwijs en het is de vraag of docenten zelf over de nodige ICT-kennis en –vaardigheden beschikken om hun leerlingen op een toekomstbestendige wijze op te leiden.
Via Group Concept Mapping verzamelde Kirschner van 61 expert 239 ideeën waaraan het onderwijs zou moeten werken om de leerlingen van vandaag toekomstbestendig te maken. De ideeën die dat opleverde, zijn daarna gesorteerd in 15 clusters en gescoord op het belang (door 42 experts) en de haalbaarheid (door 35 experts) ervan.
Uit bovenstaand schema blijkt dat het kunnen reflecteren en kritisch denken door experts als het belangrijkste wordt gevonden in tegenstelling tot informatievaardigheden. Toch zijn deze veranderingen niet makkelijk haalbaar volgens hen. Opvallend is dat ook curriculumvernieuwing (herontwerp de school) en docentprofessionalisering laag scoort op belangrijkheid, terwijl wij daar bij Zuyd nu zo hoog op inzetten.
Tot slot beveelt Paul Kirschner een drietrapsprocedure voor.
- het fundament: zorg dat leerlingen beschikken over nodige basiskennis om verder op voort te bouwen.
- efficacy building: zorg dat leerlingen het gevoel krijgen dat zij ook echt iets kunnen met wat zij geleerd hebben en dat ze beschikken over de nodige competenties (kennis, vaardigheden, attitudes) voor zowel het werken als het verder leren en dat zij samen kunnen werken met anderen om problemen op te lossen of taken uit te voeren.
- hogere-orde denkvaardigheden: metacognitie, reflectie en kritisch denken. Vaardigheden voor een leven lang leren.
Interessante studie. Wordt nog wel verder binnen Zuyd verspreid, vermoed ik 😉
Groet,
Judith
Technology Enhanced Scrumming
Ha Judith,
Mooi dat je via Petra weer opnieuw over SCRUM begint. In een van onze eerdere blogs hebben we het al gehad over Agile en ik krijg er steeds meer ervaring mee. Bijzonder is om te zien dat onze studenten SCRUM ook gebruiken als een planningstool op het moment dat ze alleen werken. Zo heb ik momenteel een afstudeerder, Arnold, die bezig is met 2beQuestioned een tool omgebruikers vragen te stellen in een hoeveelheid en op een frequentie die zij prettig vinden. Een tool die een beetje tussen de Zweinstein game en Themepark Feedback in zit. Het werken met korte ‘sprints’ en met start en finish momenten werkt voor zowel Arnold als zijn begeleider (ikzelf) erg prettig. Misschien omdat zijn begeleider ook ietwat chaotisch is? In ieder geval een voorbeeld waarbij dat mensen alleen SCRUMMEN.
Arnold heeft me geïntroduceerd in de wereld van Trello. Hij gebruikt deze projecttool om te SCRUMMEN. De mensen van Trello leggen uit hoe het gebruikt kan worden:
Nu werken collega’s Miguel van der Laar en Rianne Boumans ook met Scrum, maar dan met een hele klas aan 1 project. Ze doen dit niet met een digitale tool maar met ‘verschillende kleuren post-its ‘ op een van de glazen wanden van onze vergaderruimtes. Denk aan 25-30 personen tegelijk die aan een project werken. Als opdrachtgever/klant ga ik dat komend blok meemaken in een opdracht die we samen met een netwerk ergotherapeuten oppakken. De studenten moeten een monitor en samenwerktool maken voor de ergotherapeuten die hun helpt in hun dagelijkse werk, de registratie en de kennisuitwisseling hierover. Voor mij de eerste keer dat ik in de vorm, met zijn 30en tegelijk, echt ga scrummen. In het project Voor Elkaar werk ik ook met een 20-tal studenten, maar daar wordt niet gescrumd. Daar probeer ik wel Basecamp te gebruiken als omgeving om gezamenlijk in te communiceren, maar dat lukt nog niet erg omdat de projectleiding (lees: ik) nog niet genoeg de mogelijkheden van de tool gebruikt om de communicatie te sturen. Ik zal eens vragen aan Miguel en Rianne of zij ook een digitale tool gebruiken die de SCRUM ondersteund.
Groet Marcel
Ben jij op de hoogte van je auteursrecht?
Dag Marcel,
Mijn bericht over Bloggen in het onderwijs eindigde ik met de belofte nog iets over auteursrecht te schrijven.
auteursrecht
Ken jij artikel 1 van de Auteurswet?
‘Het auteursrecht is het uitsluitend recht van de maker van een werk van letterkunde, wetenschap of kunst, of van diens rechtverkrijgende, om dit openbaar te maken en te verveelvoudigen, behoudens de beperkingen, bij de wet gesteld.’
Dat betekent dat iedereen die iets schrijft of maakt hiervan eigenaar (rechthebbende) is. Het auteursrecht beschermt 2 rechten: het recht om je werk openbaar te maken en het recht om je werk te verveelvoudigen. Dit betekent dat een ander toestemming nodig heeft van de rechthebbende om (gedeelten) van een werk openbaar te maken of te verspreiden. Onderstaand filmpje van auteursrecht.nl legt in een paar minuten duidelijk uit wat auteursrecht inhoudt.
Ter verduidelijking, omdat hier veel misverstanden over zijn:
- Het versturen van een (gescand) artikel via de mail aan wie dan ook, het plaatsen van een artikel, afbeelding e.d. op een website (of dit nu wel of niet achter een inlog zit, geldt dus ook voor intranet en elektronische leeromgevingen) zijn allemaal vormen van openbaar maken, en dus niet toegestaan zonder toestemming van de rechthebbende.
- Je mag wel hyperlinken naar een bron op internet, dit is geen vorm van openbaarmaking.
- Het is toegestaan om zonder toestemming van de rechthebbende een digitale of papieren kopie van een werk voor eigen gebruik te maken.
- Voor onderwijsdoeleinde is het wel toegestaan korte gedeelte van werk te gebruiken. Het AuteursrechtInformatiePunt van Zuyd Bibliotheek kan je precies vertellen wat deze regeling inhoudt.
Zie ook de toolbox van SURF met praktische hulpmiddelen rondom auteursrecht.
werkgeversauteursrecht
Bloggers (dus ook studenten als studieopdracht) hebben recht op hun eigen geschreven blogposts. Echter voor docenten/medewerkers van een hbo-instelling ligt dat iets anders. In artikel 7 van de Auteurswet staat
Indien de arbeid, in dienst van een ander verricht, bestaat in het vervaardigen van bepaalde werken van letterkunde, wetenschap of kunst, dan wordt, tenzij tusschen partijen anders is overeengekomen, als de maker van die werken aangemerkt degene, in wiens dienst de werken zijn vervaardigd.
Je zou denken dat je dit werkgeversauteursrecht kunt omzeilen door te zeggen dat je je blogs of artikelen in je eigen tijd schrijft. Dit geldt niet voor het hbo. In de cao-hbo staat in artikel E-7 namelijk dat de hogeschool auteursrechthebbende van publicaties van werknemers.
De rechten op het auteurs-, octrooi- of kwekersrecht alsmede de baten voortvloeiend uit: het vervaardigen van een werk van letterkunde, wetenschap of kunst in de zin van de Auteurswet;
Dit betekent dus ook voor alle publicaties van docenten en onderzoekers in dienst van een hbo-instelling. En ook voor ons bloggers. Tsja.
Nu verwacht ik niet dat onze werkgever, ondanks dat er nog geen publicatiebeleid is, het auteursrecht van al de werken van de lectoren, onderzoekers, docenten en bloggers op zal eisen. Ik weet dat Team Onderzoek van Zuyd Bibliotheek het college geadviseerd heeft een publicatiebeleid te ontwikkelen. Zover ik weet gaat het hierbij over afspraken rondom Open Access. Ik heb ze al ingefluisterd ook iets over Open Educational Resources op te nemen. Hierbij een aanvullend advies aan hen om ook eens naar het auteursrecht van haar werknemers te kijken.
licenties tot publiceren
Tot die tijd is het raadzaam dat als je als werknemer van Zuyd (maar ook voor studenten slim om te doen) gaat publiceren van te voren goed na te denken over de licentie waaronder je je werk verspreidt. Regel je niets dan krijg je automatisch het auteursrecht zoals hierboven toegelicht. Dat betekent dat iedereen (wettelijk gezien) jou om toestemming moet vragen wanneer men jouw publicatie wilt gebruiken. Als jij dit zo wilt, dan is dat prima. Maar er zijn mogelijkheden om vooraf je copyright te regelen. Dit zijn de CREATIVE COMMONS licenties.
Creative Commons biedt auteurs, kunstenaars, wetenschappers, docenten en alle andere creatieve makers de vrijheid om op een flexibele manier met hun auteursrechten om te gaan. Met een keuze uit zes (gratis) beschikbare standaardlicenties bepaalt de auteursrechthebbende in welke mate zijn of haar werk verder verspreid mag worden, en onder welke voorwaarden dit mag.

Klik hier voor meer uitleg
Met een Creative Commons-licentie behoud je al je rechten, maar geef je aan anderen toestemming om je werk te verspreiden, met anderen te delen of bij sommige licenties ook om het werk te bewerken. Het aanbieden van je werk onder een Creative Commons-licentie betekent niet dat je je auteursrechten opgeeft. Zonder een Creative Commons-licentie zou iedereen expliciet toestemming aan je moeten vragen voor elk gebruik van je werk. Met een Creative Commons-licentie kan je in een keer aan iedereen duidelijk maken onder welke voorwaarden ze je werk mogen gebruiken zonder dat er telkens toestemming nodig is.
Op dit blog zit ook CC-BY-SA
Oja, Marcel. Als je gaat publiceren in tijdschriften met een abonnementsmodel (maar waarom zou je dat doen? Jij gaat toch Open Access publiceren? 🙂 ) check dan deze licentie van SURF, zodat je in ieder geval je auteursrecht in eigen hand houdt.
Open Onderzoek
In je blog van gisteren schreef je dat je bang bent je eigen ramen in te gooien als je open gaat onderzoeken omdat andere onderzoekers met je ideeën er vandoor zouden kunnen gaan. Nu denk ik dat het nooit goed is om vanuit angst te handelen 😉 En als die onderzoekswereld nog niet zo werkt, wat let je om het dan toch te doen? Dat is ook de Plek der Moeite 😉 .
Als je het filmpje over auteursrecht bekeken hebt, weet je nu dat auteursrecht geldt vanaf het eerste kladje, het werk hoeft dus nog niet af te zijn. Maar op ideeën in je hoofd, zit geen auteursrecht. Dus leg ze maar snel vast in een blogpost *grijns*.
Ja, ik ben je een beetje aan het plagen. Ik weet uit eigen ervaring dat tijdens onderzoek ‘systemen’ veranderen, bijna niet te doen is. Als ‘critical friend’ van je promotietraject blijf ik je wel wijzen op open research, open licences, open science, open data, open education, open acces. En je daarbij helpen natuurlijk!
En laat nu 2017 the YEAR OF OPEN zijn!
Judith
Nog een leestip: In 5 stappen naar Open Science – niet voor mietjes 🙂