Categorie archief: eLearning

eLearning, ICT&Onderwijs, Technology Enhanced learning, allemaal termen die staan voor leren mbv (internet)technologie

Libraries are important to community education ecosystems

Hallo Marcel,

Vorige week heb ik IP, het vakblad voor informatieprofessionals weer even meegepikt van het aanwinstenrek van Zuyd Bibliotheek. Het laatste nummer van 2015 is een onderwijsspecial, een lezenswaardig nummer. Vooral het artikel van Heino Logtenberg ‘Van docent naar meestergids, van informatieprofessional naar co-creator’ en de bijdrage van Hilde van Wijngaarden ‘Heeft Nederland OER librarians nodig?’ (wat uitgebreider te lezen in Trendrapport Open en online onderwijs). Beide refereren naar de rol van de bibliothecaris / informatieprofessional bij de toenemende ontwikkeling naar open en online onderwijs via de huidige trend blended onderwijs.

Logtenberg focust vooral op het ontzorgen van docenten door instructional designers die docenten onderwijskundig ondersteunen. De informatieprofessionals kunnen docenten ondersteunen door het aanleveren van bronnen. Dat doen de collega’s van Zuyd Bibliotheek natuurlijk al. Ik merk in mijn gesprekken met docenten wel dat het nog niet bij iedereen opkomt om hen daarvoor te vragen. Logtenberg ziet ook een rol voor bibliothecarissen bij het opzetten van een online open educational resources-plein waarin door docenten aangeleverde onderwijsmaterialen (bv kennisclips, video’s die studenten in het werkveld hebben gemaakt) interactief wordt gemaakt en verrijkt met koppelingen naar de bibliotheekcollectie en sociale media als Twitter, Facebook en Whatsapp. Uiteraard dienen bibliothecarissen ook samen met uitgevers te bekijken hoe ze toegang tot hun materialen beter in de leeromgeving kunnen realiseren. In een ander artikel in dit IP-nummer las ik over een mooi initiatief ‘spotify voor juridische literatuur‘ en het ‘all you can read’-model eStudybooks binnen het project Flexibele en persoonlijke leeromgeving van de programmalijnen van SURF voor 2016 ‘Onderwijs op maat’. Een mooi scenario deze verandering van bibliothecaris naar co-creator. Ik ben voor!

Wijngaarden constateert nav de inventarisatie in 2015 dat er in Nederland weinig OER bibliothecarissen zijn, zoals dat in de Verenigde Staten al wel meer gebruikelijk is. Veel meer informatieprofessionals zouden moeten helpen bij zoeken, vinden, ontsluiten en gebruiken van open educational resources. Tenminste als wij de doelstelling van de minister willen halen om in 2025 al het onderwijsmateriaal open te laten delen. Jep! Ook voor!

De rol van de bibliothecaris bij het ontwikkelen van onderwijs is zoooo belangrijk. Dit sluit aan bij de presentatie van Lee Rainie, director of Internet, Science, and Technology research at Pew Research Center (via Pedro De Bruyckere). Zie onderstaande presentatie waarin hij de resultaten van het onderzoek Libraries at the crossroads presenteert.

new survey findings about how people use libraries, the kinds of services and programs people would like from libraries, and how libraries are connected to communication education and learning environments

Hoewel dit onderzoek en de cijfers over Amerikaanse Public Libraries gaat, zie ik (of wens ik?) overeenkomsten met de rol die onze bibliotheek en haar informatieprofessionals volgens mij dienen te vervullen in de door mij gewenste learning design teams.

Groet,
Judith

Carpe Diem #onderwijsontwerpen

Ha Marcel,

In jouw blog hoe je een student online kunt ‘grijpen’ refereer jij naar een Blackboard top 5 waarin al eerste tip wordt genoemd: “Probeer je conversaties zo persoonlijk mogelijk te maken, aangepast op de behoeften van je doelgroep”. Ik moest meteen denken aan het Five stage Model van professor Gilly Salmon van de Swinburne University of Technology. Ik ben groot fan van haar model. Ik heb het ook gebruikt voor het ontwerp dat ik gemaakt heb voor MOOCZI ihkv mijn studie. Ik heb al op verschillende blogs over haar model geschreven. In de serie #onderwijsontwerpen hoort zij ook thuis.

Five stage Model

FiveStageModelWaarom ik zo enthousiast ben over haar model? Omdat zij in haar Five Stage Model de stappen laat zien om een klimaat te creëren om samenwerken te bevorderen waardoor beter kennis gedeeld wordt. Het framework [pdf] is een gestructureerde opbouw van een online cursus.

Belangrijk lijkt me om in de opbouw van een online/blended cursus rekening mee te houden. Altijd beginnen met een cursus-overzicht, een tijdsplanning en een welkomst-videoclip van de docent(en). Ook vind ik het belangrijk om een aparte button te reserveren voor contactgegevens van de docenten (en medestudenten).

 

Carpe Diem Learning Design

An opportunity to design for participation and get your unit/module/course into fully digital, blended or mobile mode
Gilly Salmon

carpediemDeze methode van Gilly Salmon is een team-based learning design. Op haar website vind je het Carpe Diem Workbook [versie 17012015] en nog meer bronnen zoals slides en videos. Carpe Diem proces bestaat uit 6 stappen:

  1. maak een blueprint, gezamenlijk toekomst op de toekomst met de doelen die je wilt bereiken
  2. maak een storyboard, maak het proces van leeruitkomsten, onderwijs en toetsen visueel, hiervoor kan je het five stage model gebruiken
  3. bouw een online prototype met enkele realistische en testbare opdrachten
  4. reality check door collega’s (en studenten), leer van hun feedback
  5. Herzien en aanpassen, kijk nog eens terug naar storyboard en bekijk de feedback
  6. Planning, bouw samen met het team de cursus

Mooi materiaal om mee aan de slag te gaan, lijkt me zo!
groet,
Judith

Eerder geblogd op Joule4jou hier en hier en op MOOCZI.

ICT-docentprofessionalisering: Leer-Ontwikkel-Werk-Samen-Onderzoek-Kennis-Deel

Dank voor je poëtische woorden, Marcel. En je uitdaging om wat er aan te doen 🙂 Ik ben bezig, maar zoals je weet gaan veranderingen in hele kleine stapjes. En ik kan dit niet alleen. We zullen samen de richting moeten bepalen en het pad moeten betreden. Daar gebruik ik ook dit blog voor, om mijn ideeën te delen en te toetsen aan jullie kritische blik.

Het wordt voor mij steeds duidelijker welke weg ik op wil en waar mijn krachten liggen. Zoals al eerder geblogd blijven mijn drijfveren open en online. En mijn ambitie is om samen met docenten te werken aan hun en mijn competenties voor leren en lesgeven met ict al dan niet in een gezamenlijk onderwijsontwerpproces. En dan heb jij drie mooie onderwerpen aangedragen: Gamification, Digicoach, eDingen. Allemaal passend in het (mijn) straatje van ict-docentprofessionalisering.

Learn

CC-BY-SA Created by Jessica Duensing for opensource.com

Onlangs heb ik in opdracht van het management een voorstel geformuleerd hoe ik zie dat nieuwe docenten bij Zuyd geïntroduceerd moeten worden in de systemen en tools van Zuyd. En dit is (inderdaad) nog maar het begin. Dit voorstel betreft vooral een quick start tav instrumentele vaardigheden. Terwijl ict-docentprofessionalisering daarnaast ook nog bestaat uit informatievaardigheden (mediawijsheid, auteursrechten etc) en technologische vaardigheden die meer het toepassen van kennis van ict in een vakdidactische context omvatten. Hiervoor is binnen Zuyd de BDB, Basiskwalificatie Didactische Bekwaamheid. Ook deze Docentencursus is een begin, want ook voor docenten ligt er een levenlangleren-uitdaging.

Ik heb mijn voorstel geformuleerd als digitaal leerplatform met een kennisbank (met how to-handleidingen) en daaraan een community-functie gekoppeld (waarin elementen uit de gamification ingevoegd zouden moeten worden). Zodat samen geleerd en ontwikkeld wordt. Dit leerplatform is natuurlijk niet alleen beschikbaar voor nieuwe docenten maar voor alle docenten.

Dit voorstel komt natuurlijk niet zomaar uit de lucht vallen. Mijn masteronderzoek heette niet voor niets Leren professionaliseren: Leer-Ontwikkel-Werk-Samen-Onderzoek-Kennis-Deel. Ik zal hieronder een gedeelte van mijn theoretisch kader delen.

Ict-docentprofessionalisering

Het professionaliseren van docenten wordt door vele onderzoekers en beleidsmakers gezien om de kwaliteit van het onderwijs te garanderen (Drent & Meelissen, 2008; Nieuwenhuis, Vink, & Neut, 2013). Docentprofessionalisering wordt beschouwd als een continu ontwikkelproces waarbij alle activiteiten bijdragen aan het verhogen van het competentieniveau en het verbeteren van werkomstandigheden en status (Hildebrandt & Eom, 2011). In de reviewstudie van Van Veen, Zwart, Meirink, & Verloop (2010) naar de effectiviteit van docentprofessionaliseringstrajecten worden een aantal succesfactoren onderscheiden. De volgende kenmerken blijken succesvol: (1) professionalisering moet plaatsvinden in de eigen lespraktijk en moet antwoord geven op vragen uit die eigen praktijk, (2) docenten leren actief en onderzoekend samen met collega’s als eigenaarschap bij de docenten zelf ligt, (3) professionalisering is verankerd in het beleid en in de organisatie, (4) collegiaal en collectief leren. Het onderzoek van Van Veen et al. (2010) is niet specifiek gericht op docentprofessionalisering met betrekking tot het leren en lesgeven met ict. Uerz, Van Loon, & Kral (2014) onderscheiden op basis van een literatuurstudie richtlijnen voor ict-docentprofessionalisering die aansluiten bij de succesfactoren zoals benoemd door Van Veen et al. (2010) met name het uitgaan van de onderwijsvisie, de praktijknabijheid en het eigenaarschap van docenten. Met betrekking tot het  collegiaal en collectief leren (Van Veen et al., 2010) benoemen Uerz et al. (2014) de combinatie van verschillende methoden en werkvormen voor ict-docentprofessionalisering zoals: netwerkleren, leren van feedback, grensoverschrijdend leren in en leren door te experimenteren. Samen met collega’s onderzoekend en actief leren lijkt daarmee een belangrijke voorwaarde voor docentprofessionalisering (Van Veen et al., 2010) maar ook specifiek voor ict-docentprofessionalisering (Uerz et al., 2014).

In het kader van docentprofessionalisering is landelijk veel aandacht voor de vraag over welke ict-kwalificaties docenten in het hoger onderwijs dienen te beschikken. Niet alleen ict-kennis en vaardigheden zijn belangrijk maar ook houdingsaspecten, opvattingen en zelfvertrouwen van docenten spelen een rol bij het inzetten van ict in het onderwijs (Algemeen Directeurenoverleg Educatieve Faculteiten [ADEF], 2013; Drent & Meelissen, 2008). De houdingscompetenties ten aanzien van leren en innoveren zijn belangrijke factoren voor onderwijsvernieuwing (Bouwhuis, 2008; Thoonen, 2012). Het vertrouwen in eigen competenties en de wil om te verbeteren om nieuwe en moeilijkere taken te volbrengen, zijn hierbij van belang (Bouwhuis, 2008). In de literatuur wordt ict-docentprofessionalisering veelal geplaatst in het bredere kader van onderwijsontwikkeling met ict en wordt het beschouwd als een specifieke vorm van onderwijsinnovatie. Volgens het onderzoek van Drent (2005) naar factoren die innovatief ict-gebruik in het onderwijs kunnen bevorderen dan wel belemmeren, heeft de mate waarin docenten zijn professioneel netwerk benut relatief de meeste invloed op het innovatief ict-gebruik. Het beschikken over voldoende ict-kennis en vaardigheden leidt volgens het onderzoek niet direct tot innovatief ict-gebruik (Drent, 2005). Op basis van vele onderzoeken naar gedragsverandering en verandermanagement draait het bij innovaties vaak om de vraag ‘what’s in it for me?’. Volgens Cuban (2011) beoordelen docenten vernieuwingen veelal vanuit de praktische impact en de consequenties voor henzelf. Veranderingen brengen immers in eerste instantie vaak extra werk met zich mee (Kanter, 2012). Hieruit blijkt dat praktijknabijheid een belangrijke succesfactoren is van docentprofessionalisering (Van Veen et al., 2010) en daarom ook opgenomen als één van de richtlijnen van voor ict-docentprofessionalisering (Uerz et al., 2014).

En bijbehorende literatuurlijst.

Groeten,
Judith

Hoe grijp je de online student #onderwijsontwerpen

Ha Judith,

Na onze bijpraatsessie met Ankie, Chris en Marcel G. (waarvoor dank) ben ik wat op de bank aan het uitbuiken met internet bij de hand. Via de blogsite van Blackboard, waar een aankondiging stond over een learning analytics bijeenkomst kwam ik op de door Blackboard top 5 van zaken die je moet doen om online studenten te ‘grijpen’. Weliswaar van een van de aanbieders van online leersystemen, maar toch een interessante lijst (met mijn commentaar eronder in italcs)

  • Probeer je conversaties zo persoonlijk mogelijk te maken, aangepast op de behoeften van je doelgroep

Volgens mij een vaste regel, niet alleen bij online studenten, maar bij alle studenten, sterker nog overal waar je bezig bent met mensen is dit denk ik een regel. Daarom niet minder belangrijk en daarom ook eentje die we moeten onthouden.

  • Ontwikkel een interessant portfolio aan programma’s

Zonder aansprekend aanbod geen behoefte. Ook dat is logisch. Zuyd kan beginnen vanuit al die mooie lectoren met superonderwerpen. Voorlopers op hun vakgebied. Daarnaast zijn in onze faculteiten stuk voor stuk mooie voorbeelden te vinden van innovaties met het werkveld. Zaken om trots op te zijn zaken die ons portfolio zeker een plek verdienen. Nu nog online en open ontsluiten? Begin jij te verzamelen en te delen?

  • Hoe vaak kan ik starten/afsluiten, hoe lang duurt de cursus, wat krijg ik er voor en liever vaker aanbieden en kortere cursussen of delen dan het grote werk waarbij het overzicht of de voortgang uit beeld raakt

De werkende of werk zoekende, een gezin hebbende, een mantelzorgtaak hebbende, een vrijwilliger zijnde allemaal zaken die belangrijk zijn in het leven van onze online student. Dus duidelijkheid over waar wat wanneer te plannen is en wat het oplevert is belangrijk. Ook overigens bij de offline student. Er is natuurlijk geen echt verschil maar goed.

  • Hoe makkelijker het is om te enrollen des te meer enrollments krijg je

Facebook koppelingen, twitter koppelingen, koppelingen met een eventueel Zuyd, Gmail, outlook account. Het is erg jammer dat de identity 2.0 movement nog geen duidelijke tool heeft opgeleverd. Het is inmiddels 9 jaar geleden dat ik hierdoor geinspireerd ben geraakt (door zowel inhoud als vorm)

  • Probeer ze te pakken als ze willen leren

Het blijkt dus volgens het stuk dat in januari en februari de meeste online studenten willen leren. Dit hebben ze gebaseerd op zoekresultaten van de zoekmachines. Waardoor? Onder andere de goede voornemens van het nieuwe jaar. Grijns, in ieder geval leuk om te leren. En ook logisch dat je gebruik moet maken van het momentum. We denken dan toch al gauw aan het stramien van ons reguliere onderwijs als we praten over online onderwijs in plaats van echt tijdsonafhankelijk. Van de andere kant blijft het lastig om  een vrije structuur te koppelen aan onze onderwijslogisitiek. Een mooie uitdaging.

Leuk om te zien dat Blackboard door de jaren heen zichzelf ook ontwikkeld heeft en dit soort artikelen schrijft. Maar het blijft een Amerikaans bedrijf. Het filmpje dat er bij zit is mooi maar ook typisch USA. Heerlijk!

Zolang we hem/haar maar grijpen die student en inspireren dan komt dat leren wel! So get on your boots and let’s do this!

Groet Marcel

Gepersonaliseerd en flexibel onderwijs. Waar hebben we het over? #onderwijsontwerpen

Hallo Marcel,

Zoals ik in mijn bespiegelingen over Dé Onderwijsdagen meldde, nog een apart blogje over het thema van deze conferentie: Onderwijs op maat. Tijdens Dé Onderwijsdagen werden 10 good practices gepresenteerd die ook beschreven zijn in het boekje ‘Invulling geven aan onderwijs op maat’.

We schrijven het zo gemakkelijk op, zowel in het visiedocument DLWO waar ik bij betrokken ben, als in het startdocument van Zuyd Academy Professional: het onderwijs (zowel voltijds bachelor als deeltijdonderwijs) moet gepersonaliseerd en flexibel, en dat doen we vooral ‘blended’. Maar wat bedoelen we nu precies? Ik merk steeds vaker dat deze termen op verschillende manieren worden geïnterpreteerd. Er ontstaat ruis. Is het niet verstandig om binnen Zuyd eens te definiëren wat we met deze begrippen bedoelen alvorens het komt tot een Babylonische spraakverwarring?

Uit Onderwijs op Maat (p.5): Om onderwijs te kunnen personaliseren, af te stemmen op de persoonlijke voorkeuren van de student, moet het flexibel zijn, zo georganiseerd dat keuzevrijheid mogelijk wordt. Het gaat om keuzevrijheid:

  • om tijd- en plaatsonafhankelijk onderwijs te volgen,
  • in je eigen tempo, met flexibele startmomenten en volgens eigen planning,
  • in de manier van leren,
  • in de leermaterialen die je gebruikt,
  • in de manier waarop je laat zien dat je beschikt over de vereiste kennis of competenties,
  • in het curriculum, zowel in inhoud als in volgorde, en
  • om het eigen curriculum ook met vakken van andere (inter)nationale instellingen samen te stellen.

Dat is nogal wat. Ik denk dat het goed is als in dialoog zowel op meso, marcro als micro niveau deze begrippen binnen Zuyd verduidelijkt worden. Want hoe flexibel en gepersonaliseerd het zou moeten zijn/worden hangt van je doelen af.

Tijdens de Onderwijsdagen was ik bij ik de presentatie van Farshida Zafar van de Erasmus Universiteit. Zij is in 2012 gestart met het opzetten van een nieuwe blended deeltijdopleiding (Fiscaal Recht) omdat de studentaantallen terugliepen. Voornamelijk omdat het deeltijdonderwijs lastig te combineren was met baan en gezin (herkenbaar 😉 ) en studenten vroegen om meer online onderwijs (ook herkenbaar 🙂 ).

Zie haar presentatie en haar slides.ActiveBL

De uitgangspunten van deze nieuwe deeltijdopleiding werden als volgt geformuleerd

  • hoogwaardig academisch onderwijs
  • focus op vaardighedenonderwijs
  • flexibiliteit (tot op zekere hoogte)
  • onderwijsactiviteiten zoveel mogelijk online (dit is wat anders dan alleen maar inhoud online plaatsen)
  • actieve participatie is vereist
  • verantwoordelijkheid voortgang van de studie ligt bij de student

Zij hebben de blend als volgt vormgegeven (ze gebruiken een eigen gebouwd LMS):

Het leren vindt 60% online plaats en 40% face-t0-face. De fysieke aanwezigheid is erg belangrijk voor het netwerken en de academische gemeenschapsvorming. Daarom is de campus zo belangrijk. Alle colleges worden opgenomen (weblectures) omdat veel studenten niet in staat zijn de hoorcolleges fysiek te volgen. Veel kennis wordt aangeboden via kennisclips (max. 10 minuten) die afgesloten worden met een vraag. Er wordt veel gebruik gemaakt van peerreview bij de casusopdrachten vanwege de hoge studentaantallen (Dit deeltijdonderwijs loopt simultaan met het regulier bacheloronderwijs). Docenten kijken steekproefgewijs na en focussen zich op de meest gemaakte fouten. Dit werkt goed.
Er vindt een actieve ondersteuning via forum plaats. Docenten reageren niet onmiddellijk op inhoudelijke vragen waardoor studenten elkaar gaan helpen. Daarnaast gebruikt men ook Facebook voor niet onderwijsgerelateerde zaken (community building) en als ontsnappingsmogelijkheid als het eigen LMS niet bereikbaar is (opgezet na grote EUR-storing).
Studenten vragen met nadrukkelijk om structuur. En docenten hebben ondersteuning nodig. Deze ondersteuning is heel belangrijk! Doe aan verwachtingsmanagement, zegt Farshida Zafar. Studenten willen weten waar ze aan toe zijn. Wanneer heb je tentamens? Zodat je je activiteiten voor een heel jaar kunt plannen: op je werk en thuis. Ook voor docenten is het belangrijk om te weten wanneer zij ingezet worden. Er wordt heel veel aandacht geschonken aan het meenemen van de docenten in het ontwikkelproces. En het kernteam vraagt nadrukkelijk via verschillende kanalen (blokevaluaties, focusgroep, individuele gesprekken) feedback van studenten.
In 3 jaar tijd zijn de studentaantallen bijna vervijfvoudigd.

EUR

Zo leuk om te horen dat Farshida Zafar het I-team als één van de grootste succesfactoren benoemd 🙂 Het was me niet helemaal duidelijk of dit innovatie- en implementatieteam dat uit 6 personen bestaat alleen voor deze deeltijdopleiding werkt. Zo ja, dan is dat een hele luxe situatie. Het team ondersteunt docenten en studenten en heeft korte lijntjes met de ict en av-dienst. Het werkt zoals wij dat altijd al voor ogen hebben.

Een mooi verhaal dat ihkv je betrokkenheid met Zuyd Professional de moeite waard is om te bekijken.
Groet,
Judith