Site-archief
En dan zijn we echt gestart…
Ha Judith,
De eerste week van September voelt vaak bijna als 1 Januari. Al zijn de vakanties (al een tijdje) voorbij en al zijn we al een aantal weken in voorbereiding, zo’n eerste week voelt als een echte start. Na de sportzomer die we hebben gezien is het een beetje zoals de start van de echte wedstrijd. Niet meer trainen, niet meer voorbereiden maar gewoon gaan. Na een geweldige sportzomer, die eigenlijk met de Vuelta en de Paralympische Spelen nog bezig is, zijn we weer gestart met een nieuw schooljaar!
Een start voor mij met wederom, je kent me, 1000 dromen, 500 actieplannen, 250 goede voornemens, 125 mensen die ik nog zou willen ontmoeten het komende jaar, 32 ideeën (per dag), 4 verschllende organisaties waar ik momenteel voor werk (Zuyd-ADSAI, Zuyd-DI-Lab, TETRA-AI en DataTales), 1 Comenius project en 1 PhD-traject (ja inderdaad hij is er nog steeds).
ADSAI
Afgelopen maandag was mijn eerste kennismaking met de nieuwe studenten Applied Data Science & AI, die we namens Zuyd in Maastricht en Heerlen gaan opleiden tot nieuwe professionals voor onze mooie regio. Ongeveer 50 studenten waarvan de helft uit Nederland, en van de 50 ook 1/3e een dame. Een mix van nieuwsgierige, leergierige, avontuurlijke mensen, die we in het MECC welkom hebben geheten en waar we in Randwyck mee aan de slag gaan de komende tijd. Dit zijn de de “Big Brothers” Judith waarover je schreef. Of eigenlijk zijn dit de mensen die in staat zijn de technologie te bedenken, maken, installeren die het Big Brotherschap mogelijk maken. Juist wij, als opleiding, zullen dat slim proberen aan te pakken, juist wij gaan met deze nieuwe generatie probleemoplossers praten over ethiek, over integriteit, over wat kan en wat mag en over wat verstandig is. En weet ik hoe het zal aflopen, nee. Maar ik ben in goed gezelschap. In 2015 kwamen de grote der AI ter aarde in Puerto Rico bij elkaar en zijn gaan praten over AI in de toekomst. Tijdens die gesprekken werd het duidelijk dat er verschillende “groepen” zijn, ook onder de AI experts. Sommige gaan er van uit dat AI de wereld zal overnemen, anderen denkend dat het alleen maar goed gaat doen en dat wij mensen verstandige dingen er meer zullen blijven doen. Sommige gaan er vanuit dat AI zo autonoom wordt dat het ons voorbij streeft, zoals wij de Gorilla. Anderen houden de Human in de Loop en vertrouwen op de menselijke kracht. In 2017 is, als resultaat van samenwerkingen die gestart zijn tijdens die conferentie, de Asilomar AI-principes:
Onderzoeksproblemen
- Onderzoekdoel: Het doel van AI-onderzoek moet niet zijn om ongerichte intelligentie te creëren, maar om nuttige intelligentie te ontwikkelen.
- Onderzoeksfinanciering: Investeringen in AI moeten gepaard gaan met financiering voor onderzoek om het gunstige gebruik ervan te waarborgen, inclusief uitdagende vraagstukken op het gebied van informatica, economie, recht, ethiek en sociale studies, zoals:
- Hoe kunnen we toekomstige AI-systemen zeer robuust maken, zodat ze doen wat we willen zonder te falen of gehackt te worden?
- Hoe kunnen we onze welvaart vergroten door automatisering, terwijl we de middelen en het doel van mensen behouden?
- Hoe kunnen we ons rechtssysteem aanpassen om eerlijker en efficiënter te worden, zodat het gelijke tred houdt met AI en de risico’s beheert die ermee gepaard gaan?
- Wetenschap-beleid-koppeling: Er moet een constructieve en gezonde uitwisseling plaatsvinden tussen AI-onderzoekers en beleidsmakers.
- Onderzoekcultuur: Er moet een cultuur van samenwerking, vertrouwen en transparantie worden bevorderd onder onderzoekers en ontwikkelaars van AI.
- Wedloop vermijden: Teams die AI ontwikkelen, moeten actief samenwerken om te voorkomen dat er concessies worden gedaan aan veiligheidsnormen.
Ethiek en Waarden
- Veiligheid: AI-systemen moeten gedurende hun hele levensduur veilig en beveiligd zijn, en waar toepasbaar en haalbaar ook verifieerbaar zijn.
- Transparantie bij falen: Als een AI-systeem schade veroorzaakt, moet het mogelijk zijn om te achterhalen waarom.
- Transparantie in rechtspraak: Elke betrokkenheid van een autonoom systeem bij gerechtelijke besluitvorming moet een bevredigende uitleg kunnen geven die controleerbaar is door een bevoegde menselijke autoriteit.
- Verantwoordelijkheid: Ontwerpers en bouwers van geavanceerde AI-systemen zijn belanghebbenden in de morele implicaties van hun gebruik, misbruik en acties, met de verantwoordelijkheid en mogelijkheid om die implicaties vorm te geven.
- Waardenafstemming: Hoog-autonome AI-systemen moeten zo worden ontworpen dat hun doelen en gedrag gedurende hun werking gegarandeerd in overeenstemming zijn met menselijke waarden.
- Menselijke waarden: AI-systemen moeten worden ontworpen en geëxploiteerd op een manier die in overeenstemming is met idealen van menselijke waardigheid, rechten, vrijheden en culturele diversiteit.
- Persoonlijke privacy: Mensen moeten het recht hebben om toegang te hebben tot, te beheren en controle uit te oefenen over de gegevens die ze genereren, gezien het vermogen van AI-systemen om die gegevens te analyseren en te gebruiken.
- Vrijheid en privacy: De toepassing van AI op persoonlijke gegevens mag de werkelijke of waargenomen vrijheid van mensen niet onredelijk beperken.
- Gedeeld voordeel: AI-technologieën moeten zoveel mogelijk mensen ten goede komen en hen versterken.
- Gedeelde welvaart: De economische welvaart die door AI wordt gecreëerd, moet breed worden gedeeld om de hele mensheid ten goede te komen.
- Menselijke controle: Mensen moeten kunnen kiezen hoe en of ze beslissingen aan AI-systemen delegeren, om menselijk gekozen doelen te bereiken.
- Niet-ondermijning: De macht die voortvloeit uit de controle over zeer geavanceerde AI-systemen moet de sociale en civiele processen respecteren en verbeteren, in plaats van te ondermijnen, die essentieel zijn voor de gezondheid van de samenleving.
- AI-wapenwedloop: Een wapenwedloop in dodelijke autonome wapens moet worden vermeden.
Langetermijnkwesties
- Voorzichtigheid met capaciteiten: Aangezien er geen consensus is, moeten we sterke aannames over de bovenlimieten van toekomstige AI-capaciteiten vermijden.
- Belang: Geavanceerde AI kan een diepgaande verandering betekenen in de geschiedenis van het leven op aarde en moet met de nodige zorg en middelen worden gepland en beheerd.
- Risico’s: De risico’s die AI-systemen met zich meebrengen, vooral catastrofale of existentiële risico’s, moeten worden onderworpen aan plannen en maatregelen die overeenkomen met hun verwachte impact.
- Recursieve zelfverbetering: AI-systemen die zijn ontworpen om zichzelf recursief te verbeteren of zichzelf op een manier te reproduceren die kan leiden tot een snelle toename in kwaliteit of kwantiteit, moeten worden onderworpen aan strikte veiligheids- en controlemaatregelen.
- Algemeen belang: Superintelligentie mag alleen worden ontwikkeld in dienst van breed gedeelde ethische idealen en ten behoeve van de gehele mensheid, in plaats van ten gunste van één staat of organisatie.
Deze principes zijn opgesteld om ervoor te zorgen dat AI-technologieën op een verantwoorde manier worden ontwikkeld, waarbij zowel het enorme potentieel als de risico’s in acht worden genomen. En hoe het afloopt. Mijn AI zal er wel over bloggen in de komende jaren… Of instagrammen….
DI-Lab
Naast een nieuwe opleiding in Maastricht, was deze week ook de start voor een nieuwe uitdaging in Heerlen. Ik ben al een tijdje bezig om namens het Lectoraat Data Intelligence alle student-gerelateerde projecten op de Brightlands Smart Service Campus uit te voeren in het zogenoemde Data Intelligence-Lab. Dit schooljaar gaan we proberen het DI-Lab een stap volwassener te maken. De link naar HBO-ICT was altijd al sterk, maar in het afgelopen jaar hebben we de link naar VISTA en zelfs Gilde (MBO’s uit de regio) versterkt. Hierdoor heb ik op de werkvloer van het DI-Lab HBO studenten AD studenten MBO studenten die werken aan innovatieve projecten vanuit het bedrijfsleven, waarbij wij als lectoraat meekijken en meehelpen vanuit onderzoeks- of innovatiegebied. Dit zijn dus HBO-ICT en AD-ICT studenten en Software Developers vanuit VISTA en Gilde. Vanaf dit jaar gaan we dat ook veel duidelijker doen voor de opleidingen ADSAI en Technische Bedrijfskunde (TBK) en hebben we een grotere variëteit aan opleidingsinhoud door ook CMD stagairs in te zetten (dat deden we sporadisch al), maar ook MBO Media en Vormgeving studenten in te zetten. De eerste connecties naar de UM en OU zijn gelegd om ook die studenten aan boord te krijgen en zo een werkvloer van innovatie te creëren waarbij iedere student met welke achtergrond dan ook van en met elkaar leert en innoveert. Iedere student met innovatieve ideeën rondom AI is welkom om mee te leren en te innoveren.
Comenius
En mijn Comenius Beurs Project is nu ook begonnen. Althans zo voelt het. De officiële startdatum was al iets eerder en de eerste voorbereidingen ben ik ook al gestart, maar met de start van het nieuwe schooljaar zijn ook de eerste projecten gestart. Hier in het kort een overzicht van de zaken die deze week hebben of gaan plaatsvinden/starten rondom Comenius.
Start Minor Project Continual Learning Personal Intelligent Assistent.
In dit minor AI Project gaan studenten kijken hoe ze Continual Learning (het leren door algoritmes op basis van kleine datasets) kunnen implementeren in de infrastructuur van de Persoonlijke Intelligente Assistent (tafka StudyBuddy). Dit zodat we een data ecosysteem kunnen ontwikkelen (idee van Eddy van den Aker) waarbij de data dicht bij de eigenaar blijft en gebruikt kan worden door de instelling op moment dat de eigenaar daar toestemming voor geeft. Het leren van kleine datasets is daarin superrelevant en voor ons ook een interessant onderzoeksgebied.
MBO Gilde stage – Moodle connections to Hyperchalk en Concept Mapping Tool
Een MBO stagair van Gilde opleidingen uit Roermond (Jesper) gaat voor me kijken hoe we verder zouden kunnen ontwikkelen op Moodle en een verbinding leggen naar de in Frankfurt ontwikkelde integraties naar Hyperchalk (een collaboratieve omgeving met learning analytics support en een Concept Mapping Tool (ook ondersteund met learning analytics).
Engineering stage – Robotic Personal Assistent
Binnen Comenius mag een Engineering stagair me helpen met de Persoonlijke Intelligente Assistent in Robot vorm. Of het nu de robot is die op dje desktop naast je laptop staat of dat het de robot is die door de gangen van het schoolgebouw gaat. Beide varianten worden verder uitgewerkt (Desktop) en opgepakt (gebouw).
MBO Vista stage – Avatar Personal Assistent
Naast een “uiting” van de Persoonlijke Assistent in de vorm van een Robot gaan we ook kijken of een Avatar op het scherm of in AR/VR een ander effect heeft op studenten. Een MBO student, Tygo, is deze week gestart met zijn project om dit op te pakken
1e kennismakingbijeenkomst Comenius Netwerk
Maar betreffende het Comenius Netwerk heb ik een eerste kennismakingsbijeenkomst gehad met meer dan 60 nieuwe en al aanwezige leden van het netwerk van innovatoren in het onderwijs in Nederland. Goed om te zien dat MBO, HBO en WO hier samen komen om te delen. In mijn subgroepje om kennis te maken waren veel Comenius projecten rondom inclusie en stak ik er een beetje uit gezien mijn toch wat technische insteek. Maar er zijn mooie verbindingen te maken. Ik moet wel nog even kijken waar mijn plaatsje precies is. Wat ik me wel afvraag is waarom dat we in al die jaren dat we via SURF bezig zijn geweest met het vergaren en delen van kennis rondom de verschillende onderwerpen waar we met Zuyd bezig waren we zo weinig verbindingen hebben gezien naar Comenius. Ligt dat aan mij? Het kan goed zijn dat ik het niet gezien heb, maar dat het er wel was, maar het kan ook zijn dat ik dit netwerk gemist heb. Dit was nog slechts de kennismaking maar voor mij de reden om deze blogpost te schrijven en te laten zien waar ik in mijn Comenius mee begin (naast de andere start items van deze week).
Nu zijn we echt gestart!
Groet Marcel
Kamerbrief digitalisering hoger onderwijs
Hallo Marcel,
Begin dit jaar heb ik geschreven over een viertal essays digitalisering hoger onderwijs. Het Ministerie van OCW heeft in het najaar 2017 aan vier experts gevraagd hun visie/toekomstperspectief op open en online hoger onderwijs te formuleren. Deze essays zijn in juni 2018 besproken met de Eerste Kamer. Minister Van Engelshoven (OCW) stuurde deze week naar aanleiding hiervan de senaat haar visie op digitalisering in het hoger onderwijs. Ze gaat hierbij kort in op de wijze waarop digitalisering in haar ogen kan bijdragen aan de onderwijskwaliteit in het hoger onderwijs. Ze verwijst in haar brief ook naar de Versnellingsagenda.
Je kunt deze kamerbrief hier downloaden.
Een aantal citaten uit deze brief:
Voor mij staat centraal dat digitalisering een middel is om de onderwijskwaliteit te verbeteren. Digitalisering is geen doel op zich.
… gaf ik reeds aan dat onderwijsinnovatie met ICT wat mij betreft dienend is aan de interactie tussen student en docent. Zoals de Onderwijsraad benadrukt in haar rapport ‘Doordacht Digitaal’ (2017) is het belangrijk dat docenten eigenaarschap houden en dat zij in staat zijn hun deskundigheid te vergroten en hun onderwijs te innoveren.
In het versnellingsplan scharen alle bekostigde Nederlandse hogeronderwijsinstellingen zich achter een groot aantal verstrekkende ambities, zoals het professionaliseren van docenten en het gezamenlijk toewerken naar open leermaterialen. Versnelling is ook wat mij betreft hard nodig. Te vaak nog blijven innovatieve onderwijsverbeteringen hangen bij enkele enthousiaste docenten en krijgt innovatie niet de schaalgrootte en ondersteuning die het verdient.
Het is nog altijd mijn ambitie dat alle docenten in het hoger onderwijs hun leermaterialen in 2025 open delen. En minstens zo belangrijk: dat het gewoon wordt het leermateriaal van anderen te hergebruiken. Om zo samen te werken aan beter leermateriaal.
Over een jaar verschijnt de Strategische Agenda Hoger Onderwijs en Onderzoek. De essays worden gebruikt bij de totstandkoming hiervan. Fijn en goed om te weten.
Groet,
Judith

Kern van ons onderwijs (volgens de Middeleeuwen of ook in onze ‘vloeibare tijd’?))

Hi Marcel,
Gistermorgen heb ik samen met manlief genoten van een rondleiding door het prachtige Rolduc in Kerkrade. We gaan zo ver om mooie dingen te zien terwijl dichtbij ook zoveel nog te ontdekken is.
Tijdens de rondleiding hebben we de Abdijkerk, deze fantastisch mooie Rococo bibliotheek bewonderd en de bisschopszaal.
In het priesterkoor van de Abdijkerk ligt een bijzondere mozaïek. Niet zo oud, het is in 1909 gemaakt ter gelegenheid van het 50-jarig Priesterjubileum van Matthias Goebbels, een kanunnik uit Aken, die (op voordracht van de bekende architect Pierre Cuypers) de Abdijkerk heeft versiert met vele mooie (plafond)schilderingen. Goebbels had het ontwerp zelf gemaakt aan de hand van het voorbeeld uit de encyclopedie Hortus deliciarum.
Het zijn de zeven vrije kunsten, oorspronkelijk bekend onder hun Latijnse naam septem artes liberales. Het waren zeven vakken die deel uitmaakten van het studieprogramma in antieke en middeleeuwse Europese scholen en met name de universiteiten. De zeven vakken waren Grammatica, Dialectica/ logica, Retorica, Aritmetica, Geometria, Musica en Astronomia. Ze worden ‘vrij’ genoemd (Latijn: liber), omdat zij de opleiding van de vrije mens beogen. In tegenstelling tot andere leerprogramma’s die worden nagestreefd voor economische doeleinden, is het niet hun doel om de student voor te bereiden op het verkrijgen van een inkomen, maar op de uitoefening van de wetenschap in de strikte zin van het woord, dat wil zeggen de combinatie van filosofie en theologie, bekend als scholastiek.
Bron: Wikipedia

Als ik dat vergelijk met de 21e eeuwse vaardigheden dan zie ik daar wel vaardigheden van in terug: Kritisch denken (Dialectica), Communiceren (Retorica), probleemoplossend vermogen (Artimetica), creativiteit (Musica). Alleen de ict-vaardigheden zijn 21e eeuws.
Onze gids vond dat deze mozaïek de bron van ons onderwijs verbeelde of dat zou moeten doen. Ik ben het dat met hem eens.
In het midden van de mozaïek zie je filosofie. Die aandacht voor Bildung is om mij heen wat verstompt. Terwijl in het Bildungsdebat van drie jaar geleden het belang van het stellen van ‘trage vragen’ zo werd onderstreept. Hans Schnitzler schreef vrijdag in zijn column Laat het onderwijs aan karaktervorming doen dat het onderwijs in een systeemcrisis verkeert. We leven in ‘vloeibare tijden’. (We’re living in a VUCA world!) Ingrijpende en snelle veranderingen op gebied van technologie en samenleving (klimaatcrisis, vluchtelingenproblematiek, robotisering,etc) ondermijnen het vertrouwen in de gevestigde orde, zo betoogt hij. Niet de sfeer in de samenleving moet bepalend voor het onderwijsklimaat zijn, maar andersom: het onderwijsklimaat bepaalt de sfeer van de samenleving van morgen, schrijft Schnitzler.
In een toekomstbestendige onderwijsomgeving staat dan ook niet de kennisoverdracht centraal, maar het vermogen om (ingesleten) gedachten en gedragingen te bevragen en daar waar nodig te veranderen. Om dat te bereiken zouden vakken als ethiek en filosofie in elke leerplan stevig verankerd moeten zijn.
Hans Schnitzler beschrijft in zijn column de mismatch tussen verwachting en werkelijkheid en zijn daarmee het groeiend geestelijk onbehagen die vele voelen. Geen wonder dat de nieuwe video Prince Ea, wederom ongenuanceerd, al weer meer dan 3 miljoen keer bekeken is afgelopen maand.
Ja, waar is onderwijs voor? Is het niet een taak van de opleiding om studenten te stimuleren zich te vormen en zichzelf te ontplooien binnen de beroepscontext? Waar is die aandacht voor Bildung gebleven? Of is dat er wel maar zie ik het niet?
Laat ik nog maar eens afsluiten met de wijze woorden van Biesta:
In mijn recente werk benoem ik deze hele dynamiek vaak in termen van volwassenheid. Volwassenheid is daarbij niet de uitkomst van een ontwikkelingsproces, maar een manier van in de wereld zijn. Volwassen-zijn betekent dat we niet onze eigen wensen en verlangens (met inbegrip van de wensen en verlangens die we hebben rondom onze identiteit) centraal stellen, maar steeds weer de vraag stellen of wat we wensen en verlangen goed is voor ons eigen leven, ons leven met anderen (democratie) en het leven op een planeet met beperkte mogelijkheden (ecologie). De vraag is, met andere worden, of onze wensen wenselijk zijn en onze verlangens ‘verlangbaar‘. Wat het antwoord op die vraag is, is iets wat ieder van ons uiteindelijk alleen zelf kan bepalen, waarbij we uiteraard ook verantwoordelijkheid dienen te nemen voor het antwoord dat we geven. Een belangrijke taak van onderwijs en opvoeding is om die vraag tot een levende vraag in het leven van kinderen en jongeren te maken – een lastig proces, maar zeker niet onmogelijk.
Groet,
Judith
VUCA is de acroniem van Volatility, Uncertainty, Complexity, Ambiguity. Het vat de wereld waarin we vandaag leven samen waarin de verandering centraal staat en zekerheden er niet meer zijn.
Leren Leren Leren. Een documentaire over hoe technologie ons onderwijs verandert.
Hallo Marcel,
In 2017 en 2018 voerde Stichting Toekomstbeeld der Techniek (STT) een verkenning uit naar de toekomst van technologie en leren. Een half jaar geleden vertelde ik je over hun publicatie Lang leve leren. Een paar dagen geleden verscheen een tweede publicatie: Het eeuwige leren. In deze publicatie (literatuurstudie en Delphi-studie) staat de vraag centraal wat de rol van leren is in de nieuwe kennissamenleving. Ook deze respondenten zijn weer techo optimisten 🙂
Mooi om te lezen dat Michael Fullan hier in geciteerd wordt. Volgens Fullan “gaat onderwijs zich meer richten op de zes C’s: Character (Persoonsvorming), Citizenship (Burgerschap), Communication (Communicatie), Collaboration (Samenwerken), Creativity (Creatief denken) en Critical Thinking (Kritisch denken). Dit zijn vaardigheden die de student in staat stellen altijd te blijven leren. Docenten en studenten zullen hun activiteiten inrichten om de zes C’s heen.”
Laatste citaat in deze publicatie
Technologie speelt een steeds meer centrale rol in de manier waarop we communiceren, informatie tot ons nemen en onze levens organiseren. Dit heeft gevolgen voor de manieren waarop we in onderwijsinstellingen, in het bedrijfsleven of daarbuiten leren. Daarom is het voor iedereen die met leren bezig is belangrijk om na te denken over de complexe relatie tussen leren en technologie. Het is een onderwerp dat we niet kunnen negeren en dat vraagt om nieuwe visies op leren te ontwikkelen; vanuit scholen, klassen, ministeries, technologiebedrijven en vooral ook vanuit individuen.
Tegelijkertijd presenteerde STT een documentaire. Deze werd gefilmd op een iPadschool, op een school waar ze experimenteren met robots die rekenles geven, op een universiteit waar ze aan de hand van data-analyses voorspellingen doen over het gedrag van studenten, en op een kunstacademie waar ze de toekomst van ons onderwijs vormgeven. Experts zoals professor Elly Konijn (VU), dr. Henk Oosterling (EUR), en Theo Bakker (VU) gaan dieper in op de relatie tussen mens en technologie, terwijl leerlingen, studenten, docenten en leercoaches ingaan op hun persoonlijke ervaringen met technologie. [Bron]
De documentaire bestaat uit een aantal delen
- hoe verhouden wij ons tot technologie?
- de kloof tussen digitaal en fysiek leren
- leren van de toekomst
Als je geen tijd hebt om de documentaire van 23:10 te kijken (toch echt wel interessant om helemaal te bekijken), scroll dan even door naar 2:40. Daar gaat het een paar minuten over student analytics waarmee de VU studie-uitval beter wil voorspellen. Daar zie je een dilemma’s tussen de ontwerper en de studieloopbaancoach mbt interpreteren van data.
Groet,
Judith
Een verhaal over onderwijsvernieuwing
Hi Marcel,
Je weet dat ik de blogs van Ilse Meelberghs, de lerende docent (wat een geweldige blognaam hè) trouw lees. Ilse is docent bedrijfseconomie bij Zuyd. Op haar blog neemt ze ons lezers mee in haar denkproces over waarom ze de dingen doet zoals ze doet. Ze durft dan ook heel kwetsbaar te zijn. Ik vind dat lef hebben.
De afgelopen jaren heeft Ilse geblogd over een onderwijsvernieuwingsproces van haar opleiding. Ik ben zeer geïnteresseerd in haar verhaal vanuit mijn werk als onderwijskundig adviseur bij de Dienst O&O. Tevens zijn we als cluster nauw betrokken bij het Programma Succesvol Studeren, dat het doel heeft studeerbaarheid van bachelorprogramma’s van Zuyd te verbeteren. Van elk veranderingsproces kunnen we leren, vind ik.
Haar faculteit is enkele jaren geleden aan de slag gegaan met na te denken over een visie op onderwijs. Ruim een jaar geleden is in een visiedocument vastgelegd dat zij gaan opleiden vanuit kernwaarden: verbindend, grensverleggend en toekomstbestendig. In dat document staat hun visie op leren geformuleerd:
Samen duurzaam ontwikkelen in een uitdagende praktijkgerichte financiële omgeving zodat de student met zijn deskundigheid, passie en talent kan werken aan zijn eigen toekomst en kan bijdragen aan de veranderende maatschappij. Dit doen wij door te werken vanuit onze kernwaarden.
In hun didactisch model staat de authentieke beroepsvraag en een kennisleerlijn centraal. Zij werken samenwerkend in een learning community. Tevens is een visie op toetsing geformuleerd waarbij de volgende uitgangspunten worden gehanteerd: ontwikkelingsgericht, individueel borgen en integratie. Er is gezorgd voor een coherent toetsprogramma. Vervolgens is deze visie vertaald in een curriculumboek dat in januari 2017 klaar was. Hierin zijn de niveaubeschrijving van de eindkwalificaties (het wat) beschreven.

In januari 2018 start na de gemeenschappelijke propedeuse de kennisleerlijn en communityleerlijn van het nieuwe curriculum. Ilse is het eerste semester van dit studiejaar samen met haar collega-docent bedrijfseconomie (als enige) al gestart met de nieuwe werkwijze voor de kennisleerlijn. De nieuwe werkwijze houdt in dat de 2 docenten samen met 50 studenten in één lokaal zitten. De studenten werken samen in groepjes van 4 en krijgen 1x per week 2,5 uur achter elkaar les. De grote groep is een gevolg van de keuzes voor werken in een community, co-teaching en om zo continue bij te dragen aan de professionele identiteit van de student, de professional in verbinding, grensverleggend en toekomstbestendig.
Co-teaching is geen gemakkelijk aanpak. Het vraagt een omslag van solowerk naar teamwork. Je moet je co-teacher goed kennen. Je moet inzicht hebben in je eigen stijl van lesgeven. Het vraagt om een openheid om feedback te geven en te ontvangen. Een soort van intervisie. Voor deze aanpak is het nodig dat docenten goed de inhoud van de les afstemmen. Co-teaching betekent dat 2 docenten in een gelijkwaardige relatie samen gedeeld verantwoordelijk zijn. Zo zijn de docenten rolmodel voor de aankomende professional vanuit de kernwaarde in verbinding.
Ilse en haar collega hebben na het eerste kwartaal deze aanpak met de studenten geëvalueerd. Studenten waren niet onverdeeld enthousiast. Ze vinden de lessen te lang, de groep te groot. Waarom de groep niet in twee splitsen? De docenten hebben teruggekoppeld waarom voor deze aanpak (vanuit de onderwijsvisie) is gekozen. In het blogbericht Staan voor de visie beschrijft Ilse welke feedback zij hebben ontvangen op basis van enquête en wandelgangen. Dapper om groepen studenten die in de weerstand zitten te vertellen waarom je de dingen doet zoals je ze doet. En soms hoeft het niet altijd leuk te zijn.
Begin volgend jaar gaan al haar collega’s ook op deze manier werken. Het lijkt me nogal een cultuuromslag. Wat heeft dit voor impact op het team? Waar ligt de collectieve ambitie? In haar oratie ‘Leren in verandering. Over lerende organisaties, professionele teams en goed werk‘ stelt Manon Ruijters dat teams steeds meer zelf bepalen wat nu eigenlijk ‘goed werk’ is. Dan gaat het over het vinden van de gezamenlijke norm, omgaan met diversiteit, integriteit en authenticiteit én de aandacht van leiders voor het collectieve leren. Het gesprek hierover is wezenlijk. Een professional, zo stelde Albert Weishaupt, lector Professionele Onderwijsorganisaties van Stenden al eens, gaat op een publiek te verantwoorden manier om met waarden en normen (zie mijn blog over een bijeenkomst van Docentenberaad). Manon Ruijters noemt dit ‘professionals met praktische wijsheid’. Zij stelt ook dat mentale flexibiliteit niet kunt trainen, dat kost tijd, vraagt ervaring, groei, worsteling en niet weten. Veranderprocessen kan verstarring oproepen in plaats van beweging. Daarom is aandacht schenken aan professionele identiteit voorwaardelijk. Zie het mooie boek van Manon Ruijters over Je binnenste buiten. Een ander goed document in dit verband is het manifest ‘Leraren en het goede leren. Normatieve professionalisering in het onderwijs’ waarover ik ook al eerder geblogd heb. Wat een team goed onderwijs vindt zal elke keer weer in dialoog bepaald moeten worden. Want elke onderwijsprofessional heeft zo ook zijn/haar eigen pedagogische opvattingen over onderwijs: student-gecentreerd of docent-gecentreerd. Hierover heeft Evelien van Limbeek op ons TOL-blog onlangs geblogd al ging dit meer in relatie tot het gebruik van bepaalde technologieën.
Een curriculumverandering is een complex en uitdagend proces dat heeft Ilse in haar blogs laten zien. Ik vind het een mooi en dapper verhaal van deze faculteit dat ik graag wilde delen. Ik zal het zeker doorgeven als voorbeeld doorgeven aan het programma succesvol studeren.
Had jij bij jouw faculteit ook geen ervaringen met co-teaching? #dtv 🙂
Groet,
Judith



