Categorie archief: Innovatie
AI in het hoger onderwijs
Ha Marcel,
Misschien heb je het blog van Wilfred Rubens gelezen over Stand van zaken artificiële intelligentie in het hoger onderwijs. Misschien ook niet. Daarom deze attendering. Ik weet dat jullie met het lectoraat Data Intelligence experimenteren, onderzoekend nieuwsgierig zijn naar de mogelijkheden van AI in het onderwijs. En jij als kennistechnoloog in het bijzonder. Dan is het rapport waarover Wilfred blogde interessante leesvoer.
Jisc (je weet wel de Britse SURF) heeft een rapport gepubliceerd: AI in tertiary education: A summary of the current state of play. Ze beschrijven wat AI is en hoe dat in het hoger onderwijs ingezet kan worden, voorzien van een aantal mooie voorbeelden. Uiteraard is er ook aandacht voor de ethische aspecten. Wilfred vond het een goed rapport. Ik heb alleen zijn samenvatting gelezen 🙂
De grafiek van ‘AI maturity‘ vond ik verhelderend.
Net zoals de illustratie waarvoor je AI in het onderwijs kunt inzetten.
Tot vrijdag op het ZuydEvent. Ik ben erg benieuwd naar jullie presentatie over AI in het onderwijs 🙂
Groet,
Judith
Futures Literacy
Hi Marcel,
Dank voor je blog en het delen! Altijd zo fijn om hetgeen waar je zo enthousiast over bent ook mag delen met geïnteresseerden buiten je organisatie. Leeratelier 🙂 leuke initiatief. Nav dit blog over learning analytics, je blog over AI, trouwens alles wat je hier ooit gepubliceerd hebt, is je drijfveer dromen over de toekomst.
Toevallig kwam ik (serendipity 🙂 ) via een bericht van WAAG de term ‘futures litercy’ tegen. Ik kende de term nog niet. Jij? Ik ken wel informatien literacy, digital literacy maar nooit gehoord van futures literacy. Dus even verder zoeken en ik kwam al snel uit bij Loes Damhof van Hanzehogeschool die met behulp van een Comeniusbeurs een onderwijsprogramma Futures Literacy opzette dat de hogeschool een UNESCO leerstoel opleverde.
Wat is futures literacy
Het gedachtegoed van Futures Literacy is ontstaan bij UNESCO. Het is een manier waarop we ons beeld van de toekomst gebruiken om anders naar het heden te kijken en om zo de wereld van nu te innoveren. Je kunt dit ook prima gebruiken om naar de toekomst van het onderwijs te kijken en helpen bij veranderingen.
Ik vertelde je al eerder over het initiatief van een Zuyd Innovatielab. Hoe geweldig zou het zijn om daar ook iets van een trainingsprogramma Futures Literary Knowlabs aan te koppelen.
Dus blijven dromen over de toekomst om zo het heden te veranderen!
Groet,
Judith
Meer lezen over Futures Literacy
- Futures literacy: de toekomst bestaat niet (2019)
- Een onzekere toekomst omarmen (2018)
- Futures Literacy, website Unesco
- Futures Literacy at Hanze University
Uitgelichte afbeelding van Gerd Altmann via Pixabay
ICT-docentprofessionalisering #versnellingsplan
Hallo Marcel,
Alle informatie rondom de Versnellingsagenda Onderwijsinnovatie met ICT van SURF, Vereniging Hogescholen en VSNU is te vinden op de nieuwe website versnellingsplan.nl. Zo ook de updates uit de zones. Even ter reminder, dat zijn deze acht:
- Faciliteren en professionaliseren van docenten (zorgen voor randvoorwaarden om docenten de ruimte te bieden om hun onderwijs te vernieuwen)
- Aansluiting op de arbeidsmarkt verbeteren (verbeteren van domeinspecifieke digitale vaardigheden van de afgestudeerden)
- Flexibilisering van het onderwijs (noodzaak van standaardiseren alvorens te flexibiliseren)
- Naar digitale (open) leermiddelen (stimuleren van publiceren onder een open licentie en de toegankelijkheid verbeteren)
- Veilig en betrouwbaar benutten van studiedata (bewaren en analyseren van studentdata met aandacht privacy en security)
- Evidence-based onderwijsinnovatie met ict (bundeling van onderzoekscapaciteit naar onderwijsinnovatie met ict)
- Samenwerking met EdTech (benutten innovatiekracht van leveranciers en startups)
- Gezamenlijk koersen op versnelling (bestuurlijke afstemming, ofwel het strategische gesprek)
Faciliteren en professionaliseren van docenten
Zelf ben ik bijzonder geïnteresseerd in de zone over ICT-docentprofessionalisering. Helaas kan ik niet naar hun sessie op de SURF Onderwijsdagen omdat we dan zelf bezig zijn met de ‘Fellowship of the Learning‘ 🙂
Maar er is al een folder over de vijf thema’s waar deze zone mee aan de slag is gegaan.
De zone Docentprofessionalisering werkt aan vijf thema’s:
- Integrale aanpak van facilitering en professionalisering van docenten
een instrument wordt ontwikkeld om instellingen op het gebied van onderwijsinnovatie met ICT in beweging te krijgen op het gebied van visie en beleid, leiderschap, professionalisering en inforastructuur - sectorbrede verankering van onderwijsinnovatie met ICT
verkenning op sectorniveau (VSNU en VH) naar de mogelijkheden ICT integraal onderdeel te maken van zowel de basiskwalificaties als de bijbehorende scholingstrajecten - bouwstenen voor effectieve docentprofessionalisering
begin 2020 publiceert de zone een overzicht van bouwstenen waarmee instellingen hun huidig professionaliseringsaanbod tegen het licht kunnen houden. De bouwstenen zijn onderverdeeld in 3 categorieën: (a) Waartoe professionaliseer je: wat is je visie op onderwijsinnovatie met ICT? (b) Hoe organiseer, faciliteer en ondersteun je docentprofessionalisering? (c) Welke vormen/inhouden kent het professionaliseringsaanbod? - goede voorbeelden van onderwijsinnovatie met ICT
er wordt gewerkt aan een intuïtieve online omgeving waar docenten hun voorbeelden kunnen delen en gebruiken - proeftuinen voor professionalisering
de leden van de zone gaan in professionele leergemeenschappen ook aan de slag met onderwijsinnovatie met ICT, digitale peerfeedback is de eerste innovatie.
Mooie thema’s waar ik op kleine schaal binnen Zuyd ook aandacht voor heb/vraag. De thema’s sluiten goed aan bij het Adviesrapport Docentprofessionalisering bij implementatie Blended Learning van Evelien van Limbeek Ik ben erg benieuwd naar hun producten, en zal ze uiteraard tzt binnen Zuyd verspreiden.
Tot morgen in de trein op weg naar de Bossche Bollen 🙂
Judith
Innovatie in het Hoger Onderwijs #masterclass #OU
Hi Marcel,
Deze week heb ik de masterclass Innovatie in het Hoger Onderwijs gevolgd. Deze masterclass is het afscheidscadeau van Saskia Brand-Gruwel aan de OU. Zij is vanaf deze week lid van ons College van Bestuur Zuyd.
In de masterclass wordt antwoord gegeven op vragen als: ‘Hoe zorgen we ervoor dat innovaties in het hoger onderwijs slagen en dat effecten van innovaties ook op lange term zichtbaar zijn?’, ‘Welke factoren zijn bepalend voor het succes van innovaties?’ en ‘Wat zijn de belangrijkste innovatiethema’s?’
De masterclass startte met het verzoek te reageren op een stelling: Om de kwaliteit van het hoger onderwijs te verbeteren, moeten docenten als de motor van innovaties worden gezien. Hier heb ik kort op gereageerd met: Voor mij is onderwijsinnovatie een vernieuwing (en dit kan voor iedereen anders zijn) om de kwaliteit van onderwijs te verbeteren. Dat kan op verschillende niveaus plaatsvinden. Dat betekent dat er ook meerdere betrokkenen zijn. Zeker docenten, maar inderdaad ook studenten. Ik ben al jaren betrokken bij onderwijsinnovatie (met leertechnologie) en in mijn werk ervaar ik dat niet alle docenten tijd en ruimte ervaren om hun onderwijs te vernieuwen. Innovatie moet soms ook gestimuleerd en ondersteund worden, door programma’s, door gezamenlijke visie, door de buitenwereld binnen te halen. Innovatie is complex, maar oh zo inspirerend.
In de 2e activiteit werd ons gevraagd om na te gaan of in onze eigen onderwijsinstelling aandacht besteedt wordt aan de verschillende thema’s uit het versnellingsplan. Met daarbij de vraag of ik weet hoe Zuyd innovatie rondom deze thematiek aanpakt. Je weet dat ik de Versnellingsagenda een warm hart toedraag maar dat Zuyd vooralsnog niet participeert. Met de meeste thema’s van de versnellingsagenda zoals: docentprofessionalisering, open leermaterialen, flexibilisering, evidence-informed, learning analytics ben ik meer of mindere mate betrokken en ben ik redelijk op de hoogte wat er binnen Zuyd gebeurt.
Tevens kregen we een aantal bronnen om te bestuderen, oa het artikel van Saskia Brand-Gruwel uit de nieuwste editie van Onderwijsinnovatie: Innovatie in het hoger onderwijs: hoe succes te maximaliseren?
Uit de reacties op de stelling maakte ik op dat het begrip ‘onderwijsinnovatie’ op verschillende manieren werd geïnterpreteerd. In bovengenoemd artikel wordt de essentie van het doel van onderwijsinnovatie teruggebracht tot:
- het bevorderen van het leren van studenten die zich voorbereiden op de toekomst
- het zorgen dat studenten effectief en efficiënt leren en het leren als plezierig ervaren
Om tot een doelgerichte innovatie te komen moet je probleem of uitdaging goed beschrijven. Daarbij moet je rekening houden met de overtuigingen van onderwijspersoneel en studenten, de organisatiestructuur en -cultuur, de wetenschappelijke evidentie (zie figuur). De complexiteit van onderwijsinnovaties wordt vaak onderschat, randvoorwaarden (tijd en middelen) moeten duidelijk zijn. Daarnaast moet er een visie zijn op oa didactische uitgangspunten, leertechnologie en toetsing. Een innovatieproject kan een strak projectmatig traject zijn, maar ook als een expeditie. Bij beide geldt dat duidelijke processtappen, goed monitoren en evalueren belangrijk is.
Ook heb ik de publicatie Het vergroten van studiesucces in het hoger onderwijs: het belang van overtuigingen van docenten in Pedagogische Studiën waarvan Saskia Brand één van de auteurs is, gelezen. Daarin staat:
Docenten zijn de centrale schakel bij onderwijsinnovaties en het implementatietraject, maar dat betekent wel dat docenten meegenomen moeten worden in de vernieuwing en dat men rekening houdt met hun perceptie. Want als docenten vast blijven houden of terugkeren naar oude routines zal onderwijsinnovatie niet duurzaam verankerd worden.
Er is al veel wetenschappelijke evidentie welke ontwerpprincipes studiesucces van studenten bevorderen. Toch worden niet alle evidence-informed ontwerpprincipes omarmt door docenten. Met behulp van de group concept mapping methode zijn ideeën/overtuigingen van docenten in kaart gebracht. Deze studie laat zien dat de thema’s ‘formatief evalueren en ‘werken in kleine groepen’ aansluiten bij de overtuigingen van docenten, maar dat de thema’s ‘student eigen toetsmoment laten bepalen’ en ‘inzet van webcolleges’ haaks op de overtuiging van docenten staan.
Op basis van deze en andere aangeleverde bronnen kregen we de opdracht om te reflecteren op de het innovatietraject van Hogeschool Leiden om uitval van studenten te verminderen en te voldoen aan hun vijf strategische beloftes. Uit die beloftes hebben ze 5 onderwijskundige ontwerpprincipes gedefinieerd: (1) binden voor de poort, (2) een vliegende start, (3) betekenisvol contact, (4) activerende blend en (5) toetsen om te leren.
voorbeeld van de wijze waarop Hogeschool Leiden het ontwerpprincipe ‘Betekenisvol contact tijdens transities in de opleiding’ in de praktijk toepast
Wat ik tof vind, is dat Hogeschool Leiden de principes voor het ontwerpen van hun onderwijs in een rapport nader heeft toegelicht waarin totstandkoming is beschreven maar ook wat deze ontwerpprincipes betekent voor docent, opleiding en hogeschool maar ook voor onderwijskundig ontwerp, docentprofessionalisering en facilitering. De hogeschool heeft vervolgens adviseurs (waaronder Saskia Brand-Gruwel) van het Welten Instituut gevraagd wat nodig is om te zorgen voor hogeschoolbrede gedeelde kennis. Je kent mijn liefde voor kennisdelen, daarom was ik zo verheugd te lezen dat zij adviseren om in leernetwerken te werken. Het doet me zo aan ZOEC denken.
De ‘online poster walk’ vond ik een erg creatieve activiteit. Een achttal posters werden gepresenteerd en ondersteund door een podcast van de onderzoeker. Ondanks dat ik dit een leuke opdracht, die ik als werkvorm in mijn achterhoofd hou, heb ik hier niet naar gekeken. Wel heb ik gistermiddag de live sessie gevolgd waar Saskia Brand-Gruwel door Rob Koper werd geïnterviewd over de ‘do’s en don’ts’ bij innovatieprocessen in het hoger onderwijs. De laatste opdracht is een blog schrijven. Daar ben ik nu mee bezig. De link zet ik zo in leeromgeving.
Reflectie
Echt top zo’n masterclass van ons nieuw collegelid. Een mooi afscheidscadeautje. Goed opgezet met verschillende actieve werkvormen. Interessante documenten, vooral de casus van Hogeschool Leiden, een schoolvoorbeeld van onderwijsinnovatie. Zo lijkt het. Papier is geduldig weet ik inmiddels. Ik ben dan ook zeer benieuwd naar hoe ze daar nu bezig zijn, hoe in de leernetwerken samengewerkt wordt. De documenten uit deze masterclass bevestigen hetgeen ik uit ervaring en wetenschappelijke literatuur weet wat werkt. Dat je duidelijk het doel voor ogen hebt, dat je goed communiceert met alle betrokkenen, maar ook dat je elkaar regelmatig informeert en stimuleert.
Onderwijsinnovatie vind ik een belangrijk en interessant thema. Ik weet ook dat wat voor de één innovatie is voor de ander ‘education as usual’ is. Als adviseur technologie-ondersteund leren ben ik bij diverse kleine en grote onderwijsinnovaties betrokken geweest (zoals Zuyd Innoveert en het implementeren van onze nieuwe leeromgeving). Dat was altijd inspirerend en uitdagend, maar ook weerbarstig. Fijn vind ik om met pioniers samen te werken, collega’s die in hun onderwijs experimenteren en uitproberen. Ik vind het belangrijk dat zij deze ruimte krijgen, maar ook dat ze ervaringen delen en afstemmen met het team.
Innovatie in hoger onderwijs draait niet om uitvindingen maar om toepassen. De wereld om ons heen verandert door nieuwe technologie dat heeft impact op de arbeidsmarkt, dus ook op het onderwijs. Er vindt steeds meer onderzoek plaats, dus we komen ook steeds meer te weten hoe mensen leren, wat hen motiveert en stimuleert. Om onderwijskundige vernieuwingen te kunnen initiëren en implementeren heb je pedagogische en (digitale) didactische competenties nodig. Dat betekent dat duidelijk moet zijn over welke kennis, houding en vaardigheden onderwijsprofessionals moeten beschikken, zodat ook gericht geprofessionaliseerd kan worden. Het zijn de punten die Evelien van Limbeek eind vorig jaar in haar adviesrapport Blended Learning heeft geformuleerd. Professionalisering en innoveren gaan gelijk op, volgens mij. Daarom blijf ik me inzetten om docenten te informeren, te inspireren en te ondersteunen om actief leren met technologie te realiseren.
Uit de masterclass meen ik op te maken dat ons nieuw collegelid onderwijsinnovaties, inzet van leertechnologie en 21e eeuwse vaardigheden een warm hart toedraagt. Ik verheug me op een fijne samenwerking.
Judith
NB. Nog één klein puntje van kritiek 😉 ik wilde de link naar dit blog uploaden naar yOUlearn maar het lukte me niet iets van een tekst of blog toe te voegen. Ook na telefonisch consult (probeer Chrome ipv Firefox) lukte het niet. Ik kon nergens iets melden. Geen contactpersoon die ik kan benaderen. Na vandaag sluit deze masterclass. Ik heb vandaag ook geen tijd meer om nog een keer te proberen.
Leidinggeven aan onderwijsinnovatie met ict -boekbespreking-
Hoi Marcel,
Marijke Kral, Anne-Marieke van Loon, Pierre Gorissen en Dana Uerz van het lectoraat Leren met ict en tevens van iXperium van de HAN hebben samen het boek Leidinggeven aan onderwijsinnovatie met ict. Sturen op beweging geschreven.
De publicatie bestaat uit 5 hoofdstukken, een inleiding, nabeschouwing en uitgebreide literatuurlijst. Elk hoofdstuk eindigt met tips voor de schoolleiders en verder lezen-opties. Inhoud:
1. Onderwijs en ict, state of the art. Waar gaan we naartoe? Wat is er nodig?
2. Ict-geletterdheid
3. Gepersonaliseerd leren. Wat is het? Wat vraagt het van de schoolorganisatie?
4. Wat vraagt leren en lesgeven met en over ict van leraren?
5. Wat vraagt leidinggeven aan onderwijs en ict van leidinggevenden?
De doelgroep zijn schoolleiders in het basis- en voortgezet onderwijs, dit is vooral te zien aan de vele praktijkvoorbeelden. Op pagina 72 staat in de voetnoot dat ze met schoolleiders elke leidinggevende in een onderwijsorganisatie bedoelen, “dus ook directeuren, adjunct-directeuren, teamleiders en andere leidinggevende binnen het team die een rol hebben met betrekking tot leidinggeven aan onderwijs en ict”.
Leidinggevende spelen een cruciale rol bij onderwijsinnovatie met ict, stellen de auteurs. Dat onderbouwen ze met veel wetenschappelijk onderzoek, ook van henzelf. In het 1e hoofdstuk wordt toegelicht dat ict ingezet kan worden voor 4 deelgebieden: (1) leren en ontwikkelen, (2) werken en leren, (3) organisatie van de school, (4) logistiek van de school. Het 2e hoofdstuk gaat over het belang van ict-geletterde jongeren, en dat daarvoor ook ict-geletterde docenten nodig zijn. Teven wordt het begrip ict-geletterdheid (ofwel digitale geletterdheid) beschreven. Er zijn verschillende competentiemodellen ict-geletterdheid (zoals van Mediawijzer, Kennisnet, ADEF en van het iXperium zelf). Pierre Gorissen heeft een referentiekader digitale geletterdheid samengesteld dat gebruikt kan worden om binnen de instelling te praten over digitale geletterdheid maar ook om de reeds bestaande competentiemodellen te vergelijken. Hoofdstuk drie draait om gepersonaliseerd leren, wat het is en hoe ict voor flexibilisering, differentiatie en maatwerk ingezet kan worden. Het is een complexe onderwijsinnovatie dat vraagt om een open cultuur waarbij het onderwijskundig leiderschap van de leidinggevende erg belangrijk is om te komen tot een gezamenlijke en gedragen visie over gepersonaliseerd leren. Hoofdstuk vier gaat over ict-docent professionalisering. De online vragenlijst, gebaseerd op het competentieprofiel voor startbekwame docenten (dezelfde vragenlijst die ik ook heb gebruikt voor mijn masteronderzoek, nogmaals dank Dana Uerz 🙂 ), is ingevuld door ruim 5000 docenten uit verschillende onderwijssectoren. Analyse toont een groot handelingsverlegenheid mbt leren en lesgeven met ict. Het beeld is al jarenlang onveranderd: een kleine kopgroep (de vooroplopers) en een groot peloton. De analyse van de vragenlijst vind ik dermate interessant en belangrijk, dat ik hier nog een apart blog aan zal besteden. Conclusie is dat ict-docentprofessionalisering beter ingebed moet worden in het beleid en op bestuurlijk niveau.
De eerste vier hoofdstukken laten zien wat ict van studenten, docenten en de onderwijsorganisatie vraagt. In hoofdstuk 5 wordt ingegaan wat dit dan allemaal van de schoolleider vraagt. Net als voor docenten geldt ook voor schoolleiders dat ict-competenties belangrijk hierbij zijn. Het iXperium heeft een set competenties hiervoor ontwikkeld: ‘Leidinggeven aan onderwijs en ict’ . Naast ict-geletterdheid (instrumentele, informatie- en mediavaardigheden) is het belangrijk dat hij/zij het team stuurt, inspireert en ondersteunt om ict in te onderwijs te integreren daarvoor moet hij/zij visie hebben op dit thema, strategisch kunnen omgaan met de omgeving (irt ict toepassingen) en zorgen dat de ict-organisatie in orde is.
Mooi dat in de nabeschouwing een link wordt gelegd met de toekomstverkenning ‘Het eeuwige leren’ van Stichting Toekomtbeeld der Techniek (op dit blog ook al eens aandacht aan besteed). Het inzetten van ict voor leren en lesgeven geeft altijd discussie. Voor mij hoef je niet voor of tegen inzet van ict te zijn. Als adviseur technologie-ondersteund leren denken mijn collega’s dat ik onderwijskundige uitdagingen of problemen altijd wil oplossen met ict. Nee hoor. Echt niet. Ik zeg mijn collega’s wel dat zij moeten weten wat je met leertechnolgie (de T van TPACK) kunt doen, om naast je pedagogische, didactische en inhoudelijke kennis die je als docent hebt een weloverwogen afweging te kunnen nemen of je ict al dan niet inzet. En dan gaat het om inzetten op alle eerder genoemde deelgebieden: (1) leren en ontwikkelen, (2) werken en leren, (3) organisatie van de school, (4) logistiek van de school.
Zoals op de achterflap staat; het boek geeft schoolleiders die aan de slag willen met onderwijsinnovatie met ict handvatten om docenten te ondersteunen. In deze opzet zijn de auteurs goed geslaagd. Mijn prangende vraag blijft wat te doen als zij geen vragen stellen, de urgentie niet zien of ambitie niet hebben? Kijkend naar mijn hbo-context dan is deze publicatie ook een mooie handreiking voor teamleiders. Hoewel in een voetnoot staat dat met schoolleiders ook directeuren en andere leidinggevende bedoeld worden, denk ik dat bestuurders dit boekje niet ter hand nemen. Voor hen is het Vier in Balans-model een goed instrument om visie, infrastructuur, deskundigheid, inhoud en toepassingen van hun organisatie in kaart te brengen. Uiteraard wordt dit model ook genoemd in deze uitgave. Het is zoals de auteurs schrijven: belangrijk om in alle vier de onderdelen van het model te investeren. Dus niet alleen in infrastructuur of alleen in deskundigheid, maar in balans.
Groet,
Judith