Site-archief
Bildung debat @Zuyd
Ha Marcel,
Begin deze week ontving ik via het secretariaat van de Dienst Onderwijs en Onderzoek een uitnodiging van onze collegevoorzitter Karel van Rosmalen om deel te nemen aan het Bildung debat Zuyd Hogeschool. De uitnodiging was gericht aan een doelgroep waar ik niet toe behoor, of het moet zijn ‘interne stakeholder van het Hoger Onderwijs’?? 🙂 Misschien omdat ik al vaker geblogd heb over ‘Bildung’?
Onderwijs als gesprek
Vertrouwen. Verbinden. Vakmanschap.
Wat vind jij goed onderwijs?
Onderwijs is mensenwerk
De Vereniging Hogescholen heeft ‘Bildung’ op de agenda gezet. Zuyd, zo staat in de uitnodiging, onderschrijft het belang van ‘Bildung’ en de (maatschappelijke) discussie hierover en ziet graag dat interne en externe stakeholders in de regio daar hun bijdrage aan leveren. Mooi!
Over de verwante vragen in deze uitnodiging:
- Is Bildung noodzakelijk voor een hbo’er?
- Is het bieden van Bildung een taak van een hogeschool?
- Hoe kan een hbo-opleiding Bildung bieden? – Hoe toetst een opleiding Bildung?
- Hoe houden we het debat over Bildung levend?
heb ik zo al mijn gedachten. Laat ik die maar even bewaren tot 22 mei.
Mijn collega Harry is degene die ‘Bildung’ elke keer onder onze aandacht brengt. Zo kreeg ik vanmiddag een mailtje van hem met een link naar een uitzending van het programma Boeken van de VPRO waar de filosoof Hans Schnitzler te gast was om te praten over zijn nieuw boek ‘Het digitale proletariaat’. Vanaf 15:25 is het gesprek te bekijken
Net zoals Harry word ik ook steeds vaker getriggerd om ethische, privacy en ‘Bildungs – samenlevings’ vraagstukken te betrekken in ICT&O ontwikkelingen. Over boeken zoals van Stine Jensen ‘Echte vrienden’ en ‘De Cirkel’ van Dave Eggers heb ik al eens geblogd. Schnitzler beschrijft net zoals zij dat emoties en vriendschappen veranderen tgv de digitale revolutie. Schnitzeler zegt in dit gesprek ook dat ‘men’ sinds mensenheugenis al bezig is de ‘menselijke kudde zo te temmen zodat ze ons niet voor onverwachte verrassingen stelt’. Met behulp van technologie proberen we (ze?) ons bestaan nu doelmatig en efficiënt te maken. Willen we echt het menselijk handelen voorspelbaar maken? Willen we met learning analytics uiteindelijk de leerrendementen voorspellen/sturen? Big data biedt eneorm kansen voor economische groei en innovatieve ontwikkelingen maar wat doen we met dat lastige privacy-vraagstuk? Waar stopt het? Of niet? Moeten we niet accepteren dat het menselijk handelen onvoorspelbaar en onomkeerbaar is, dat we nooit echt de consequentie van ons handelen voorzien. Dat het leven een risicovolle zoektocht is?
Genoeg overweging voor vandaag 🙂
Dialoog over waarden en normen moet gevoerd blijven worden, vind ik. Ook binnen het onderwijs.
Groet,
Judith
Onderwijs als gesprek
Ha Marcel,
Dank voor je reactie op mijn blog over rubrics en feedback 🙂 Jij schreef daarin “De meester-gezel relatie en volledige 1-op-1 beoordeling is het best en werkt meer motiverend. Zo lang we nog geen hologram-beoordelaars of robot-beoordelaars hebben blijft dat lastig in een onderwijssetting zoals het HBO”. Toch pleit Frits van Oostrom vandaag in de NRC voor meer ruimte voor het gesprek tussen studenten en docenten, ruimte om samen speels te mogen zijn. Hij deed dit pleidooi op 26 maart in zijn diesrede die tijdens de traditionele Dies Natalis van de Universiteit Utrecht.
Wie maakt uiteindelijk het verschil in het onderwijs? De docent, de gepassioneerde docent. Uit onderzoek (!) is gebleken dat de interactie tussen studenten en docenten een significante positieve correlatie heeft met de oh zo belangrijke outcomes: cijfers, rendementen. Het is, zegt van Oostrom “cruciaal om in de persoonlijke nabijheid van ‘voorbeeldige’ leermeersters te verkeren”, de kern van het aloude gildewezen. Hij pleit oa. voor het opnieuw waarderen van het mondeling tentamen. Volgens hem wordt dat nu bijna niet meer gedaan vanwege de grote tijdsinvestering en “de hang naar objectivering van het oordeel”. Het bachelor-onderwijs is te veel gestandaardiseerd geworden en daardoor onpersoonlijker. We moeten het meer zoeken in quality time en niet alleen binnen de ‘geroosterde en onbegeleide contacturen’ …. Zijn voorstel om elke student jaarlijks een voucher te geven voor een lunch met een docent, lijkt me een waardevolle. Op universiteiten als Harvard en Columbia University waar dit gebruikelijk is, wordt dit zeer gewaardeerd. De vraag of dit dan als ‘contactuur’ telt en dus meetelt in het takenplaatje van de docent en de studietaakbelasting van de student wil je eigenlijk helemaal niet beantwoorden. Oostrom greep ook terug op wat hij zelf als eerstejaars als zeer waardevol heeft ervaren: tutorgroepen van docenten met een groep eerstejaars studenten. Zo’n groep komt maandelijks informeel bij elkaar, buiten het reguliere onderwijs dus. Er staat niets tegenover: geen cijfers of certificaten. Het doel is de bijeenkomst zelf, het vrije gesprek over wat deelnemers maar wilden delen in en om het vakgebied. Een soort ‘dead poets society’ 🙂
Ik hoor altijd dat er echt wel een verschil is tussen hbo-studenten en wo-studenten. Wellicht. Ik zou het als student toch wel super vinden om regelmatig geïnspireerd te worden door docenten over het vak waarvoor ik gekozen heb. Leren we toch ook niet veel buiten de formele onderwijscontext? Onderwijs is toch meer dan een kennisfabriek. Waren we het niet over eens dat ‘bildung’ ook een taak voor het onderwijs is? Dit past toch allemaal mooi binnen jouw Zweinstein-game 🙂
Deze diesrede is wederom een pleidooi voor het herstel van kwaliteit en autonomie. Is de kanteling toch in zicht? Of is de wens de vader van de gedachte?
Groeten,
Judith
Gerelateerd blogs:
Vertrouwen. Verbinden. Vakmanschap.
Wat vind jij goed onderwijs?
Wat vind jij goed onderwijs?
Allô Marcel,
Je eindigt je blog ‘Je suis Marcel’ met de vraag hoe ik het statement van jouw DoIT@Zuyd student had aangepakt. Mag ik dat met een tegenvraag beantwoorden? Wat als die student (zonder overleg, want daar gaat het om, denk ik) een afbeelding van Serious Request had geüpload? Inderdaad een minder politiek statement maar toch …. Ik had ‘je suis Charlie’ van DoIT@Zuyd voorbij zien komen op Facebook, en ik vond het mooi dat zij dat gedaan hadden. Ook op de AVdienst in Heerlen stond de afbeelding op de monitor, ze waren niet de enige bij Zuyd. Je hebt ook gelijk dat je de dialoog bent aangegaan omdat jouw studenten namens een community communiceren. Dus ieder individu van die groep moet wel nadenken vanuit welke waarden en normen zij communiceren. Ik denk dat zij weer een een belangrijke levensles van jou hebben mee gekregen.
Dit voorbeeld sluit goed aan bij het manifest dat ik gisteren las: ‘Leraren en het goede leren’ van het lectoraat Normatieve Professionalisering van de Hogeschool Utrecht. Hier in staat waar het bij leraarschap/docentschap ook om draait: namelijk om zijn/haar persoonlijkheid. Tijdens een lunchafspraak met een collega deze week, bespraken wij het ook dat wij als Zuyd te weinig nadenken over waar we samen naar toe willen. Ja, Zuyd heeft sinds een jaar een mooie missie, visie, strategie geformuleerd, maar hoe expliciteren we deze? Het gesprek hierover ontbreekt, tenminste ik zie/hoor hem niet. Wil je iets veranderen dan kom je uiteindelijk uit bij de kernwaarden van ieder mens persoonlijk, dat heb ik geleerd tijdens mijn laatste leerarrangement van mijn studie (o.a. theorie U). We moeten de dialoog zoeken, daarover gaat het manifest.
Normatieve professionalisering is de dialogische ontwikkeling van de beroepsdimensie, waarin de docent zich bewust is van de existentiële aspecten van het werk. Dat wil zeggen dat hij de uniciteit herkent van het appel dat op hem gedaan wordt door de ander (de student). Hij probeert, met erkenning van de eigenheid van zichzelf en van de ander voor wie hij verantwoordelijk is tot goed handelen te komen.
Voor docenten betekent dit, volgens de schrijvers, dat zij naast instrumentele professionalisering (vakkennis, pedagogische-didactische vaardigheden, ict-competenties) ook zijn/haar persoonlijkheid moet blijven ontwikkelen. Daarvoor is het zo belangrijk te reflecteren op je eigen levensloop, je normen, waarden en overtuigingen. Hoe beter je je jezelf kent als docent, hoe beter je kunt omgaan dilemma’s en veranderingen. Van onze studenten verwachten we dat ze kunnen reflecteren, dan mogen we dat zelf toch wel ook doen? We praten vaak over de 21st century skills, één daarvan is burgerschapsvorming (sociale en culturele vaardigheden). Hebben wij als onderwijs niet een taak om studenten naast kritische nadenken, argumenteren, probleemoplossend vermogen, etc. ook niet verwondering, empathie, verbeeldingskracht en inlevingsvermogen bij te brengen? Vroeger werden de traditionele kaders, onze waarden en normen, bepaalt door de kerk, maar door de ontkerkelijking is ook in het diepe Zuyden niets meer vanzelfsprekend. Het lijkt dat met het verdwijnen van de religie ook levensbeschouwing uit het onderwijsproces verdwenen is.
We zijn in onze hogeschool, in ons onderwijs zo bezig met de harde resultaten en gaan gebukt onder de druk die ons opgelegd wordt door het ministerie: alles moet meetbaar (waardoor onderwijs vooral in termen van kennis en vaardigheden wordt beschreven, al het andere lijkt te fraudegevoelig), efficiënt, effectief. Komen we hiermee tot kwalitatief ‘goed’ onderwijs?
En wie bepaalt nu wat ‘goed’ onderwijs is? Is/zijn dat toch de accreditatiepolitie, cijfersfetisjisten, lijstjeskickers? Of gaan de friskijkers en dwarsdenkers van Zuyd (zie ook mijn blog hierover) de dialoog hierover opstarten? De leus van Zuyd is ‘professionals ontwikkelen zich met Zuyd’! Blijft dit alleen bij kennis en vaardigheden? Hoort het niet verder te gaan dan instrumentele professionalisering? Moeten we niet meer gaan praten over onze drijfveren en over gevoelde verantwoordelijkheid als professional? Zowel voor de professie van docent als voor de professie waar we de studenten voor opleiden?
Mensenlijke interactie is toch bepalend voor de kwaliteit van het onderwijs?
Wat beweegt een ieder? dat is toch de kernvraag …
In het manifest worden uitgangspunten en theoretische kaders beschreven die voor iedere docent (in opleiding) zeer de moeite waard zijn om te lezen. Tip voor MLI! Zie meer over dit thema op de weblog Het goede leren.
Over dit thema organiseert het lectoraat, samen met Fontys en Hogeschool Windesheim, op donderdag 2 april 2014 de conferentie ‘Onderwijs dat deugt. Normatieve professionalisering en morele vorming in het onderwijs.’
Leren, echt leren, vergt passie, de passie om het voor jezelf te ontdekken. Dat vereist vrijheid van conditionering, grote nieuwsgierigheid, intensiteit en directe waarneming en uiteraard de bereidheid ervaring op te doen
(Jan Bommerez)
Fijne zondag!
Judith
Afbeeldingen komen uit het manifest ‘Leraren en het goede leren. Normatieve professionalisering in het onderwijs’ (p.16 en p.28), te downloaden via
Zweinstein-game of ThemePark feedback (beide goed onderwijs)
Ha Judith, Dag Marcel
Ik heb besloten om maar te reageren in jouw blogpost, met een eigen kleurtje 🙂
In je blogpost “Wat vind jij goed onderwijs” schrijf je: mensenlijke interactie is bepalend voor de kwaliteit van het onderwijs. Wat beweegt een ieder? dat is toch de kernvraag … Het linkje naar de blogpost voor de liefhebber
In die zin zit voor mij een keiharde waarheid en een vraag en een combinatie van beiden. Ik bedoel, ik doe onderwijs en innovatie omdat ik leef op die menselijke interactie. Dus dat beweegt me! Interactie en innovatie (en daardoor inspiratie). En daarbij heb ik je hulp nodig. Die bied ik je graag 🙂
Een van de dingen die mij beweegt, is het zo nu en dan projecten opstarten of gewoon ‘beginnen’ aan ideeën. Zo is al veel niet gelukt (maar wel veel geleerd) en soms ook een aantal hele mooie dingen wel gelukt. Daarom zuydrobotics, daarom doitatzuyd, daarom vrrroom, daarom 2bejammed en daarom Mooczi voor Zuyd Innoveert. Marcel van der Klink en Dominique Sluijsmans hebben een nieuwe aanpak. Ideeën kunnen gepitched worden door teams van studenten en docenten en daarmee een subsidie verdienen. Maar ik kan niet kiezen? Dus Judith help! Ik zal vanuit meerdere ideeën er twee kiezen waar je uit zou moeten kiezen.
En nee, je te verwachten antwoord: pitch ze alle twee, mag niet. Waarom niet? Omdat ik niet de tijd en energie genoeg heb om beide ideeën van ‘fuel’ te voorzien. Tuurlijk mijn studenten gaan het project ‘trekken’, want ik geloof in student-power, maar toch. Ik ben op zoek naar een keuze.
Optie 1: De zweinstein-a-like game waarbij het trainen van competenties buiten het directe curriculum gestimuleerd worden. Het plan hiervoor kookt al een tijdje. De serveromgeving Eduquest is klaar, er zou nog een mooie app gebouwd moeten worden en het spel zou gespeeld moeten worden (playtesting) om het te verbeteren. Ik heb al samen met Chris Kockelkoren een poging gedaan voor een minor project aanvraag, maar we hebben geen tijd gevonden voor de laatste feedback te wijzigen en opnieuw in te leveren. Studenten worden in dit spel dus uitgedaagd om allerlei zaken te doen (quests) naast school. Uitdagingen die horen bij het vakgebied, leuke activiteiten met betrekking tot de sfeer, het bijwonen van faculteitsgerichte gebeurtenissen. En dit alles voor punten en rankings en wellicht zelfs in teams. Zoals griffioender punten kreeg bij allerlei acties van Harry Potter of Marcel Lubbermans. Same style other quests.
Deze game zou mijn voorkeur hebben. En waarom? Vanwege ‘Bilding’. En niet alleen omdat Dominique Sluijsmans, programmamanager van Zuyd Innoveert dat noemde in haar inaugurele rede noemde als 1e bouwsteen die zij als lector Professioneel Beoordelen belangrijk vindt voor de visie op beoordelen. Bij het beoordelen van studenten moet gewoon meer aandacht zijn voor het ontwikkelen van professioneel vakmanschap, het stimuleren van onderzoekend vermogen en zelfontwikkeling. Ook in het manifest over normatieve professionalisering wordt over ‘Bildung’ naast ‘Ausbildung’ gesproken. We moeten studenten beschouwen als mensen die hun creativiteit gebruiken om initiatieven te nemen. We zouden ons in het onderwijs meer moeten bewegen van rendement (resultaten) naar waarde (vorming). Bildung gaat over zelfontplooiing, dat je in staat ben tot moreel oordelen en kritisch denken. Zoals in mijn blog over goed onderwijs ook al refereerde, het hoort ook bij de 21st century skills.
Optie 2: We gebruiken veel instrumenten binnen Zuyd om te ervaren hoe studenten ons onderwijs vinden. Blokenquetes en NSE zijn voorbeelden van meetinstrumenten waar ook targets aan verbonden zijn. Maar die zijn slechts 1x per blok of jaar en wordt door studenten (door de hoeveelheid aan vragen) vaak als irritant ervaren, waardoor dat de hoevedheid deelnemers soms beperkt is. Om sneller commentaar te krijgen proberen we bij ICT met koffieuurtjes informeel te polsen hoe het is. Maar ook hier is het beeld beperkt, informeel en vaak slechts een/een aantal meningen. Je zou sneller een breder beter beeld willen krijgen en interacteren (whatsapp style) reageren. Anoniem als de student dat wenst, persoonlijk als daarom gevraagd wordt. Een app, waarbij je TheSims of Thempark stijl kunt aangeven hoe je je voelt over bepaalde onderwerpen die bij een MT lid van de opleiding binnen komen zou dan mooi zijn. Studenten zouden dan via een puntensysteem beloond kunnen worden voor het geven van feedback, waarbij (periodiek) het geven van positieve feedback gestimuleerd wordt.
Dat betekent automatisch dat ik niet voor deze optie kies. In de reactie onder dit blog zag ik dat Chris Kockelkoren zijn voorkeur hiervoor uitsprak. Ik ben het dit keer niet met hem eens. Waarom? Omdat deze game voor mij te veel over meten en rendementen gaat. Als je mijn blogs over onderwijsvernieuwing, samen leren goed gelezen hebt, snap je dat. Te vaak gaat de discussie over onderwijskwaliteit over meetbare resultaten, omdat hiermee vergelijking tussen onderwijsinstellingen gemaakt zou kunnen worden. Maar jij weet net zo goed als ik dat al die cijfertjes ook heel goed te manipuleren zijn. Met deze game probeer je volgens mij dan het ‘systeem’ in stand te houden. Of misschien begrijp ik het doel van deze game niet goed? Enne …. waarom zou alleen het geven van positieve feedback gestimuleerd worden?
Je snapt dat ik studenten ICT een van beide projecten wil laten pitchen, maar ook bouwen en runnen. Je snapt ook dat een van mijn valkuilen, het niet kunnen kiezen, wederom problemen oplevert. Wat super dat studenten dit gaan pitchen!
Dus Judith help, want beide vind ik goed onderwijs.
En heb ik je geholpen? Ik heb gekozen. Ik vind de ene game eigenlijk toch iets beter goed onderwijs 😉
Groet Marcel
P.S. Sorry dat ik refereer naar een blogpost die je nog gaat posten 😉 Maar ik reageer er wel alvast op. Nou ja zeg 😛 Ik was wel even van m’n apropos. Ik dacht dat we elkaar concept blogposten niet zouden lezen 😉 Maar het was uiteindelijk een smakelijk amuse voor onze lezers.
Beoordelen verankeren in visie op leren
Jammer dat je niet bij de inauguratie van Dominique Sluijsmans kon zijn, Marcel. Zoals ik al twitterde, het was een inspirerende humoristische rede (zie ‘alle’ tweets van de middag met #profbeo)
Dominique (aka dommarag) hield vrijdag 19 april haar inaugurele rede als lector van het lectoraat Professioneel Beoordelen. De rede is online te lezen (klik op de afbeelding), maar ik heb voor je ook een fysiek exemplaar meegenomen in een tas met daarin ook 5 bouwsteentjes (check je postvak :)).
Dominique benoemde namelijk vijf bouwstenen die zij als lector belangrijk vindt voor de visie op beoordelen die past bij de dynamische context van het HBO. Het lectoraat Professioneel Beoordelen legt zich toe op vragen als: Welke functie heeft beoordelen in het HBO? Wat vraagt toekomstbestendig beoordelen van opleidingen?
Zelf ben ik niet zo van het ouderwets toetsen waarmee alleen reproductie van kennis wordt beoordeeld (het betere stampwerk zullen we maar zeggen). Uit de rede van Dominique begrijp ik dat ook niet meer van deze tijd is. Gelukkig maar. Tijdens de workshop van Marcel van der Klink (over kritisch durven zijn naar je eigen handelen) die ik voorafgaande aan deze inauguratie volgde, bleek ook dat leren voor mij een sociaal proces is, en dat altijd al is geweest 🙂
Een korte samenvatting van de publicatie met punten die ik belangrijk vind 😉
Bouwsteen 1: de professie
waarbij als 3 belangrijkste doelen worden benoemd: ontwikkelen van professioneel vakmanschap, het stimuleren van onderzoekend vermogen en zelfontwikkeling:
- Van stabiele beroepen naar dynamische professies
betekent dat kennis en vaardigheden die moeten worden beoordeeld niet een lange houdbaarheidsdatum hebben (daar weet jij als onderwijscoördinator van faculteit ICT alles van) - Van Ausbildung naar Bildung
Toen ik het woord ‘Bildung’ hoorde, moest ik meteen aan collega Harry denken 😉 Hij bepleit hier regelmatig voor. Bildung gaat over zelfontplooiing, dat je in staat ben tot moreel oordelen en kritisch denken. Gelukkig noemde Dominique 21st century skills en empatische aspecten die hierbij een belangrijke rol spelen. - Van schools curriculum naar een rijke leeromgeving
die gekenmerkt worden door uitdagende taken die authentieke taken uit de beroepspraktijk nabootsen. Als voorbeeld noemt ze de game GIMMICS waarin de dagelijkse praktijk van een apotheek wordt gesimuleerd. De rijke leeromgeving bestaat uit formele, informele en non-formele contexten waarbij ICT een belangrijke rol vervult 🙂
Wat leuk! Zie ik al lezend en bladerend ineens dat wij genoemd worden in de rede, in een voetnoot, dat wel ;), maar gelukkig wel als nummer 11 *grijns*
Hoewel ik het gebruik van ICT bij beoordelen vanwege mijn gebrek aan expertise op dit gebied niet expliciet verder uiteenzet in deze rede, is het van belang bewust te zijn van deze ontwikkelingen, ook als het gaat om beoordelen. Judith van Hooijdonk, Marcel Schmitz, Chris Kuijpers en Chris Kockelkorn zijn collega’s binnen Zuyd die zich met passie inzetten ICT meer te integreren in leren en beoordelen.
Bouwsteen 2: een programma van professioneel beoordelen
- Van losse toetsen naar een programma van beoordelen
“beoordelen heeft echter niet alleen de functie om bekwaamheid vast te stellen. Beoordelen moet vooral de student helpen verder te leren” (p. 21) - Van sluitstuk van leren naar start voor leren
“Het is zinvol te starten met uitdagende beoordelingstaken die gericht zijn op belangrijke vaardigheden, zoals onderzoekend vermogen” (p.22) - Van convergent naar divergent beoordelen
dat betekent dat resultaten niet worden vertaald in cijfers maar in kwalitatieve en narratieve informatie
Bouwsteen 3: de professionele beoordelaar
- Van vakdocent naar expertbeoordelaar
investeren in bekwame beoordelaars is noodzakelijk waarbij beoordelen niet alleen gericht is op de instrumentele kant, maar vooral op het gedrag van de beoordelaar. - Van één objectieve beoordelaar naar meerdere subjectieve beoordelaars
Objectief beoordelen bestaat niet. Om betrouwbaar te beoordelen zijn verschillende subjectieve oordelen nodig, van docenten, experts, werkplekbegeleiders of studenten. - Van informatiearm beoordelen naar informatierijk beoordelen
dat betekent studenten continu voorzien van feedback, vragen te stellen en te betrekken bij discussies over beoordelingstaken!
Bouwsteen 4: de professionele student
- Van informatieverwerver naar kenniswerker
beoordelen behoort minder plaats te vinden dmv kennistoetsen maar meer op het aantonen van het kunnen werken met kennis (ook in het kader van fraude-/plagiaatbestrijding is dit zeer wenselijk) - Van scholier naar onderzoekende professional
waarbij professioneel gedrag (normen en waarden -laatst nog ter sprake gekomen ivm de woorden die sommige studenten gebruiken in mail naar docenten en werkbegeleiders-) en nieuwsgierigheid naar kennis belangrijk zijn. Maar als je wilt dat studenten zich professioneel gedragen, moet je ze ook als zodanig behandelen. - Van ‘zeg me wat ik moet doen’ naar ‘ik weet wat ik wil doen’
Eigen verantwoordelijkheid nemen voor je eigen leren, heel belangrijk vind ik. Autonomie, competentie en doelgerichtheid zijn belangrijke voorwaarden voor de motivatie van de student.
Bouwsteen 5: een professionele beoordelingscultuur
wordt gekenmerkt door een professionele leefgemeenschap waarbij kennis en ervaringen gedeeld worden (hear hear!, en daar kunnen sociale netwerken een ondersteunende rol spelen natuurlijk ;)) Als inspirerend voorbeeld noemt Dominique het Finse VERME project waarbij leerkrachten met verschillende expertise bij elkaar komen om hun ervaringen te delen. Dit betekent dat naast dat de voorgevel eruit moet (citaat Karel van Rosmalen) ook de klaslokaaldeuren opengezet moeten worden. Ik hoop het zo!
- Van individueel leren naar collectief leren
- Van een afhankelijke opstelling naar het nemen van regie
- Van ad-hockwaliteit naar duurzame kwaliteit
Uit deze 5 bouwstenen heeft Dominique de volgende definitie geformuleerd:
‘Professioneel beoordelen betekent dat de student in de weg naar startbekwame beroepsbeoefenaar in een gebalanceerd en samenhangend programma van beoordelen een groot aantal beoordelingstaken uitvoert. Deze taken zijn ontworpen door bekwame beoordelaars. De beoordelingstaken leveren informatie c.q. bewijs over het kennen en kunnen. Bekwame beoordelaars verzamelen en interpreteren de informatie c.q. het bewijs op een zodanige wijze dat deze interpretatie niet alleen de studenten handvatten biedt die hen motiveren en inspireren beter te worden in de professie, maar ook leiden tot het nemen van betrouwbare, valide en transparante beslissingen over het professioneel vakmanschap, het onderzoekend vermogen en de mate van zelfontwikkeling. Het hele proces voltrekt zich in een leer- en werkomgeving waarin alle betrokkenen professioneel handelen en zich professioneel gedragen, in een leer- en werkomgeving die representatief is voor de professie en in een leer- en werkomgeving die is gericht op kwaliteitsbewustzijn en voortdurende kwaliteitsverbetering.’
De rede was heel aangenaam om naar te luisteren, het boekje geeft nog aanvullende voorbeelden waardoor dit ook een het zeer prettig leesbare tekst is.
Ik wens Dominique veel succes. We zullen vast in de (nabije) toekomst samenwerken.
Fijn dat de publicatie al digitaal beschikbaar is via de website van het lectoraat, maar ik hoop dat Dominique haar publicatie ook nog aanbiedt aan Zuyd Bibliotheek zodat het opgenomen kan worden in de HBO-Kennisbank en daardoor ook vindbaar in Narcis. 🙂
Judith







