Site-archief

#Onderwijs2032

Goedemorgen Marcel,

Op donderdag 1 oktober was ik niet veel online en daarom de presentatie van het Platform Onderwijs2032 (onder leiding van Paul Schnabel) gemist met de hoofdlijnen van het voorlopig advies over het onderwijs van de toekomst. Het advies is het resultaat van een maatschappelijke dialoog met leerlingen, leraren, ouders, bestuurders, wetenschappers, vertegenwoordigers van maatschappelijke en culturele organisaties en het bedrijfsleven, tevens is er gebruikgemaakt van (wetenschappelijke) literatuur. Hoewel dit advies gericht is op een toekomstgericht curriculum voor basisonderwijs en voortgezet onderwijs, is het ook voor het hbo belangrijk. Immers deze leerlingen worden uiteindelijk onze studenten 🙂

Onderwijs2032

Ik heb het advies even gescand op de termen ‘ict'(0), ‘technologi’ (13), ’21st’ (0), ‘mediawijs'(2), ‘digita’ (11). Mooi dat er aandacht is voor mediawijsheid! Enkele citaten uit het advies:

Toekomstgericht onderwijs maakt leerlingen digitaal vaardig en ‘mediawijs’. Dat is nodig, want ze leven in een wereld waarin nieuwe technologieën en digitale informatie van grote invloed zijn op het persoonlijke en werkende leven van iedereen. Hoe kun je nieuwe technologische diensten en producten het beste benutten? Hoe kun je digitale informatie duiden en verwerken? En hoe ga je goed om met (digitale) media en beelden? Het is van belang leerlingen samen met leraren op zoek te laten gaan naar de antwoorden op dergelijke vragen.

Het Platform acht het van groot belang dat leerlingen kennis hebben van nieuwe technologieën en weten hoe ze die kunnen inzetten. Daarom horen digitale vaardigheden thuis in de vaste kern van het onderwijs. Het gaat daarbij om mediawijsheid en het vinden, verwerken en creëren van digitale informatie (tekst en beeld), maar ook om het kunnen toepassen van technologieën om antwoorden op vragen te krijgen (zogeheten computational thinking). Er zijn al scholen in het primair- en het voortgezet onderwijs die hun leerlingen digitale vaardigheden bijbrengen, maar het is belangrijk die nog nadrukkelijker bij leerlingen te ontwikkelen.

De school van de toekomst maakt optimaal gebruik van de groeiende mogelijkheden van technologie, niet als doel, wel als middel. Daardoor wordt gevarieerd onderwijs op maat mogelijk. Nieuwe technologieën bieden leerlingen de mogelijkheid in eigen tempo en op eigen niveau een eigen portfolio te ontwikkelen en buiten de school te leren. Zo krijgen ze meer grip op hun eigen leerloopbaan, wat hen meer motiveert om te blijven leren.

Het feit dat mediawijsheid wordt benoemd als integraal onderdeel van het curriculum betekent imho dat de minor digicoach van dNP echt niet meer als minor moet worden aangeboden maar ook een vast onderdeel van het pabo-curriculum zou moeten zijn. Het advies is echt op hoofdlijnen beschreven. De vraag is of we wel zo ver in de toekomst kunnen kijken. Wie weet hoe de samenleving over 17 jaar er uit ziet? Dat er professionaliseringstijd voor leraren en docenten moeten zijn, dat we meer samen moeten werken (professionele leergemeenschappen), dat we als organisatie moeten toegroeien naar een lerende organisatie lijken me basisvoorwaarden om onderwijs, leren en lesgeven voor de toekomst vorm te geven. Hoe flexibel zijn we om ons echt aan te passen aan die veranderende toekomst?

Vandaag stond het advies weer even in de Twitter-spotlight. Gerd Biesta schrijft in Trouw vandaag ‘Onderwijs moet de leerling meer vormen’. Hij houdt ons terecht een spiegel voor. In het advies gaat het (net zoals in vele curricula herzieningstrajecten bij Zuyd) over het belang van persoonlijke ontwikkeling: leerslingen/studenten moeten in eigen tempo, eigen niveau, op eigen manier kunnen leren. Kunnen we als onderwijs effectief en goedkoop zulke individuele trajecten organiseren? Willen we het individu centraal stellen in ons onderwijs? vraagt Biesta. Of gaat het toch meer over persoonsvorming? Zou school niet “een plaats moeten zijn waar we tegenkomen wat we uit onszelf wellicht nooit hadden gezocht?”

Food for thougt, ook voor Zuyd.

Judith

btw …. De OECD heeft op verzoek van het Platform 4 papers geschreven. Ook nog wel eens de moeite van het lezen waard, een keer … 🙂

Goed hoger beroepsonderwijs: functioneel of dienstbaar? Lezing Gert Biesta #MLI

Dag Marcel,

Vorige week vonden in het hoger onderwijs de openingen van het nieuwe studiejaar plaats, vaak worden daar sprekers voor uitgenodigd. Zo ook bij Fontys Hogescholen. Gert Biesta verzorgde daar de opening, en de studenten van de MLI waren daarbij uitgenodigd. Jammer dat ik dat miste 🙂 maar gelukkig kan ik nog inloggen met mijn studentenaccount zodat ik de lezing nog kon bekijken.

Biesta’s boek Het prachtige risico van onderwijs heb ik in bezit  maar omdat ik er geen tijd voor had om te lezen heb ik het uitgeleend aan Olaf. Benieuwd wat hij er van vindt. Toch heb ik al vaker artikelen van Biesta gelezen en is zijn gedachtegoed is me bekend: 1) kwalificatie (het opdoen van kennis en vaardigheden), (2) socialisatie (waarden en normen van een gemeenschap) en (3) subjectivering (persoonlijke vorming tot een zelfstandig, verantwoordelijk en kritisch individu). Ik heb hem al vaker in mijn blogs benoemd. Gert Biesta wordt vaker geciteerd in discussie over goed onderwijs, en dan met name als het gaat over normatieve vragen zoals in het Bildungs debat bij Zuyd. Ook in de kernwaarden zoals beschreven in de strategische agenda 2025 van de Vereniging Hogescholen, zie je zijn gedachtegoed terug.

Biesta begon zijn lezing met het duiden van opvallende ontwikkelingen en verschuivingen in het onderwijs in Nederland. Hij verwees naar zijn publicatie Goed onderwijs en de cultuur van het meten waarin hij de vraag stelt

Meten we wat we waardevol vinden
of zijn we waardevol gaan vinden wat wordt gemeten?

In onderwijsland heerst een onvrede met de afrekencultuur die maar tot zekere hoogte tot verbetering heeft geleid. De meetcultuur met haar schijnzekerheid van cijfers heeft geleid tot een hernieuwde aandacht voor normen en waarden. De vraag die hierbij nu vaak gesteld wordt is: wat is goed onderwijs?  Biesta bedoelt hiermee niet effectief (proces) of excellent (competitie) onderwijs, maar heeft het over waarden en waarderingen.

Biesta constateert ook een ‘ver-lering’ van het onderwijs. In de afgelopen 20 jaar wordt steeds vaker gesproken in termen van leren: gepersonaliseerd leren, levenlang leren, informeel leren, leeromgevingen. Biesta pleit om de discussie terug te brengen naar onderwijs in plaats van leren. De taal van het leren gaat over een (individueel) proces en is abstract. Terwijl onderwijs gaat over inhoud, doel en relaties. Biesta’s theorietje, zoals hij dat zelf noemde:

onderwijs gaat ergens over [aanbieden/verwerven van kennis en vaardigheden],
onderwijs representeert altijd tradities [manieren van doen en zijn] en
onderwijs werkt altijd in op de persoon.

Dat betekent, volgens Biesta, dat het onderwijs daar expliciet verantwoordelijkheid voor dient te nemen. Onderwijs behoort aandacht te besteden aan de reeds eerder genoemde drie deeldomeinen: (1) kwalificatie, (2) socialisatie en (3) persoonsvorming en hoort deze drie domeinen in balans te houden. Dan spreek je volgens Biesta over goed onderwijs. Dit is niet gemakkelijk, want er is altijd spanning tussen deze drie domeinen.

Goed onderwijs vraagt om drie-dimensionaal denken en doen

Dat betekent dat we altijd deze vragen vragen moeten stellen:

  • Wat willen we dat onze studenten in ieder van de 3 domeinen bereiken?
  • In welke vorm? Hoe ontwikkelen/ontwerpen het onderwijs?
  • Hoe gaan we om met de balans. Hoe maken we afwegingen tussen het belang tussen de 3 domeinen?

Dat is complex is en dat het werk van de docent dat ook is, geeft Biesta toe.

Wat betekent dat in het hbo? Wat is goed hoger beroepsonderwijs?
Biesta gelooft niet dat het hbo bij uitstek gericht moet zijn op kwalificatie maar zeker ook op socialisatie (beroepsidentiteit): het inleiden van de student in en verbinden met de beroepscultuur. Goed beroepsonderwijs vereist ook expliciete aandacht voor de richtinggevende waarden van een beroep. Vervolgens legt Biesta uit dat ethisch handelen niet automatisch leidt tot goed onderwijs. De filosofische gedachtegang die hij vervolgend deelde, vind ik lastig te reproduceren, maar ik snapte hem wel. Binnen het 3e domein ‘persoonsvorming’ benoemde Biesta: Bildung, beroepsethiek en vorming tot volwassenheid. Zowel in de opvoeding als in het onderwijs is het onze taak om kinderen / studenten te helpen hun zelfstandigheid bevorderen, ook door los te laten.

Goed onderwijs draait dus ook om identiteitsvorming: ‘hoe je bent‘, maar heeft ook te maken met subjectiviteit: ‘wie je bent’.

Biesta plaatste nog een kantekening bij het veelgehoorde verhaal: het roer moet om, zoals

  • de samenleving verandert in hoog tempo (Ja zeg Biesta, voor sommige en in sommige domeinen)
  • we weten niet hoe toekomst er uit zal zien. (Volgens Biesta veranderen de normen en waarden over democratie, ecologie en zorg niet snel)

Als we het hebben over waardevol onderwijs moeten we naast begrippen over kenniseconomie, competitie, flexibiliteit, functionaliteit ook termen als democratie, ecologie en zorg toevoegen aan deze referentiepunten.

Onder functioneel hoger beroepsonderwijs verstaat Biesta doen wat er gevraagd wordt en dienstbaar hbo is dienstbaar aan samenleving, werkveld en student. Waardevol onderwijs betekent ook dat je als onderwijs(instelling) niet precies moet doen wat er gevraagd. maar nadenken over de waarden waar je voor wilt staan. En de vraag stellen: Is dat wat goed voor je?

Interessante lezing van Biesta. Ook lastig te volgen soms. Ik was blij dat ik sommige stukken nog eens opnieuw kon beluisteren. Zoals gezegd het was nogal filosofisch van aard. In een gastblog heeft Biesta onlangs een poging tot verdere verheldering gedaan mbt persoonsvorming / subjectificatie. Met onderstaand citaat sluit ik dit blog af. Een mooie overweging voor de rest van de zondag 🙂

In mijn recente werk benoem ik deze hele dynamiek vaak in termen van volwassenheid. Volwassenheid is daarbij niet de uitkomst van een ontwikkelingsproces, maar een manier van in de wereld zijn. Volwassen-zijn betekent dat we niet onze eigen wensen en verlangens (met inbegrip van de wensen en verlangens die we hebben rondom onze identiteit) centraal stellen, maar steeds weer de vraag stellen of wat we wensen en verlangen goed is voor ons eigen leven, ons leven met anderen (democratie) en het leven op een planeet met beperkte mogelijkheden (ecologie). De vraag is, met andere worden, of onze wensen wenselijk zijn en onze verlangens ‘verlangbaar‘. Wat het antwoord op die vraag is, is iets wat ieder van ons uiteindelijk alleen zelf kan bepalen, waarbij we uiteraard ook verantwoordelijkheid dienen te nemen voor het antwoord dat we geven. Een belangrijke taak van onderwijs en opvoeding is om die vraag tot een levende vraag in het leven van kinderen en jongeren te maken – een lastig proces, maar zeker niet onmogelijk.

Judith

Conferentie Bildung en techniek in het onderwijs van de toekomst

BildungHUHallo Marcel,

Ik kwam een berichtje tegen dat de Faculteit Educatie van de Hogeschool Utrecht een interessante conferentie over Bilding en Techniek in het onderwijs organiseert op 29 augustus in Utrecht.

Er worden visies over Bildung en technologie gepresenteerd door Hans Schnitzler, Sandra Verbruggen en Theo van den Bogaart. Er volgt uiteraard een dialoog en er worden workshops en lezingen aangeboden over o.a. gamification, de interactie tussen mens, machine en media en de ethische grenzen van ict gebruik in het onderwijs.

“We willen elkaar prikkelen en geprikkeld worden tot meer diepgang, vraagstukken en onderzoek naar onderwijs, techniek en bildung, waarbij ook de eigen vooroordelen onder de loep worden genomen. Van hieruit willen we werken aan visievorming: wat is goed onderwijs in de context van het begin van de 21e eeuw? En: welke rol voor ICT wordt daarin wel en niet gewenst? Is er sprake van een techno-utopie van het onderwijs?”

Aanmelden kan via via bildung.fe@hu.nl o.v.v. bildungsconferentie en deelname is gratis.

Het is verleidelijk, maar het is op een zaterdag 😦 en 2 uur reizen van mijn woonplaats.
Ik twijfel …. zou ik gaan?

Judith

Het stellen van trage vragen #Bildungsdebat #Zuyd

Hoi Marcel,

De Vereniging Hogescholen is al enige tijd bezig het gesprek over Bildung aan te zwengelen binnen het hbo. Bildung staat sowieso reeds langer op de agenda binnen het onderwijs. De Onderwijsraad heeft in maart 2011 een bundel essays over vorming in het onderwijs uitgegeven (met daarin ook een bijdrage van onze CvB-voorzitter Karel van Rosmalen). Bussemaker zei onlangs: “De universiteit is geen bedrijf, de hogeschool geen fabriek, de student geen klant”. Ook Biesta (kwalificatie, socialisatie, subjectivering) wordt vaker geciteerd in de discussie over goed onderwijs, zoals in het onlangs gepubliceerde strategische agenda 2025 van de Vereniging Hogescholen. Nadat andere hogescholen ons voorgingen (zoals InHolland) was gisteren het Bildungs debat bij Zuyd. Een selecte club van lectoren, collega’s uit de lectoraten en dienst O&O gingen in debat met studenten. Opvallend vond ik de aanwezigheid van het bisdom in de persoon van hulpbisschop Everard de Jong. In mijn blog over goed onderwijs schreef ik ook dat de traditionele kaders over waarden en normen verdwenen  zijn door de ontkerkelijking, waardoor de vraag “waartoe zijn wij op aard” in een ander perspectief moet worden beantwoord.

De middag begon met een voordracht van Theo Geene getiteld: “Het moet kunnen: het verlangen om in de wereld te zijn”. Hij nam ons mee met diverse filosofische terzijdes in de geschiedenis van Bildung en het belang ervan in het onderwijs. Hij gaf ons ook nogal wat leestips mee, zoals Kant, Plato, Socrates, Heinrich Heine.
Bildung gaat over zelfontplooiing waarbij kritisch denken en moreel oordelen centraal staat. Taal is hierbij volgens Maarten Dorman belangrijk: “Taal, zo is de redenatie, is een instrument om de werkelijkheid te beschrijven. En aangezien onze waarnemingen subjectief zijn, is ons beeld van de werkelijkheid subjectief. Aan het gesproken woord gaat taal, als systeem met regels, vooraf.” Maar ons onderwijs is ver-economiseerd. Martha Nussbaum schrijft in Niet voor de winst over de spanning tussen Ausbildung (beroepsgericht) en Bildung (persoonsvorming). Bas Heijne schreef in de NRC over de managementtaal (de taal van de meetbaarheid) die zo in ons onderwijs is doorgedrongen. Student worden als economische en boekhoudende consument gezien en behandeld. Inderdaad, zegt Theo Geene, de hogeschool heeft een zakelijke relatie met de student. De hogeschool is een dienstverlener die er voor zorgen dat alle faciliteiten goed geregeld zijn. De student heeft ook een leerrelatie waarbij de hogeschool een opleidende didactische taak heeft. Maar de hogeschool heeft ook een pedagogische rol om de student als adolescent te begeleiden naar zelfstandigheid. De persoonlijke ontwikkeling van de student behoeft zeker aandacht.

Hoe kunnen we Bildung meer een plek geven in ons onderwijs? Vooral door het stellen van ‘trage vragen’. Dit zijn uitnodigende vragen die je terugbrengen naar de kern waarom je dingen doet zo doet, vragen die je tot nadenken zet als eigenaar van jouw leven. Door het stellen van trage vragen wordt een kritische houding ontwikkeld. Zinvolle reflectie en burgerschapsvorming werden hierbij ook genoemd. Hoe dat nu op te nemen in het curriculum, werd in het debat erna uitgebreid besproken. Ik denk dat Theo Geene het aan het juiste eind heeft door te stellen dat we hierbij vooral moeten kijken naar het verborgen curriculum. Dat deze oneindelijk veel krachtiger is dan het formele curriculum (Volgen van den Akker: intended (beoogd), implemented (uitgevoerd) en attained (bereikt)) hebben we al veel vaker ervaren (zie ook mijn blog hierover). Tot slot zei Theo Geene nog iets over toetsen (o gruwel) en gelukkig was zijn conclusie dat Bildung gaat om een houding en niet om kennis. Houding kan je niet toetsen, wel beoordelen :).

Tot slot moesten van Theo vooral ook nog het boek van Rob Riemen lezen: Adel van de geest.

Vervolgens begon het één uur durend debat onder leiding van Eric van de Luijtgaarden. Hij zette wel de toon om Bildung te positioneren als een ‘beschavingsoffensief”. Opvallend vond ik dat dit debat niet zo ‘waardenvrij’ werd gevoerd. Er werd nogal gechargeerd “de studenten ….” en de aannames vlogen ook rond mijn oren, o.a. over de veranderende samenleving onder invloed van technologie 😦
De discussie kwam op een gegeven moment wel erg op hoe dit nu te verankeren in het curriculum. Moeten we de studie beginnen met een vormingsjaar? Vak filosofie/ehtiek invoeren? Of het vak burgerschapsvorming? Ervaring van docenten is dat studenten hier het belang niet van inzien. Studenten erkende dat de meerwaarde van deze vakken pas in hun latere leven duidelijk werden. Moeten maatschappelijke stages misschien ingevoerd worden? Het Commin-project van de Hotelschool werd hierbij als voorbeeld genoemd waarin studenten vanuit hospitality (houdingsaspecten die bij hun professionele ontwikkeling horen) in 90 uur een project voor hun omgeving uitvoeren. Maar is Bildung niet iets wat je moet voorleven? Wat is dan de rol van jou en mij, van docenten hierbij? Die vraag werd terecht gesteld door Marcel van de Klink. Bij de HU is een lectoraat normatieve professionalisering die in haar manifest schrijft:

Normatieve professionalisering is de dialogische ontwikkeling van de beroepsdimensie, waarin de docent zich bewust is van de existentiële aspecten van het werk. Dat wil zeggen dat hij de uniciteit herkent van het appel dat op hem gedaan wordt door de ander (de student). Hij probeert, met erkenning van de eigenheid van zichzelf en van de ander voor wie hij verantwoordelijk is tot goed handelen te komen.

Zie mijn eerder blog hierover waarin ik schrijf: Dit betekent voor docenten dat zij ook naast hun instrumentele professionalisering (vakkennis, pedagogische-didactische vaardigheden, ict-competenties) ook zijn/haar persoonlijkheid moet blijven ontwikkelen. Daarvoor is het zo belangrijk te reflecteren op je eigen levensloop, je normen, waarden en overtuigingen. Hoe beter je je jezelf kent als docent, hoe beter je kunt omgaan dilemma’s en veranderingen. Van onze studenten verwachten we dat ze kunnen reflecteren, dan mogen we dat zelf toch wel ook doen? We praten vaak over de 21st century skills, één daarvan is burgerschapsvorming (sociale en culturele vaardigheden).

Hoe nu verder … kwam tijdens de borrel ter sprake. Ik denk dat we de dialoog aan moeten blijven gaan. Dat gebeurt in ons huidige organisatie niet vanzelf. Mensen hebben die ruimte niet of voelen ze niet volgens Karel van Rosmalen in zijn slotwoord. Die vrije ruimte zal dan gecreeerd moeten worden. Het boek van Jos Kessels Vrije ruimte, filosoferen in organisatie die we we ook als leestip meekregen van Theo, kan hier wellicht behulpzaam bij zijn.

Het was een levendig debat met een goede inbreng van de studenten, die terecht vroegen: vraag vraag vraag ons meer, en laat mij mezelf zelf ontwikkelen. De studenten willen meer multidisciplinair samenwerken, met studenten van andere faculteiten. Ik weet Marcel, dat jij dit al vaker hebt geïnitieerd en uitgevoerd, maar organisatorisch werd het je hierbij niet gemakkelijk gemaakt. Daar liggen ook nogal wat kansen. En inderdaad er gebeurt echt best wel veel op het gebied van Bildung, alleen wordt het niet zo geoormerkt en is het niet zichtbaar in de ‘output’.

Tot slot wil ik ook eindigen zoals Theo Geene dat deed met het gedicht van Gerrit Kouwenaar. Laten we nieuwsgierig blijven!

curiosityik heb nooit

Ik heb nooit naar iets anders getracht dan dit:
het zacht maken van stenen
het vuur maken uit water
het regen maken uit dorst

ondertussen beet de kou mij
was de zon een dag vol wespen
was het brood zout of zoet
en de nacht zwart naar behoren
of wit van onwetendheid

soms verwarde ik mij met mijn schaduw
zoals men het woord met het woord kan verwarren
het karkas met het lichaam
vaak waren de dag en de nacht eender gekleurd
en zonder tranen, en doof

maar nooit iets anders dan dit:
het zacht maken van stenen
het vuur maken uit water
het regen maken uit dorst

het regent ik drink ik heb dorst.

 

Bildung gaat over denken, dus ook over je houding en standpunten over de veranderende omgeving (de VUCA-wereld!). Het gaat om scherpen van de geest. Het verbreden van je horizon. Het stimuleren om studenten te vormen en zichzelf te ontplooien binnen de beroepscontext.
Ik heb me niet gemengd in het debat, maar hopelijk wel een zinvolle 🙂 reflectie geschreven op deze interessante middag. En hiermee toch maar weer aangetoond dat je ook achter een schermpje heel open kunt zijn!

Judith

Mijn andere blogs relateerd aan het Bildung thema

Nieuwe strategische visie hogescholen #hbo2025

hbo2025Ha Marcel,

Vandaag heeft de Vereniging Hogeschool de agenda voor de komende 10 jaar gepresenteerd: “Wendbaar & Weerbaar” (pdf).

Natuurlijk staat in het voorwoord van het rapport te lezen, dat digitalisering en internationalisering steeds meer invloed krijgen in ons leven. En dat onze samenleving opener en meer verbonden wordt. Uiteraard kan het niet anders dat dit gevolgen heeft voor het hbo. Kenniscirculatie en aanpassingsvermogen zijn cruciaal, zoals dat ook al in het WRR-rapport ‘Naar een lerende economie‘ vermeld stond (zie hoofdstuk 9 over onderwijs).

Als kernwaarden worden benoemd:

  1. hogescholen nemen hun verantwoordelijkheid (maatschappelijke functie, duurzaamheid, emancipatiefunctie)
  2. hogescholen streven naar verantwoordelijke afgestudeerden
  3. hogescholen maken kennis toepasbaar (in samenwerking met werkveld)

In kernwaarde 2 komt nadrukkelijk het gedachtengoed van Biesta aan de orde: 1) kwalificatie (het opdoen van kennis en vaardigheden), (2) socialisatie (waarden en normen van een gemeenschap) en (3) subjectivering (persoonlijke vorming tot een zelfstandig, verantwoordelijk en kritisch individu). Mooi dat er ook aandacht is voor ‘bildung’.

Als uitdagende opdrachten zijn geformuleerd

opdrachtenhbo2025

Het zijn nogal wat ambities. Termen als talentontwikkeling, blended learning, levenlangleren, onderzoeken, masterniveau, netwerken, professionele leergemeenschappen, samenwerken, die ik binnen Zuyd ook regelmatig hoor, komen allemaal langs. De opdrachten zijn nogal voordehandliggend, maar desalniettemin uitdagend. Zeker als het streven is om in 2025 als instelling een lerende cultuur te hebben. Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan, zo heb ik geleerd.

Nieuwe prestatieafspraken horen niet meer bij dit streven, volgens de Vereniging Hogescholen. Nu dus afwachten op de strategische agenda van minister Bussemaker die zij binnenkort presenteert. Een paar dagen geleden kondigde ze aan dat er budget is voor honderden extra docenten in het HO. Benieuwd hoeveel daarvan naar het hbo gaan, en uit eindelijk naar Zuyd….

Judith

%d bloggers liken dit: