Onderwijs als gesprek
Ha Marcel,
Dank voor je reactie op mijn blog over rubrics en feedback 🙂 Jij schreef daarin “De meester-gezel relatie en volledige 1-op-1 beoordeling is het best en werkt meer motiverend. Zo lang we nog geen hologram-beoordelaars of robot-beoordelaars hebben blijft dat lastig in een onderwijssetting zoals het HBO”. Toch pleit Frits van Oostrom vandaag in de NRC voor meer ruimte voor het gesprek tussen studenten en docenten, ruimte om samen speels te mogen zijn. Hij deed dit pleidooi op 26 maart in zijn diesrede die tijdens de traditionele Dies Natalis van de Universiteit Utrecht.
Wie maakt uiteindelijk het verschil in het onderwijs? De docent, de gepassioneerde docent. Uit onderzoek (!) is gebleken dat de interactie tussen studenten en docenten een significante positieve correlatie heeft met de oh zo belangrijke outcomes: cijfers, rendementen. Het is, zegt van Oostrom “cruciaal om in de persoonlijke nabijheid van ‘voorbeeldige’ leermeersters te verkeren”, de kern van het aloude gildewezen. Hij pleit oa. voor het opnieuw waarderen van het mondeling tentamen. Volgens hem wordt dat nu bijna niet meer gedaan vanwege de grote tijdsinvestering en “de hang naar objectivering van het oordeel”. Het bachelor-onderwijs is te veel gestandaardiseerd geworden en daardoor onpersoonlijker. We moeten het meer zoeken in quality time en niet alleen binnen de ‘geroosterde en onbegeleide contacturen’ …. Zijn voorstel om elke student jaarlijks een voucher te geven voor een lunch met een docent, lijkt me een waardevolle. Op universiteiten als Harvard en Columbia University waar dit gebruikelijk is, wordt dit zeer gewaardeerd. De vraag of dit dan als ‘contactuur’ telt en dus meetelt in het takenplaatje van de docent en de studietaakbelasting van de student wil je eigenlijk helemaal niet beantwoorden. Oostrom greep ook terug op wat hij zelf als eerstejaars als zeer waardevol heeft ervaren: tutorgroepen van docenten met een groep eerstejaars studenten. Zo’n groep komt maandelijks informeel bij elkaar, buiten het reguliere onderwijs dus. Er staat niets tegenover: geen cijfers of certificaten. Het doel is de bijeenkomst zelf, het vrije gesprek over wat deelnemers maar wilden delen in en om het vakgebied. Een soort ‘dead poets society’ 🙂
Ik hoor altijd dat er echt wel een verschil is tussen hbo-studenten en wo-studenten. Wellicht. Ik zou het als student toch wel super vinden om regelmatig geïnspireerd te worden door docenten over het vak waarvoor ik gekozen heb. Leren we toch ook niet veel buiten de formele onderwijscontext? Onderwijs is toch meer dan een kennisfabriek. Waren we het niet over eens dat ‘bildung’ ook een taak voor het onderwijs is? Dit past toch allemaal mooi binnen jouw Zweinstein-game 🙂
Deze diesrede is wederom een pleidooi voor het herstel van kwaliteit en autonomie. Is de kanteling toch in zicht? Of is de wens de vader van de gedachte?
Groeten,
Judith
Gerelateerd blogs:
Vertrouwen. Verbinden. Vakmanschap.
Wat vind jij goed onderwijs?
Geplaatst op 28 maart 2015, in Didactiek en getagd als Bildung, onderwijs. Markeer de permalink als favoriet. Een reactie plaatsen.
Een reactie plaatsen
Comments 0