Site-archief

Vaardig,waardig,aardig #onderwijs2032 Samen.Veranderen.Doen

Misschien heb je het meegekregen Marcel? Vanmiddag kon je live volgen hoe Paul Schnabel het rapport Ons Onderwijs2032 overhandigde aan Staatssecretaris Dekker. Dit advies gaat over het toekomstgericht onderwijs eruit zou moeten zien en het is een eerste stap naar een herziening van het curriculum van het primair en voorgezet onderwijs. Misschien voor ons, werkend in het HBO, niet direct van belang, Maar uiteindelijk worden deze leerlingen wel onze studenten. Daarom goed om hier kennis van te nemen.
Wat ik mooi vind is dat de commissie zoveel mensen betrokken heeft bij de totstandkoming van dit advies. Er zijn vele gesprekken gevoerd met leerlingen, ouders, docenten, wetenschappers. Bestuurders maar ook vertegenwoordigers van het bedrijfsleven en maatschappelijke en culturele instellingen gingen met elkaar in gesprek. Het is een breed gedeelde visie. Mooi. In 2016 wordt deze visie vertaald naar een vernieuwd curriculum.

Zie ook deze prachtige Touchcast. In deze interactieve animatie kan je het hele traject tot nu toe bekijken.

Onderwijs2032

Snel heb ik het rapport gescand. Wat stukjes hier en daar geknipt uit de samenvatting en hieronder geplakt:

Het Platform pleit voor een vaste basis van kennis en vaardigheden; Nederlands, Engels, rekenvaardigheid (inclusief wiskunde), digitale geletterdheid en burgerschap als verplichte onderdelen van het kerncurriculum. Behalve kennis ook vakoverstijgende vaardigheden, het gaat om leervaardigheden, creëren, kritisch denken, probleemoplossend vermogen en samenwerken. Het Platform wil een afgebakend, wettelijk verankerd kerncurriculum en een keuzedeel dat past bij de school en de leerling. Het kerncurriculum schept een basis voor een samenhangend onderwijsaanbod. Versterking van de doorlopende leerlijn en niveaudifferentiatie zijn aandachtspunten voor de uitwerking van het kerncurriculum. Curriculumvernieuwing komt niet van de grond zolang de manier van toetsen en examineren niet wordt aangepast. Toekomstgericht onderwijs heeft zowel aandacht voor meetbare als ‘merkbare’ leeropbrengsten. Toekomstgericht onderwijs is evenmin mogelijk wanneer niet aan bepaalde condities wordt voldaan: investeren in de professionele ontwikkeling van leraren, eigentijdse lerarenopleidingen, samenwerking tussen alle onderwijspartijen en een goede digitale infrastructuur. Een stevige positie van leraren in de vervolgfase is eveneens van belang. Gezien de positieve ervaringen met de dialoog adviseert het Platform die fase interactief in te richten.

Dat Biesta veel invloed heeft gehad op de inhoud zie je vooral terug in de paragraaf ‘vaardig, waardig, aardig’

Vaardige leerlingen beschikken over een stevige basis aan kennis en vaardigheden die hen in staat stelt maatschappelijk te functioneren. Leerlingen kunnen waardig omgaan met anderen en op een verantwoorde manier bijdragen aan de samenleving. Ook vormen leerlingen in het onderwijs hun persoonlijkheid.

Dit lijkt me ook wezenlijk voor onze studenten. Ik heb al eerder geblogd nav een bezoek van Paul Schnabel aan Limburg

Mijn mening is dat Zuyd expliciet zich zou moeten profileren op ‘persoonsvorming’ vanwege haar missie “professionals ontwikkelen zich met Zuyd”. Ik vermoed dat naar de toekomst toe je als onderwijs alleen het verschil kunt maken op de persoonlijke contacten en beleving. Dat hierbij ook ict en learning communities een ondersteunende rol in kunnen spelen, lijkt me in de huidige samenleving voor de hand liggend.

Daarom vond ik het initiatief dat ik vanmorgen toevallig via een tweet van Brigitte Schallenberg collega en MLI-er zag erg mooi: de Bildung Academie voor waardige en aardige studenten! Dit initiatief is voor universitaire studenten en alleen te volgen in Amsterdam. Een half jaar lang volg je modules waarin je werkt aan persoonsvorming en maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef. Alhoewel ik vind dat dit een integraal onderdeel zou moeten zijn van je opleiding, is blijkbaar momenteel de ervaring dat hieraan te weinig tijd aan wordt besteed. Zie ook het Bildungsdebat dat ook bij Zuyd is gevoerd maar waar ik niet veel meer over hoor. Volgens mij streef het Honoursprogramma van Zuyd dezelfde doelen na. Dit programma was alleen voor excellente studenten en bestaat inmiddels niet meer. Misschien tijd voor een revival? Maar dan wel toegankelijk voor alle studenten.

Als I-adviseur ben ik ook blij met dit stukje tekst 🙂

Het Platform vindt dat werken en leren in de digitale wereld en met nieuwe technologieën tot de kern van toekomstgericht onderwijs behoren. Het gaat om vier onderdelen: dat leerlingen ICT-basiskennis opbouwen, informatievaardigheid ontwikkelen, mediawijs worden en leren begrijpen hoe technologie werkt (computational thinking). Samengevat als digitale geletterdheid.

Maar zeker ook met

Investeren in professionele ontwikkeling en samenwerking.  Leraren moeten wat het Platform betreft samen met hun leidinggevenden beter in staat zijn om in teamverband invulling te geven aan het onderwijsprogramma. Dat vereist onderwijskundige kennis, leiderschap en samenwerking binnen lerarenteams. Toegang tot inspirerende voorbeelden en (wetenschappelijk) onderzoek is daarvoor een belangrijke voorwaarde. Leraren moeten de tijd krijgen om binnen én buiten de school met collega’s en professionals te werken aan een samenhangend curriculum en kennis te delen over pedagogiek, didactiek en leerinhoud. Dat vraagt van schoolleiders een actieve, stimulerende en faciliterende rol. Bij een toekomstgericht onderwijsaanbod hoort een organisatie van de school die het leerlingen mogelijk maakt minder plaats- en tijdgebonden te leren. Het is aan de leraren om daar in samenspraak met de schoolleiding en -besturen vorm aan te geven. Het gaat bijvoorbeeld om onderwijstijd, lesvormen, de manier waarop leerlingen worden gegroepeerd en het gebruik van leermateriaal. Om van innovatieve mogelijkheden gebruik te kunnen blijven maken, is het cruciaal de kwaliteit van de ICT-infrastructuur en de bijbehorende professionalisering op peil te houden.

Hoe onze samenleving over 16 jaar in 2032 eruit zal zien? Ik weet het niet. Niemand denk ik. We hebben geen van allen een glazen bol. De enige constante factor is de verandering. Niets is zeker en de technologische ontwikkelingen gaan snel. Tsja die VUCA-wereld hè? Dus ja, ik ondersteun de ingezette koers (voor wat het waard is ;)). Ik hoop wel dat dit niet pas in 2032 gerealiseerd is. Het zijn ontwikkelingen die nu al spelen, en niet alleen in het PO en VO, maar zeker ook in het HBO,

Ronald Buitenlaar vroeg via twitter om een samenvatting van het advies in drie woorden. Voor de hand liggend was natuurlijk de mooi gevonden termen ‘vaardig, waardig, aardig’ te tweeten. Dat deed ik dan, maar daarna noemde ik ‘samen veranderen doen’. Mijn kernwoorden bij elke vorm van samenwerken, onderwijs en vernieuwing.

groeten,
Judith

Libraries are important to community education ecosystems

Hallo Marcel,

Vorige week heb ik IP, het vakblad voor informatieprofessionals weer even meegepikt van het aanwinstenrek van Zuyd Bibliotheek. Het laatste nummer van 2015 is een onderwijsspecial, een lezenswaardig nummer. Vooral het artikel van Heino Logtenberg ‘Van docent naar meestergids, van informatieprofessional naar co-creator’ en de bijdrage van Hilde van Wijngaarden ‘Heeft Nederland OER librarians nodig?’ (wat uitgebreider te lezen in Trendrapport Open en online onderwijs). Beide refereren naar de rol van de bibliothecaris / informatieprofessional bij de toenemende ontwikkeling naar open en online onderwijs via de huidige trend blended onderwijs.

Logtenberg focust vooral op het ontzorgen van docenten door instructional designers die docenten onderwijskundig ondersteunen. De informatieprofessionals kunnen docenten ondersteunen door het aanleveren van bronnen. Dat doen de collega’s van Zuyd Bibliotheek natuurlijk al. Ik merk in mijn gesprekken met docenten wel dat het nog niet bij iedereen opkomt om hen daarvoor te vragen. Logtenberg ziet ook een rol voor bibliothecarissen bij het opzetten van een online open educational resources-plein waarin door docenten aangeleverde onderwijsmaterialen (bv kennisclips, video’s die studenten in het werkveld hebben gemaakt) interactief wordt gemaakt en verrijkt met koppelingen naar de bibliotheekcollectie en sociale media als Twitter, Facebook en Whatsapp. Uiteraard dienen bibliothecarissen ook samen met uitgevers te bekijken hoe ze toegang tot hun materialen beter in de leeromgeving kunnen realiseren. In een ander artikel in dit IP-nummer las ik over een mooi initiatief ‘spotify voor juridische literatuur‘ en het ‘all you can read’-model eStudybooks binnen het project Flexibele en persoonlijke leeromgeving van de programmalijnen van SURF voor 2016 ‘Onderwijs op maat’. Een mooi scenario deze verandering van bibliothecaris naar co-creator. Ik ben voor!

Wijngaarden constateert nav de inventarisatie in 2015 dat er in Nederland weinig OER bibliothecarissen zijn, zoals dat in de Verenigde Staten al wel meer gebruikelijk is. Veel meer informatieprofessionals zouden moeten helpen bij zoeken, vinden, ontsluiten en gebruiken van open educational resources. Tenminste als wij de doelstelling van de minister willen halen om in 2025 al het onderwijsmateriaal open te laten delen. Jep! Ook voor!

De rol van de bibliothecaris bij het ontwikkelen van onderwijs is zoooo belangrijk. Dit sluit aan bij de presentatie van Lee Rainie, director of Internet, Science, and Technology research at Pew Research Center (via Pedro De Bruyckere). Zie onderstaande presentatie waarin hij de resultaten van het onderzoek Libraries at the crossroads presenteert.

new survey findings about how people use libraries, the kinds of services and programs people would like from libraries, and how libraries are connected to communication education and learning environments

Hoewel dit onderzoek en de cijfers over Amerikaanse Public Libraries gaat, zie ik (of wens ik?) overeenkomsten met de rol die onze bibliotheek en haar informatieprofessionals volgens mij dienen te vervullen in de door mij gewenste learning design teams.

Groet,
Judith

Carpe Diem #onderwijsontwerpen

Ha Marcel,

In jouw blog hoe je een student online kunt ‘grijpen’ refereer jij naar een Blackboard top 5 waarin al eerste tip wordt genoemd: “Probeer je conversaties zo persoonlijk mogelijk te maken, aangepast op de behoeften van je doelgroep”. Ik moest meteen denken aan het Five stage Model van professor Gilly Salmon van de Swinburne University of Technology. Ik ben groot fan van haar model. Ik heb het ook gebruikt voor het ontwerp dat ik gemaakt heb voor MOOCZI ihkv mijn studie. Ik heb al op verschillende blogs over haar model geschreven. In de serie #onderwijsontwerpen hoort zij ook thuis.

Five stage Model

FiveStageModelWaarom ik zo enthousiast ben over haar model? Omdat zij in haar Five Stage Model de stappen laat zien om een klimaat te creëren om samenwerken te bevorderen waardoor beter kennis gedeeld wordt. Het framework [pdf] is een gestructureerde opbouw van een online cursus.

Belangrijk lijkt me om in de opbouw van een online/blended cursus rekening mee te houden. Altijd beginnen met een cursus-overzicht, een tijdsplanning en een welkomst-videoclip van de docent(en). Ook vind ik het belangrijk om een aparte button te reserveren voor contactgegevens van de docenten (en medestudenten).

 

Carpe Diem Learning Design

An opportunity to design for participation and get your unit/module/course into fully digital, blended or mobile mode
Gilly Salmon

carpediemDeze methode van Gilly Salmon is een team-based learning design. Op haar website vind je het Carpe Diem Workbook [versie 17012015] en nog meer bronnen zoals slides en videos. Carpe Diem proces bestaat uit 6 stappen:

  1. maak een blueprint, gezamenlijk toekomst op de toekomst met de doelen die je wilt bereiken
  2. maak een storyboard, maak het proces van leeruitkomsten, onderwijs en toetsen visueel, hiervoor kan je het five stage model gebruiken
  3. bouw een online prototype met enkele realistische en testbare opdrachten
  4. reality check door collega’s (en studenten), leer van hun feedback
  5. Herzien en aanpassen, kijk nog eens terug naar storyboard en bekijk de feedback
  6. Planning, bouw samen met het team de cursus

Mooi materiaal om mee aan de slag te gaan, lijkt me zo!
groet,
Judith

Eerder geblogd op Joule4jou hier en hier en op MOOCZI.

Hoe grijp je de online student #onderwijsontwerpen

Ha Judith,

Na onze bijpraatsessie met Ankie, Chris en Marcel G. (waarvoor dank) ben ik wat op de bank aan het uitbuiken met internet bij de hand. Via de blogsite van Blackboard, waar een aankondiging stond over een learning analytics bijeenkomst kwam ik op de door Blackboard top 5 van zaken die je moet doen om online studenten te ‘grijpen’. Weliswaar van een van de aanbieders van online leersystemen, maar toch een interessante lijst (met mijn commentaar eronder in italcs)

  • Probeer je conversaties zo persoonlijk mogelijk te maken, aangepast op de behoeften van je doelgroep

Volgens mij een vaste regel, niet alleen bij online studenten, maar bij alle studenten, sterker nog overal waar je bezig bent met mensen is dit denk ik een regel. Daarom niet minder belangrijk en daarom ook eentje die we moeten onthouden.

  • Ontwikkel een interessant portfolio aan programma’s

Zonder aansprekend aanbod geen behoefte. Ook dat is logisch. Zuyd kan beginnen vanuit al die mooie lectoren met superonderwerpen. Voorlopers op hun vakgebied. Daarnaast zijn in onze faculteiten stuk voor stuk mooie voorbeelden te vinden van innovaties met het werkveld. Zaken om trots op te zijn zaken die ons portfolio zeker een plek verdienen. Nu nog online en open ontsluiten? Begin jij te verzamelen en te delen?

  • Hoe vaak kan ik starten/afsluiten, hoe lang duurt de cursus, wat krijg ik er voor en liever vaker aanbieden en kortere cursussen of delen dan het grote werk waarbij het overzicht of de voortgang uit beeld raakt

De werkende of werk zoekende, een gezin hebbende, een mantelzorgtaak hebbende, een vrijwilliger zijnde allemaal zaken die belangrijk zijn in het leven van onze online student. Dus duidelijkheid over waar wat wanneer te plannen is en wat het oplevert is belangrijk. Ook overigens bij de offline student. Er is natuurlijk geen echt verschil maar goed.

  • Hoe makkelijker het is om te enrollen des te meer enrollments krijg je

Facebook koppelingen, twitter koppelingen, koppelingen met een eventueel Zuyd, Gmail, outlook account. Het is erg jammer dat de identity 2.0 movement nog geen duidelijke tool heeft opgeleverd. Het is inmiddels 9 jaar geleden dat ik hierdoor geinspireerd ben geraakt (door zowel inhoud als vorm)

  • Probeer ze te pakken als ze willen leren

Het blijkt dus volgens het stuk dat in januari en februari de meeste online studenten willen leren. Dit hebben ze gebaseerd op zoekresultaten van de zoekmachines. Waardoor? Onder andere de goede voornemens van het nieuwe jaar. Grijns, in ieder geval leuk om te leren. En ook logisch dat je gebruik moet maken van het momentum. We denken dan toch al gauw aan het stramien van ons reguliere onderwijs als we praten over online onderwijs in plaats van echt tijdsonafhankelijk. Van de andere kant blijft het lastig om  een vrije structuur te koppelen aan onze onderwijslogisitiek. Een mooie uitdaging.

Leuk om te zien dat Blackboard door de jaren heen zichzelf ook ontwikkeld heeft en dit soort artikelen schrijft. Maar het blijft een Amerikaans bedrijf. Het filmpje dat er bij zit is mooi maar ook typisch USA. Heerlijk!

Zolang we hem/haar maar grijpen die student en inspireren dan komt dat leren wel! So get on your boots and let’s do this!

Groet Marcel

Gepersonaliseerd en flexibel onderwijs. Waar hebben we het over? #onderwijsontwerpen

Hallo Marcel,

Zoals ik in mijn bespiegelingen over Dé Onderwijsdagen meldde, nog een apart blogje over het thema van deze conferentie: Onderwijs op maat. Tijdens Dé Onderwijsdagen werden 10 good practices gepresenteerd die ook beschreven zijn in het boekje ‘Invulling geven aan onderwijs op maat’.

We schrijven het zo gemakkelijk op, zowel in het visiedocument DLWO waar ik bij betrokken ben, als in het startdocument van Zuyd Academy Professional: het onderwijs (zowel voltijds bachelor als deeltijdonderwijs) moet gepersonaliseerd en flexibel, en dat doen we vooral ‘blended’. Maar wat bedoelen we nu precies? Ik merk steeds vaker dat deze termen op verschillende manieren worden geïnterpreteerd. Er ontstaat ruis. Is het niet verstandig om binnen Zuyd eens te definiëren wat we met deze begrippen bedoelen alvorens het komt tot een Babylonische spraakverwarring?

Uit Onderwijs op Maat (p.5): Om onderwijs te kunnen personaliseren, af te stemmen op de persoonlijke voorkeuren van de student, moet het flexibel zijn, zo georganiseerd dat keuzevrijheid mogelijk wordt. Het gaat om keuzevrijheid:

  • om tijd- en plaatsonafhankelijk onderwijs te volgen,
  • in je eigen tempo, met flexibele startmomenten en volgens eigen planning,
  • in de manier van leren,
  • in de leermaterialen die je gebruikt,
  • in de manier waarop je laat zien dat je beschikt over de vereiste kennis of competenties,
  • in het curriculum, zowel in inhoud als in volgorde, en
  • om het eigen curriculum ook met vakken van andere (inter)nationale instellingen samen te stellen.

Dat is nogal wat. Ik denk dat het goed is als in dialoog zowel op meso, marcro als micro niveau deze begrippen binnen Zuyd verduidelijkt worden. Want hoe flexibel en gepersonaliseerd het zou moeten zijn/worden hangt van je doelen af.

Tijdens de Onderwijsdagen was ik bij ik de presentatie van Farshida Zafar van de Erasmus Universiteit. Zij is in 2012 gestart met het opzetten van een nieuwe blended deeltijdopleiding (Fiscaal Recht) omdat de studentaantallen terugliepen. Voornamelijk omdat het deeltijdonderwijs lastig te combineren was met baan en gezin (herkenbaar 😉 ) en studenten vroegen om meer online onderwijs (ook herkenbaar 🙂 ).

Zie haar presentatie en haar slides.ActiveBL

De uitgangspunten van deze nieuwe deeltijdopleiding werden als volgt geformuleerd

  • hoogwaardig academisch onderwijs
  • focus op vaardighedenonderwijs
  • flexibiliteit (tot op zekere hoogte)
  • onderwijsactiviteiten zoveel mogelijk online (dit is wat anders dan alleen maar inhoud online plaatsen)
  • actieve participatie is vereist
  • verantwoordelijkheid voortgang van de studie ligt bij de student

Zij hebben de blend als volgt vormgegeven (ze gebruiken een eigen gebouwd LMS):

Het leren vindt 60% online plaats en 40% face-t0-face. De fysieke aanwezigheid is erg belangrijk voor het netwerken en de academische gemeenschapsvorming. Daarom is de campus zo belangrijk. Alle colleges worden opgenomen (weblectures) omdat veel studenten niet in staat zijn de hoorcolleges fysiek te volgen. Veel kennis wordt aangeboden via kennisclips (max. 10 minuten) die afgesloten worden met een vraag. Er wordt veel gebruik gemaakt van peerreview bij de casusopdrachten vanwege de hoge studentaantallen (Dit deeltijdonderwijs loopt simultaan met het regulier bacheloronderwijs). Docenten kijken steekproefgewijs na en focussen zich op de meest gemaakte fouten. Dit werkt goed.
Er vindt een actieve ondersteuning via forum plaats. Docenten reageren niet onmiddellijk op inhoudelijke vragen waardoor studenten elkaar gaan helpen. Daarnaast gebruikt men ook Facebook voor niet onderwijsgerelateerde zaken (community building) en als ontsnappingsmogelijkheid als het eigen LMS niet bereikbaar is (opgezet na grote EUR-storing).
Studenten vragen met nadrukkelijk om structuur. En docenten hebben ondersteuning nodig. Deze ondersteuning is heel belangrijk! Doe aan verwachtingsmanagement, zegt Farshida Zafar. Studenten willen weten waar ze aan toe zijn. Wanneer heb je tentamens? Zodat je je activiteiten voor een heel jaar kunt plannen: op je werk en thuis. Ook voor docenten is het belangrijk om te weten wanneer zij ingezet worden. Er wordt heel veel aandacht geschonken aan het meenemen van de docenten in het ontwikkelproces. En het kernteam vraagt nadrukkelijk via verschillende kanalen (blokevaluaties, focusgroep, individuele gesprekken) feedback van studenten.
In 3 jaar tijd zijn de studentaantallen bijna vervijfvoudigd.

EUR

Zo leuk om te horen dat Farshida Zafar het I-team als één van de grootste succesfactoren benoemd 🙂 Het was me niet helemaal duidelijk of dit innovatie- en implementatieteam dat uit 6 personen bestaat alleen voor deze deeltijdopleiding werkt. Zo ja, dan is dat een hele luxe situatie. Het team ondersteunt docenten en studenten en heeft korte lijntjes met de ict en av-dienst. Het werkt zoals wij dat altijd al voor ogen hebben.

Een mooi verhaal dat ihkv je betrokkenheid met Zuyd Professional de moeite waard is om te bekijken.
Groet,
Judith