Site-archief

Onze Ankie bij L1! over het belang van mediawijsheid

Heej Marcel,

Heb je het al gezien, gehoord of gelezen? ‘Onze’ Ankie was gisteravond op TV! Bij L1.
De aanleiding voor dit nieuwsitem was minder leuk. Afgelopen week was er weer eens ophef over naaktfoto’s. Het is niet de 1e keer en het zal niet de laatste keer zijn. Dit keer was het bij het Bouwens van der Boijecollege in Panningen.
Zedenpolitie en Nieuw Media specialist 😉 waren uitgenodigd om een toelichting te geven.

Ankie van de Broek is docent Nieuwe Media en initiatiefnemer van de minor Digicoach. Na de 1e minor wordt momenteel Digicoach The Game part 2 gespeeld!  Dit spel is een minor voor de de Nieuwste Pabo, waarbij studenten zowel in een adviesbureau als in een netwerk opereren als digicoach. Ze kunnen punten scoren met verschillende quests en op verschillende gebieden (technology, communication, knowledge sharing, creativity, quest points en special points). In deze minor uiteraard veel aandacht voor mediawijsheid en cyperpesten. Het is belangrijk dat onze toekomstige leerkrachten zich bekwamen in 21st century skills.
In deze uitzending benadrukt Ankie het belang van mediawijsheid voor (toekomstige) leerkrachten en als onderdeel van het lesprogramma, al vanaf de basisschool. Niet alleen onderwijs heeft hierin een rol maar zeker ook ouders: mediaopvoeding. Als ouder heb ik gelukkig nooit te maken gehad met naaktfoto’s van mijn kinderen, maar wel met cyberpesten. Het is van groot belang dat je als ouder iets weet van (de invloed van) nieuwe media. Net zoals ik als ouder mijn kind niet zonder toezicht in het wegverkeer losliet, zo heb ik ook altijd een oogje gehouden op hun internetverkeer. Alert blijven en signaleren, ook als het andermans kinderen betreft. En blijven praten, dat is belangrijk zoals je ziet in de video’s van New Kids on the Web die ik gebruikt heb tijdens de ouderavond op Stella Maris over social media. Voorlichting over dit onderwerp blijft belangrijk, maar niet alleen ‘als het kalf verdronken is .. ‘

Het woord is aan Ankie!

ankievdbroek

even doorscrollen naar minuut 8!

Tof hè!
Judith

Social Media & Mediawijsheid #ncosm

Ha Marcel,

Volgende week is voor de 2e keer het Nationaal Congres Onderwijs & Social Media. Vorig jaar gaf ik samen met Margreet en Chris een presentatie over 21eDingen. Dit jaar ga ik samen met enkele Zuyderlingen, zowel vanuit het onderwijs als vanuit Dienst Marketing en Communicatie. Leuk :).
NCOSM is dit jaar is het een meerdaags evenement met voor ieder onderwijstype een congresdag. Ik ga vrijdag 17 mei naar de HO-dag in het Eye in Amsterdam: een inspirerende locatie.
Via de app (Android en iOS) heb ik geprobeerd om mijn programma voor die dag samen te stellen, maar dat wordt nog lastig kiezen :S En dan alles wat ik nog mis op de andere congresdagen 😦 Want ook daarvan kunnen wij veel leren. Gelukkig wordt er voorafgaand aan het congres al veel gedeeld. Zo ook onderstaand filmpje van Frank Evers, programmamanager van Kennisnet over mediawijsheid in het onderwijs. Hij vertelt o.a. over het Competentiemodel Mediawijsheid dat samen met Mediawijzer.net is opgesteld.

Mediawijsheid is de verzameling competenties (kennis, vaardigheden en houding) die je nodig hebt om actief en bewust deel te kunnen nemen aan de mediasamenleving.

In dit document gaat het heel erg over wat je moet kennen en kunnen om actief en bewust deel te nemen aan de mediasamenleving. Ze onderscheiden 4 hoofdgebieden waarin 10 competenties verdeeld zijn. Bij elke competentie gaat het om een combinatie van kennis, vaardigheden en houding. De hoofdgebieden zijn:

  1. Begrip: het begrijpen en doorgronden van media in de samenleving
  2. Gebruik: houding en vaardigheden ten opzichte van media
  3. Communicatie: enerzijds gaat het om het zoeken en waarderen van informatie en het zelf genereren van content. Anderzijds gaat het om deelname in sociale netwerken.
  4. Strategie: als je de vorige 3 hoofdgebieden onder de knie hebt kun je het inzetten voor professioneel gebruik. Hoe ga je er mee om en welke doelen wil je bereiken.

(Uit blog van @Fransipani die al eerder over dit document geblogd heeft.)

In mijn blog over het Verminderen (gedrags)regels de werkdruk? gaf ik aan dat bewustwording rondom social-media-gebruik niet gezocht moet worden in regeltjes maar in dialoog. Dit competentiemodel kan heel goed als instrument gebruikt worden bij discussie over het gebruik van social media in het onderwijs. Per competentie worden 4 competentieniveau’s beschreven.
Zie hieronder de voorbeelden van de competentieniveau’s van participeren in sociale netwerken & eigen mediagebruik.

 

En ik ben het met Frank Evers eens: social media is geen bedreiging maar het is een kans die internet en ICTmet zich meebrengt.
Judith

Zie ook Kennisnet thema’s over Sociale Media, Mediawijsheid en 21st Century Skills

Meet the Expert #nvboo : de toekomst van hoger onderwijs en bibliotheek

Hoi Marcel,

Vorige week maandag (23 april) was ik samen met 60 bibliothecarissen (opvallend veel vrouwelijk leeftijdsgenoten) aanwezig bij een Meet the Expert bijeenkomst van de afdeling Onderzoek en Onderwijs van de NVB . Het doel van deze dag was meer inzicht te krijgen in grote trends die invloed hebben op de toekomst van de hoger onderwijs bibliotheken. In het ochtend programma kregen we een presentatie van 2 experts:
Matthijs Leendertse van ELM concepts over de toekomst van leren en Paul Sikkema van onderzoeksbureau Qrius over het mediagedrag van jongeren.
’s Middags gingen we met de helft van de deelnemers gamen! Er was helaas geen plaats voor iedereen, dus collega Mirjana Jolic die er ’s ochtends wel was, kon niet mee spelen 😦

De presentatie van Matthijs Leendertse vond ik erg interessant. Matthijs Leendertse is co-auteur van het rapport The Future of Learning: Preparing for Change (Europese instituut JRC-IPTS (Joint Research Centre Institute for Prospective Technological Studies) – nov.2011). Het rapport beschrijft belangrijke veranderingen in toekomstig leren en presenteert een visie van hoe een ideale toekomst voor leren eruit zou moeten zien. De sleutelwoorden uit het onderzoek: personalisatie, samenwerking en informeel leren. Dit kwam uiteraard ook weer terug in zijn presentatie. Hij legde duidelijk uit wat dit in zijn visie betekent voor de rol van de hoger onderwijs bibliotheek.

Dat het leren van vroeger niet meer het leren van nu is, moge duidelijk zijn.

Wat betekent iBooks voor het onderwijs? Wordt Apple de bibliotheek van de toekomst? Wordt onderwijs in de toekomst alleen nog gratis via internet gegeven? Standford University heeft al veel cursussen online staan, het is een kwestie van tijd eer aan deze cursussen ook een accreditatie verleend wordt. En wat te denken van de OpenCourseWare van MIT. Of dichterbij huis Open Universiteit of Universiteit Delft. Maar ach, afstand speelt geen rol in de wereld dat internet heet.
Wat betekent als er steeds meer externe partijen de onderwijsmarkt gaan veroveren? Facebook gaat file-sharing aanbieden aan onderwijsinstellingen, dat doen ze niet voor niets.
Allemaal vragen waar het onderwijs, maar ook de bibliotheek geen antwoord op heeft.

Het onderzoeksrapport “The Future of Learning’ beschrijft dat:

  1. Kennis sneller veroudert
  2. Steeds meer specialistische kennis gevraagd wordt
  3. New skills for new jobs (we leiden studenten op voor banen die nog niet bestaan)
  4. Concurrentie om banen globaliseert, Aziatische landen investeren enorm in onderwijs

Ik vond het interessant om onderstaande PISA score te zien. Ik dacht altijd dat Finland bovenaan stond. Dat klopt wel als je de scores per land zou bekijken. Maar als je de steden Shanghai of Hong Kong apart scoort, dan ziet het lijstje er ineens heel anders uit. De middenklasse van China besteed 1/3 van inkomen aan onderwijs!

Het Future of Learning – onderzoek laat zien dat er een tekort is aan kennis en vaardigheden; bedrijven gaan zelf scholen. Praktijkervaring wordt belangrijker (misschien belangrijker dan diploma’s). Het onderwijs heeft grote moeite om bij te blijven. De foto ‘wat zit er in mijn schooltas?’ spreekt boekdelen. Echter als de student het schoolgebouw in komt, moeten alle apparaten uit 😦

 

 

 

 

 

We moeten volgens Matthijs Leendertse de 21st Century Skills eigen maken. Hij noemde de term niet maar daar kwam het wel op neer. Het kunnen vinden, evalueren en gebruiken van informatie worden belangrijke competenties. Uiteraard moet iedereen een basale kennis hebben, zodat je in staat bent adequate vragen te kunnen stellen. Daarnaast is samenwerken belangrijk, het leren omgaan met andere culturen. Maar vooral ook creativiteit inbrengen in het Nederlandse onderwijs. Onze politici sturen vooral op taal en rekenen, dat doen ze in Singapore anders, zoals te lezen is in onderstaande visie van het Ministry of Education:

This vision describes a nation of thinking and committed citizens capable of meeting the challenges of the future, and an education system geared to the needs of the 21st century.
Thinking schools will be learning organisations in every sense, constantly challenging assumptions, and seeking better ways of doing things through participation, creativity and innovation. Thinking Schools will be the cradle of thinking students as well as thinking adults and this spirit of learning should accompany our students even after they leave school.
A Learning Nation envisions a national culture and social environment that promotes lifelong learning in our people. The capacity of Singaporeans to continually learn, both for professional development and for personal enrichment, will determine our collective tolerance for change.

In de toekomst zouden we onze manier van toetsing moeten aanpassen, door vooral te kijken naar de  leercurve (daar komen de learning analytics). Je leert vooral van je fouten, dus meer inzetten van gaming principes (in games krijg je ook als je faalt punten waardoor je gestimuleerd wordt door te gaan).

Zowel onderwijs als bibliotheek zou in moeten zetten op:
  • Personalisering (mensen zijn verschillend en hebben andere behoeftes; technologie maakt personlisatie op grote schaal mogelijk)
    Maar geef ook persoonlijke feedback (Xbox) en verwelkom mensen met een persoonlijk ‘goede dag’.
  • Informalisering (leren wordt informeler; leren wanneer leervraag opkomt (mobiele telefoon gebruiken als je een leervraag hebt, ook al loop je in het bos ;)))
    Maar leren geldt niet alleen voor studenten en werknemers (LLL), maar ook voor onderwijsinstellingen en werkgevers. Je kunt zoveel van elkaar leren als je open en transparant op stelt, dus ook:
  • Samenwerkend leren

Trouwens, Matthijs Leendertse heeft samen met Gerard Drummer voor SURFnet een rapport over Location Based Servises : een verkenning gepubliceerd. Dit rapport brengt trends op het gebied van location based services in kaart die nu, of in de nabije toekomst ingezet kunnen worden om het leren van studenten in het (hoger) onderwijs te verbeteren. Er lijkt voor het onderwijs wel winst te behalen in het gebruik van deze diensten. Ik ga het snel eens lezen 🙂

Tot slot legde Matthijs Leendertse de nadruk op het belang van spelen. Je kunt leren gewoon heel leuk maken. Dat hebben we in de middagsessie gedaan.

De tweede presentatie was van Paul Sikkema, deze staat nog niet online. Hij liet voornamelijk facts en figures zien naar aanleiding van het Jongerenonderzoek 2011 van Qrius (de publicatie ‘Kinderen en Jongeren : positieve kracht’ vond ik nog niet online) met enkele leuke uitspraken van jongeren tussendoor. Deze gegevens waren voor mij niet zo onbekend. Sikkema legde in zijn presentatie niet een echte link wat dit nu voor de dienstverlening van de bibliotheek in de toekomst betekende. Hij gaf wel aan dat het beeld in de media over jongeren als losgeslagen generatie niet terecht is. Door opkomst van smartphone en mobiele internet is veel veranderd, maar de normen en waarden blijven hetzelfde. De tools veranderen: tien jaar geleden waren jongeren volop aan het msnen via de computer, wat daarna vervangen werd door smsen en nu whatsappen en pingen. En in een gemiddeld huishouden zijn wat meer apparaten tegenwoordig 😉

Ons huishouden (als de 3 kinderen thuis zijn ;)) komt wel in de buurt van dit lijstje, alleen hebben wij maar 1 breedbeeldtelevisie!
Het was wel interessant om te horen dat jongeren tv kijken als een rustmoment ervaren. Het tv kijken vermindert pas boven de 20 jaar. Er is wel steeds meer uitgesteld-tv-kijken via uitzending gemist. En er wordt door jongen veel tv gekeken via internet, want waarom wachten tot de nieuwste aflevering van jouw Amerikaanse serie pas op de Nederlandse tv wordt uitgezonden?
Het is lastig te voorspellen hoe het social media gebruik van jongeren in de toekomst verloopt, dat is erg afhankelijk van de ‘mode’. Hyves is uit, Facebook wordt ook al weer verlaten en ingeruild voor Twitter. Ruim 75% van de jongeren gebruiken social media intensief. Maar zoals jij ook weet Marcel, kan je studenten niet op 1 platform bereiken. Jij zoekt je studenten ook op via de communicatiekanalen waar zij bereikt willen worden, dat zal voor de bibliotheek ook zo zijn. Steeds meer variatie en differentiatie. Wat ik wel opmerkelijk vond, is dat uit het onderzoek bleek dat jongeren bewust zijn van hun digitale identiteit, daar had ik nog een ander beeld van.
Jongeren vinden het gebruik van apps wel erg gemakkelijk. De bibliotheek zou in plaats van een prachtige websites bouwen, wellicht extra aandacht moeten schenken aan het bouwen van mobiele website of apps.

game-attributen 🙂

Inde middag was interactieve MindSessions bijeenkomst. In 5 teams gingen we al spelend met deze sociale iPad game de bibliotheekvisie en het dienstenaanbod formuleren voor student en docenten in het hoger onderwijs van 2017. Door middel van een persona (3 studenten en 2 docenten) speelde we het spel. We kregen kanskaarten (‘je krijgt 3 fte extra personeel, hoe zet je die in?’) en pechkaarten (‘studenten ontvangen geen studiefinaciering meer, hoe beïnvloedt dat je aanbod?’), we kregen ook kennisvragen waar je punten mee kon scoren. Er waren 3 speelrondes, na elke ronde moest ieder team zijn in het kort iets vertellen over zijn persona en visie. Daarna kon elk team punten toekennen aan de andere teams. Het team met de meeste punten had ‘gewonnen’. De meeste teams hadden ingezet op de ‘Personal I-coach’ 😉 maar de omslag ‘van collectie naar connectie’ blijkt toch een hele lastige voor bibliothecarissen.
Deze sessie werd ook door Matthijs Leendertse geleid en door Orly Polak, samen hebben zij deze onderwijsgame ontwikkeld. De moeite van het spelen waard!

.
Mijn eindconclusie en wat dit volgens mij betekent voor Zuyd Bibliotheek, komt in een volgend blogpost nog aan de orde. Voor mijn gevoel zijn we de laatste tijd wel erg bezig met scenario’s voor de toekomst te bedenken.  Wordt het niet eens tijd om te handelen?

The future is right here, right now!

Over deze dag schrijft Matthijs Leendertse nog een artikel, dat over binnenkort in Informatie Professional zag verschijnen.
Het was een leuke dag, vooral natuurlijk ook om weer eens live bij te kletsen met mijn biebtweeps 🙂

Groetjes,
Judith

@afbeeldingen uit de presentatie van Matthijs Leendertse

Wilfred & Winnie

Heej Teigetje!

Zo heb ik je al eens eerder genoemd ;). Ik moest er aan denken toen ik een blogpost van Wilfred Rubens las, waarin hij verwees naar een oud blogpost van hemzelf over Winnie de Poeh en e-Learning waarin hij de houding van medewerkers t.a.v e-Learning typert aan de hand van Winnie de Poeh figuren.
Ik vind dit zo leuk bedacht dat ik de vrijheid neem Wilfred letterlijk te citeren:

Iejoor gelooft helemaal niet (meer) in e-learning. Hij beschouwt ICT als een noodzakelijk kwaad, maar als het even kan vermijdt Iejoor het gebruik van ICT. Iejoor gelooft sowieso niet echt in “die onderwijskundige nieuwlichterij”. Hij heeft veel ervaring met opleiden en denkt op basis daarvan te weten dat je niet echt goed leert met e-learning. Het komt ook voor dat Iejoor ooit wel geloofde in de mogelijkheden van ICT voor leren, maar dat hij vaak teleurgesteld is door managers.

Knorretje heeft vooral last van ICT-fobie. Hij wil best aan de slag met e-learning, maar dan moeten alle kinderziektes verholpen zijn. Knorretje is ook bang niet te voldoen aan de nieuwe eisen (door de implementatie van e-learning). Je kunt hem vergelijken met de consument die vele jaren een laptop wil kopen, maar dat nog niet gedaan heeft omdat op korte termijn een nieuw model op de markt komt dat nóg gebruikersvriendelijker is. En ondertussen werkt Knorretje nog steeds met verouderde technologie.

Winnie-de-Poeh zelf is al tevreden met een flinke portie honing. Voor hem hoeven vernieuwingen op het gebied van e-learning niet zo hard te gaan. Poeh-beer heeft er lang over gedaan om eenvoudige technologie bij zijn cursus in te zetten (vooral e-mail). Hij vermijdt risico’s het liefste. Dus kom hem nu niet aan met nieuwe technologieën zoals podcasting of wiki’s. Maar voor een pot honing wil hij wel eens wat harder lopen.

 

De wijze, bedachtzame, uil heeft een duidelijk doel voor ogen van wat hij wil met e-learning en hoe hij dit wil bereiken. Uil laat zich leiden door de ratio en gaat planmatig en behoorlijk voorspelbaar aan de slag met ICT in leersituaties. Dit leidt niet tot grote veranderingen en ook niet tot grote fouten.

Konijn is duidelijk voorstander van e-learning. Konijn is zelfs bang om achterop te raken als het gaat om de toepassing van e-learning. Hij denk dat het Honderdbunderbos achterop raakt, in vergelijking met andere bossen. Konijn wil dat het management meer prioriteit geeft aan e-learning. De bestaande situatie maakt Konijn onrustig. Konijn wil meer en anders, en voelt zich wel eens een roepende in de woestijn.

 

Het aardige van Teigetjes is dat Teigetjes aardig zijn! Maar Teigetje is ook wel eens over-enthousiast, zeker als het gaat om e-learning. Hij pleit vooral voor paradigmashifts, voor transformatie van het leren met behulp van ICT en wil liefst elke week nieuwe applicaties in gebruik nemen. In zijn enorme enthousiasme stuitert hij de andere dieren vaak omver. Deze worden daar wel eens moe van. Teigetje raakt daarbij geïsoleerd binnen het Honderdbunderbos en verliest daardoor wel eens het gevoel met de werkelijkheid.

We kunnen allebei wel collega’s bedenken die aan één van deze figuren uit het Hondertbunderbos voldoen. Ik vind me zelf een Konijn, maar soms ook een Teigetje 😉 Ik vind jou ook wel eens Konijn hoor en zelfs de wijze Uil, maar je blijft ook een gezellige Poeh-beer 😛
Morgen gaan we samen met Wilfred Rubens aan de slag in een projectgoep nieuwe media in de Nieuwste Pabo. Zou Ankie bij de samenstelling van deze groep gekeken hebben of er een diversiteit aan ‘dieren’ in het team zitten? Volgens Wilfred zouden er vooral Poeh-beren, Uilen en Konijnen in het projectteam moeten zitten.
Ik ken niet alle leden. Ik zag wel dat er 2 bibliothecarissen van de Fontys Mediatheek zijn uitgenodigd waar ik vele jaren geleden mee heb samengewerkt, leuk om hen weer te zien. Jammer genoeg kan collega Pascal van Zuyd Bibliotheek er niet bij zijn. Wel goede zet van Ankie om bibliothecarissen te betrekken 🙂
We zullen nog weleens terug komen over de voortgang van dit project, of beter: we laten Ankie bloggen! Practice what you preach!

Ik hoef voor jou als Disney-kenner natuurlijk geen Winnie de Poeh liedje toe te voegen, jij kent ze allemaal van buiten. Ik heb gemist dat vorig jaar een nieuwe Pooh-film in de bioscoop heeft gedraaid met o.a. de stem van John Cleese.
En net zoals in deze trailer (met mooie muziek van Keane “Somewhere Only We Know”) voelen we ons wat betreft e-Learning  allemaal wel eens een beetje hongerig, een beetje wijs, een beetje triest, maar laten we vooral brutaal blijven, hè Teigetje!

CU2morrow
Judith

%d bloggers liken dit: