Site-archief

Mooie resultaten van Team Onderzoek Zuyd Bibliotheek #openaccess

Hi Marcel,

Heb je ook op Zuydnet het nieuwsbericht ‘Belangrijke stappen in datamanagement en Open Access’ gelezen? Supertrots ben ik op de meiden van Team Onderzoek van Zuyd Bibliotheek: Lilian van de Burgt, Marsha Bokhorst en Ingrid Kars.TeamOnderzoek

Vaak genoeg heb ik op ons blog aandacht gevraagd voor Open Access en Open Onderzoek daarom wil ik dit goede nieuws (ook belangrijk voor jou als onderzoeker) delen.

Bij lectoren en onderzoekers van Zuyd bestaat een dringende behoefte aan een veilige infrastructuur voor het opslaan, beheer, delen en publiceren van onderzoeksdata. Ook visitatiecommissies, financiers en wetgeving stellen steeds strengere eisen aan goed datamanagement. Voor alle Zuyd-onderzoekers is nu interne serverruimte beschikbaar voor het veilig opslaan, beheren en met Zuyd-collega’s delen van onderzoeksdata. Naast interne opslag is echter ook externe opslag van onderzoeksdata nodig: om data te delen met externen en ze te publiceren. Inmiddels is hiervoor het platform Figshare aangeschaft. 

Team Onderzoek heeft in haar verslag van de pilotperiode geadviseerd om de publicaties van alle lectoren op te nemen in de Zuyd repository en deze van hieruit te tonen op de websites van de lectoraten en te linken naar de HBO-Kennisbank en Narcis. Dit is de zogenaamde groene route. Ik weet (en jij ook :)) dat de wereldwijde ontwikkelingen rond Open Access publiceren razendsnel gaan. Dat Team Onderzoek adviseert publicatiebeleid te ontwikkelen waarin ook aandacht is voor de gouden route van Open Access publiceren, is een hele logische en wenselijke. Bij zo’n gouden route publiceren onderzoekers in een peer reviewed Open Access Journal. Zelf vind ik het doel dat ze hierbij stellen (10 à 25 OA artikelen) erg bescheiden. Dat in het pubicatiebeleid *imho* ook aandacht besteed moet worden aan het ontwikkelen en gebruiken van Open Educational Resources, fluister ik ze hierbij in :).

En voor jou en al die onderzoekers van Zuyd is de databank Web Science aangeschaft. Ken je die? Echt een prachtig mooi onderzoekstool. De meerwaarde zit hem vooral in de vele citaties waardoor achterhaald kan worden hoe een artikel van invloed is geweest. Binnen Zuyd kan doorgelinkt worden naar de fulltext (lees meer op de bibliotheeksite). In de lijn der verwachting volgen Academic Search Premier, Business Source Premier en Taylor and Francis nog. Mooimooi!

Geweldig goed werk meiden!

Groeten, Judith

‘Blended’ kennisdelen: samen bouwen en vertrouwen!

Ha Marcel

“We moeten meer samenwerken en kennisdelen”. Ik ben lang niet meer de enige die dat zegt. Ik hoorde het studenten deze week zeggen bij hun Living Lab presentatie, en dan het liefst multidisciplinair en interprofessioneel! Ik hoor docenten praten over diverse vormen van samenwerken in communities. Mijn collega’s van de dienst vragen erom. Ik las het deze week in diverse plannen en artikelen waar mijn feedback op werd gevraagd. Ach, het is zoveel gemakkelijk gezegd en geschreven dan gedaan.

Bij al die gesprekken en documenten vallen mij een paar dingen dingen op:

  • Velen leggen de verantwoordelijkheid van kennisdelen bij de ander. Ik ervaar weinig practice what you preach/teach. Wat is jouw rol dan? vraag ik dan. Kennisdelen en samenwerken zijn werkwoorden. Jij kan ook gewoon beginnen …
  • Als het gaat om delen van onderzoeksresultaten is de invloed van de wetenschappelijke uitgevers nog groot. Open onderzoek….Open Access…. De wereld van onderzoekers is toch nog erg behoudend en traditioneel (terwijl onderzoek aantoont dat 😉 ).
  • Aan de mogelijkheden van de technologie die deze activiteiten kunnen ondersteunen wordt nauwelijks gedacht. Het is ook binnen Zuyd steeds makkelijker om mobiel te werken en van een afstand te volgen wat er in je community gebeurt. De faciliteiten zijn er.

Onze vergadercultuur maakt het niet makkelijk om kennis te delen of te vinden. Zoals Wilfred Rubens op zijn blog De organisatie van ‘kenniswerk’ is een leerproces schrijft “organisaties moeten leren hoe zij verschillende media kunnen gebruiken voor verschillende doelen”. Er is niets mis met het gebruik van e-mail maar wel als je het gebruikt als samenwerktool. Of als het gebruikt wordt voor dringende berichten waardoor je het gevoel hebt dat je constant je mail moet checken. Hiervoor zijn andere tools (bellen 🙂 , even langslopen, wellicht de sms/whatsapp). Of een kennisdeel- en samenwerkingsplatform!

Linda Hendriks, programmamanager van Zuyd Professional die vindt het tijd voor verandering! 🙂 Als we het onderwijs aan de studenten default online gaan aanbieden (online als het kan, face-to-face als het moet) dan moeten het samen bouwen van Zuyd Professional ook anders. Ze heeft mij gevraagd om haar te helpen bij het slimmer samenwerken. Super leuk zo’n gezamenlijk leerproces!

Deze week heb ik het artikel Kennisdelen in je organisatie? 8 tips voor een dynamisch platform op Frankwatching gelezen en gedeeld. Ik vond het een herkenbaar artikel. Ik bekijk of we bij Zuyd Professional deze 8 tips ons ook ter harte nemen. Het implementeren van een online kennisdeel- en samenwerkomgeving is niet gemakkelijk. Samenwerken en kennisdelen gaan in de praktijk niet vanzelf. Er zijn nogal wat obstakels te benoemen.

  1. Focus. Formuleer een duidelijke doelstelling.
    Kennis delen en participeren op een online platform is geen natuurlijk gedrag. Velen hebben behoefte aan sturing. Waarschijnlijk is het gemeenschappelijk doel ‘ons in dezelfde mindset positioneren als wat we van onze studenten verwachten’ nog te vaag. Ik denk dat de doelen per werkgroep wel duidelijk zullen gaan worden.
  2. Ondersteuning vanuit het management (top-down)
    Die is er zeker! Linda is al een enthousiaste Yammeraar 🙂 Tijd en ruimte om deze andere manier van werken eigen te maken is wel een aandachtspunt. Ik denk niet dat er de eerste maanden veel tijdswinst te behalen is. In plaats vergadertijd hebben collega’s tijd nodig om deze manier van samenwerken eigen te maken. Online kennisdelen kost namelijk ook tijd!
  3. Betrek ambassadeurs (bottom-up)
    Ik ben nog op zoek naar early adaptors die medewerkers mee activeren. Help je mee, Marcel?
  4. Creëer een ‘culture of trust’
    De cultuur van een organisatie heeft grote invloed op de mate waarin mensen bereid zijn kennis te delen. We missen bij Zuyd het mechanisme om ervaringen te beschouwen, te delen en opnieuw te benutten. Het work & learn out loud principe ontbreekt.

    “Working out loud is working in an open, generous, connected way so you can build a purposeful network, become more effective, and access more opportunities.”
    John Stepper

    In het artikele van Frankwatching worden een aantal redenen genoemd waarom mensen huiverig zijn om kennis te delen:
    – het gevoel hebben dat ze geen waardering krijgen voor hun inzet/input;
    – bang zijn dat iemand anders er met de eer vandoor gaat;
    – vanuit competitieve overwegingen informatie liever voor zich houden;
    – bang zijn afgerekend te worden op het werk dat blijft liggen vanwege het investeren van tijd op een kennisplatform;
    – bang zijn voor verandering;

  5. Zorg voor de juiste kennisdeel- en samenwerkingsomgeving.
    We maken gebruik van de faciliteiten van Zuyd. Onlangs is gestart met de implementatie van Office365. Dit biedt mooie mogelijkheden voor online samenwerken. En totdat Yammer hierin geïntegreerd is, maken we gebruik van de huidige versie. Vooralsnog is iedereen uitgenodigd in een besloten Yammergroep. Het is belangrijk om binnen een veilige omgeving te starten.
    Of dit de juiste omgeving is, zal nog moeten blijken. We moeten oppassen voor te grote verwachtingen en niet te hoge eisen stellen aan de tools waarmee we online samenwerken en kennis delen willen faciliteren. Elke keus heeft zijn beperkingen.
  6. Wees geduldig.
    Dat is een lastige tip voor mij 😉 . We beginnen klein en stapsgewijs. Ik zal ondersteuning bieden. Als moderator zal ik proberen te stimuleren dat men elke dag iets te laten delen met wat men die dag gedaan heeft. En zo de inspiratie ervaren die dit oplevert:)
  7. Maak het leuk!
    Uiteraard! En volgens mij heb jij daar ook nog wel goede ideeën over.
  8. Betrek iedereen!
    Hèhè 🙂 Wil je meer online samenwerken en online kennisdelen dan is het belangrijk dat je daar afspraken over maakt. Iedereen moet op de hoogte zijn van de wijze waarop samengewerkt gaat worden Duidelijk communiceren over wat we willen bereiken.

Het is een leerproces waarin samen keuzes gemaakt worden. En het is niet zo dat ik de technologie wil pushen. Niet de technologie staat centraal maar de mens. Toch zal je het moeten ervaren en het gewoon doen om de mogelijkheden van online samenwerken en online kennis delen te zien.

Ik zie kansen!
Groet,
Judith

“Alleen ga je sneller, maar samen kom je verder” #LA3 #MLI

Pfff Marcel, eindelijk kon ik deze week weer eens een leerarrangement afvinken. De eerste studiepunten van dit studiejaar zijn in the pocket! Voor dit 3e LA over ‘initiëren en begeleiden van onderwijsvernieuwingen’ heb ik naast een kennisdialoog, gespreksvaardigheden ook een leerinterventie moeten schrijven. Dit LA paste natuurlijk goed bij mijn rol als I-adviseur bij Zuyd.

Bij dit LA wilde ik vooral leren waarom het introduceren van sociale media niet zo vanzelfsprekend is als ik altijd aangenomen heb. Als veranderaar kom ik regelmatig met mensen in aanraking die weerstand hebben. Welke allergie belemmert mij om nieuwsgierig te blijven? Daarover heb ik veel geleerd tijdens de kennisdialogen. Ik heb veel gelezen en geblogd over de aangereikte literatuur over innovatie, organisatiestructuur, -cultuur en macht, o.a. ook op mijn studieblog Joule4Jou. Sinds 2009 blog ik via ons duoblog over leren en lesgeven met ICT, waarbij verbinden en kennis delen met behulp van sociale media een centrale rol speelt. In de loop der jaren ben ik geïnspireerd geraakt door lezingen en publicaties van o.a. Bommerez, Rotmans, Kessels, Staes, Sinek, Lanting, Lieskamp, Biesta, Fullan, Snoek, Peters, Roosegaarde en Weggeman. Hierover heb ik de afgelopen jaren diverse blogposts geschreven.

Normaal deel ik een produkt dat ik in opdracht van de MLI heb gemaakt. Mijn leerinterventie deel ik niet integraal omdat het mijn interpretatie is van de werkelijkheid binnen het organisatieonderdeel waarin ik werk. Maar de analyse en aanbevelingen zijn ook voor andere (onderwijs)teams te gebruiken. Ik heb het hier en daar wat aangepast en veralgemeniseerd. De literatuur waar naar verwezen wordt, is terug te vinden in dit pdf: Literatuurlijst LA3.

Mijn leerinterventie ging over de voorwaarden om sociale media te introduceren waarmee het delen van kennis en de manier van samenwerken en communiceren ondersteund kan worden.

Analyse

Of het nu gaat om strategische, culturele veranderingen of om het implementeren van innovaties, in bijna alle literatuur over veranderkunde wordt communicatie als dé belangrijkste voorwaarde genoemd (Gaspersz, 2014; Mars, 2009; Rogers, 2003). Zowel voor het verspreiden van innovatie als het aanwakkeren van innovatiekracht in een organisatie is communicatie van groot belang. De meerwaarde en kracht die sociale media kunnen hebben voor het samenwerken en kennisdelen wordt in de hedendaagse managementliteratuur breeduit gemeten. Sociale media bevorderen connectiviteit bij het samenwerken in netwerken, zoals Staes (2014) dat benoemd in het 3D, het informatierijk driedimensionaal tijdperk. Ondanks dat sociale media privé worden gebruikt, is er nog geen breed intern draagvlak om sociale media effectief in te zetten voor kennisdelen en communicatie. Er is wel urgentiebesef voor een andere manier van communiceren en het delen van kennis, maar de ambitie om dit met sociale media te ondersteunen is er niet. Er zijn opinion leaders nodig die zo’n innovatie introduceren. Om dit proces van veranderen in gang te zetten is er een motiverende urgentie nodig (Ehlen, 2015). Een wensgedreven verandering waarbij medewerkers gemotiveerd zijn om mee te veranderen, heeft voor deze innovatie de meeste kans van slagen omdat sociale media als zeer persoonlijk hulpmiddelen worden gezien (Mars, 2009). Voor het toepassen van sociale media binnen de eigen situatie dienen medewerkers ruimte te krijgen in het adoptieproces (Boonstra, 2014; Verbiest, 2014). Afhankelijk van het type coördinatiemechanismen (Mintzberg, 2013) en de manier waarop organisaties leren (Wierdsma & Swieringa, 2011) dient het management in mindere of meerdere mate actief het persoonlijk leiderschap binnen de teams stimuleren. Het verbindend leiderschap waarvoor de teamleiders binnen Zuyd zich hebben uitgesproken biedt hiervoor ruimte. Bij dit type leiderschap gaat niet om het opleggen van regels of controle uitoefenen maar zorgen dat medewerkers intrinsiek gemotiveerd worden om een bijdrage te leveren aan het collectief. Op deze manier wordt door collectief leren een lerende organisatie gerealiseerd (Argyris & Schön, 1996; Wierdsma & Swieringa, 2011). In een lerende organisatie gaat het om duurzaam veranderen waarbij communicatie en samenwerking (in teams) centraal staat. Hierbij gaat het om het herkennen van sociaal kapitaal (waar zijn je medewerkers goed in?) en over persoonlijk informeel leiderschap (Ehlen, 2015). De aandacht voor de lerende organisatie past in deze tijdgeest. De aanpak van lerend vernieuwen (Boonstra, 2014) kan helpen bij het uitgangspunt om medewerkers vanuit vakmanschap en betrokkenheid initiatieven te laten nemen die betekenisvol zijn voor anderen en de organisatie. In dit concept wordt kennis uitgewisseld, onafhankelijk denken gestimuleerd en ruimte gecreëerd om verschillende opvattingen te onderzoeken en alternatieven af te wegen. Het concept van lerend vernieuwen bevat overeenkomsten met Theorie U (Senge et al, 2006) en het enkel-, dubbel en drieslagleren (Argyris & Schön, 1996). Lerend vernieuwen past ook bij de gewenste organisatieontwikkeling van Zuyd waarin professionele autonomie, zelfsturing, vakmanschap en zelfverantwoordelijke teams centraal staat.

Mijn leerinterventie begon ik met mijn droom 🙂

Mijn Droom

In de huidige complexe en dynamische samenleving waar informatie, communicatie en technologie altijd en overal beschikbaar zijn, verandert momenteel ook onder invloed van maatschappelijke en sociale ontwikkelingen, onze manier van werken, leren en communiceren. Dat hoor ik, dat lees ik, dat ervaar ik. Door de komst van sociale media kan iedereen zelf informatie produceren en publiceren. Door deze sociale media zijn nieuwe vormen van samenwerkingsomgevingen ontstaan. Hoe kunnen we deze technologie inzetten om sneller van elkaar en van de buitenwereld te leren? Ik denk hierover na en blog over de invloed die dit heeft op onze manier van leren, kennis delen en samenwerken. Ondanks de weerstand die ik hoor bij het introduceren van een sociaal netwerk als een online kennisdeelplatform en samenwerkingsomgeving, ligt hier volgens de visionairs op het gebied van het nieuwe organiseren, het nieuwe leren en het nieuwe werken wel de toekomst. In een recent onderzoek van McKinsey verwacht 72% van organisaties in de komende jaren een investeringsstijging in ‘social tools’.

Ik droom graag over de mogelijkheden die sociale media kunnen bieden. Ik ben er van overtuigd dat wat we alleen niet kunnen, we wel samen kunnen. Ik droom van een sociaal netwerkomgeving binnen Zuyd waarin iedereen zijn of haar ideeën kan delen, veranderingen kan initiëren, oplossingen kan suggereren en ermee experimenteren. Een omgeving waarin samengewerkt wordt aan documenten en actuele informatie te vinden is. Een omgeving waar ook de verbinding plaatsvindt; waar je elkaar vragen kunt stellen, elkaar attendeert en feedback geeft. Op een manier waarop ook taken en verantwoordelijkheden van iedereen inzichtelijk gemaakt worden. Waar collega’s vindbaar zijn. Waar we gebruik kunnen maken van elkaars expertise door het creëren van eigenaarsbesef. Zo’n omgeving waarin duidelijk is wat iedereen doet, waarin kennis delen en co-creatie met persoonlijk (digitaal) contact centraal staat? Is dat een droom van mij alleen?

“Alleen ga je sneller, maar samen kom je verder”

LA3

Aanbevelingen

Vanuit ‘mijn droom’ is duidelijk dat ik kansen zie voor sociale media in mijn organisatie. Als (een team van) Zuyd vanuit een urgentie of ambitie sociale media wil omarmen, dan betekent dat in ieder geval het management, met name de teamleiders open moeten staan voor het communiceren via online kennisdeel- en samenwerkingsplatform. Dat is geen gemakkelijke taak, omdat eerst hun eigen houding en gedrag ten aan zien van sociale media moet veranderen. Loslaten van bestaande vooronderstellingen ten aanzien van sociale media is hierbij voorwaardelijk. Omdat er nog weinig opinion leaders zijn zal het management als rolmodel moeten functioneren waarbij zij ruimte biedt en werkt vanuit vertrouwen. Zij zullen hiervoor persoonlijk leiderschap bij individuele medewerkers moeten stimuleren. Belangrijk bij een vraagstuk over ieders verantwoordelijkheid met betrekking tot communicatie en kennis delen, is bewustwording, daar moet je niet alleen over praten maar ook (voor) doen. Dus:

  • Bepaal gezamenlijk het doel waarvoor je sociale media wilt inzetten. Hierbij kan de urgentie van het verbeteren samenwerken in documenten of een verbetering van een dienstverlening als duwende kracht dienen om het in een later stadium, als het meerwaarde heeft opgeleverd, vanuit een wensgedreven verandering sociale media ook in te zetten voor sociale interactie met collega’s of voor brainstorm en feedback;
  • Begin dus klein en bouw daarop voort;
  • Creëer draagvlak door aan te sluiten bij de motivatie van de medewerkers;
  • Zoek daarbij informele leiders, opinion leaders dan wel early adoptors en laat hen als begeleider het vernieuwingsproces faciliteren waarbij zij luisteren en kennis delen in een open dialoog.

Als change agent, als teacher-leader, als boudary crosser kan ik met hulp van een opinion leader de urgentie of ambitie ten aanzien van het inzetten van sociale media explicieter maken waardoor betrokkenheid en veranderbereidheid wordt gecreëerd. Hierbij zou ik gebruik maken van het co-creatie-wiel van Ehlen. De twaalf mechanismen die hierin onderscheiden worden om collaboratieve innovatie en betrokkenheid van professionals te bevorderen zijn ook de factoren die ook in de beschreven literatuur onderscheiden worden. In het hele proces moet ook aandacht zijn voor de consequentie als het de verandering niet ingezet wordt.

Samenwerken leer je niet door erover te praten. Actieve participatie vergroot de betrokkenheid van mensen, in veranderen en leren, door samen te DOEN. Doen is immers de beste manier van denken. Daarom deel ik nogmaals dit filmpje.

Judith

Dream on!

Je hebt helemaal gelijk Marcel. Het gaat om het ID! En nee, ik wil (in tegenstelling tot wat jij blogde 😛 ) niet alleen online kennisdelen …. ik zou alleen willen dat ook de kracht van online kennisdelen zou worden gezien. Dat dit niet alleen een ‘nice-to-do’ is.

Dus voor ik te boek sta als die dame die alleen maar zit te pushen om online samen te werken, online te communiceren en online kennis te delen, heb ik ook een bijdrage geschreven voor in de klapper (het zijn wel prachtige kunstwerkjes trouwens, allemaal verschillende, heb je dat gezien?). Ja, ik zag er nu ook zo’n koffietafelboek liggen bij onze dienst. Ik heb een bladzijde uitgezocht (de bladzijdes waren allen voorzien van een verschillende inspirerende quote) met de volgende tekst:

SaiBaba

en handgeschreven(jaja!) de onderstaande tekst opgeschreven (bewijs 🙂 ), maar wel voorzien van een QR-code van dit blog, zodat ook de andere blogberichten gedeeld worden. Draagt bij tot (online) kennisdelen toch? 🙂

Als student van de Master Leren en Innoveren vraag ik dan: wat verstaan we onder ‘lesgeven’? Hebben we het hier over didactische uitgangspunten? pedagogische principes? levenslessen? Volgens ons college zijn we allemaal ervaringsdeskundigen omdat we allemaal wel iets aan andere leren. Ja we leren ons leven lang (mijn 90-jarige schoonmoeder zegt altijd “zolang mijn vingers niet even lang zijn, leer ik” 😉 ). Maar betekent dit dat iedereen die een ander wat leert de kunst van het lesgeven verstaat? En schuilt in iedere ‘lesgever’ een goede leerKRACHT? Het is nogal een verschil of je een enkeling, een groep, een jongere of een oudere iets wilt (moet?) leren. Of je wel of niet moet nadenken over leerdoelen, groepsinteractie en beoordelingscriteria.
Ja, lesgeven een kunst! Sir Ken Robinson, de bekende Britse onderwijsvernieuwer, die ik ook ooit een keer live (met dank aan Zuyd!) hebben mogen horen, is voor mij zo’n kunstenaar. Volgens hem: 

“Teaching is an art form.” Goede leraren weten wat hun leerlingen inspireert. Ze zijn deskundig in hun vakgebied. Ze zijn pedagoog. Ze hebben aandacht voor de individuele behoeften van hun leerlingen en passen hun lessen daarop aan. Ze hebben een groot repertoire aan manieren om hun leerlingen te motiveren. Ze zijn een voorbeeld en een rolmodel.

Lesgeven is inspireren, enthousiasmeren, motiveren, stimuleren door aan te sluiten bij de belevingswereld, feedback te geven, te luisteren en verhalen te vertellen. Grote maar o zo ware woorden. De kunst van lesgeven voor mij als niet-docent, maar wel als fanatieke (online) kennisdeler en als moeder van 3 kinderen is om authentiek, vanuit mijn passie en met inzet van al mijn talenten mijn taak uit te voeren maar daarbij de ander verantwoordelijk te laten zijn voor zijn eigen leerproces en leven. Ik heb mijn dromen, maar de ander, mijn collega, jouw student ook. Laten we die vooral ook in de ander zien en (h)erkennen, en, laten we er, als deze met ons gedeeld worden, voorzichtig mee omgaan. 

Volg je droom!

Graag wil ik een quote van Sir Ken toevoegen aan het repertoire van Zuyd: “Dreams are what make us who we are”

Judith

Gerelateerde blogs:

Van 2D naar 3D

IMG_2077

Kennisdeling bij Zuyd: Klapperend de kunst van lesgeven delen.

mmmm Marcel 😦

Goh? Een klapper? Over kennisdeling. Tsja. Nee, ik had er nog niet over gehoord. Thx 4 sharing.
Net op de vooravond  van de afronding van mijn leerinterventie voor het 3e leerarrangement van mijn studie. Onderwerp? Hoe digitale communicatie bij kan dragen aan kennisdelen en co-creatie…

En begrijp me goed hè. Ik vind het belangrijk dat over het kunst van lesgeven gesproken wordt / gaat worden. Ook in de fysieke ontmoeting! Zie ook mijn blog over normatieve professionalisering. Maar ik ben bang dat het met de klapper net zo gaat als met de estafettestokjes

Ben ik weer te negatief? Zit ik in de weerstand? Ik snap gewoon niet dat bij dit soort super kennisdeel-initiatieven ook geen digitale variant wordt aangeboden. Ik ben nieuwsgierig! Waarom? Leg het mij uit! Of misschien kan de bedenker van dit initiatief dit toelichten?

Afgelopen week heb ik diverse gesprekken gevoerd over ict in het onderwijs, over digitale didactiek, over kennisdelen via sociale netwerken, over ict-docentprofessionalisering, over de toekomst van onze digitale leer- en werkomgeving. En hoewel we ontzettend veel enthousiaste pioniers hebben op het gebied van ict in het onderwijs, het ict-bewustzijn bij het management is nog niet erg hoog. Door de vrijblijvendheid die er nu op dit gebied is, lopen ook deze pioniers tegen grenzen aan. Zoals jij al aangaf in je reactie op mijn blog over weerstand en onderwijsvernieuwing via het verandermodel (model Knoster met bouwstenen van het KPMG-model 🙂 ) zijn alle onderdelen in een veranderproces even belangrijk zijn, niet alleen plan, middelen en competenties maar ook visie en belang. Als er maar één onderdeel ontbreekt, leidt dat niet alleen tot weerstand, maar ook tot verwarring, angst, frustratie en chaos.

Voor verandering hebben we naast Leraren met Lef en (ondersteunende) Dienstverleners met Durf ook Toekomstgerichte Teamleiders, Dynamische Directeuren en Bevlogen Bestuurders nodig (alliteratie afgeleid van).

In mijn leerinterventie heb ik geprobeerd adhv theorieën en modellen uit organisatiekunde toe te lichten dat communicatie belangrijk is. Dat vele ‘management-goeroe’s’ van mening zijn dat de veranderingen door de technologie en online sociale verbondenheid zo ingrijpend zijn, dat dit de belangrijkste externe factor is die van grote invloed zijn op de organisatie. Transparantie, wederkerigheid, publieke verantwoording, toegankelijkheid en verbondenheid staan centraal in dit netwerktijdperk. Er ontstaat een nieuwe orde die horizontaal verbonden zijn: coöperaties, sociale en fysieke netwerken. Dit kan niet anders dan dat dit invloed heeft en nog meer zal krijgen op de manier waarop wij ons organiseren, interacteren, communiceren en kennis construeren.

Ik ben dit leerarrangement begonnen met een kennisdialoog over innovatie waarbij ik mijn medestudenten de opdracht had gegeven te kijken naar een video van Jef Staes. Ik dacht dat ik op dit blog ook al eens een video van hem had gedeeld. Niet dus. Ik heb gekozen voor het ‘schapenverhaal’ waarin hij toelicht dat we in de overgang zitten van het 2D naar 3D tijdperk. En hij de vraag stelt waarom (onderwijs)organisaties niet snel genoeg leren en innoveren.
Het is wel een half uur kijken, maar wel een half uur kijkplezier van herkenning 🙂

Hoe zat het ook al weer met dat spreekwoord? Schapen en dam?
Have a nice blue monday!
Judith

%d bloggers liken dit: