Site-archief

Leertheoretische kenmerken bij training communicatieve vaardigheden #gastblog

Hi Marcel,

Vorige week zag ik een enthousiaste tweet van onze collega van de faculteit Social Work Didi Joppe (@ditoma3). Ze had een 8 voor haar artikel ‘Ontwerpen van leersituatie, theoretische kaders’! Geweldig! Ik vroeg natuurlijk meteen om een gastblogje 🙂 Zo’n artikel past natuurlijk wel in de serie #onderwijsontwerpen.

Didi volgt de master Onderwijswetenschappen van de Open Universiteit. Tijdens de laatste module moest ze de praktijksituatie, in dit geval een geobserveerde training communicatieve vaardigheden, koppelen aan de leertheorieën (behaviorisme, cognitivisme en constructivisme) en beschrijven in een artikel. Ze heeft het 4000 woorden tellend artikel voor dit blog teruggebracht tot onder de 1000!

Dank voor deze samenvatting en het delen van je bevindingen op ons blog, Didi!
Groet,
Judith

OUR 2bejammed GUEST: Didi Joppe

communication

CC-BY-NC Joan M. Mas

Inleiding

Het werken met mensen in bijzondere omstandigheden zoals binnen de schuldhulpverlening, jongeren met gedragsproblematiek en cliënten met een psychiatrische stoornis, vergt specialistische kennis en vaardigheden. Een Social Worker richt zich op het begeleiden, hulpverlenen en coachen van mensen in dit soort situaties (http://www.zuyd.nl/studeren/studieoverzicht/social-work). Het voeren van een professioneel gesprek met een cliënt is één van de vakgebieden op de opleiding Social Work van Zuyd Hogeschool in Sittard. Hiervoor is de leerlijn, ‘Communicatieve vaardigheden en methodiek generiek’ ontwikkeld voor de propedeutische fase.

De onderwijsvisie van Social Work is gebaseerd op het sociaal-constructivisme. De lerende construeert kennis om de eigen ervaringen te begrijpen en op basis hiervan een eigen interpretatie van de wereld op te bouwen (Driscoll, 2014; Ertmer & Newby, 1993). Gedrag is situationeel gedetermineerd en het is essentieel om kennis te verankeren in de situatie waarin de lerende het moet gebruiken (Ertmer & Newby, 1993). In de opleiding krijgen deze uitgangspunten vorm door te werken met praktijkgerichte casuïstiek in oplopende moeilijkheidsgraad. Het moduul bereidt de student voor op het het voeren van een simulatiegesprek met een antagonist in de rol van burger, waarin hij zijn luister- en gespreksvaardigheden moet demonstreren. Het doel van dit moduul is te kenmerken als behavioristisch gericht, namelijk het aanleren van gewenst en observeerbaar gedrag. Dit is in tegenspraak met de sociaal-constructivistische onderwijsvisie. Dit leidt tot de onderzoeksvraag: Welke uitgangspunten van leertheorieën (behaviorisme, cognitivisme en sociaal-constructivisme) zijn te herkennen tijdens een 1,5 uur durende training sociale-en communicatieve vaardigheden voor eerstejaarsstudenten van de opleiding Social Work van Zuyd Hogeschool in Sittard?

Resultaten

Na de observatie zijn eerst alle instructiekenmerken uitgewerkt en gekoppeld aan de verzamelde data. Instructiekenmerken zijn onder meer doelstellingen van het moduul, didactische werkvorm, leerstof, organisatievorm en context. De onderzoeksvraag was echter gericht welke leertheoretische kenmerken te herkennen zijn.

Behaviorisme

Vaak wordt gewenst gedrag door een lerende niet spontaan vertoond (Valcke, 2010) en heeft de lerende hints nodig (Burton, Moore & Magliaro, 2004; Driscoll, 2014). De bekrachtiging op een respons is van groot belang (Driscoll, 2014; Roessger, 2012), een positieve bekrachtiger, zoals “goed gedaan” zorgt voor versterking en herhaling van gewenst gedrag. In de onderwijsgroep is ruimte om te experimenteren met gedrag, een aanname van het radicaal behaviorisme waar experiment en observatie een cruciale rol spelen in het ontwikkelen van functioneel gedrag (Driscoll, 2014; Roessger, 2012). Studenten oefenen met casuïstiek en proberen op verschillende manieren wat het beste werkt. Op deze manier leren de studenten eenzelfde respons te geven op gelijksoortige stimuli, bekend als generalisatie (Brysbaert, 2006; Burton et al., 2004).

Cognitivisme

Het leren van procedurele kennis, zoals een hulpverlenend gesprek, vergt investering van tijd en energie. Kennis compileren en omzetten is een langdurig proces. Hierin doorloopt de lerende een aantal fasen van beginner naar gevorderde (Winn, 2004). De student heeft in deze fase van de opleiding al enige voorkennis, maar tegelijkertijd zijn de inhoudelijke eisen verhoogd. In dit OLP moet de student méér verschillende vaardigheden integreren bouwend op eerder geleerde vaardigheden. Zo is elke fase voorwaardelijke voor de fase erna (Wong & Kang, 2012) en groeit de student van novice naar advanced beginner (Winn, 2004).

Constructivisme

Door verschillende rollen aan te nemen tijdens het oefenen maakt de student kennis met verschillende perspectieven. Er is sprake van verschillende representatievormen (Ertmer & Newyby, 1993) in een sociale context waarbij hij eigenaarschap neemt over zijn eigen leerproces (Asal & Kratoville, 2013). Door verschillende en authentieke casuïstiek aan te bieden kan de student experimenteren met gedrag. Fouten maken mag en leidt tot meer inzicht. Op deze manier doet de lerende nieuwe en situatie specifieke inzichten op (Duffy & Cunningham, 1996; Ertmer & Newby, 1993). De oplopende moeilijkheidsgraad van de casuïstiek daagt de student uit gedrag te laten zien die hij nog niet beheerst, het leerprincipe ‘de zone van de naaste ontwikkeling’ (Vygotsky) (Driscoll, 2014).

Conclusie en discussie

In de training en in het moduleboek zijn alle drie de leertheorieën te herkennen. De leerstof bestaat uit authentieke casuïstiek. Tijdens de trainingen is er sprake van experimenteren, observeren en samenwerkend leren in subgroepen, allemaal kenmerken van (sociaal)-constructivistisch leren (Duffy & Cunningham, 1996; Valcke, 2010). Door te oefenen met verschillende casuïstiek treedt er generalisatie op. Met hints of discriminatieve stimuli lokt men gewenst gedrag uit. Dit zijn behavioristische principes die het leerproces vormgeven (Burton et al., 2004; Driscoll, 2024). De cognitivistische leertheorie is te herkennen door de nadruk op structurering, organisatie en volgordelijk verwerken van informatie. De lerende heeft een actieve rol in zijn eigen leerproces. Er is sprake van mastery learning en het verwerven van procedurele kennis (Winn, 2004).

De opzet van het moduul en geobserveerde training is weliswaar constructivistisch, de doelstellingen van het moduul zijn gericht op observeerbaar gedrag en hiermee behavioristisch. Het is de vraag of de samenstelling van de subgroepen de beste organisatievorm is voor de student. In plaats van de studenten zélf de subgroep te laten samenstellen, zou het beter zijn om deze samen te stellen uit één novice en één advanced beginner. Op deze manier kan de novice via modeling leren van de advanced beginner. Dit soort samengestelde groepen heeft een positief effect op de motivatie en houding van de lerende (Hamilton & O’Hara, 2011).

Te stellen is dat het moduul ‘Communicatieve vaardigheden en methodiek generiek’ voor het grootste deel sociaal-constructivistisch is opgezet en hiermee recht doet aan de onderwijsvisie van de opleiding Social Work. De nadruk op samenwerkend leren en reflectie vraagt veel van de trainers. De vraag is in hoeverre zij bekend zijn met deze kenmerken en welke eisen dit stelt aan hen als trainer. Momenteel is er veel variatie tussen de trainers, er zijn zowel beginnende als ervaren trainers. Als de opleiding wil dat afgestudeerde studenten op het niveau van competence of proficiency (Winn, 2004) functioneren, moet op beleidsniveau vastgelegd over welke kennis en vaardigheden een trainer dient te beschikken.

Referentielijst [pdf]

Joppe, D. (2016). Leertheoretische kenmerken bij een moduul Communicatieve vaardigheden en methodiek generiek. Heerlen: Open Universiteit.

Reacties op dit artikel zijn welkom onder dit blog. Meer informatie over het onderzoek, mail naar: didi.joppe@zuyd.nl

Hoorcolleges? Videolessen? Social Media? Zuyd-docent zet discussie voort.

Hallo Marcel,

Tijdens de kerstvakantie was er (landelijk) discussie over gebruik van video in het onderwijs. Ik heb het een en ander verzameld in het gelijknamig blog. Ik eindig het blog dat de discussie vervolgd wordt omdat collega docent pedagogiek Didi Joppe (Social Studies Sittard) hierover een gastblog wilde schrijven. En dat heeft ze gedaan!

OUR 2bejammed GUEST: Didi Joppe

Afb. @JorgeCham  via Kardonsch

Afb. @JorgeCham via @Kardonsch

Speedboot

“Yes” schreeuwde een student het uit tijdens mijn hoorcollege. Ik raakte volkomen de draad kwijt. Hoezo yes? Waarop reageerde ze? Had ik iets raars gezegd? Razendsnel probeerde ik te schakelen van de inhoud van m’n hoorcollege naar de student die lachend achter haar laptop zat. Ze was overduidelijk blij. Het effect van haar gedrag was immens; ineens begonnen meer studenten verwoed achter hun laptop te duiken. Alsof ze allemaal onuitgesproken de wave deden. Er klonken meer kreten van geluk door de aula. Het was in ieder geval duidelijk dat ik aan de verliezende hand was. Mijn hoorcollege met Prezi was ver op de achtergrond geraakt. Gefrustreerd verliet ik de aula nadat het uur erop zat.

Daarom sprak het verhaal van hoogleraar Jan Derksen in De Volkskrant  op zaterdag 29 december 2012 mij ook zo aan.
“…ongeïnteresseerde studenten, diep weggezonken in hun digitale schaduwwereld…”. Niet dat ik nu na één minder gelukt hoorcollege de brui eraan wil geven, maar wél vanuit het oogpunt ‘aansluiten bij de leefwereld van onze student’. Want die wereld is veranderd en daar kunnen we maar beter bij aansluiten. Is niet één van de strategische doelen van Zuyd ‘beter opleiden’?

Moeten we dan alle hoorcolleges maar online zetten en face2face hoorcolleges afschaffen? Nee, natuurlijk niet! Althans, nog niet in 2013. Maar waarom zou ’t niet én én kunnen? Bijvoorbeeld door de student eerst het hoorcollege online te laten bekijken en de mogelijkheid te bieden dat hij zich kan inschrijven voor een ‘ouderwets’ hoorcollege waar tijd en aandacht is voor vragen en discussie.

Ik denk dat we als Zuyd en in het bijzonder Social Studies momenteel een uitgelezen kans hebben om in deze speedboot te stappen. We gaan een proces in om ons onderwijs aan te laten sluiten bij Welzijn Nieuwe Stijl, oftewel de Social Worker 2.0. Laten we niet verzanden in wéér individuele initiatieven van docenten die vanuit zichzelf geïnteresseerd zijn in de combinatie tussen onderwijs en social media. Waarom nemen we het niet op in het format waaraan elk moduleboek moet voldoen? Laat het in onze visie op die Social Worker 2.0 verankerd zijn door nú de modulevoorzitters te ‘dwingen’ (ja, tricky woord…) iets van die social media op te nemen. Met als randvoorwaarden dat lokalen zijn ingericht op deze nieuwe tijd en docenten ondersteuning krijgen in hun zoektocht.

Didi Joppe
@ditoma3 

Dank je wel, Didi voor de bijdrage aan de discussie.
Via Frans Roovers en Ayk de Bie weet ik een beetje van jullie Social Worker 2.0 plannen. Heel goed dat jullie nadenken over hoe nieuwe media en web2.0 tools in je onderwijs te integreren om aan te sluiten bij de ontwikkelingen in de maatschappij die ook het welzijnswerk beïnvloeden. Je hebt een punt dat het niet een initiatief moet zijn van enkele enthousiaste docenten. Kennis delen en samen onderzoeken (ook met studenten) biedt zoveel meer (en plezier): delen is vermenigvuldigen! En er zijn genoeg social media tools om hier binnen het team mee aan de slag te gaan, zie Dingen@Zuyd. Je eindigt je pleidooi met stellen van randvoorwaarden: moderne uitgeruste lokalen en ondersteuning van docenten. Inderdaad: zolang hier geen ruimte en financiën voor beschikbaar wordt gesteld, blijven we achter de feiten aanhobbelen. Wellicht dat het innovatieprogramma van Zuyd voor jullie faculteit hiervoor mogelijkheden biedt? Morgen volgt een blogpost hierover 🙂
Aan de andere kant vind ik dat je als professional op je vakgebied (inhoudelijk, didactisch en technologisch: zie TPACK) een open en leergierige instelling moet hebben. In deze tijd waarin kennis steeds sneller verandert, valt dat niet altijd mee.

Onderstaande video werd gedeeld door Wilfred Rubens in zijn blogpost Onderwijskunde: wetenschap in concept. In deze mooie animatie stelt Sam Arbesman dat bepaalde kennis snel veroudert (Ook Mathieu Weggeman stelt dat in zijn publicaties, hij noemt dat de afnemende halfwaardetijd van kennis, zie art. 4.5 in Het Management Wetboek). Ook onderwijsprofessionals moeten leren hoe je nieuwe kennis en ideeën moet ontwikkelen.

Groetjes,
Judith

Ayk de Bie over ’t twittersuccesje open dag #swzuyd

Howdy Marcel,

Afgelopen zaterdag was de Open Dag van Zuyd. Ik zag op Twitter dat jij ook actief was voor de Open Dag voor jouw kenniscentrum ICT.
Een paar dagen voor de open dag kreeg ik een mailtje van Ayk de Bie. Hij wilde Twitter inzetten tijdens de open dag voor zijn opleiding Social Work. Jij kent Ayk, ik heb hem nog nooit ontmoet, maar twitterend hebben we wel contact. Hij is al enige tijd actief met het account @docentsw. Ayk vroeg me om wat tips hoe hij Twitter kon inzetten voor de open dag. Ik heb hem het een en ander gemaild en hij is er mee aan de slag gegaan. Hij was na afloop zo enthousiast dat ik hem gevraagd heb dit met ons te delen. Het woord is aan Ayk!

@wikipedia

In de startblokken; “klaar voor de start, af” komt het dichtst bij mijn gevoel op het moment dat men aangaf Twitter een plek te willen geven tijdens de open dag van faculteit Sociale Studies, opleiding Social Work.
Het groene licht dat nodig was om meer te kunnen doen met Sociale Media, dan alleen de kleinschalige en individuele initiatieven. Het was een kans om meer draagkracht te creëren bij een groter publiek. Voor mij heeft het deze verwachting zelfs overstegen en heeft het tevens een aantal positieve en onverwachte neveneffecten gehad die ik graag met jullie wil delen. (Dank aan Judith / Marcel voor het platform #2beJAMmed)

Twitter? Wat is het en waarom zou je het überhaupt willen gebruiken? Wat hebben anderen er nu aan om te weten wat jij wanneer op de boterham smeert of wanneer je voor de zoveelste keer naar de herhaling van “wie is de mol” kijkt, omdat je nog steeds niet begrijpt dat Johny de Mol niet is?
Kortom, de zingeving van…?
Wellicht herkenbaar, maar het zijn de antwoorden die ik vaak moest horen wanneer twitter onderwerp van gesprek was. De tegengeluiden werden vaak niet gehoord of niet begrepen. Toch lukte het enkele pioniers, waaronder @fransipani, om steeds meer collegae over de streep te trekken en hen de wondere wereld van het Twitteren te laten ervaren.
“Welkom Tweeps”
Men mocht ervaren dat “anderen” Twitter gebruiken om te informeren, te verbinden, kennis te delen, te infecteren, te inspireren en te enthousiasmeren. Het resulteerde in een opdracht van “hogere hand”.

Hoe kunnen we Twitter inzetten op de open dag?
Het startschot galmde en de sprint werd aangetrokken…..
Judith werd geïnformeerd en de tips stroomde binnen; Twitterfountain, groot scherm, hashtag (#swzuyd), twitteraccount (@swzuyd), gastaccount (@bezoekersw2012) en begin met Twitteren!
Collegae en studenten (de tweeps) werden geïnformeerd en geactiveerd.

De opendag: collegae twitterde vanuit thuis, studenten deelden hun ervaringen, bezoekers evalueerde, tips werden gegeven en kennis werd gedeeld. Men vond elkaar in “real life” door de gemeenschappelijke noemer “hé, twitter jij?”.

Klik op de afbeelding voor het Open-Dag-verhaal-in-tweets via Storify

Mogelijkheden werden geboren en besproken, draagkracht werd vergroot. Maar het mooiste neveneffect is de passie waarmee iedereen over ZIJN opleiding sprak!
Social Work rules!!
En dat met maar 140 karakters, wat een karakter!

To be continued!!

@swzuyd geeft live verslag van de jaarlijkse SW netwerkdag op witte donderdag 5 april a.s. van 15.00u t/m 19.00u via #swzuyd!!

Hartelijk dank voor je gastblog, Ayk!
Zo zie je Marcel dat het belangrijk is dat management de meerwaarde van Social Media inziet door het te ervaren. Onze Frans doet goed werk als ICTO-coördinator op Social Work. De directeur Ellen Laeven is inmiddels ook met twitteren begonnen, en dat doet ze echt goed. We zullen zeker nog meer horen en zien van onze SW-tweeps!

Judith

Virtual Reality gebruikt bij Sociale Vaardigheden trainingen bij Autismen

He Judith!

Weet je nog dat ik bezig was met de Stichting GIPS, Social Work, Goal043 en studenten I/TI voor het maken van een Serious Game waarbij het voor de ‘speler’ duidelijk wordt wat het is om een autisme te hebben?

Ik denk dat we inmiddels een of twee jaren na het ‘droppen’ van het eerste idee zitten en dat het me helaas nog niet gelukt is om docenturen vrij te maken die zowel vanuit de opleiding Social Work en Informatica hier gezamenlijk aan werken. Gepraat is er veel, maar het ‘Just Do IT’ verhaal (courtesy of Jeroen Alessie ;)) is nog niet gelukt. Onder het motto: “You can reach, but you can’t grab it”. Het idee was dat studenten Informatica en studenten Social Work samen een spel zouden maken. Ik probeer dat nog steeds voor elkaar te krijgen, maar kijk ondertussen likkebaardend naar USC ICT en hun ‘Virtual Reality Learning Social Skills for Autismn Project’ Gaaf een dergelijke omgeving, ben ook erg benieuwd hoe ze dat hebben ingericht en of je makkelijk scenario’s (als Social Worker of PABO docent kunt toevoegen.) Aangezien ik me niet kan klonen ben hoop ik dat ik een van mijn studenten zo ‘gek’ krijg om overzee bij USC ICT een stage te gaan lopen.

Zo ziet hun omgeving voor de Social Skill voor Autismen eruit. Goed he!

Nu nog onze studenten uitdagen om me dit ook te maken. Ik hoop dat Bas of Daniel mijn BLOG lezen zodat ze weten dat de Kinect voor hun klaar ligt en dat ze hem maar hoeven komen te halen.

Misschien kan ik het dan wel “Baggen”

Groet Marcel

Voor als je dadelijke je iPad hebt… Een boek uit de jaren 70!

En wederom een goedendag Judith!

Heb je hem al je iPad? Ik hoop het wel voor je… Jij als Social Media en Gadget Girl had hem eigenlijk al eerder moeten hebben dan onze Jack, maar goed, je krijgt hem in ieder geval!

Ik heb overigens alvast iets voor op je iPad. Namelijk een boek! Jep weliswaar een Google Boek maar toch…

Het leuke is dat het boek uit 1970 is en tja hoe kan het ook anders over Serious Gaming gaat.

Ik ben de link naar het boek tegengekomen toen ik de vernieuwde website van Goal043 aan het bekijken was. Goal043 is een bedrijf in Maastricht dat Serious Games maakt. Ik hoop dat ik eindelijk in 2011 de samenwerking tussen hen en de opleiding I/TI concreet kan maken. Op welke gebieden nou ik denk aan de volgende projecten:

  • Opzetten uitstroomprofiel Game Engineering opleiding I/TI
  • Opzetten cursus/minor Building a Serious Game met Social Work studenten
  • Advies geven in Real Life Game die we gaan spelen bij I/TI
  • Advies geven bij Academie Verloskunde die Serious Games in het onderwijs willen gaan gebruiken

Greetz Marcel

%d bloggers liken dit: