Categorie archief: MOOC (ZI) JAMS

Het MOOC project is het project van de faculteit ICT in het kader van het project Zuyd Innoveert. In het schooljaar 2013/2014 zal Marcel als vlaggendrager voor dit project fungeren. Zijn ‘ervaringen’ zal hij (minstens) weekelijks op deze plek delen.

Specialization Academic Writing UC Irvine, Coursera update

Ha Judith,

Ik weet het, mijn reactie vermogen is beperkt op het moment. Inpassen van het bloggen in mijn werk en leefritme blijft lastig, ondanks onze leuke en triggerende vorm van duo-blog. Maar daar wil ik het niet over hebben, alhoewel ik natuurlijk als excuustruus wel een excuus heb voor het minder bloggen, het onderwerp van dit blog: de Specialization Academic Writing. Een MOOC van UC Irvine op Coursera.

Het zijn 5 cursussen, waarvan de 5e een zogenaamd capstone project is. Een capstone is een groter, afsluitend project waarbij je het geleerde (nog meer) in de praktijk brengt en laat zien dat je de stof beheerst. Het certificaat zit dan ook min of meer aan deze course gekoppeld. Het mooie is dat de capstone horende bij Academic Writing gaat over het schrijven van een research article en dat ik dat mag combineren met het schrijven van mijn daadwerkelijk artikel.

Om aan de capstone te beginnen moet je de vier voorgaande MOOCS afronden. In het blog: Eerste Mooc afgerond… heb ik al gesproken over de eerste van vier. In een poging om tijd te winnen heb ik de overige drie tegelijk proberen te doen. Elke MOOC duurt in principe vier weken, maar je mag wel vooruit werken. Momenteel heb ik dan ook alles af en wacht ik per cursus nog op reviews van mijn klasgenoten op materiaal en moet ik zelf nog materiaal reviewen. Leertechnisch vind ik dat mooi aan het systeem, dat je elkaar beoordeelt en dat je moet beoordelen. Maar met betrekking tot extra hard werken en dan eerder afronden voel ik me nu erg afhankelijk.

Mijn nog te beoordelen werk:

Daarbij komt ook nog dat een van de reviews die ik heb gekregen een 76% had, daar waar ik minimal 80% moet scoren. Of en hoe snel mijn verbeterde voorstel nu nog wordt nagekeken geen idee, aangezien mijn ‘college studenten’ een week verder zitten. Coursera geeft in dit soort gevallen als tip om naar het forum deel te gaan van de cursus om te kijken of je iemand zo ver krijgt van je klasgenoten om opnieuw te kijken. Helaas is er geen forumknop in mijn cursus dus zit ik een beetje vast. Andere optie is switchen naar een van de andere courses in de spezialisation, tja die optie heb ik min of meer al gedaan.

Kortom zo’n forum is wel essentieel in deze onderwijsvorm. Ik ga nu op zoek naar personen via reviews die ze al gedaan hebben en dan via linkedin, facebook of twitter. Eens kijken wat dat oplevert.

Het heeft in ieder geval wel een stuk inspiratie gegeven om te kijken of ik zelf peer reviewing kan gebruiken in een cursus. Gelukkig kan dat in Blackboard, maar ik ben erg benieuwd hoe het in de praktijk vanuit een docentkant werkt.

Dat laat ik dan nog wel lezen.

Groet Marcel

Het ontwerpen en ontwikkelen van een social MOOC #exploresocial

ExploringSocialLearning

Zoals je weet Marcel heb ik vorig jaar meegedaan aan de MOOC Exploring Social Learning. Marlo Kengen & Petra Peeters, de ontwerpers en moderatoren van deze MOOC hebben een artikel schreven voor het tijdschrift Opleiding & Ontwikkeling (nr. 2, 2016) waarin ze hun ontwerpprincipes en leermomenten beschrijven.

Ontwerpprincipes

Stem zorgvuldig af op de doelgroep
Dit was door de diversiteit van de groep (zowel qua MOOC-ervaring als qua voorkennis, werkervaring) lastig, daarom werden zowel funderende als verdiepende en theoretische als praktische bronen aangeboden. Tevens werd alleen Curatr als leeromgeving gebruikt en niet van andere sociale media. En er werd nauwelijks gebruik gemaakt van de beschikbare spelelementen in het platform Curatr.

Werk vanuit heldere doelen
Deze waren tweeledig: inhoudelijk over social learning en gerelateerd aan de leervorm (kennismaken met toepassingsmogelijkheden van MOOC en leren cureren).

Maak deelname laagdrempelig
De MOOC was gratis en kort (4 weken) en een tijdsinvestering van 2à 3 uur per week. Wekelijks werden vijf tot acht bronnen (zoals artikelen, blogs, etc.) aangeboden en bij elke bron werd een inschatting van de benodigde tijd gegeven. Tevens in een paar zinnen werd de bron beschreven.

Creëer een heldere opbouw
Een heldere opbouw biedt deelnemers zicht op waar ze nu mee aan de slag gaan en wat verderop volgt. Het doel was nieuwsgierigheid te prikkelen.

Bied afwisseling in bronnen
Om tegemoet te komen aan verschillen in de doelgroep werden blogs, animaties, websites, fi lmpjes, artikelen, infographics en hoofdstukken uit boeken ingezet met een mix van ‘staande kennis’, meningen en praktijkervaringen.

Werk met vragen
Bij elke bron was een vraag geformuleerd om deelnemers aan het denken te zetten en om discussie binnen het platform op gang te brengen.

Plan contact
W
ekelijkse werden e-mails verstuurd om deelnemers betrokken te houden. Hierin werd ook teruggekeken op interessante discussies in de week daarvoor.

Uitgangspunten voor het modereren

De moderatoren Petra Peeters en Marlo Kengen hebben de MOOC top begeleid, schreef ik al eerder. Snelle reacties, verdiepende vragen, goed hoor. Het kostte hen minimaal 1 à 2 uur per dag.

  • Deelnemers verwelkomen
    De eerste vraag in de MOOC was: ‘Stel je voor! Veel deelnemers werden persoonlijk welkom geheten door bijvoorbeeld hun naam te gebruiken en hen, aansluitend bij hun toelichting, succes te wensen of verder te helpen. Hier werden deelnemers en moderatoren ‘zichtbaar’ en werd de basis gelegd voor verdere bijdragen en discussies.
  • Verdiepen door doorvragen
  • Verbinden. Door de vele reacties was het voor deelnemers lastig om overzicht te houden. De moderatoren verwezen mensen naar elkaar.
  • Uitnodigen. Auteurs van verschillende bronnen modereerden ook hun eigen materiaal.
  • Bijdragen waarderen. Er was veel aandacht aan het sociale aspect van de MOOC.
  • Snel actie ondernemen
  • Autonomie stimuleren

Lessons learned van de moderatoren

Stuur bij
Je leert de behoeftes van de deelnemers kennen door hun reactie en de analytics van het platform te gebruiken. Gebruik deze input. Tackel ook snel bij technische problemen.

Vragen als katalysator voor het leren
Door vragen te stellen bij de aangeboden bronnen wordt het leren verdiept. De ontstane discussie ondersteunt ook het sociale leren.

Kies bronnen bewust
Omdat het een gegeven is dat activiteiten minder worden gedurende de MOOC worden eerste bronnen vaker bekeken. Selecteer daarom eerder minder dan meer bronnen.

Autonomie komt niet automatisch
Er was geen verplichting om alles te lezen of om alle vragen te beantwoorden. MOOC werd niet afgerond met een toets. Weinig deelnemers maakten eigen keuzes, passend bij hun doelen en agenda. De meeste lazen alles (vrij schools) in de aangeboden volgorde. De volgende keer zal expliciet aandacht besteed worden aan autonomie van leren.

Het behouden of loslaten van overzicht
Het Curatr platfom kan aan sociale kracht winnen door meer zoekmogelijkheden aan te bieden, en ook door de opties voor het ordenen van bijdrages en volgen van deelnemers toe te voegen

Heb vertrouwen
Als moderator moet je vertrouwen hebben en durven los te laten.

En zoals Marlo en Petra tot slot opmerkten:

Er werd gezamenlijk en vanuit gelijkwaardigheid geleerd door mensen van alle niveaus, achtergronden en contexten. Samen met de open en positieve grondhouding bij het modereren zorgde dit voor een vruchtbare omgeving voor sociaal leren over social learning.

Een ervaring die ik elke deelnemer van een MOOC, student in het reguliere onderwijs of profesional die vanaf september een Zuyd Professional leereenheid gaat volgen, van harte gun.

Judith

Aan de slag met het ontwerpen van E-modules

Het praktisch artikel E-modules: maatwerk via een gestandaardiseerd proces in het nieuwste nummer van OnderwijsInnovatie (september 2015) gaat over het project Onbegrensd Leren van het UMC Utrecht. Ik heb hierover al eens eerder geblogd op ons MOOCZI-blog nav een sessie die ik tijdens Dé Onderwijsdagen 2014 heb gevolgd. Omdat bij Zuyd ook veel opleidingen bezig zijn met ‘blended learning’ waarmee een diversiteit van mixen van onderwijstechnologische leervormen en contactonderwijs en online onderwijs of leren op de werkplek wordt bedoeld, had ik een bijzondere belangstelling voor dit artikel. Ook in het kader van Zuyd Academy zijn de ervaringen die het UMC Utrecht heeft opgedaan tijdens het project interessant. Wij hebben tijdens ons MOOCZI project ook ervaringen opgedaan. Tijdens het project heeft het UMC Utrecht een optimale mix gevonden voor het op grote schaal ontwikkelen van e-modules voor studenten en medewerkers. Ik was benieuwd of onze ervaringen vergelijkbaar zijn.

Qua grootte is dit project onvergelijkbaar met ons MOOCZI, en met elk ander (her)ontwerpproject van Zuyd. Het projectteam van UMC Utrecht varieerde van 10 tot 20 medewerkers en is al bijna 4 jaar bezig. Een regiegroep bepaalde de goedkeuring van de aanvragen. Aanvragen moesten gemotiveerd worden met aanleiding, doelen, voor welke doelgroep met welke wensen. De aanvraag moest geaccordeerd worden door opleidindingsdirecteur. Een vrij strak georganiseerd project. Iedere e-module had een eigen deelprojectleider/onderwijskundig adviseur. Het mag een succesvol project genoemd worden waarin 150 e-modules zijn ontwikkeld. E-modules werden gedefinieerd als:

een (via internet toegankelijke) elektronische module waarin leermateriaal op afwisselende wijze wordt gepresenteerd. Beeldmateriaal (foto’s, video, illustraties) speelt een centrale rol. Met behulp van inter-actieve werkvormen kan de deelnemer de leerstof oefenen en zichzelf toetsen.

Binnen het project waren nog andere productlijnen: E-lecture (weblectures), E-assessment (digitaal toetsen), E-simulatie en videoreflectie.De evaluatie van het artikel beperkt zich tot e-modules.
Er was een gestandaardiseerd ontwikkelproces, maar bij geen enkele e-module was sprake van een standaardpakket. Er werd met verschillende modellen gewerkt die apart of gecombineerd konden worden:

  • basismodule, gericht op kennisoverdracht
  • zelfsturende module, waarbij de student zelf op zoek gaat naar informatie en kennis
  • vraag-feedback gestuurde module met nadruk op toetsen
  • casus-gestuurde module, centraal hierbij staan realistische situaties en storytelling

De e-modules werden in 3 vormgevings-/ontwerpstijlen opgeleverd;

  1. magazinestijl, opgebouwd als een tijdschrift met inhoudsopgaven en artikelen die bestonden uit tekst, beeld en interactieve werkvormen
  2. beeldverhaal, fullscreen afbeelding of video waarin elementen zijn geplaatst met tekst, instructie(video) of een vraag
  3. combinatie, waarin de informatie als magazine werd vormgegeven en de casuïstiek als een beeldverhaal

Enkele leermomenten die ik uit deze evaluatie haal en die ook voor ons goed zijn om rekening mee te houden:

  • op basis van TPACK (technologie, didactiek en content) werden ontwikkelteams samengesteld: voor didactiek waren dit onderwijskundige adviseurs en docenten, voor content inhoudsdeskundigen zoals docenten, voor technologie waren (applicatie)ontwikkelaars, multimedia-adviseurs/ontwikkelaars en functioneel beheerders betrokken
  • men werkte met een storyboard
  • veel aandacht voor vormgeving (usability)
  • brondocumenten van elke e-module werden gearchiveerd (handig voor update)
  • een borgingsorganisatie die de inhoudelijke, functionele en technische kwaliteit van de e-modules waarborgt voor de toekomst. Prachtig! Dit wordt zo vaak vergeten.
  • het ontwikkelen van een e-module is een tijdrovende klus; inschatting van uren is lastig
  • hou het kort en bondig! Formuleer leerdoelen, baken het onderwerp goed af
  • schakel studenten in bij het schrijven van de content
  • gebrek aan tijd van inhoudsdeskundige vormde het grootste risico voor de doorlooptijd en kwaliteit van de e-modules
  • aan stellen van docent-ontwikkelaars bij de diverse opleidingen bevordert opbouw expertise en verkort de ontwikkeltijd
  • ontwerp voor elke gangbare device

Voor de toekomst gaat het UMC Utrecht verder door met ontwikkelen, rekening houdend met adaptief/gepersonaliseerd onderwijs, open online leren, learning analytics en learning objects (zoals kennisclips). Ook gaan ze onderzoeken hoe de e-modules aangeboden kunnen worden: gebundeld in een app, in de elektronische leeromgeving, via een universiteitsbrede repository of misschien wel sociale media.

Kortom, net zoals wij met MOOCZI hebben ervaren:
Met samenwerking en enthousiasme kom je heel verder bij het ontwikkelen en (her)ontwerpen van onderwijs maar de kritische succesfactoren blijven:

tijdsinvestering en afbakening

Judith

 

Rozendal, A., Van der Werf, S., De Kleijn, R., Cappetti, C., & Van Rijen, H. (2015) E-modules: Maatwerk via een gestandaardiseerd proces. OnderwijsInnovatie, 17(3), 17-25. Retrieved from https://www.ou.nl/documents/10815/36324/OI_2015_3_PraktischArtikel.pdf

Hbopener: naar een open hbo-curriculum #LecOER

Jammer, Marcel, dat je niet mee kon naar de inauguratie van Robert Schuwer als lector Open Educational Resources aan Fontys Hogeschool ICT. Het was een mooie warme (letterlijk en figuurlijk) middag met fijne ontmoetingen met bekenden. Het begon met een symposium met dagvoorzitter Ben Janssen. De eerste spreker was voormalig OU-rector Fred Mulder als pleitbezorger van OER. We moeten ons hierop meer focussen dan op het vage begrip ‘open education’. Hij lichtte het 5Coe-model toe. Op basis hiervan kan je profielen maken van onderwijsinstelling van de mate van openheid. Uiteraard maakt elke instelling zijn eigen keuze hierbij.

Ook 2 leden van de kenniskring presenteerde zich al met 2 onderzoeken. Waarvan één ging over een studentonderzoek naar MOOCs. Van de 180 respondenten bleek 80% niet te weten wat een MOOC was, zelf als ze één gevolgd hadden. Het begrip is niet alom bekend. Het merendeel van de studenten zien MOOC als kans voor verbreding en verdieping. Het ander onderzoek ging over intrinsiek gemotiveerde studenten die zelf OER zoeken en vinden om verder te komen in hun leerproces. Als docent zou je hier meer gebruik van moeten maken. ‘Openheid’ is voor studenten vanzelfsprekend, volgens de spreker. (Ik twijfel aan deze stelling. Volgens mij is het voor studenten inderdaad vanzelfsprekend om op zoek te gaan naar online bronnen ter ondersteuning van hun leerproces. De vraag is of zij hun eigen producten ook zelf weer open en online zullen delen? Ik moet even denken aan Open of gesloten? De ICT Draait Door 🙂 ).

fontyslec_openeducation

Na de pauze vulde de aula zich met veel gasten die speciaal voor de lectorale rede van Robert kwamen. In een sneltreinvaart nam Robert ons mee op zijn mooie reis door de OER-wereld. Het was een mooi overzicht op het gebied van open onderwijs.
Tijdens de follow-up bijeenkomst strategieworkshops open en online onderwijs hebben wij het ook al gesproken over het ‘ontzorgen van docenten’. Daarop wil Robert’s lectoraat zich op focussen: op hergebruik en wegnemen van hinderenissen die docenten ervaren bij OER.

Zijn lectoraat zal zich richten op 4 categorieën van onderzoek:

  1. Docenten en OER zijn object van onderzoek. De activiteiten in deze categorie zullen zich primair richten op concrete vraagstukken die in de praktijk van de docent ontstaan bij gebruik en publiceren van OER en andere vormen van open onderwijs. Ervaringen ermee zullen leiden tot requirements voor hulpmiddelen die ontwikkeld kunnen worden. Onderzoek moet duidelijk maken in welke mate hindernissen ervaren worden, hoe de hulpmiddelen bijdragen aan het verkleinen van de hindernissen en (uiteindelijk) of dat inderdaad leidt tot grotere adoptie van OER. Onderzoek naar de rol van de student hierbij behoort ook tot deze categorie.
  2. Het onderwijsproces is object van onderzoek. Activiteiten in deze categorie richten zich met name op het verkrijgen van meer inzicht in hoe OER en andere vormen van open onderwijs kunnen bijdragen aan de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs bij FHICT. Meer inzicht hierin kan een positieve invloed hebben op besef van de mogelijkheden van OER en daardoor uiteindelijk een opener curriculum. Onder meer zal daarbij ook aandacht worden gegeven aan effecten op onderwijs voor specifieke doelgroepen.
  3. FHICT / Fontys is object van onderzoek. Komen tot een grotere adoptie van OER en andere vormen van open onderwijs vereisen ook organisatorische maatregelen. Processen zoals zoeken naar en aanpassen van leermaterialen zullen veranderen wanneer die leermaterialen OER zijn. Vraagstukken betreffen het optimaliseren van dergelijke processen:
    • Welke doelstellingen van FHICT en Fontys kunnen mede behaald worden door inzet van vormen van open onderwijs?
    • Wat kunnen we leren van (open) innovatieprocessen in (externe) organisaties om benutten en openbaren van open onderwijs optimaal te krijgen?
  4. Relatie onderwijsinstelling – externe organisatie is object van onderzoek. Het onderzoek dat in deze categorie valt heeft als uitgangspunt dat de externe organisatie een visie heeft op open innovatie en naar middelen zoekt om die visie te realiseren. Vraagstukken hierbij betreffen hoe vormen van open onderwijs de externe organisatie kan helpen die visie te realiseren, in samenwerking met een onderwijsinstelling en wat dit voor gevolgen heeft voor de samenwerking tussen beide organisaties.

Hij eindigde zijn rede zoals de Romeinse senator Cato Maior dat ook altijd deed 🙂

“Overigens ben ik van mening dat leermaterinalen ontwikkeld met belastinggeld gratis beschikbaar moet worden gesteld”

Zijn lectorale rede is uiteraard open beschikbaar onder CC-BY. Ik heb ook nog een hard copy voor je meegenomen. Bekijken kan ook nog via deze link.

Robert begon zijn reis met een afbeelding van de Imagine gedenksteen van John Lennon in Strawberry Fields Central Park New York. Hij vroeg ons of hij ons wilde helpen met zijn OER-droom. Hij gaf aan samen te willen werken met ander hbo-instellingen. Robert heeft zijn Zuyd-mok nog. Die komt hij nog wel een keertje vullen zei hij 🙂

Judith

Zie ook de blogs van Wilfred Rubens over het symposium en de lectorale rede. En het blog van Robert Schuwer over zijn dag.

Exploring Social Learning #exploresocial

ExploringSocialLearning

Hi Marcel,

Ik ben weer gezwicht, ik heb me weer eens ingeschreven voor een MOOC 🙂 Ik kan het toch niet laten om een Nederlandstalige MOOC over Social Learning voorbij te laten gaan? Toch? Zeker nu ik zo aan het eind van mijn studie geconcludeerd heb dat Social learning in al mijn studieproducten een centrale rol heeft gespeeld.

Deze MOOC ga ik vanaf 18 mei t/m 14 juni 2015 volgen. Het is een iniatief van de MOOCFactory en wordt begeleid door Petra Peeters en Marlo Kengen (docenten HAN Opleidingskunde). De inhoud is ontwikkeld door Sam Burrough en Martin Couzins. Zij hebben de Engelse versie van deze MOOC begin dit jaar gemodereerd.

De MOOC vindt plaats via de nieuwste versie van het platform Curatr. Nieuwe functionaliteiten (nieuwe user-interface, real-time chat met twitter integratie en verbeterd gebruikersprofiel) worden uitgeprobeerd. Ik vond mijn gebruikersprofiel er al netjes uit zien, ik kon koppelen met mijn LinkedIn, dus hoef niet alles handmatig toe te voegen. Ik kon vervolgens nog heel gemakkelijk LinkedIn-items weghalen (als ik die niet relevant zou vinden) en items toevoegen. De koppeling met Twitter heb ik nog niet ontdekt. Heeft deze MOOC überhaupt als een #? Nog niet gevonden … Wel het twitteraccount @sl_revolution.

Wat is nou Social Learning?
Social Learning lijkt wel één van de buzz-woorden van de laatste jaren. Onder Social Learning worden allerlei interacties en leervormen waarin mensen met en van elkaar leren. Dat kan via sociale media maar net zo goed via bijvoorbeeld face-to-face contact. Voor professionals wordt Social Learing in toenemende mate dé manier om bij te blijven en mee vorm te geven aan nieuwe ontwikkelingen. In deze MOOC wordt onderzocht hoe we Social Learning in kunnen zetten voor eigen ontwikkeling en voor de ontwikkeling van anderen.

De MOOC duurt 4 weken, elke week bestaat uit een thema:

  1. Wat is Social Learning?
  2. Welke vraagtekens kun je zetten bij Social Learning?
  3. Hoe kan ik Social Learning zelf benutten?
  4. Hoe kan ik Social Learning inzetten voor het leren van anderen?

Kost me minimaal zo’n 2 uur tijdsinvestering per week. Moet kunnen 🙂
Groet,
Judith

Bron: Website Social Learning Revolution

%d bloggers liken dit: