“Kwaliteit kost tijd”


Ja Marcel, het was een mooie bijeenkomst vorige week woensdag, de Visieworkshop over onze toekomstige DLWO. En inderdaad het delen moet nu beginnen, zowel door management als door docenten. We hebben jullie al een handje geholpen door een verslag te maken en daarover te bloggen op het blog icto.community.zuyd.nl, het kennisdeelplatform van Zuyd als het gaat om ict in onderwijs en onderzoek.

Ik wil nog wel even extra aandacht schenken op ons blog aan het ‘pareltje’ van het I-team, zoals Harry Renting van SURF hem noemde. Ja we zijn zuinig op hem 🙂 Frans Roovers is in zijn element als hij kan vertellen over hetgeen hij enthousiast over is. En dan worden de 5 minuten die hij van de ‘organisatie’ kreeg snel 13 minuten 😉

Binnen Zuyd wordt door docenten en studenten vaak gemopperd op Blackboard. Het is niet intuïtief (klopt wel) en wordt alleen als opslag van documenten gebruikt (klopt ook vaak). Dat Blackboard als leermanagementsysteem meer potentie heeft, liet Frans zien tijdens de bijeenkomst. Bij het ontwerpen van een cursus is het belangrijk:

  1. een ontwerpteam die elk met specifieke kwaliteiten een Blackboardcursus (of online cursus) bouwt, waarbij minstens 1 ontwerper in het team zit die leertechnologieën adequaat kan inzetten en weet hoe tools werken (of daar nieuwsgierig naar is en het gaat ontdekken) – (zie ook onze aanbeveling nav MOOCZI voor het inzetten van ontwikkelteams) ;
  2. belang van online communicatie en feedback, ik verwijs altijd naar Gilly Salmon die met haar Five Stage Model de stappen laat zien om een klimaat te creëren om samenwerken te bevorderen waardoor beter kennis gedeeld wordt;
  3. het belang van structuur voor studenten. De Blackboardcursus heeft een duidelijke opbouw en vooral de timeline en het overzicht met deadlines bleek gewaardeerd te worden. De timeline heeft Frans met de tool Tiki-Toki gemaakt. Het ziet er visueel prachtig uit. Het is een gratis tool, maar als je het wil embedden in je online omgeving kost een premium account 7 dollar per maand. Frans was zo enthousiast over deze tool dat hij het voor deze pilot zelf heeft bekostigd.
FransRoovers

Klik op de afbeelding voor de presentatie van Frans

Ondanks dat het een arbeidsintensieve module was voor studenten (ze moesten een portfolio opbouwen, aan de hand van 16(!) verplichte opdrachten en een achttal vrije keuze maakten ze een glossy waarin ze aantoonden hoe ze zich ontwikkeld hadden) werden vooral het gestructureerde cursusaanbod en de intensieve online begeleiding van de docenten zeer hoog gewaardeerd. Standaard ontvangen studenten na elke module een evaluatie. De respons op deze OLP8-SW Geschikt / Ongeschikt Basisproef was extreem hoog (75%) en deze Blackboardcursus werd met een 9 gewaardeerd.

Deze module werd door 3 docenten ontworpen en begeleid. Ook voor de docenten een arbeidsintensieve module. Ruim 6x de geplande uren is in deze module geïnvesteerd. Ook buiten de 9 tot 5 uren reageerden de docenten op vragen en stimuleerden ze interactie. Ondanks de ‘boost’ die het hen gaf, is dit met de huidige toegekende uren in de toekomst niet te realiseren. Studenten hebben duidelijk aangegeven dat zij deze opzet graag ook in andere modules terug willen zien. Maar “kwaliteit kost tijd”, zei Frans tegen me. Ik ben benieuwd hoe de faculteit de ervaringen met deze module gaat inzetten in heel hun onderwijs.

Deze very good practice die Frans met ons deelde, horen we mee te nemen in ons verder visietraject DLWO vind ik. Onlangs publiceerde Wilfred Rubens 2 blogpost die hierop aansluiten. In Hoe kun je docenten ondersteunen bij het gebruik van ICT in het onderwijs? refereert Wilfred naar een artikel van Catlin Tucker  die stelt dat weerstand tegen het gebruik van ICT vooral te maken heeft met angst, en niet met verzet om te leren en de praktijk te veranderen. Docenten werken volgens haar bovendien betrekkelijk geïsoleerd, zonder veel ondersteuning. Volgens haar zijn er drie manieren om docenten te stimuleren ICT in het onderwijs te gebruiken:

  1. Creëer een schoolcultuur waarin wordt aangemoedigd dat docenten risico’s nemen en fouten durven te maken. Moedig experimenten aan, leer van ervaringen. Geef geen kritiek als experimenten fout gaan, maar evalueer en verbeter.
  2. Zet lerenden in om docenten te ondersteunen op het gebied van ICT. Vorm ICT-teams die uit lerenden bestaan, en die kunnen worden ingezet om docenten te helpen bij experimenten of bij het oplossen van issues.
  3. Geef ICT-bekwame docenten taakuren om hun collega’s te begeleiden. Benut de expertise van deze vernieuwers en pioniers, en laat hen collega’s op de werkvloer ondersteunen bij het herontwerpen van lessen en bij het geven van feedback.

Allemaal aanbevelingen naar mijn hart, die wij als ‘onderwijsvernieuwers’ ook gesomd hebben op de flap tijdens de Visiongame bij de Visieworkshop DLWO. Terecht zet Wilfred bij het artikel nog wat aanvullende onderzoekende vragen die goed zijn om per team eens nader te onderzoeken.
In het andere blogbericht Hoe creëer je nabijheid bij online leren? verwijst Wilfred naar een onderzoek van Ross, Gallagher en Macleod. Relationele verbondenheid (één van de psychologische basisbehoefte volgens Ryan & Deci) is belangrijk om lerenden gemotiveerd te houden. Zeker bij online leren moet hier aandacht aangeschonken worden. Bij OLP8 hebben ze dat goed gedaan. Je ziet hier ook meteen waardering voor. In het onderzoek van Ross, Gallagher en Macleod gaat het vooral om onderwijs aan volwassenen. Aangezien Leven Lang Leren bij Zuyd stevig op de agenda staat, is het goed dit onderzoek ook te bestuderen. De onderzoekers benadrukken het belang van nabijheid dat gerealiseerd wordt dankzij een tijdelijke combinatie van persoonlijke betrokkenheid, omstandigheden (tijd en context) en technologieën (de kenmerken van de leertechnologie). Ik ga hierover in het kader van mijn eigen ervaring bij volwassenonderwijs nog apart over bloggen :).

Dit verhaal van Frans was inspirerend voor de aanwezige docenten die aanwezig waren tijdens de visieworkshop DLWO. Zij wilden graag weer eens op regelmatige basis samen komen om kennis uit te wisselen. Ik wil dat heel graag faciliteren en organiseren, maar twijfel nog over vorm en frequentie. Uiteraard wil ik dat deze kennis ook online gedeeld wordt zodat ook mensen die niet aanwezig zijn hiervan kunnen leren. Wil je daarover eens meedenken?

Judith

geschiktOngeschikt

Over Judith van Hooijdonk

Informatie professional, fervent kennisdeler, HNW-fan, Social Media, Web2.0, Onderwijs2.0, Bibliotheek2.0 "Just start somewhere and make a world of difference"

Geplaatst op 6 juli 2015, in Didactiek, eLearning, Inspiring, Shared 2 Use en getagd als . Markeer de permalink als favoriet. 4 reacties.

  1. Hilde van Schaeren

    Als deelnemer van de module bevestig ik graag dat ondanks er nog schoonheidsfoutjes waren in de module, de opzet in het algemeen en van de blackboard omgeving specifiek erg knap was. In de tekst hierboven vind ik me jammer genoeg niet in terug. Ik lees veel hoera geroep, zonder dat er enige kritische aantekening en verdieping wordt gegeven. Validiteit en betrouwbaarheid horen ook in dit soort stukken thuis, meen ik. Ik lees kortom veel hoera geroep en weinig kritische reflecties. En daarmee doe je de module tekort. Het verhaal is genuanceerder en ik ben ervan overtuigd dat als je dit ook zo brengt, de geloofwaardigheid stijgt en de module beter tot zijn recht komt. Dus ICT freaks, gelieve iets genuanceerder te formuleren! Een tip van een fervente ICT fan.

  2. Judith van Hooijdonk

    Dank voor je reactie Hilde! Grappig dat je me als ICT-freak ziet, zo zie ik me zelf niet, wel als iemand die ook de mogelijkheden van leertechnologieën wil integreren in het onderwijs. Ik vond inderdaad de manier waarop jullie docenten deze module hebben opgezet erg goed, maar vooral de manier waarop studenten ook online erbij betrokken werden. Wellicht dat dit als te veel hoera-gejuich kan worden ervaren. Welke kritische aantekeningen en verdiepingen zou jij nog willen toevoegen?

  3. Frank Salemans

    Ook ik heb als docent met veel plezier (en ook met een investering van aanzienlijk meer tijd dan hiervoor was uitgetrokken) in deze module mogen werken. De ICT-Blackboard-omgeving vond ik een verademing: heerlijk duidelijk. Vooral de tijdlijn en de beschrijving van verschillende opdrachten met beoordelingscriteria werkten voor mij erg prettig.

    Maar dat ging ook gepaard met engelengeduld van de coördinatoren om alle vragen van de met deze werkwijze onervaren docenten te beantwoorden. Die coachende opstelling heeft ook bijgedragen tot het succes en de koudwatervrees voor deze ICT-benadering weggenomen.
    De menselijke factor speelde dus ook een belangrijke rol bij deze good-practice-ervaring.

    Ik ben het helemaal eens met de stelling van Frans dat kwaliteit tijd (en dus: geld) kost. Het ontwikkelen van dergelijke vernieuwende modules zou in tijd beter gehonoreerd mogen en moeten worden. Dat zou beter kunnen in de organisatorische randvoorwaarden. Het is geen overdreven fanatisme van de ontwikkelaars: het kost gewoon meer tijd om hogere kwaliteit te leveren. Het is niet vanzelfsprekend dat dit in de vrije tijd van docenten gebeurt.

    Puntje van kritiek is dat de gevolgde werkwijze door studenten in deze module meestal nogal individueel van aard was: ieder werkte meestal zelfstandig aan zijn eigen opdrachten. Inhoudelijke discussies zouden meer in groepsverband hebben kunnen plaatsvinden in voor- en/of nabespreking van verschillende opdrachten. Dat varieerde nu te veel per tutor: ieder probeerde op zijn manier hier invulling aan te geven. Sommige bijeenkomsten duurden een kwartier (“Zit iedereen op schema?”) waar andere bijeenkomsten de volle 90 minuten tijd kostten. Maar ik heb begrepen dat meer aandacht voor groepsreflectie al een voornemen is voor volgend studiejaar.

    Van mij zou het hele onderwijs op deze manier ingericht mogen worden, maar dan wel met de kritische kanttekening om meer groepsgericht te werken. Werken in reflecting teams i.p.v. tutorgroepen lijkt me hier de geïndiceerde werkvorm.

    Ik heb me al aangemeld als begeleidend docent volgend studiejaar!

  4. Hilde van Schaeren

    Sluit me helemaal aan bij FRANK, niets dan lof voor onze docenten, de initiators en realisators van Onderwijsleermodule 8. We zijn baanbrekend bezig en niet alleen in deze module. SW 2.0. doet baanbrekend werk. Frank duidt op het voordeel van blended courses, ICT aanbod dat hand in hand gaat met interacties in de klas. Als studenten de onderwijsproducten in groepsverband kritisch evalueren en als verbeteringen ook worden doorgevoerd (niet alleen via een opmerking op papier, maar daadwerkelijk in de tekst) wordt het eindproduct nog beter. Voor de onderwijsmodule, de uitvoerders en de studenten van OnderwijsLeermodule 8 niets dan lof.

    Mijn kritiek betrof een kleine opmerking over de opzet van uw tekst Judith, ICT heeft behoudens vele voordelen ook nadelen. Het instrument kan alleen verder optimaliseren als er genoeg ruimte wordt gegeven voor kritiek en verbetering. Ik vind het leuk dat we er kans voor krijgen om erop in te gaan! Prima zo.

    Net als Frank ben ook ik heel blij dat ik deelgenoot heb mogen zijn van het SW OLP8 project en avontuur. Ondanks dat er visuele beperkingen waren in het Jilster programma (rode achtergrond, kleine grijze of zwarte letter … ) zie ik studenten die een mooie backup hebben gekregen van alle competenties, methodes en theorieën die ze geleerd hebben het afgelopen jaar, hoor ik via de studenten dat ouders apetrots zijn op de realisaties van hun kinderen en zullen werkvelden stagiaires over de vloer krijgen die goed zijn voorbereid op de nieuwe transitie in het sociale domein. Echt, super trots, en begaan om het nog beter te maken.

Kennis delen? Ja graag!

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.