Site-archief

Wat is de houdbaarheid van het onderwijsstelsel?

Hallo Marcel,

Tijdens de studiedag over flexibilisering in het hbo kwam het heel even ter sprake: de houdbaarheid van het hoger onderwijsbestel. Dit was de kern van het artikel in de NRC dat ik enige tijd geleden las, en een dag later nog uitgebreider op ScienceGuide verscheen. Als gevolg van de digitalisering (denk aan content dat open en online beschikbaar is), virtual en augmented reality, de blockchain technologie, de big data intelligence verandert de wereld om ons heen. Wat heeft dit voor invloed op het hoger onderwijs? Nu, in de nabije en verre toekomst?

Nu kunnen studenten al online onderwijs (MOOC’s, SPOC’s) volgen bij andere onderwijsinstellingen. Het opbouwen van een individueel curriculum, persoonlijke leerpaden gaat niet zonder slag of stoot. Dat heb jij twee jaar geleden al verwoord in je blog ‘Hoe een student een MOOC vangt‘. En volgens mij (correct me if I’m wrong) is de situatie bij Zuyd nog niet veranderd. Dat ligt *imho* oa aan het feit dat binnen onze onderwijsinstelling nog niet zo veel aandacht is voor open education(al resources). Dus ja, studenten kunnen hun persoonlijk curriculum bij elkaar ‘spoccelen’. Echter dit is vanwege allerlei procedurele hobbels alleen voor de volhouders weggelegd. Het flexibele deeltijdonderwijs met het leerwegonafhankelijk toetsen bij Zuyd Professional zou dit wellicht beter moeten kunnen faciliteren.

Toch ziet Jan Anthonie Bruijn, hoogleraar aan Universiteit Leiden en lid van de Eerste Kamer voor de VVD, deze ontwikkelingen met rasse schrede naderen en en vroeg de regering hoe dit zich zal verhouden tot de mogelijkheid en wenselijkheid om toezicht te houden op de kwaliteit en doelmatigheid van het hoger onderwijs. Zijn wij hier op voorbereid? En past dit ‘spoccelen‘ van een student binnen de wet? Wat betekent dit voor de begrippen onderwijsinstelling, opleiding, diploma die nu nog door de wet worden beschermd? En voor kwaliteitstoezicht? Voor de bekostiging? Hoe erken je het niveau van een online cursus in binnen of buitenland?

Citaat uit het artikel Digitaliseren, het nieuwe internationaliseren op ScienceGuide:

Als digitaliseren het nieuwe internationaliseren is, is de docent de nieuwe instelling. De SPOC wordt de nieuwe MOOC en virtual augmented reality de nieuwe international classroom. Als de zelfgekozen weg langs docenten het nieuwe curriculum is en als het individueel opgebouwde portfolio het nieuwe certificaat is, wat betekent dat dan voor de zekerheden die we als vanzelfsprekend achten?

Ook volgens Bert van der Zwaan, rector van Universiteit Utrecht, zijn de eerste tekenen van de verandering zichtbaar. Hij stelt in zijn recente publicatie ‘Haalt de Universiteit 2040?’ de vragen over de rol en taak van de universiteit in een samenleving waar kennis ‘omnipresent’ is. Wat betekent dit voor de vorm en organisatie van het wetenschappelijk onderwijs (minder onderwijsgebouwen, het opzetten van een Nederlands-Belgisch kennishub)? Ook hij heeft, zoals ook in de trendrapporten over open onderwijs van SURF, over ‘unbundling’ van onderwijs, de nieuwe onderwijsvormen die ontstaan door open onderwijs. Hij voorziet nog wel campusonderwijs voor de eerste jaren van een studie vanwege het vormende effect van studeren in een community. Maar wat betekent het steeds meer online leren en samenwerken voor de sociale cohesie?

Een debat over het onderwijsstelsel en de bekostiging is nodig, zeggen beide heren. De voorzitter van de Studentenvakbond heeft inmiddels gereageerd en noemt het geschetste toekomstbeeld “een cynisch strategie om de geest rijp te maken voor gigantische onderwijsbezuinigingen”. Het ‘spoccelen’ van losse cursussen wordt door hem niet gezien als het samenstellen van een eigen leerroute maar het in de steek laten van een student. De waarde van ontmoeten en samenwerken wordt opgeofferd, zegt de voorzitter. Daar lijkt toch wel aandacht voor te zijn volgens een ander citaat uit het artikel Digitaliseren, het nieuwe internationaliseren op ScienceGuide:

Daarom zullen wij moeten kijken hoe wij zorgen dat we onze studenten ook in de digitale leeromgeving de zo noodzakelijke sociale inbedding, het persoonlijke contact en de extra-curriculaire community en microkosmos blijven bieden die nu bijvoorbeeld campus of studentenvereniging heet. Die zijn immers essentieel in hun Bildung en sociaal-culturele vorming. Daar hebben we de studenten zelf hard bij nodig.

Sluit de experimenten in het hoger onderwijs met flexiblisering, flexstuderen, leerwegonafhankelijk toetsen wel aan op behoefte van studenten, vraag ik me dan hardop af. Vast niet bij elke student. Mijn ervaring is dat de gemiddelde student een behoudend beeld heeft van onderwijs. Ook Tycho Wassenaar beschrijft dat in zijn column in de laatste ‘Personalised Times’ (zie editie 0 en de gebundeld de edities 1 t/m 5), een uitgave van SURF. SURF is onlangs met een groep bestuurders uit het hoger onderwijs op studiereis geweest naar Boston. Het thema van de reis ‘gepersonaliseerd leren’. Het gezelschap ziet de urgentie om gezamenlijk een visie te ontwikkelen op onderwijs en technologie. Samen met VSNU en Vereniging Hogescholen wordt nu een voorstel gedaan voor het organiseren van de bestuurlijke dialoog en sturing.

De bestuurders zien het deeltijdonderwijs als een broedplaats voor  stapelbare microcrendentials, het effectief inzetten van technologie en het daadwerkelijk invulling geven aan onderwijskundige en cognitieve inzichten in wat effectieve leermethoden zijn.
Dan zitten we bij het lectoraat Technologie-Ondersteund Leren bij Zuyd dicht aan het front, onze focus is immers het deeltijdprogramma Zuyd Professional 🙂 En uiteraard zal jij met je promotieonderzoek ook een steentje bijdrage aan gepersonaliseerd leren!

De dialoog moet niet alleen op bestuursniveau worden gevoerd, maar ook met en tussen docenten. Hoe de toekomst eruit komt te zien kunnen we niet voorspellen. De snelheid van technologische ontwikkelingen is een feit. We kunnen de toekomst verbeelden, zoals Jane McGonigal adviseert, waardoor we meer (be)grip krijgen op het gezamenlijk vormgeven van het hoger onderwijs.

Judith

To scrum or not to scrum #onderwijsontwerpen

Hi Marcel,

Door toeval kwam ik weer eens op het blog van Petra Peeters. Petra ‘ken’ ik van de MOOC Exploring Social Learning. Zij was moderator van deze MOOC en heeft ontwerpprincipes in een artikel met ons gedeeld, hierover heb ik destijds geblogd. Vorig jaar heeft zij in 11 blogpost het proces van 5 maanden (februari-juni 2016) scrummend een deeltijdcurriculum ontwerpen, gedeeld. In de 12e bijdrage geeft zij terugblik. Deze leermomenten wil ik in onze rubriek #onderwijsontwerpen ook hier even vastleggen. Vooral ook omdat ik dit in het kader van onderwijs ontwikkelen voor Zuyd Profesional interessant vind.

De opleiding Opleidingskunde van de HAN had 6 maanden de tijd om een nieuw blended deeltijdcurriculum te ontwikkelen. Ze kozen SCRUM als ontwikkelmethodiek. Zij werden hierbij begeleid door scrum@school. Het was een avontuur zo blijkt uit de blogberichten.

Uitgangspunten

In dit half jaar hebben ze uitgangspunten die voor het curriculum gelden geformuleerd en uitgewerkt. Ook zij werken met leercoaches en leeruitkomsten. Leerarrangementen is een term die ik uit mijn MLI-tijd ken, binnen Zuyd Professional wordt nog ‘gewoon’ over modules gesproken. Wezenlijk in de uitgangspuntpunten is de integrale aanpak en de integratie van de praktijk in de modules.

Ontwikkelteam

Zij hadden een team van 12 mensen waarvan 4 werkstudenten (mooi!). Samen hadden ze 0,9 fte per week om te ontwikkelen. Zij adviseren een kleiner kernteam die sneller stappen kan maken omdat nu veel tijd kwijt ging aan afstemming en overleg, ondanks dat dit ten koste gaat aan de diversiteit van invalshoeken. Dus een klein kernteam met meer tijd en die wel mensen ‘van buiten’ betrekt voor input. De student als partner werd vanwege frisse en deskundige blik enorm gewaardeerd. Tip dus! Het werkveld werd pas op het laatste moment betrokken. Hun advies is hen eerder te betrekken. Ik weet uit mijn ervaring bij de curriculumontwikkeling van bacheloropleiding HBO-V dat zij dat al heel goed doen. Dit wordt van beide kanten enorm gewaardeerd.

Een andere tip is teksten visualiseren in tekeningen, schema’s en tabellen. Dit werkt ook beter in communicatie naar andere toe.

To scrum or not to scrum

De ontwikkelmethodiek scrummen bracht hen overzicht. Het werken met scrumboard gaf duidelijkheid, waardoor prioritering in taken kon worden aangebracht. Scrummen zette hen ook actief in beweging, geen eindeloos overleg over visie. Door visie te schetsen, ging ontwikkelen en visievorming gelijktijdig en versterkten elkaar.
Door met overzichtelijke deadlines te werken (periodes van 4 weken) waarin tussenproducten opgeleverd moesten worden, werd de alles-of-niets deadlines vermeden. Ook in bijeenkomsten werd met ‘timeboxen’ gewerkt waardoor in weinig tijd veel gedaan. Taakverdeling werd duidelijk en teamleden werden ingezet op hun kwaliteiten. Vertrouwen dat zij goede dingen opleveren, werd tijdens het proces geleerd. Iedereen heeft een andere werkaanpak.

Ze zijn (terecht!) trots op het resultaat. Ze hebben duidelijk wat nog op de planning staat. Scrumdiscipline is nog wel een ‘dingetje’. Maar elke keer als ze daarvan afweken, ontbrak overzicht. Het was hard werken (buffelen). Maar aan het eind van elke scrumsprint was er moment van trots en nieuwe inzichten. Het scrummen was voor hen een nieuwe ontwikkelmethodiek waardoor zij allemaal beginnende scrummasters waren. Met meer begeleiding was dit proces gemakkelijker geweest.

Eindconclusie van Petra:

To Scrum or not to scrum is voor mij geen vraag meer. Bij vergelijkbare projecten zou ik Scrum graag weer inzetten. Het (leren) Scrummen is een pittige klus, zeker als je dat doet terwijl je aan een even pittig project werkt. Scrummen heeft ons echter zó geholpen uit onze vaste patronen te stappen en tot resultaat te komen dat ik de worsteling er graag voor over had.

Wat is er van opgepikt heb, is dat een klein ontwikkelteam met genoeg samenwerktijd het beste werkt. Dat je studenten en werkveld op geregelde momenten moet bevragen/betrekken. Dat visueel overzicht en werken met tussentijdse deadlines belangrijk is om de vaart er in te houden. Onderlinge en ‘naar buiten’ communicatie en vertrouwen cruciaal zijn.

Mooi en bedankt dat je dit gedeeld hebt, Petra!
Groet,
Judith

Vinden en binden van studenten #zuydprofessional

Goedemorgen Marcel,

Omdat ik als lid van de Werkgroep Blended learning en als communitymanager betrokken ben bij Zuyd Professional heb ik vanmorgen met bijzondere belandsteling de Editie Zuyd Special gelezen. Heb jij hem al gezien? Het is mooi editie waar ambitie uitstraalt maar ook dat er nog veel werk aan de winkel is. We zijn nog niet klaar, zo staat op de achterkant te lezen, zoals met het ‘verder uitwerken en uitrollen gemeenschappelijke blended onderwijsconcept in samenwerking met lectoraat Technologie-Ondersteund Leren’. Dat er op dat gebied nog het een en ander te verbeteren is, weten we.

Het meest lezenswaardig vond ik onderstaand artikel waarin Jeanine Schmeitz helder en duidelijk uitlegt wat het grote verschil is tussen Zuyd Professional en het reguliere onderwijs. Het werken met leeruitkomsten is nieuw, ook voor onze docenten. Student verantwoordelijk (met ondersteuning van een coach) voor zijn eigen leertraject. Modules die hij welke opleiding dan ook van Zuyd kan volgen. Heel flexibel. Een hele uitdaging ook.

Leeruitkomsten_ZP

September 2016 | Special Zuyd Professional

In het najaar gaat de website van Zuyd Professional online, tot die tijd is het scholingsaanbod te bekijken via de algemene website van Zuyd. Het aanbod moet nog wel wat groeien en wat andere  (online) varianten moeten worden ontwikkeld 🙂 Maar vanaf morgen is Zuyd Professional dan ook officieel gestart! ik wens alle eerste ZP-ers veel studieplezier en onze docenten veel succes.

Linda Hendriks, onze programmamanager zegt in deze special dat we ook kritisch kijken naar onze eigen werkwijze en dat we intern nog te weinig van elkaar weten waar we mee bezig zijn. Ik hoop als communitymanager van ZuydProfessional daar het komende jaar een steentje aan bij te dragen. Het soft skill ‘centrum’ in oprichting zou *imho* ook ‘lifehacking‘-aspecten moeten omvatten bij skills als persoonlijke effectiviteit, communicatieve en sociale vaardigheden, groepsdynamische- en samenwerkingsvaardigheden, leiderschapsvaardigheden en interculturele vaardigheden. Omdat ik denk dat naast belangrijke persoonlijke gesprekken ook technologie kan (moet?) worden ingezet om samen te werken en te leren. En dat kan ook helpen bij het vinden en binden van studenten en medewerkers.

Wat je geeft, krijg je terug!

Groet,
Judith

%d bloggers liken dit: