Site-archief
DC4E, een verrijkt procesmodel voor blended onderwijs ontwerpen
Hi Marcel,
Het afgelopen schooljaar hebben we mooie dingen gedaan in het Lectoraat Technologie-Ondersteund Leren (TOL). Zo nu en dan hadden we echt het gevoel dat we vlogen. Onder de bezielende leiding van lector Hendrik Drachsler heb jij als promovendus al je eerste artikel bijna gepubliceerd. Ik heb me vooral bezig gehouden met het samenstellen van een ‘verrijkt’ procesmodel voor het ontwerpen van blended onderwijs en het vormgeven van de website voor het lectoraat: tol.zuyd.nl. Jammer voor ons, maar geweldig voor Hendrik, hebben wij vorige week al afscheid moeten nemen van onze lector. Hij heeft een baan aangeboden gekregen en geaccepteerd als hoogleraar educatieve technologieën bij de Goethe Universität in Frankfurt ism het Deutschen Institut für Internationale Pädagogische Forschung. Deze functie combineert hij met de functie hoogleraar Learning Analytics bij de OU. Super voor hem! Hij vliegt verder 🙂 Maar wij ook! De kenniskring gaat in ieder geval verder met het doorontwikkelen van de Design-Cyclus for Education (DC4E).
Met gepaste trots deel ik op ons blog de link naar tol.zuyd.nl/dc4e. Ik mag wel zeggen dat ik steeds benadrukt heb het belangrijk te vinden het model open en zo gebruiksvriendelijk mogelijk te delen. De laatste weken heb ik daarom veel tijd besteed om dit vorm te geven op de website van het lectoraat TOL.
Samen met onze collega’s van de kenniskring, hebben wij dit procesmodel in eerste instantie ontwikkeld voor de ontwerpers van blended onderwijs voor Zuyd Professional, het flexibele deeltijdonderwijs van Zuyd. De cyclus loodst docenten stapsgewijs door het (her)ontwerpproces van modulair onderwijs. Elke stap is verrijkt met hulpmiddelen en voorbeelden die de docent ondersteunen bij het maken van ontwerpkeuzes.
Waar ik ook trots op ben is dat wij de DC4E-cyclus ontwikkeld hebben in nauwe samenwerking met de werkgroepen toetsen en valideren, blended onderwijs en intake & coaching van Zuyd Professional. Ook de lectoraten Professionalisering van het Onderwijs en Professioneel Beoordelen hebben feedback gegeven op dit model. Als kenniskring hebben we nu een eerste versie van het model gepresenteerd. Net zoals bij ontwerpen hoeft ook een model niet meteen perfect te zijn, er is ruimte voor verbetering. Aan de hand van gebruikerservaringen willen wij het model continu doorontwikkelen. Het zal natuurlijk ook worden uitgebreid met meer ‘tools’ en mooie praktijkvoorbeelden.
Het ontwerpen van blended flexibele deeltijdonderwijs staat natuurlijk niet los van het ontwerpen van blended onderwijs van het regulier bachelor onderwijs. Veelal zijn dezelfde docenten betrokken bij ontwerpprocessen. Kenniskring TOL beoogt met dit model ook een kader te bieden voor een gezamenlijke taal waarmee onderwijs(her)ontwerp gedeeld en gecommuniceerd kan worden. We hopen dat dit binnen Zuyd een breed gedragen ontwerpcyclus gaat worden. Ik zal vanuit mijn nieuwe rol als coördinator van het cluster onderwijskundige ondersteuning van de Dienst Onderwijs en Onderzoek dit model binnen ons advies- en ondersteuningswerk zeker overal binnen Zuyd introduceren.
Na de zomervakantie dan 🙂
Groet,
Judith
De DC4E cyclus voor het ontwerpen van blended onderwijs: Feiten, kennis, en best practices voor het ontwerpen van succesvolle blended learning strategie binnen Zuyd Professional.
Versie: 1.0, juli 2017
Kenniskring Technologie-Ondersteund Leren:
Evelien van Limbeek, Judith van Hooijdonk, Didi Joppe, Chris Kockelkoren, Peter Ebus, Marcel Schmitz, Peter Sloep, Hendrik Drachsler
Met bijdrage van:
Ankie van de Broek, Marcel Graus, Jeanine Schmeitz, René Claassen, Dominique Sluijsmans
Docententeams ondersteunen bij ontwerpen onderwijs
Ha Marcel,
Deze maand heeft SIG Blended Blearning een seminar georganiseerd met als thema het faciliteren van docenten(teams) bij blended learning. Op de SURF website zijn alle presentaties te bekijken en te lezen. Jeroen Bottema van hogeschool Inholland heeft op zijn blog Leervak over 3 (hier, hier en hier) van de 5 presentaties (van hogescholen en universiteiten) uitgebreid geblogd. Veel van wat ik lees, herken ik uit eigen ervaring en onderzoek.
Ook bij Zuyd staat het ontwerpen van (blended) onderwijs op de agenda. Zo zitten we midden in een aanbestedingstraject voor een LMS dat de kern gaat vormen van onze digitale leeromgeving. De pilots flexibilisering van Zuyd Professional zet docententeams aan het denken/werk over het blended maken van hun onderwijs. Het lectoraat technologie-ondersteund leren heeft een ontwerpmodel blended onderwijs beschreven. Een programma ‘succesvol studeren’ gaat docententeams helpen bij curriculumontwikkeling.
Met mijn 2 collega’s van het I-team zitten wij sinds kort in het cluster Onderwijskundige Ondersteuning van de Dienst Onderwijs en Onderzoek. Ons cluster is bij al bovenstaande initiatieven nadrukkelijk betrokken.
Uit al deze lessons learned zie ik onderstaande factoren veelal terug in alle presentaties:
- Implementatie van blended learning kan op verschillende manieren aangepakt worden: top down of bottum-up, centraal of decentraal, verplichtend of vrijblijvend. Geen van de manieren is dé road to success. Een mix van deze aanpakken is meestal de praktijk. Een duidelijke visie op blended learning is daarbij wel voorwaardelijk.
- Geef implementatietrajecten (op het nu gaat om LMS of Blended Learning) vanauit management tijd en aandacht. Ga ook als teamleider het gesprek aan met docenten over ontwikkelingsbehoefte op het gebied van blended learning en biedt professionalisering cq ondersteuning.
- Er is behoefte aan maatwerk: op opleidingsniveau, faculteitsniveau en docentniveau. Dat betekent flexibele, snelle en laagdrempelige ondersteuning (denk aan learning on the job, workshops, online cursussen, 1 op 1, it-support) die docenten kunnen begeleiden bij het ontwerpen van onderwijs, maar ook kunnen ontzorgen. Dit vraagt om onderwijskundige professionals met brede kennis van ontwerpen van onderwijs. Zo’n learning designer is een duizendpoot (zie ook mijn blog over accidental instructional designer). Zo’n ontwerper is een leraar, een inspirator, een procesbegeleider, een expert volgens TPACK, een adviseur die afwegingen maakt op basis van de ontwikkeling waar het docententeam zich bevindt en een bruggenbouwer. (jaja)
- Leren door te doen! Laat voorbeelden zien. Kopieer en doe na.
- Kennisdeling en communitybuilding is cruciaal, hoewel je daar niet alle docenten mee zult bereiken. Zet daarom in op een diversiteit van kennisdeelactiviteiten, online en f2f. In teamvergaderingen, events, studiedagen, nieuwsbrief, pizzasessies, FAQ’s. Communiceer en enthousiasmeer!
- Verweef professionalisering op het terrein van blended learning in een generieke visie en aanpak op docentprofessionalisering. (BKO, BKE, BDB). Organiseer verschillende typen scholingsactiviteiten.
- Benoemde knelpunten bij docenten blijven: tijdsinvestering, what’s in it for me? en digitale competenties.
- Betrek studenten bij implementatie, ondersteuning en evaluatie.
Universiteit Leiden heeft onderzoek gedaan naar randvoorwaarden voor succesvol implementeren van blended learning. Deze komen overeen, zoals onderstaand plaatje laat zien met het 6-factoren model voor learning-enriched schools van Michael Fullan.
Alle bovengenoemde succesfactoren sluiten aan op diverse analyses die binnen Zuyd hebben plaatsgevonden. Voor duurzame implementatie is een heldere centrale visie op leren nodig, met ruimte voor opleidingen/faculteiten om binnen de gestelde kaders eigen invulling te geven aan het begrip blended learning, en daarbij voor de implementatie een haalbaar tijdspad te koppelen. (ICT-) docentprofessionalisering is daarbij cruciaal net zoals tijd om te leren, ondersteuning van docenten en delen van kennis en ervaring. Met het nieuwe cluster Onderwijskundige Ondersteuning werken we samen met de 3 onderwijslectoraten van Zuyd om daarmee ‘evidence-informed’ denken en werken te borgen.
Zoals ik schreef in het blog The Accidental Instructional Designer kan een ontwerpmodel helpen bij het spreken van een gezamenlijke taal. De gepresenteerde ontwerpmodellen/stappenplannen die ik zag komen veelal overeen met het veelgebruikte ADDIE-model (Analysis Design Development Implementation Evaluation).
In de presentatie ‘ontwerp je eigen blend‘ stonden heldere ontwerpvragen geformuleerd:
- Wat moet de student leren?
- Hoe meet je of de student dit geleerd heeft?
- Wat moet de student doen om dit te leren?
- Wat heeft de student daarvoor nodig?
- Hoe weet de student (en docent) hoe hij ervoor staat?
- Welke werkvorm past hierbij?
- Welke tool past hierbij?
- Check, check, dubbelcheck…
Als ik deze koppel aan de ontwerpvragen uit mijn vorig blog dan hebben we, denk ik, een mooi startpunt voor ons onderwijskundig ondersteuning- en advieswerk.
Warme groeten,
Judith
Meer lezen over ontwerpen Blended Learning? Zie mijn boekenkast!
Gelezen. The accidental Instructional Designer
Enige tijd geleden las ik op de website van Kessels & Smit over het boek The accidental instruction designer: Learning design for the digital age van Cammy Bean. Ik was nieuwsgierig en wilde het ook lezen. Dat heb ik de afgelopen week gedaan.
Dit verhalend (en daardoor inspirerend) boek uit 2014 is een persoonlijk verslag van hoe Cammy Bean per ongeluk een learning designer werd. Ze maakte zo’n twintig jaar geleden haar eerste cd-rom trainingsprogramma. Gedurende de 10 jaar die volgde leerde zij door haar onderzoekende en nieuwsgierige houding informeel over instructional design in het algemeen en over online onderwijs aan volwassenen in het bijzonder. Inmiddels heeft ze met design teams honderden online zelfinstructie trainingsprogramma’s ontworpen.
many many shades of instructional design
Wat is instructional design? Iedereen die zich instructional designer noemt, omschrijft zijn werk anders. Volgens Bean zijn er 4 verschillende vaardigheden noodzakelijk voor dit vak:
- kennis van hoe mensen (voor wie jij ontwerpt) leren
- creativiteit (leren moet aantrekkelijk zijn)
- technologie (zonder technologie geen e-learning, je hoeft geen geek te zijn maar wel de taal kunnen spreken)
- context (je moet de context begrijpen, strategische doelen, visie ed)
Instructional designer is een zogenaamde T-shaped professional; brede vaardigheden en op 1 gebied de expertrol. Je moet op zoek gaan naar jouw expertrol. Wat is dat? En wat zijn je zwakke kanten? Niemand is expert op alle terreinen. Werk daarom in een team, zegt Bean en gebruik je (twitter)community om van te leren. *Hear Hear*.
please the eye and invite the learner in
Ontwerp belevingen, schrijft Bean. Design heeft doel, intentie en inhoud nodig, maar visual is ook belangrijk! Uiteraard draait het om de inhoud, maar hoe het ‘voelt’ en een duidelijke navigatie heeft aandacht nodig. Daarnaast is de manier waarop je de inhoud aanbiedt cruciaal. Cammy Bean gelooft in de kracht van verhalen als het gaat om e-learning (onderwijs in het algemeen). Ik ervaar dat tijdens het lezen van haar boek. Haar verhaal biedt de context en zo wordt het voor mij betekenisvoller. Haar ervaringen en de theorieën die ze daaraan koppelt, zijn voor mij herkenbaar.
Een hoofdstuk in het boek geeft tips over het begeleiden van inhoudsdeskundige (in mijn situatie: een docent met tijdgebrek) tijdens het ontwerpen van online (blended) onderwijs. Een ontwerpmodel kan hierbij helpen; dit is een conceptuele benadering van hoe je onderwijs kunt ontwerpen. Het helpt bij het spreken in een gezamenlijke taal.
Belangrijk is om samen doelen te stellen, te doen aan verwachtingmanagment en de juiste vragen te stellen, zoals:
- Wat wil je dat studenten kunnen doen na deze module?
- Wat zijn de 3 kernthema’s van deze module?
- Welke ‘fouten’ maken studenten het meest in deze module? Waar gaat vaak mis?
- Kan je me een verhaal vertellen over dit onderwerp? Hoe ben jij expert op dit onderwerp geworden? Van welke fouten heb jij geleerd?
- Waar kunnen studenten meer informatie vinden over dit onderwerp?
Gaat de module over informatie delen of bewustwording creëren, aanleren kennis en vaardigheden, complexe problemen oplossen, of een verandering in houding en gedrag? Bij deze verschillende doelen horen andere andere ontwerpen. Zij beschrijft er verschillende.
its all about people: make it human
Bij Bean staat aandacht voor menselijke interactie centraal. Streven naar emotionele betrokkenheid, aandacht trekken en relevantie. Verhalen vertellen, iets onverwachts toevoegen, nieuwsgierigheid prikkelen, en varieer. Engaging and fun maar wel effectief en niet te veel *clicky-clicky bling-bling*. Sla niet door in allerlei leuke dingen toevoegen want dan kan het zijn doel (motiveren) missen, het kan zelfs irritant worden. Het belangrijkste is dat de lerende aan het denken wordt gezet. Maak de inhoud persoonlijk. Spreek de student aan op een conversatietoon. Schrijf actief.
Belang is ook om andere mensen naar je ontwerp te laten kijken. En evalueer met de studenten.
learning mixologist
Aan de eerder genoemde vier vaardigheden voor instructional designers wilde ik nog een vijfde toevoegen die Bean ook regelmatig in haar boek benoemd:
5. een onderzoekende en nieuwsgierige houding, houdt oren en ogen open voor nieuwe ontwikkelingen.
Ze spreekt op het eind van haar boek dan ook over een learning mixologist
A learning mixologist keeps an eye on technology trends, watching for any possibilities on the horizon
Net zoals Cammy Bean ben ik per toeval betrokken bij het ontwerpen van onderwijs. Ik heb er een beetje formeel voor geleerd en heel veel informeel, maar vooral veel samen met anderen: (nieuwe) dingen uitproberen en gewoon doen.
Een lekker lees weg boek. Het ligt op ons kantoor, te leen voor wie geïnteresseerd is.
Ergens in het boek kwam ik de afkorting Aida tegen. En nu met deze zomerse temperatuur droomde ik even weg, terug naar vorig jaar toen ik in de Arena di Verona genoten heb van een prachtige uitvoering van de opera Aida.
Judith
Aida – attention interest desire action
To scrum or not to scrum #onderwijsontwerpen
Hi Marcel,
Door toeval kwam ik weer eens op het blog van Petra Peeters. Petra ‘ken’ ik van de MOOC Exploring Social Learning. Zij was moderator van deze MOOC en heeft ontwerpprincipes in een artikel met ons gedeeld, hierover heb ik destijds geblogd. Vorig jaar heeft zij in 11 blogpost het proces van 5 maanden (februari-juni 2016) scrummend een deeltijdcurriculum ontwerpen, gedeeld. In de 12e bijdrage geeft zij terugblik. Deze leermomenten wil ik in onze rubriek #onderwijsontwerpen ook hier even vastleggen. Vooral ook omdat ik dit in het kader van onderwijs ontwikkelen voor Zuyd Profesional interessant vind.
De opleiding Opleidingskunde van de HAN had 6 maanden de tijd om een nieuw blended deeltijdcurriculum te ontwikkelen. Ze kozen SCRUM als ontwikkelmethodiek. Zij werden hierbij begeleid door scrum@school. Het was een avontuur zo blijkt uit de blogberichten.
Uitgangspunten
In dit half jaar hebben ze uitgangspunten die voor het curriculum gelden geformuleerd en uitgewerkt. Ook zij werken met leercoaches en leeruitkomsten. Leerarrangementen is een term die ik uit mijn MLI-tijd ken, binnen Zuyd Professional wordt nog ‘gewoon’ over modules gesproken. Wezenlijk in de uitgangspuntpunten is de integrale aanpak en de integratie van de praktijk in de modules.
Ontwikkelteam
Zij hadden een team van 12 mensen waarvan 4 werkstudenten (mooi!). Samen hadden ze 0,9 fte per week om te ontwikkelen. Zij adviseren een kleiner kernteam die sneller stappen kan maken omdat nu veel tijd kwijt ging aan afstemming en overleg, ondanks dat dit ten koste gaat aan de diversiteit van invalshoeken. Dus een klein kernteam met meer tijd en die wel mensen ‘van buiten’ betrekt voor input. De student als partner werd vanwege frisse en deskundige blik enorm gewaardeerd. Tip dus! Het werkveld werd pas op het laatste moment betrokken. Hun advies is hen eerder te betrekken. Ik weet uit mijn ervaring bij de curriculumontwikkeling van bacheloropleiding HBO-V dat zij dat al heel goed doen. Dit wordt van beide kanten enorm gewaardeerd.
Een andere tip is teksten visualiseren in tekeningen, schema’s en tabellen. Dit werkt ook beter in communicatie naar andere toe.
To scrum or not to scrum
De ontwikkelmethodiek scrummen bracht hen overzicht. Het werken met scrumboard gaf duidelijkheid, waardoor prioritering in taken kon worden aangebracht. Scrummen zette hen ook actief in beweging, geen eindeloos overleg over visie. Door visie te schetsen, ging ontwikkelen en visievorming gelijktijdig en versterkten elkaar.
Door met overzichtelijke deadlines te werken (periodes van 4 weken) waarin tussenproducten opgeleverd moesten worden, werd de alles-of-niets deadlines vermeden. Ook in bijeenkomsten werd met ‘timeboxen’ gewerkt waardoor in weinig tijd veel gedaan. Taakverdeling werd duidelijk en teamleden werden ingezet op hun kwaliteiten. Vertrouwen dat zij goede dingen opleveren, werd tijdens het proces geleerd. Iedereen heeft een andere werkaanpak.
Ze zijn (terecht!) trots op het resultaat. Ze hebben duidelijk wat nog op de planning staat. Scrumdiscipline is nog wel een ‘dingetje’. Maar elke keer als ze daarvan afweken, ontbrak overzicht. Het was hard werken (buffelen). Maar aan het eind van elke scrumsprint was er moment van trots en nieuwe inzichten. Het scrummen was voor hen een nieuwe ontwikkelmethodiek waardoor zij allemaal beginnende scrummasters waren. Met meer begeleiding was dit proces gemakkelijker geweest.
Eindconclusie van Petra:
To Scrum or not to scrum is voor mij geen vraag meer. Bij vergelijkbare projecten zou ik Scrum graag weer inzetten. Het (leren) Scrummen is een pittige klus, zeker als je dat doet terwijl je aan een even pittig project werkt. Scrummen heeft ons echter zó geholpen uit onze vaste patronen te stappen en tot resultaat te komen dat ik de worsteling er graag voor over had.
Wat is er van opgepikt heb, is dat een klein ontwikkelteam met genoeg samenwerktijd het beste werkt. Dat je studenten en werkveld op geregelde momenten moet bevragen/betrekken. Dat visueel overzicht en werken met tussentijdse deadlines belangrijk is om de vaart er in te houden. Onderlinge en ‘naar buiten’ communicatie en vertrouwen cruciaal zijn.
Mooi en bedankt dat je dit gedeeld hebt, Petra!
Groet,
Judith
Ontwikkeltijd #onderwijsontwerpen
Je herkent het wel Marcel, denk ik. De hectiek. Het vliegen en rennen. Niemand lijkt tijd te hebben. En we willen zoveel: nieuwe curricula ontwerpen, blended leren, leren en werken met ict-tools, etc etc. Het (her)ontwerpen van curricula vergt een zekere bekwaamheid. Dat betekent ook dat we zelf moeten leren en ontwikkelen. Maar waar creëren we de ruimte in onze volgeplande agenda’s?
Tijd, inspanning, aanmoediging, rust is nodig. Hoe geef je als onderwijsinstelling, als Zuyd invulling aan ontwikkeltijd? Waar moet je aan denken als je een lerende organisatie wilt zijn? In een artikel Ontwikkeltijd. Hoe richt je dit in? op de website Leerling 2020 geven drie ervaringsdeskundigen adviezen.
- Rooster bijeenkomsten in
“Heel belangrijk, in het onderwijs is je tijd versnipperd, het vervliegt. Zeker als het gaat om ontwikkelen. Daar heb je duidelijk vastgestelde momenten voor nodig.” - Geef tijd om te oriënteren
“Het kost tijd om je in het begin te oriënteren, scholen te bezoeken en met elkaar te discussiëren en een mening te vormen. De projectgroep heeft een jaar lang, een dagdeel per week nodig gehad om uitgangspunten te formuleren, uit te werken wat hiervoor nodig is en om een leerjaar van het nieuwe vwo uit te werken.” - Structuur gedachten
“Ik denk dat het schrijven van zo’n plan wel mensen afschrikt, maar waarschijnlijk voornamelijk de mensen die wel graag ontwikkeltijd willen maar niet goed weten waarvoor ze het nodig hebben. De docenten die wel een idee hadden over waar ze mee aan de slag wilden, werden door het schrijven van dit plan gedwongen om hun gedachten te structureren en na te gaan wat ze wilden gaan doen en vooral wat ze daarvoor nodig hadden.”
De VO-raad heeft in 2016 geadviseerd fulltime docenten 100 uur extra ontwikkeltijd te geven.
Herkenbare adviezen. Alhoewel plannen schrijven voor mij ook een blog schrijven mag zijn 😉 Het gaat er om dat je nadenkt over wat onderwijs ontwerpen vraagt en met zich meebrengt. Door dat op te schrijven structuur en openbaar je je gedachten.
Het onderzoeken, oriënteren op onderwijskundig ontwerpen heeft inderdaad tijd nodig. Bedenktijd. Praattijd. Bezinktijd. Vaak nemen we deze tijd niet. En dan krijgen we de gevolgen als een boemerang terug. Het pleit voor tijd en rust, iets dat we binnen ZOEC willen creëren. Geclusterde, geoormerkte tijd voor het ontwerpen van (blended) onderwijs en niet ontwerpen in een hier en daar gesprokkeld uurtje. Dat werkt niet. Ik heb het vaak genoeg ervaren.
De opleiding Financieel Management biedt haar docenten ontwikkeltijd voor het herontwerpen van hun curriculum. Op het blog van Ilse Meelberghs kan je hun expeditie Binnenste Buiten volgen. Een mooi voorbeeld, zeker ook omdat zij ook een vast moment in de week hebben om gezamenlijk aan dit proces te werken.
Op de Bildungskalender 31 januari 2017 las ik onderstaande tekst van een Belgische onderwijsdirecteur Ronny Vanderspikken. Toepasselijk. Dit gun ik ons.
Judith
CC0 Stephen Ellis
Een rivier legt zeker drie keer de afstand af tussen bron en zee.
De rivier gaat niet rechtdoor, maar meandert, neemt bochten,
gaat af en toe langs een hindernis … Geruststellend!Boeiende kronkels, moeilijke kronkels, soms te veel kronkels<
soms heel mooie kronkels, …
maar altijd met de geruststelling dat we samen wel een weg
zullen vinden.Gun jezelf veel ruimte en vertrouwen
om zelf te ‘meanderen’ en
om anderen te laten ‘meanderen’.