Ziektes kunnen worden overgedragen, kennis niet #MLI


Ha die Marcel,

Volgens mij heb jou nog niet verteld over het interessante gastcollege van Peter Teune dat ik eind november heb gevolgd. Peter Teune is initiatiefnemer van de Master Leren en Innoveren en heeft deze mede vormgegeven, hij is ook de voormalig opleidingsdirecteur. Met veel praktijkvoorbeelden vertelde hij over het leren van vakken. Wat weten we over leren? en waarom werken leraren zoveel op intuïtie en ervaring (vergelijk dat eens met beroepen als piloten en artsen) en handelen ze niet op basis van wetenschappelijk onderzoek? Hij verwees regelmatig naar een publicatie van Gerard Westhoff (2009) Leren overdragen of het geheim van de flipperkast : elementaire leerpsychologie voor de onderwijspraktijk. Westerhoff beschrijft welke wetenschappelijke kennis over leren en leerproces zoal beschikbaar is. Gisteravond heb ik deze beschouwing eindelijk gelezen.

flipperkast

@Wikipedia

In mijn blog van gisteren vroeg ik me ook al af: wat is goed onderwijs? Teune zei ook al dat concepties over eigen leren niets te maken hebben met concepties over leren van leerlingen of studenten. En iedereen denkt iets over onderwijs te weten. Iedereen heeft het ooit ervaren. Westerhoff verzucht: “Nederland telt ca. 15 miljoen onderwijskundigen”.

Wie hoort niet vaker: “Tegenwoordig leren ze niets meer!”

Wat zegt wetenschappelijk onderzoek over het  verwerven van kennis? Wat zijn factoren die leerprocessen bevorderen of belemmeren? Onderzoek, en zeker breinonderzoek geven nieuwe inzichten. Aan de hand van een zestal stellingen toont Westhoff wat we weten over leren.

  1. Kennis is geen ziekte. Sommige ziektes kunnen worden overgedragen. Kennis niet.
    Als er al iets kan worden overgedragen is het reproduceerbare kennis. Je kunt als leerkracht wel ‘groei bevorderen’.
  2. Er bestaat geen directe relatie tussen wat een leraar onderwijst en wat een leerling leert.
    Het overgrote deel van de aangeboden informatie gaat met het vuilnis mee.
  3. Door in groepjes te werken met open, complexe en levensechte taken kun je individuele verschillen in leerstijl productief maken.
    Een leerling leert, een groep zelden. De verschillen tussen leerlingen zijn zo groot dat de één zich verveelt en de ander zich uitgedaagd voelt.
  4. Wie onderwijst, die leert het meest.
    Je leert door te doen! Leertaken waar je van leert: volgorde aanbrangen, categoriseren, structuren, toepassen, verbanden zoeken en leggen.
  5. Als we al meer zouden moeten overdragen is het niet kennis, maar het leren zelf.
    Zelfgestuurd leren.
  6. Het grootste deel van het leren begint daar, waar het onderwijzen ophoudt.
  7. Van goed uitgevoerde traditionele klassikaal-frontale lessen leer je misschien wel niet optimaal, maar altijd nog meer dan van slecht uitgevoerd en geregisseerd innovatief onderwijs.

Kortom: wat je als leerkracht wilt laten leren is een keuze (van jezelf of beter gezegd volgens het curriculum). Of studenten willen leren is afhankelijk van de activiteit die je in hun werkgeheugen hebt weten uit te lokken: het geheim van de flipperkast! Zoveel mogelijk activerende werkvormen aanbieden zodat de kans op het aantal ‘leerhits’ zo groot mogelijk is.

Judith

Over Judith van Hooijdonk

Informatie professional, fervent kennisdeler, HNW-fan, Social Media, Web2.0, Onderwijs2.0, Bibliotheek2.0 "Just start somewhere and make a world of difference"

Geplaatst op 12 januari 2014, in Didactiek, MLI. Markeer de permalink als favoriet. Een reactie plaatsen.

Kennis delen? Ja graag!

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.