Site-archief

Open Learning : Community as Curriculum #MLI

open a book with streaming images

free download @graphicstock

Hi Marcel,

Onlangs kreeg ik een mail via LinkedIn van Ilse Meelberghs. Of ik haar wilde aanbevelen voor haar opleiding Informal, Rhizomatic Learning 🙂 In haar woorden:

Ik ben het eigenlijk “zat” dat dat niet zo serieus genomen wordt als leren voor een diploma. En heb daarom bedacht dat ik gewoon op mijn LinkedIn profiel informeel leren opneem als een opleiding waar ik ook aanbevelingen voor kan vragen.

Super hè. Ik ben het zo met haar eens en toch heb ik besloten om wel de formele opleiding Master Leren en Innoveren bij Fontys Eindhoven te gaan volgen.
Wat Rhizomatic Learning is? In haar blog verwijst ze naar een blog van Wilfred Rubens:

Rhizomatic learning is een manier van zelfgestuurd, niet-lineair, leren waarbij nieuwsgierigheid en intrinsieke motivatie een essentiële rol spelen. De context is hierop van grote invloed. Kennis wordt samen met anderen geconstrueerd, waarbij het stellen van vragen van groot belang is.

Ik had nog nooit van ‘rizomatisch leren’ gehoord. Het woord komt van ‘rizoom’, een ondergrondse wortelstructuur. Rizomen groeien ongebreideld, grijpen in elkaar en gaan verbindingen aan, waardoor een sterk, nagenoeg onuitroeibaar netwerk ontstaat. De filosoof Deleuze heeft de term rizomatisch denken geïntroduceerd:

“Een rizoom is een niet-hiërarchisch en niet-betekenisdragend systeem dat uitsluitend bepaald wordt door een circulatie van toestanden, zonder Generaal, zonder een organiserend geheugen of centrale automaat”.

Kijk! Zo leer ik en wil ik werken. Precies zoals Joseph Kessels dat vertelde tijdens een minisymposium bij Zuyd “Gespreid leiderschap in een wereld van prestatie-afspraken en persoonlijke ontwikkeling”  en waarover ik geblogd heb in de management(p)lagen van Zuyd :). Kessels werkt bij LOOK, het Wetenschappelijk Centrum voor Leraren Onderzoek van onze buren: de Open Universiteit. En gisteren las ik 3 interessante berichten over informeel leren van LOOK:

Ik wil hierover wel meer weten, want mijn 1e MLI-leerarrangement gaat over ‘Zin in leren’: “In dit leerarrangement doe je kennis op over je eigen leren, het leren van je leerlingen of studenten en het leren van je collega’s. Je verdiept je in leerprocessen en ontdekt hoe je de effectiviteit daarvan kunt beïnvloeden”. Nou lijkt mij informeel leren, zelfgestuurd leren, netwerkleren, rizomatisch leren nu precies hét onderwerp voor mij van de paper die ik moet gaan schrijven. Leuk om die app daar bij te betrekken, lijkt me zo.
Ik heb me ook maar meteen aangemeld voor Netwerk in Beeld van Look. Hiermee wordt met wie je expertise uitwisselt gevisualiseerd. Een soort learning analytics voor sociale netwerken. Als afsluiting van de gastcolumn op SURFspace hebben de collega’s van de OU het over softwarepakketten om netwerkananlyses uit te voeren. Interessant! Maar daar zou ik wel enige hulp bij nodig hebben. Marcel? :).
Allemaal heel leuk dus dat informeel leren maar Schie en de Laat zeggen in de SURFspace-column ook:

Onderzoek naar professionaliseren laat steeds overtuigender zien dat deze vorm informeel leren cruciaal is voor het op peil houden van je professioneel handelen en effectiever is dan formeel opleiden via dure cursussen, trainingen en de welbekende hei-sessies. Tegelijkertijd blijft de heersende managementcultuur, die graag top-down vanuit een soort beheersmatige, controlerende manier het proces wil aansturen, het formele leren planmatig invullen.

En dan is het zoals Joseph Kessels in het interview zegt:

De erkenning dat het feitelijke leren voornamelijk plaatsvindt op informele manieren, in netwerken, door samen aan relevante thema’s te werken, door in projecten te participeren, dus in al die activiteiten die niet te boek staan als formele cursussen, opleidingen, trainingen, leertrajecten, dát is iets dat heel moeilijk te accepteren is.

Je weet dat ik lang getwijfeld heb om een master te gaan volgen. Ik wilde niet, ik leerde wel op mijn eigen manier: al lezend (tweets, blogs via RSS), pratend, netwerkend (Twitter) en vervolgens hierover te bloggen. Zoals ik dat nu ook doe. Maar als ik ooit uit de ondersteunende dienst zou willen/moeten (en dat is alleen maar omdat vanuit het ministerie gepusht wordt om beheerspersoneel te verminderen tgv onderwijzend personeel) dan heb ik (vanwege regels van hetzelfde ministerie) een master nodig. Alhoewel ik altijd beweerd heb dat grote onzin te vinden. En dat vind ik nog steeds. Als de overheid en het management docenten én ondersteuners meer vertrouwen en ruimte geeft, komt het goed met docentprofessionalisering. Elke kenniswerkers is van nature nieuwsgierig en wil samen op onderzoek gaan, ons werk is toch leren?Uiteraard vind ik wel dat je moet laten zien dat je professioneel ontwikkelt (intervisie-, feedbackgesprekken etc.).

Na de vakantie start ik dan toch met een ‘echte’ geacrediteerde opleiding. Maar wel op mijn eigen manier:  Open Learning: Community as Curriculum! Ik ga proberen mijn eigen schooltje te bouwen met inspirerende netwerkende studenten binnen en buiten mijn opleiding. Want volgens Kessels: werk/leer je alleen maar in teams waar je zelf voor kiest. Zo waar! Ik heb mensen om me heen nodig waar ik het gevoel heb dat ik er thuishoor, dat warme bad. En dat geldt zowel voor mijn werk als voor mij studie! 🙂

Trouwens ook Dave Cornier blogt over rhizomatic learning en maakt hele leuke filmpjes 😉

Met dank aan Ilse. En die aanbeveling? Die heeft ze gekregen. Natuurlijk!

Groet,
Judith

Ook informeel leren verdient erkenning

Goedemorgen Marcel,

Wellicht heb je het inmiddels gehoord dat gisteren een principeakkoord is bereikt over een cao-hbo. Hierin is afgesproken dat iedere hogeschool een professionaliseringsplan moet maken. Zes procent (bodemnorm) van het jaarinkomen van alle werknemers in dienst van de hogeschool wordt hiervoor beschikbaar gesteld.
Fijn dat in de cao nadrukkelijk aandacht wordt geschonken aan docentprofessionalisering. Uiteraard is dit het gevolg van de inmiddels afgesloten prestatieafspraken tussen hogescholen met het ministerie van OCW: onderwijskwaliteit verbeteren door het opleidingsniveau van docenten (de master- en phd-trajecten) te verhogen.

Ik hoop dat Zuyd in het professionaleringsplan dat nu gemaakt moet worden ook het belang van netwerkleren onderkent.
Maarten de Laat stelde tijdens zijn oratie afgelopen vrijdag dat de professionele ontwikkeling van docenten te formeel wordt aangepakt.

Netwerkleren is niets nieuws maar het belang ervan wordt te weinig erkent. Maarten de Laat gaat onderzoeksinstrumenten ontwikkelen om netwerkleren beter zichtbaar te maken, te kennen, herkennen en erkennen. Goed dat dit onderzoek bij de Open Universiteit (LOOK, Wetenschappelijk Centrum Leraren Onderzoek) uitgevoerd gaat worden.

netwerkleren

Ondertussen blijf ik informeel leren, netwerkleren door middel van die gezellige gesprekken met collega’s in de Aspretto-coffeecorner, al twitterend, yammerend en bloggend kennis opnemen en deze weer delen. Dat is mijn manier van leren. Gewoon doen! én zo leuk!

Judith

70:20:10 model

Dag Marcel,

Heb je wel eens gehoord van het 70:20:10 model? Het is ontwikkeld door Lombardo & Eichinger (1996), het stelt dat we vooral als volgt leren:

  • 70% op de werkplek (ervaring)
  • 20% via contact en interactie met anderen (collega’s)
  • 10% via traditionele scholing, trainingen, cursussen enworkshops

Medewerkers van Google werken volgens de 70-20-10-regel, waarbij 70% van hun tijd wordt besteed aan kerntaken, 20% aan gerelateerde taken en 10% aan innovatieve activiteiten. Niet zo slecht bedacht van Google om innovatie ook als kernactiviteit te benoemen.

Op het blog onze lerende docent Ilse Meelberghs zag ik dit filmpje

Zie ook het blog van Charles Jennings: Social & Workplace Learning through the 70:20:10 lens

Leren is niet langer een geïsoleerde activiteit, los van de werkplek en het dagelijks leven. Leren gebeurt niet alleen meer in de klas. Leren gaat ook op de werkplek, via sociale contacten, informeel en via ‘experimenteel’ leren. Als je blogs over ‘leren’ volgt, weet je dat aan dit onderwerp veel aandacht wordt geschonken. Ook Matthijs Leendertse (rapport: Future of Learning) besprak in zijn presentatie ‘informalisering’. Daar bedoelde hij mee dat leren steeds informeler wordt; niet alleen binnen de onderwijsmuren maar ook via blogs, sociale netwerken, maar dat je ook leert wanneer wanneer je je mobiele telefoon gebruikt als je een leervraag hebt, ook al loop je in het bos ;) .

Uiteraard zou met deze ‘wetenschap’ rekening gehouden moeten worden in onze onderwijspraktijk. Maar het heeft natuurlijk ook invloed op de manier van leren binnen onze organisatie. Hieruit blijkt toch maar weer dat er veel geleerd kan worden in het werk van en met collega’s. Dat wordt toch nog altijd erg onderschat. Dus wederom pleidooi voor ondersteunen van het leren tijdens het werk. Dat betekent mbt digitale didactiek dat er veel meer geïnvesteerd moet worden in skilled servicedesks en trainingen op het gebied ict- en informatievaardigheden. We moeten toewerken naar een Zuydbrede leercultuur, niet alleen voor studenten dus.

Tot morgen?
groet, Judith