Toetsbeleid en ICT in het onderwijs
Tja Judith dat krijg je,
nieuwe rol, nieuwe kansen, maar ook nieuwe uitdagingen. Als onderwijscoordinator heb ik me de afgelopen weken met vanalles binnen de faculteit ICT bezig gehouden. Een van die zaken is het toetsbeleid van de faculteit. Niet direct een onderwerp dat veel relevantie heeft met ICT in het onderwijs, zou je denken. Tja natuurlijk kun je ook digitaal toetsen met QMP of wellicht wel met een van de zeven digitale toetstools die Surf gaat aanbieden en ja je moet in je beleid rekening houden met het maken, gebruiken, evaluaren en communiceren over dergelijke toetsvormen. Maar goed dat moet je doen voor alle toetsvormen die je wil gebruiken doen. Natuurlijk zijn er implicaties bij digitaal toetsen, maar digitaal toetsen is in de summatieve (eindbeoordelende) vorm nog niet alom geaccepteerd (binnen onze faculteit) en zal daarom wel zijn plaatje krijgen, maar niet prominent.
En toch gaan we proberen om een toetsbeleid op te zetten waarmee we sterk rekening houden met het gebruik van ICT in het onderwijs. Nou ja, eigenlijk doen we een poging om ons toetsbeleid zo op te zetten, zodat we onze studenten plaats en tijdsonafhankelijk kunnen voorbereiden op die toetsen. Het zou voor de Bachelor of ICT van Zuyd niet uit mogen maken of je nu als student het voltijd onderwijs bij ons in huis hebt ‘genoten’ (en dat is het!) of dat je gebruik hebt gemaakt van onze deeltijd of duaal services die we bieden. Je zou uiteindelijk met de toetsen die je doet de certificering moeten kunnen krijgen die hoort bij de beoordeling van hetgeen je gemaakt hebt. Eigenlijk is het, een beetje, te vergelijken met autorijles en het rijexamen. Het CBR toetst je rijvaardigheid op een aantal onderdelen en de rijinstructeur of wellicht de simulator van de anwb bereid je voor op dat examen.
- Simulator bij de ANWB
- Rijlessen leuk maken?
- Het examen
Het CBR heeft de onderdelen vastgelegd en het nu zelfs zo geregeld dat je bepaalde elementen op andere momenten kunt laten ‘certificeren’, zo kun je theorie, de bijzondere verrichtingen los van het daadwerkelijke rijden laten toetsen en daarmee laten ‘aftikken’. En de instructeur, maar ook de tool weten op welke onderdelen er getraind moet worden en die hebben hun eigen methodieken om je dat bij te brengen. Zo kun je dus meerdere typen studenten bedienen, waarbij de toetsing dezelfde waarde heeft.
En je wil het liefst meerdere studenten bedienen. Een HBO diploma ICT halen op bijvoorbeeld het profiel Information Management terwijl je met je werk bezig bent zou net zo goed moeten kunnen als dat je net vanaf de middelbare school komt. Vaak heb je (zonder het te beseffen) in de laatste categorie meer behoefte aan houvast, aan structuur, aan een sociale omgeving waarin je leert te leren, aan begeleiding of mentoring, terwijl dat die elementen als je op een werkplek zit al voorhanden zijn. Het zou dus prachtig zijn als we de inhoud zo kunnen verpakken, zodat beide typen studenten daar gebruik van kunnen maken. En daar komt de ICT in het onderwijs om de hoek kijken. Met het internet als infrastructuur hebben we de mogelijkheid om meer plaats en tijdonafhankelijk elementen aan te bieden, zelfs begeleiding aan te bieden. Niet in de vorm en anders van kwaliteit en beleving zoals we dat in de face-2-face vorm aanbieden, maar de mogelijkheden zijn er. En in die zoektocht naar het optimum tussen online en offline voor iedere doelgroep moet je dan wel je toetsbeleid zo voorbereid hebben dat je de verschillende typen ‘klanten’ kunt bedienen. Ik maak daarin pas de eerste stappen en doe dit zeker niet alleen, maar het komt er uiteindelijk op neer dat we gaan proberen om Onderwijsinhoud en Toets los te koppelen. De verbindende factor, eigenlijk de afspraken over de onderdelen die getoets/’waarvoor voorbereid’ moet worden, die zijn de linking pin tussen beide elementen. Wij noemen die onderdelen: prestatie indicatoren. Hmmmm, ik schrijf het op en al nalezend klinkt het net als rocket science, wat het natuurlijk niet is. Al jaren proberen onze opleidingen IM, NID en I/TI op die manier de koppeling te leggen tussen toetsing en onderwijsinhoud en wij zijn zeker niet de enige die dat op deze manier doen. Maar het blijkt in de praktijk toch lastig om die prestatieindicatoren SMART te maken en in de context van je vakgebied te plaatsen. En dan ben je er nog niet…
Want hoe zit het namelijk met het ingeleverde materiaal. Stel je gebruikt een online onderwijswerkvorm (zoals een MOOC) en je wil dan certificering toepassen. In de MOOCs die ik nu volg is het zo dat je een ‘honor code’ moet aanvinken, waarmee dat je plechtig beloofd dat jij diegene bent die achter je PC zit op het moment dat je toetsen inlevert. Tja ik moet in het HBO nog zien welke audit of accreditatiecommissie dat accepteerd op het moment dat er credits aan verbonden zijn. Zeker een certificaat van Stanford van het behalen van een MOOC is zeker wat waard en je kunt natuurlijk het e.e.a. checken als werkgever als iemand zoiets op zijn/haar C.V. zet, maar het blijft een issue. Daarom denk ik dat je naast het beoordelen van de toets ook de authenticiteit van de ‘schrijver/maker’ van de toets moet controleren. Als je dat in de procedure ingebakken krijgt dan kun je zelfs bij online werkvormen gedeeltes online toetsen, aangezien er een moment zal zijn dat je als student moet bewijzen dat jij daadwerkelijk die kennis bezit. Het schema dat daarover gaat is geduldig, ik worstel momenteel nog met de uitwerking.
En dat alles zodat we het mogelijk kunnen maken dat er verschillende typen studenten een leven lang kunnen leren van de mooie inhoud die we binnen de opleidingen Informatica, Technische Informatica, Netwerk Infrastructure Design en Information Management te bieden hebben. En dat ze dan ook hun ‘HBO ICT rijbewijs’ kunnen halen, of ze nu gebruik maken van de simulator of van de rijlessen die we aanbieden.
Groet Marcel
Geplaatst op 18 januari 2013, in Didactiek, eLearning. Markeer de permalink als favoriet. Een reactie plaatsen.
Een reactie plaatsen
Comments 0