Site-archief
Zuyd Library Access
Ha Marcel,
Voor studenten, maar ook voor jou en je mede-docent/onderzoekers van Zuyd biedt onze bibliotheek sinds kort een handige tool aan: Library Access. Met deze browserextensie krijg je ook thuis toegang tot de databanken van Zuyd Bibliotheek. Tevens attendeert deze tool op ‘open acces’ alternatieven. Hoe mooi is dat! De extensie werkt trouwens alleen op desktops en laptops.
Ik heb de extensie toegevoegd aan Firefox omdat ik op mijn Zuydlaptop geen rechten heb om extensies toe te voegen aan de standaard browsers IE en Chrome. Ik heb wel rechten om andere browsers te installeren. Daarom ben ik overgestapt naar Firefox. En hierop draait Moodle ook als een zonnetje 🙂
Als je nu een artikel tegenkomt waar de bibliotheek een abonnement op heeft, word je direct naar het inlogscherm van Zuyd gestuurd. Na inloggen krijg je het volledige artikel te zien. Hoe handig is dat!
Fijne werkdag!
Judith
Research Mapping
Hi Marcel,
Het onderzoek ligt voorlopig even achter me. Dit vond ik toch interessant genoeg om te delen met jou/jullie. Via de collega’s van Zuydbibliotheek kwam ik op dit linkje van Act MediaLab, het weblog van de kenniskring Media Technology Design van Saxion.
Research Mapping is dé methode om een onderzoeksopzet op te stellen in het hoger onderwijs, waarbij met behulp van beschrijfbare kaarten een koppeling wordt gemaakt tussen theorie en praktijk.
Research Mapping from Research Mapping on Vimeo.
Reseach Mapping richt zich op de onderzoeksopzet zoals deze wordt verlangd in het HBO-onderwijs. Via kaarten in diverse kleuren worden de 5 onderzoeksfasen onderscheiden: 1. Inleiding 2. Theoretisch kader 3. Onderzoeksvraag 4. Methode 5. Operationalisatie. Op de bouwkaarten moet je je eigen onderzoeksopzet in steekwoorden opschrijven. Op de achterkant staan voorbeeldcasussen uitgewerkt. Daarnaast zijn er discussiekaarten staan kritische vragen om per fase goed na te denken over de keuzes die je maakt gedurende je onderzoeksopzet. Er zijn ook algemene discussievragen, te herkennen aan de zwarte kleur. Wat hier precies de bedoeling van is, begrijp ik (nog) niet zo goed.
Zo lijkt onderzoek meer op een spelletje 🙂 Leuk!
Wel jammer dat de kaarten niet online gedeeld worden zodat je ze kunt uitprinten en zelf er mee aan de slag kunt gaan.
Judith
Onderzoek afgevinkt #MLI
Nou Marcel, mijn onderzoek van de MLI is eindelijk goed genoeg bevonden. In 1 keer kreeg ik de beoordeling van zowel mijn onderzoeksvoorstel als onderzoeksartikel binnen (ook wel bijzonder). Het was voor mij onverwachts dat het uiteindelijke artikel in 1 keer goedgekeurd werd. Zelf was ik namelijk niet zo heel tevreden. Maar goed … Ik heb het binnen 🙂 .
Ik heb via ons blog mijn worsteling met het fenomeen ‘onderzoek’ al vaker gedeeld. Ik heb al eens eerder gezegd dat ik soms het idee met een promotietraject ‘light’ bezig te zijn. Wat wilt de MLI nu dat ik leer met dit LA5 traject? Moet ik meer inzichten krijgen in de diverse onderzoeksdesigns die er zijn? Geef me daar dan meer informatie over. Moet ik weten hoe ik een goede enquête te maken? Dan is 2 uurtjes instructie over vragen formuleren wat weinig. Als ik data moet kunnen analyseren? Leer me dan meer over statistiek. Ik heb dit nu allemaal zelf moeten uitzoeken. Uiteraar hebben we diverse bijeenkomsten besteed aan onderzoek, maar voor mij niet ‘just in time’, daardoor kon ik op dat moment niet de juiste vragen stellen. Bij de MLI is nu wel het idee om bij LA5 meer met kennisclips te werken, maar hiervan heb ik nog niet kunnen profiteren. Gelukkig had ik een begeleidster die zich niet zo strak hield aan de vastgestelde feedbackmomenten, zodat ik toch een beetje mijn eigen tempo kon bepalen.
Wat ik vooral onthouden heb van de beginperiode is dat ik vooral valide en betrouwbare instrumenten moest hanteren. Geen idee toen wat hier precies mee werd bedoeld. Daarom heb ik mijn eerste idee om tweets te analyseren losgelaten omdat ik gewoon niet overzag wat de consequentie was van keuzes die ik maakte. Ik heb met diverse onderzoekers gesproken maar ik merkte dat elke onderzoeker weer zijn eigen visie had op het methodisch correct handelen. Hierdoor raakte ik ook in de war. Ik heb me uiteindelijk (heel pragmatisch) geconformeerd aan de beoordelingscriteria van de MLI. Het ontbrak me aan tijd en sparringspartner om echt mijn pad te bewandelen. In mijn blog nav de ORD heb ik je al verteld dat de onconventionele onderzoeksmethoden waarover Bas Haring sprak mij eigenlijk meer aanspreken.
Reflective Practioner volgens de studiegids MLI
De master Leren & Innoveren onderzoekt onderwijs vanuit het perspectief van Leren & Innoveren. Zo voert zij praktijkgericht onderzoek uit, gericht op verbetering van het ondrwijs. Een probleem in de eigen school of verbeterpunt is het startpunt van onderzoek. Bij de uitvoering maakt de master Leren & Innoveren gebruik van expliciete kennis van onderzoeksmethodieken. Zij is in staat om de conclusies en aanbevelingen te implemenenteren in de eigen school en dawrnaast te verspreiden of workschops (disseminatie). De master is in staat de resultaten van door derden verricht onderzoek kritisch op de merities voor de eigen onderwijspraktijk te beoordelen.
Als ik dit zo lees, dan vind ik dat ik dit beheers op rolmeesterschap. En wellicht niet zo zozeer door het onderzoek dat ik heb uitgevoerd. Wat hierbij vooral bij me is blijven hangen is dat probleemstelling en onderzoeksvragen vooral een woordspelletje is. Dat je bij onderzoek vooral maar op één klein stukje focust waardoor je het zich op het groter geheel verliest. Terwijl dat breder kader zo belangrijk is voor onderwijsinnovatie. In mijn onderzoek heb ik uiteindelijk beschreven welke percepties een specifieke docentengroep heeft op het inzetten van sociale media in de netwerken waarin zij participeren om online samenwerken en online kennis delen te stimuleren/ondersteunen. Dat hierbij ook organisatiecultuur, ict-voorzieningen en tijd voor kwaliteit een belangrijke (doorslaggevende) factor spelen wordt dan hierbij helemaal niet meegenomen. Dus wat zegt het dan? Dat docenten wel meer online willen samenwerken maar online kennis delen nog niet zo op hun netvlies staat. Tsja …
En ach het verspreiden van mijn kennis (en van anderen) is mijn tweede natuur geworden. Dat deed ik al voor ik met de master begon, dat heb ik tijdens de master volop gedaan en dat zal ik blijven doen. En niet alleen binnen een workshop, maar ook daarbuiten.
Voor mijn integratiefase ben ik bewijs aan het verzamelen dat ik me masterwaardig ontwikkeld heb. In mijn MLI-archieven vond ik deze poster die ik ruim een jaar geleden heb gemaakt om mijn onderzoeksvoorstel te presenteren. En dan zie ik dat na vele vele omzwervingen ik uiteindelijk via andere onderzoeksvraag en andere instrumenten toch wel trouw gebleven ben aan waar ik zo in geloof: ‘social learning’ 🙂
Heb ik niets geleerd? Jawel heel veel, maar dat is niet zo terug te vinden in mijn onderzoeksartikel. Het is vooral het open reflecteren via dit blog, over het onderzoeksproces en over het thema van mijn onderzoek. Ik ben heel goed in staat om aanbevelingen en conclusies te implementeren. Ik ben hier volop mee bezig in het DLWO-visietraject en de constante aandacht voor ict-doepcentprofessionalisering. De ontwerpteams die hierbij zo nodig zijn en die ik graag binnen Zuyd zou willen opzetten. In het kader van Leven Lang Leren projecten komt hier wellicht wat meer ruimte en aandacht voor. Ik blijf er van onderwijs tot CvB hiervoor pleiten.
En kijk, als ik dan zo’n reactie ontvang van degene waarvoor ik het onderzoek heb gedaan, vind ik dat ik het goed doe / gedaan heb en zeggen mag dat ik het niveau van rolmeesterschap van Reflective Practioner behaald heb 🙂
Je ondersteunt ons in ons ontwikkeltraject van het nieuwe curriculum in het vat krijgen op blended learning en dan met name het onderdeel digitale didactiek. Je volgt ons in onze didactische keuzes en inspireert ons in onze zoektocht naar blended learning. Daarin neem je steeds ook de attitude en vaardigheden van de docent mee. Je bent toegankelijk en goed bereikbaar, zowel voor mij als teamleider als voor collega’s
Mijn advies aan de MLI zou zijn (ik kan het toch niet laten 😉 ): Schenk veel meer aandacht aan de onderzoeksmethoden en laat studenten in het begin meer nadenken over de consequenties van hun keuze. Ik heb daar de tijd te weinig voor gehad / genomen. Dit komt (volgens mij) ook omdat het onderzoek als lintmodule werd aangeboden. Het moest tussen/tijdens de andere leerarrangementen, dat vond ik lastig. Ik heb begrepen dat dit volgend jaar gaat veranderen. Hamer als MLI niet zo op generaliseerbaarheid, het gaat toch om een praktijkgericht onderzoek ter verbetering van je eigen onderwijspraktijk? Daarnaast zou ik studenten ook meer stimuleren om vanuit verbetertrajecten een onderzoek te laten inzetten, ipv maar te blijven benadrukken welk probleem er nu opgelost moet worden. Misschien zijn er geen problemen, maar wel kansen! Ik denk dat het goed zou zijn als studenten zouden starten met het bestuderen en analyseren van onderzoeken van derden mbt het onderwerp dat zij gaan onderzoeken, en hierover in gesprek gaan met mede-studenten en begeleider. Ik vond onderzoek doen een eenzame aangelegenheid. Ik had liever samen een onderzoek gedaan. Misschien samen met een studiemaatje een gezamenlijk onderzoek opzetten maar in eigen praktijk uitvoeren? … Dat had ik wel leuk gevonden, denk ik 🙂
Alles wat ik geblogd heb over het MLI-onderzoek zijn natuurlijk mijn ervaringen, reflecties en percepties. Ik weet ook dat mede-studenten lang niet zo’n moeite hadden met het onderzoek dan ik. Waar dat aan ligt? Misschien is dat een leuk onderzoekje waard 🙂
Dank aan iedereen die mij elke keer weer heeft gemotiveerd en gestimuleerd om ook de leuke kanten van onderzoek te laten zien! Want ja die zijn er ook!
Judith
And DiZ it is! De Discovery Service van @Zuydbibliotheek
Hallo Marcel!
Heb je het al meegekregen via het Twitteraccount van Zuydbibliotheek of haar Facebookpagina? Zuyd Bibliotheek heeft gisteren haar discovery tool gepresenteerd met de mooie naam DiZ (Discover information sources Zuyd / Doorzoek informatiebronnen Zuyd). ZB heeft gekozen voor de Discovery Service van Ebsco.
Voor studenten, onderzoekers, docenten en medewerkers van Zuyd die zo gewend zijn om te ‘googlen’ heeft Zuyd Bibliotheek nu ook haar eigen zoekmachine waarmee je via één zoekbalk zowel in de bibliotheekcatalogus kan zoeken als in een groot aantal elektronische bestanden (zie hier het overzicht). Helaas doorzoekt het nog niet in alle databanken waarop ZB een licentie heeft. Maar wat nog niet is kan nog komen. En er zullen zeker de komende tijd steeds meer informatiebronnen worden toegevoegd. En uiteraard heb je thuis ook toegang tot de (indien beschikbaar) fulltext artikelen, je moet dan wel even inloggen met je Zuyd-account.
DiZ is vooral handig wanneer je breed wilt zoeken of nog niet bekend bent met specifieke databanken. Voor jou als onderzoeker al druk bezig met je literatuurstudie komt dit misschien net te laat, maar wie weet vind je toch nog wat interessants. Het is het proberen waard 🙂 Het is als docent onderzoeksvaardigheden zeker een tip om door te geven aan je studenten. Zie hier meer over DiZ.
Op de vernieuwde bibliotheeksite staat de zoekbalk prominent in beeld.
Ik ben supertrots op Zuyd Bibliotheek dat dit project tot zo’n mooi product heeft geleid. Proficiat collega’s!
En ik weet zeker dat dit een geweldige aanvulling op dienstverlening van Zuyd Bibliotheek.
In onderstaande video zie je in 1 minuut hoe je eenvoudig kunt zoeken in DiZ.
Judith
2bePhD: Zoekmachine mayhem
Ha Judith,
Als iemand me in de toekomst vraagt, wanneer ben je begonnen met je PhD research dan weet ik daar geen antwoord op te geven. Is het beginpunt de zoektocht naar een team? Is het beginpunt het vinden van een hoogleraar en dagelijks begeleider? Is het beginpunt de beschrijving van een opdracht? Is het beginpunt de deelname aan de promotiebeurs voor docenten, die ik helaas niet toegekend heb gekregen? Of is het beginpunt 1-9-2014 het derde moment, waarop ik prober om de ruimte die voor promoveren is ingepland ook te pakken?
Ik hoop in ieder geval dat ik 1-9-2014 kan noemen als het eerste moment waarop het me gelukt is om de aandacht (en tijd) die er voor promoveren stond ook te benutten. De toekomst zal het leren…
In ieder geval ben ik vandaag bezig geweest met Archie Cochrane, een engelse epidimoloog die het erg jammer vond dat er veel onderzoek naar hetzelfde werd gedaan, zonder dat er gebruik werd gemaakt van elkaars kennis. Zonder dat niemand de moeite nam om al die onderzoeken en resultaten over hetzelfde onderwerp op een rijtje te zetten. Zonder dat er een systematische aanpak was om de literatuur over de onderzoeken te ordenen. Kijk voor menig gezondheidszorgstudent is Cochrane natuurlijk geen vreemde, maar voor een ICTer eigenlijk wel.
Ik bedoel, databases en zoekmachines zijn in principe geen probleem. Aangezien ik ooit ben opgeleid om dergelijke tools te maken vind ik mijn weg er wel in. Zo heb ik de afgelopen weken verschillende IT en gezondheidszorg databases leren kennen en me ook verschillende keren afgevraagd of dat niet beter geprogrammeerd en gestructureerd had kunnen worden, maar goed. Uiteindelijk doen ook deze tools, net zoals veel ICT oplossingen, net niet dat wat je wil en kan ik het toch niet laten om af te vragen waar dat aan ligt. Denk daarbij aan problemen met het exporteren van de databank naar ENDnote, bijvoorbeeld:
- ScienceDirect laat maar 1000 results exporteren naar ENDnote
- IEEE laat maar per 100 results per keer (pagina) exporteren naar ENDnote
Als je dan in ENDnote de ‘duplicates’ uit deze twee groepen wil halen en je hebt bij beide ongeveer 3000-4000 results dan is dat erg lastig. En natuurlijk kun je dan de query zo aanpassen dat je minder resultaten krijgt. Maar wil ik dat eigenlijk wel? En dit is slechts 1 voorbeeld van ‘rare’ disfunctionaliteiten. De “Cochrane Library” bijvoorbeeld geeft wel resultaten als ik niet ben ingelogged via onze lokale bibliotheek. Om nog maar te zwijgen over de verschillen in gebruik van zoekmachines die er is tussen de verschillende zoekmachines.
Maar goed, zoals gezegd, een beetje ICTer is op dit sort problemen voorbereid en gaat lekker aan de slag. Querietjes bedenken, invoeren, even zoeken op de help hoe precies de ‘advanced search’ werkt. Allemaal geen probleem. En op de IEEE databank, de databank voor de IT wereld ook de manier om het te doen. Maar de gezondheidszorg research lijkt veel verder. MeSH terminologie waar je op kunt zoeken, maar ook een volgorde van niveau van bewijs. MeSH ken je wel, eigenlijk komt het er op neer dat een groep geleerden goed nadenkt over welke termen bij elkaar passen en nieuwe artikelen ordenen op deze vorm van meta datering. Briljant natuurlijk, als je er een beetje kijk op hebt. En zeer helpvol. Een goede basis voor je eerste startquery, van waar uit je verder kunt bouwen naar je ideale query toe. Daarnaast is er een evidentiepyramide, waar mijn dagelijks begeleider me op moest wijzen.
In deze pyramide geldt dat hoe hoger je komt hoe sterker het bewijs voor medische evidentie. Kortom je zoekt eerst naar systematische reviews met betrekking tot je zoekvraag en gaat dan steeds verder naar beneden. En de meester van de systematsiche reviews is Cochrane. Inmiddels is de Cochrane Community sterk georganiseerd en hebben ze voor verschillende lagen, verschillende databanken o.a.: CSDR voor Systematic Reviews, DARE voor Abstract Reviews en CENTRAL voor Controlled Trials. Gelukkig wel verwerkt in 1 zoekmachine. Zo ver is de IT wereld bij mijn weten nog niet.
Ik duik dus de komende tijd meer en meer in de wereld van de databanken en zoekmachines. Gelukkig heb ik wel samen met Huibert Tange een strategie bepaald van hoe de zoektocht aan te pakken met als doel om te komen tot het theoretische kader wat gemist werd (amongst others) bij de verdediging van mijn aanvraag voor de NWO.
We beginnen onze zoektocht welke games er succesvol gebruik maken van social support. Althans we gaan kijken of daar onderzoek naar gedaan is en over geschreven is (de rode lijn). Daarna kijken we waar social support bij zelf management in de zorg succesvol is ingezet. En wederom natuurlijk door academische artikelen etc. te bekijken (gele lijn). Zo proberen we een brug te slaan tussen, gaming en self management via social support. We hopen in de psychosociale principes gebruikt bij zowel de games als de zelf management een overlap te vinden, waarop we kunnen doorborduren. Als het goed is zit de potentiele doelgroep en de potentiele spelvorm waar ik nu aan denk om te gaan implementeren bij de ‘best practices’. Zo niet, dan zal ik wellicht andere keuzes moeten maken.
Ben benieuwd wat je er van vindt.
Groet Marcel