Op naar een autonomie-ondersteunende leeromgeving #mli
Hoi Marcel,
Dit weekend viel het nieuwste nummer van OnderwijsInnovatie, het kwartaalblad van de Open Universteit, in mijn brievenbus. Hierin las ik een bijdrage van Anouke Bakx, de academic director van mijn masteropleiding Leren en Innoveren. Samen met Fontys docent Van Lieshout houdt zij een pleidooi dat docenten meer gebruik moeten maken van autonome motivatie ter voorkoming van de hoge uitval van eerste jaars hbo-studenten. Vijftig procent van hen geeft namelijk aan dat gebrek aan motivatie reden is om te stoppen of van studie te veranderen.
Als MLI-student weet ik inmiddels alles af van motivatie 😉 . In elke paper of onderzoeksvoorstel van mijn medestudenten en mij komt de ZelfDeterminatie Theorie van Ryan & Deci wel aan de orde. De drie pijlers voor de basisbehoefte van intrinsieke motivatie volgens deze motivatietheorie zijn: het gevoel van competentie, autonomie en sociale verbondenheid. Hoe meer intrinsiek gemotiveerd hoe hoger de leeropbrengsten. In dit artikel wordt nog de onderverdeling gecontroleerde en autonome motivatie besproken. Gecontroleerde motivatie vindt plaats in een omgeving met straffen, belonen en ‘moeten’. “Autonome motivatie brengt extrinsieke en intrinsiek met elkaar in verband. Externe factoren die samenhangen met extrinsiek motivatie kunnen namelijk intrinsieke motivatie faciliteren.” Dit ontwikkelt zich het beste in een autonomie-ondersteunende omgeving.
Hiermee wordt een leeromgeving bedoeld waarbinnen studenten ruimte hebben om hun eigen keuzes te maken en waarbinnen docenten openstaan voor vragen, opvattingen en gevoelens van studenten.
[Dat willen we wel hè?]
Volgens de literatuur blijkt dat studenten in een autonomie-ondersteunende leeromgeving floreren. Dit blijken docenten niet zo gemakkelijk te kunnen bieden vanwege de groeiende sturing op kengetallen, waardoor docenten weer hun autonomie verliezen….
Het lijkt voor sommige docenten veiliger om precies voor te schrijven wat er moet gebeuren, zodat ze het idee hebben studenten klaar te stomen voor de toets, de te bewijzen competenties of andere afrekeninstrumenten.
[Goh …]
Ja, drijfveren zetten aan tot leren. “Wat houdt hen eigenlijk bezig en waarvoor lopen ze warm? ” Illeris zei dit ook al. Om deze drijfveren te vinden is een zekere pedagogische sensitiviteit (op het goede moment het juiste doen in het ogen van de student) van de docent nodig.
Het gaat in onderwijs niet alleen om het overbrengen van expertise of de mate van expertise van de docent, een belangrijk element van goed onderwijs is de interactie tussen docent en student.
[Dat weten we wel hè?]
De schrijvers verwijzen naar de publicatie van Van Manen: Weten wat te doen wanneer je niet weet wat te doen, waarin het gaat over de pedagogische sensitiviteit in de omgang met basisschoolleerlingen. Dit geldt volgens Van Lieshout en Bakx niet alleen voor leerlingen, maar ook voor hbo-studenten.
Vanuit pedagogische sensitiviteit ziet de docent waar de student behoefte aan heeft, wat hem motiveert en wat hem eventueel belemmert in het studeren.
[Zou dit ook niet van toepassing zijn op MLI-studenten?]
Als student heb ik wel behoefte aan zo’n autonomie-ondersteunende leeromgeving, en lekker blended 🙂 waarin hopelijk ook ict (als didactisch toepassing) deel van uitmaakt ;). Voor nu blijft het nog bij een idealistische gedachtengang die dan wel door wetenschappelijk onderzoek aangetoond is, maar in de weerbarstige praktijk nog steeds niet realistisch blijkt te zijn.
Alle citaten en de afbeelding komen uit het artikel. Uiteraard even een verwijzing volgens de APA-regeltjes. Alle punten en komma’s op de goede plek? 😉
Lieshout, S. van, & Bakx, A. (2014). Pedagogische sensitiviteit stimuleert autonome motivatie. Onderwijsinnovatie, 16(3), 38-39. Retrieved from http://www.ou.nl/documents/10815/36316/OI_2014_3_PedagogischeSensitiviteit.pdf
Fijne maandag!
Judith
Geplaatst op 22 september 2014, in MLI en getagd als motivatie. Markeer de permalink als favoriet. 1 reactie.
Hoi Judith,
Met heel veel plezier je bovenstaande blog gelezen! Ik wilde dat ik docenten had gehad die met dit in hun achterhoofd les hadden gegeven. Ze wisten het waarschijnlijk wel maar het was niet gebruikelijk om er naar te handelen.