De Informatiemaatschappij anno MCMLXXXIII
Ha Marcel,
Tijdens het opruimen en schoonmaken van onze boekenkast vond ik het boek: De Informatiemaatschappij: de gevolgen van de micro-elektronische revolutie.
Halverwege de jaren 80 ben ik ooit bij de Open Universiteit begonnen aan een cursus Informatica. Ik heb toen een heeeeel klein beetje leren programmeren, maar heb de curus nooit afgerond. Ik was toen ook al niet zo’n alleenstudeerder 😉 Dit boek stamt uit die tijd.
Het boek is uitgegeven in 1983, het Wereld Communicatie Jaar (zo leer je nog eens wat!) als themanummer door Natuur en Techniek en geschreven door alleen maar mannen (ook een tijdsbeeld 😉 ). Het was leuk om het weer eens na zovele jaren door te bladeren, vooral door de vele foto’s die het boek illustreren. Ik was nieuwsgierig naar de hoofdstukken over de invloed van computers op de arbeid en het onderwijs. Hoe dacht men dertig jaar geleden over de naderende informatiemaatschappij?
“Algemeen wordt aangenomen dat de informatietechnologie, naast en samen met ontwikkelingen op economisch en sociaal gebied, op wat langere termijn ons leven en werken en daarmee ook de structuur van onze samenleving vrij ingrijpend zal veranderen”(p. 10)
Daarmee hebben de mannen gelijk gekregen, maar ze waren ook heel kritisch ten aanzien van deze ontwikkelingen. Vooral tenaanzien van de macht van informatie (de haves en have-nots), de persoonlijke relaties en de vrijetijdsbestedingen.
“Weinigen hebben in de loop van de geschiedenis met succes de omvang en de betekenis kunnen schatten van omwentelingen die in hun tijd plaatsvonden. Zij die de sfeer van revolutie waarnamen maar zich beperkten tot de vaststelling dat er mogelijk ingrijpende veranderingen op komst waren, verminderden het risico dat zij door de geschiedenis in het ongelijk zouden worden gesteld. Een dergelijke reserve lijkt op zijn plaats als het gaat om de gebeurtenissen op het terrein van de informatietechnologie. Wij horen termen als Informatierevolutie, Derde Golf, Kantoor van de Toekomst, de Mondiale Stad, maar de exacte reikwijdte van de ontwikkelingen waarop die termen duiden, valt niet te overzien.” (p. 10)
In het boek worden ontwikkelingen genoemd zoals alternatieve energiebronnen, robots, mobiele technologie, de invloed van video en wat dit voor invloed zal hebben op de toekomstige samenleving. Ik heb wat citaten geselecteerd. Sommige zijn grappig om te lezen, en sommige blijken nog verrassend actueel:
“Het is nu tijd om maatregelen te nemen. Het onderwijs, dat geneigd is achter te lopenbij de maatschappelijke werkelijkheid, dient vooruit te lopen op de ontwikkelingen. Maatschappelijke en politieke besluitvormingsorganen moeten zich serieus met deze materie bezighouden.” (p. 11)
Zo ook het volgende citaat uit uit het kritisch / filosofische hoofdstuk over arbeid en samenleving.
“De vraag hoe onze samenleving zich zal ontwikkelen roept daardoor vaak ambivalente gevoelens op. De moderne techniek heeft duidelijke voordelen, de nadelen echter echter van een ongecontroleerde ontwikkeling, in welzijn en milieu, zijn eveneens evident. En de technologie blijft zich met reuzeschreden ontwikkelen. Wij worden voortdurend voor verrassingen gesteld en dat leidt ertoe dat velen de techniek zijn gaan wantrouwen. De techniek dwingt ons bijna in haar raamwerk te denken, zelfs zonder dat wij ons daarvan bewust zijn. Deze zogenaamde ‘technologische fixatie’ leidt tot verschuivingen van de normen en waarden, die diep kunnen ingrijpen in de maatschappelijke verhoudingen.”(p. 198)
Onze samenleving is de afgelopen 30 jaar doorspekt met technologie. Er zijn weinig momenten dat we geen gebruik meer maken van welke technologie dan ook. Zonder elektriciteit draait onze economie niet meer. En ook ons sociaal leven staat dan bijna stil. We zijn stroomjunks geworden. In het boek voorzag men het thuiswerken en veranderende sociale contacten
“Men dient zich bijvoorbeeld af te vragen of het persoonlijk contact met zijn vele, nauwelijks definieerbare nonverbale signalen wel gemist kan worden zonder dat dit leidt tot een sterke vereenzaming en vervreemding.”(p. 203)
Ook de vrees voor veranderingen en vernieuwingen is iets van alle generatie. Dat ook de rol voor leidinggevende in het arbeidsproces zou (moeten) veranderen werd al geduid waarbij “als tegenwicht daartegen is een brede basis van vertrouwen onmisbaar” (p. 203) en “door het delen van de macht en openheid voor de invloed van alle betrokkenen” (p. 205). Nog steeds zijn dit issues die in de moderne managementliteratuur veelal beschreven wordt.
In het hoofdstuk over de effecten van over-informatisering vraagt de schrijver zich af of de informatiemaatschappij ook leidt tot een meer-geïnformeerde samenleving. Ik denk wel dat we tegenwoordig diverser geïnformeerd (kunnen) zijn maar dat de veelheid van informatie voor sommige mensen ook tot overzadiging heeft geleid. Er zijn vele artikelen geschreven over infobesitas. Hoewel niet iedereen vindt dat informatie-overload bestaat, zoals te lezen op het blog op Markingfacts vandaag. We hebben volgens dit artikel een ingebouwde coping-mechanismen om grote hoeveelheden aan prikkels en informatie te reduceren. Ik denk inderdaad dat ik in de loop der jaren wel om heb leren gaan met de veelheid van informatie, maar of dat voor iedereen geldt? Het is zoals in het voorwoord van het Natuur en Techniek-boek staat
“Het vermogen om op doeltreffende wijze met informatie om te gaan, is de sleutel tot het succes van de menselijke soort.”(10)
En dat is onder andere de taak van het onderwijs. De inleiding op het onderwijs-hoofdstuk:
“Het onderwijs mag er niet aan voorbijgaan dat de samenleving evolueert in de richting van een informatiemaatschappij. In de maatschappij van morgen zal men, in de beroepspraktijk en als burger, steeds meer worden geconfronteerd met informatieverwerkende systemen. Het onderwijs van vandaag zal daarvoor de vaardigheden moeten bijbrengen. De nadruk zal hierbij meer liggen op het omgaan met informatie dan op het opnemen en onthouden van kennis. Er is echter méér aan de hand, want de computertechnologie opent een groot aantal nieuwe mogelijkheden voor het onderwijs. Met computers kunnen leerlingen meer in hun eigen tempo leren, onder individuele begeleiding. Men kan computers niet alleen gebruiken als rekenapparaat, maar ook om simulaties uit te voeren, gegevens op allerlei manieren te presenteren, experimenten te bewaken en muziek te maken. Ook in de schoolorganisatie doen computers steeds meer hun intrede. Doordat ze het werk van de administratie verlichten, kunnen nieuwe taken worden aangepakt. In Nederland en Beldië zijn, nu nog op vrij bescheiden schaal, bij wijze van experiment computers op scholen geplaatst. Deze experimenten zullen ongetwijfeld een vervolg krijgen. De opmars van de computer in het onderwijs is nog lang niet ten einde.”(p. 229)
Er waren halverwege de jaren 80 nog critici die dachten dat de computers die toen op school stonden snel in de kelders zouden belanden. Ze hebben ongelijk gekregen, maar het duurde nog wel wat jaren voor computers echt in het klaslokaal kwam te staan.
Wat betreft de rol van het onderwijs in de informatiemaatschappij: “Het onderwijs zal eveneens moeten ingaan op de betekenis van de ….. ontwikkelingen voor onze samenleving en een bijdrage moeten leveren aan de persoonlijke ontplooiing van het individu in de informatiemaatschappij”(p. 230) Maar zeker voor het beroepsonderwijs werd het belangrijk geacht mensen op te leiden in de “nieuwe” beroepen. Iets wat nog steeds ‘hot’ is. Zie / lees ook maar het interview met Nienke Meijer, bestuursvoorzitter van Fontys. Zij zegt niet zoveel anders dan het onderstaande citaat dat in het boek staat.
“Ook zal het onderwijs mensen moeten leren zich flexibel op te stellen in een samenleving waarin als gevolg van technologische ontwikkelingen snelle veranderingen in werk en beroep optreden. In toenemende mate ontstaat behoefte aan bijscholing om aan nieuwe beroepskwalificaties te voldoen. Dit betekent dat veel van wat leerlingen in het algemeen onderwijs of in het beroepsonderwijs leren, snel zal verouderen. Als leerlingen niet al op school leren hoe ze flexibel nieuwe kennis en vaardigheden kunnen verwerven en gebruiken en in nieuwe situaties, dan kan hun dat later in hun beroep lelijk opbreken. Anders gezegd: in onze huidige samenleving moet de school de leerling leren permanent te leren.” (p. 231)
Nu ruim 30 jaar later is Leven Lang Leren wederom iets wat hoog op de agenda staat van elke beroepsopleiding.
Nog aardige citaten die nog steeds waar zijn:
“je moet de computer in het onderwijs gebruiken als je onderwijs- en leerprocessen er beter door kunt laten verlopen” (p.231)
“de wezenlijke relatie binnen dit onderwijs-leerproces blijft daarbij die van leerling en leraar”(p. 243)
Als (nog steeds herkenbare) centrale problemen werden benoemd hoe leerlingen voor te bereiden op de veranderende wereld, hoe curricula aan te passen zodat de computer in het onderwijs zou worden geïntegreerd, maar ook het motivatie-probleem was toen al een ‘dingetje’.
In het laatste hoofdstuk werden enkele kritische vragen gesteld over de informatiemaatschappij en de communicatierevolutie. Rampen als instorting van de wereldeconomie en kernwapens zouden deze ontwikkelingen wellicht kunnen vertragen. Met als slotwoorden: “In dat geval zal de informatiemaatschappij een doodgeboren kindje zijn, als ze er al komt, hetgeen te wijten zal zijn aan het onvermogen informatie te doen ontstaan en te gebruiken” (p. 269).
Gelukkig is die kernoorlog ons bespaard gebleven, de wereldeconomie heeft wel een opdonder gekregen, maar we hebben het overleefd. We zijn blijkbaar toch goed in staat om ons aan te passen aan de veranderende samenleving. In de kern blijven onze zorgen hetzelfde bij alle nieuwe ontwikkelingen die op ons afkomen in onze huidige netwerksamenleving. Het is de angst voor het onbekende. Ik moet ook zeggen dat ontwikkelingen zoals ‘hybrid thinking’ met nanorobotjes intrigerend vind, maar me ook soms wel benauwen. Daarom is het goed dat we snappen welke kant nieuwe technologie op kan gaan, dat de informatie hierover open gedeeld wordt en we in gesprek blijven.
Een samenleving maken we samen!
En het is ook goed zo nu en dan even achterom te kijken om ook van je geschiedenis te leren.
Judith
Geplaatst op 12 augustus 2015, in Technology. Markeer de permalink als favoriet. 1 reactie.
Wat een mooie les! Bijzonder om daar na al die jaren op terug te kijken. Tevens goed om te weten dat je echt al langer met ICT bezig bent dan ik, aangezien mijn start ergens in 1988/1989 is geweest toen mijn vader via een PC-prive project een veel te dure en veel te degelijke Tulip naar huis bracht.
Ik denk dat we het laatste nog niet hebben gezien van de revolutie en dat we midden in de veranderingen zitten die passen bij meten is weten van alles en iedereen om ons heen en het verbinden van de informatie aan de actoren. Spannende tijden die niet zonder gevaren zijn van het instorten van economien of kernoorlogen. Maar zolang de anderen ook van hun kinderen houden komt het echt nog wel goed. (Wijze woorden van Sting)