Open stellen van artikelen, waar gaan die 3000 euro naar toe?
He Judith,
Graag had ik wat meer uitleg over het ‘open stellen van artikelen’ en de prijssetting daarvan. Je schrijft in je blog: “Auteursrechten informatiepunt & Open Access” over onze staatsecretaris die heeft aangekondigd dat al ons wetenschappelijk onderzoek ‘open’ moet worden gemaakt in de komende jaren. Ik had de betreffende berichtgeving ook opgepakt via de tweet van Pierre Gorissen en zijn Blog geeft zijn mening duidelijk weer.
3000 euro betalen om iets dat je zelf hebt geschreven ‘open’ gepubliceerd te krijgen blijft een vreemde zaak. En toch vraag ik me dan af naar wat/wie dat geld dan gaat. Is dat voor de ‘(digitale) drukkosten?’, is dat voor de ‘reviewers’ die kwaliteit blijven beoordelen, is dat voor de verzamelende en meta daterende organisatie rondom het ‘journal’. Waarom 3000 euro en waar gaat dat geld naar toe? Heb je daar een beeld bij Judith.
Ik bedoel het ‘open stellen van artikelen’ zodat ze voor iedereen te gebruiken zijn moet toch ook anders kunnen. Waarschijnlijk ga ik als net beginnend PhD kandidaat veel te snel en veel te kort door de bocht, maar op het moment dat ik ‘open’ ben en mijn stappen online heb staan, inclusief mijn publicaties, dan is dat toch open. Ik snap wel dat doordat ik een promoter, co-promoter en wellicht andere ‘established’ teamleden heb die meekijken en wellicht ‘meepubliceren’ dat ik niet zomaar alles online kan zetten. Maar op het moment dat artikelen goedgekeurd zouden zijn voor publicatie dan kunnen die toch ook op een ‘eigen’ site of op een door onderzoekers gezamenlijk georganiseerde site.
Waar ga ik nu de mist in? Want als het zo eenvoudig zou zijn dan zou er al een dergelijke site zijn. Waar zit hem dan het echte verschil tussen de ‘Open Access projecten’ en het delen van kennis en informatie zoals jij dat doet?
Succes bij het CvB. O ja: “De voorgevel eruit.” is natuurlijk ‘as open as it gets’.
Groet Marcel
Geplaatst op 19 november 2013, in Miscellaneous. Markeer de permalink als favoriet. 2 reacties.
Vanmiddag al even via Twitter op gereageerd:
Nu wat langer:
Een journal uitgeven kost geld. Zeker als het op papier wordt uitgegeven. Maar je hebt een of meerdere editors nodig, mensen die vormgeving regelen en al doen de reviewers het werk gratis, heb vinden en een artikel door dat traject laten gaan kost tijd (en dus geld).
Voor een ‘closed access’ journal is de manier om dat geld terug te verdienen (en het liefst nog wat extra te verdienen) de verkoop van abonnementen. Aan individuen, maar belangrijker nog aan bedrijven en onderwijsinstellingen.
Als jij een artikel voor publicatie indient, dan draag je een (groot) deel van jouw auteursrechten over aan de uitgever. Een van de dingen die je in de kleine lettertjes van zo’n overeenkomst altijd (meestal?) tegen komt is dat je de uiteindelijke, opgemaakte versie, (op zijn minst tijdens een bepaalde periode, 6 maanden) niet zomaar online mag gooien.
Logisch eigenlijk ook, want hoe moet de uitgever geld verdienen aan de artikelen als ze ook gratis online te vinden zijn.
Die 3.000 dollar (niet euro, maar het komt in de buurt) is de vergoeding die de uitgever vraagt voor gederfde inkomsten. Terecht? Daar kun je inderdaad over discussiëren. Maar als journal X dat als regel heeft en jij wilt publiceren in journal X, dan is er als promovendus, maar ook als onbekende onderzoeker niet veel wat je daar aan kunt doen. Als de regering straks eist dat jouw artikel als open access gepubliceerd moet worden, dan gaat jou dat meer geld kosten. Of je bent voor je publicaties aangewezen op andere open access journals.
(het is eigenlijk net als bij web 2.0 -> als je er niet voor een product betaald, dan ben jij meestal zelf het product)
Een duidelijk reactie van reactie van Pierre. Thx.
Ik las nog een goed artikel nav het OA-inititatief van de staatssecretaris van Jaap Walhout. Ter aanvulling onder het blog geplaatst http://sargasso.nl/open-access-proefballon-voorbij/