Site-archief
Boekreview. De postmoderne mens in de kennissamenleving
Hi Marcel,
Zuyd heeft vele mooie lectoraten. Wij hebben het voorrecht bij enkele nauw betrokken te zijn. Sinds 1 januari 2017 is Steven de Groot lector innovatief Ondernemen. Ik ken hem nog niet, maar hij mailde onlangs naar de redactie van de Nieuwsflits of we aandacht wilde besteden aan zijn nieuwste boek PM. De postmoderne mens in de kennissamenleving. De Nieuwsflits verschijnt pas weer in september. Het thema van zijn boek vind ik als onderwijskundige informatieprofessional interessant. Ik wilde graag lezen wat hij had geschreven, dus vroeg ik m of hij het op prijs stelde als ik een review schreef. Dat stelde hij op prijs, mits het een positief blog zou worden 😉 Dat is dan aan hem, jou, jullie om dat te beoordelen 😉
Ik ontving zijn boek en afgelopen weekend heb ik het gelezen. Het boek schetst de beschavingscrisis, de devaluatie van de wetenschap en de democratisering van kennis. Daar vind ik op voorhand al wel wat van, ja *grijns*. Sommige gedeelte van het boek las ik tenenkrommend. Ik, voorstander van de democratisering van kennis (‘alles’ open) die las over de verheerlijking van de wetenschappers. Mijn kort-door-de-bocht interpretatie, dan. Maar lees verder maar het review.
Groet,
Judith
Review
Steven de Groot promoveerde op onderzoek naar de rol van esthetica in organisatieontwerp en arbeid. Het is daarom niet verwonderlijk dat in zijn publicatie PM. De postmoderne mens in de kennissamenleving veel (cultuur)filosofen, met name de cultuurpessimisten Ortega y Gasset en Furedi, worden aangehaald om de de huidige stand van de kennissamenleving te duiden. Deze is door de komst van massamedia, ict en sociale media veranderd. De wetenschapper is zijn unieke positie in de kennisinfrastructuur kwijt. Iedereen deelt tegenwoordig kennis met elkaar. Populisme en narcisme viert hoogtij zo schets Steven in het voorwoord van dit 155 pagina’s tellend essay.
Aan het begin van hoofdstuk 2 introduceert Steven de Groot een 5e O in de discussie over de kenniseconomie: Ons, naast Onderwijs, Onderzoek, Ondernemerschap en Overheid. Ons staat dan voor hét publiek, dat in het boek wordt gescheiden van dé kenniselite (de wetenschappers). Aan de hand van inzichten van vele wetenschappelijke denkers duidt hij de gedragingen, tendensen, rollen en verantwoordelijkheden van actoren binnen de vitale kennisruimte. Zijn model van de vitale kennisruimte toont vier kwadranten met ieder hun eigen dynamiek, kansen en bedreigingen en type leiderschap. Vervolgens schetst hij in het vierde hoofdstuk een viertal scenario’s van bewegingen om deze vitale kennisruimte te verbeteren. Immers de huidige kennisruimte (de kennissamenleving/kenniseconomie) staat onder grote druk zo betoogt De Groot in de voorafgaande hoofdstukken. Er is enerzijds spanning tussen de kenniselite (het positivistische paradigma: objectiveerbare kennis) en publiek (het sociaal-constructivistisch paradigma: meningen en gedemocratiseerde kennis), en anderzijds de spanning tussen individualisering (‘ik) en collectiviteit (‘wij’).
Door de woorden die Steven de Groot kiest (babbeleconomie, hij benoemt kenniselite als ‘beschaafder’ met de weloverwogen logica en heeft het over de buiten hun oevers getreden publiek met hun emotionele retorica, over ‘rechts-boven’ en linksonder’ mensen) lijkt het alsof hij een voorkeur heeft voor de objectieve kennis van de wetenschapper. Dat is ook zo. In de laatste alinea van zijn essay benoemt hij dat expliciet. Het scenario ‘verticaliseren’ waarbij de oorspronkelijke focus op objectieve kennis en de rol van de kenniselite wordt hersteld, heeft zijn voorkeur maar is zonder sterke overheid niet te realiseren. Het scenario ‘niets doen’ is het gemakkelijkste maar levert volgens hem alleen verliezers op. ‘Horizontalisering’ wordt door Steven als het meest realistische scenario geschetst. Dat betekent dat het accepteren van de spanningen tussen de vier kwadranten van de vitale kennisruimte. Dit scenario beoogt het weer in dialoog komen van kenniselite met het publiek om zo de verbinding te zoeken. Als zeer mooi 4e scenario beschrijft Steven de Groot ‘Het Schone, de kunst, de verbeelding als krachtige verbinder. Hij noemt dit de experimenteer- en ontdekkingsruimte in de kennisinfrastructuur:
De ruimte van hoop, verlangen en belofte, die van ‘imagine’; de ruimte van het onbekende, verhulde en ongedefinieerde van het onbekende, ongemaakte en onvoltooide, of misschien wel van het onbedachte, een broedplaats voor nieuwe ideeën.
Het is een intrigerende publicatie. Het zet je na tot denken, dat is natuurlijk ook wat de schrijver met een essay beoogt. Ik had soms wat moeite met naar mijn gevoel denigrerende teksten over ‘het publiek’. Daardoor voelde ik me meer verbonden met ‘het publiek als underdog’ dan met ‘de wetenschapper op een voetstuk’. Zoals in zijn slotwoorden staat heeft hij ‘niet over iedereen even aardig en genuanceerd oordeel geveld’. En is hij in ‘de postmoderne valkuil vol eigen waarheden gestapt’. Ik denk dat het krachtiger was geweest als hij ook kritischer over zijn eigen groep, de wetenschapper, had geschreven. Ook daar ontspoort het wel eens door citatiescoredrift, publicatiedrift, de h-index op de carrière-impact van de wetenschapper. Zijn intentie om de kennissamenleving weer vitaal te krijgen, is lovenswaardig. En de scenario’s ‘horizontalisering’ en’Het Schone’ bieden daar mooie aangrijpingspunten voor. Een kwestie van doen nu. Tip: het volgende boek één met praktische handreikingen, hoe iedere actor in de vitale kennisruimte deze mooi kan krijgen?
In een essay legt de schrijver dwarsverbanden en is wetenschappelijke verantwoording niet nodig. De keus om voetnoten te gebruiken in plaats van referenties tussen haakjes is een logische en bevordert de leesbaarheid. Echter het was, voor een leek zoals ik die niet zo bekend is met de gebruikte wetenschappelijke literatuur, niet altijd even duidelijk naar welke literatuur verwezen werd door het gebruik van ‘zie eerder’ en ‘idem’ in de voetnoten. Een literatuurlijst was wenselijk geweest. Hoewel ik het interessant vond om te lezen, had hoofdstuk 5 ‘lector als kritisch realist’ geen toegevoegde waarde op dit betoog.
Het boek kost €22,00. Het is uitgegeven en te bestellen bij Eburon Uitgeverij.