Ontwerpmetaforen

Om docenten en onderwijsontwikkelaars te ondersteunen in het (her)ontwerpen van voor Zuyd modules, is een drietal ontwerpmetaforen ontwikkeld. Een ontwerpmetafoor bestaat uit een voorstel voor een generiek en gestandaardiseerd onderwijsontwerp van een module. Deze ontwerpmetaforen kunnen gebruikt worden ter inspiratie voor stap 4 van het ontwerpmodel en dienen ter ondersteuning van stap 5 waarin een concept-ontwerp voor de onderwijseenheid wordt vormgegeven.

Een ontwerpmetafoor bevat informatie over onderwijsactiviteiten, hun volgordelijkheid en de actoren (student, werkveld, docent, assessor, coach etc.) die hierin betrokken zijn. Ze dienen ter inspiratie en kunnen naar behoefte worden aangepast, maar zorgen tegelijkertijd voor een zekere vorm van standaardisering bij het ontwerpen van onderwijs binnen Zuyd en geven op deze wijze een basisstructuur voor docenten. Hiermee zorgen we voor herkenbaarheid en eenduidigheid voor de studenten van Zuyd, tegelijkertijd willen we de docenten geenszins beperken in hun mogelijkheid tot aanpassing van het ontwerp. Het verdient aanbeveling om bij het werken met de metaforen samen te werken in ontwerpteams.

Het best passende ontwerpmetafoor

Wanneer de ontwerpcyclus wordt gevolgd is er na het doorlopen van stap 1, stap 2 en stap 3 al een goed beeld ontstaan van het ‘karakter’ van je ontwerpuitdaging. Op basis hiervan zul je een beslissing moeten nemen over de meest geschikte en gewenste didactische aanpak; welke (combinatie van) ontwerpmetafo(o)r(en) past het beste? Hiervoor is geen standaardrecept te geven; alle factoren moeten tegen elkaar afgewogen worden en argumenten die dat afwegen oplevert, kunnen in samenhang met elkaar tot het best passende ontwerp leiden. Hierbij is het uiteraard belangrijk dat de ontwerpmetafoor aansluit bij de doelstellingen van de module.

Het maakt nogal verschil of men zich in hoofdzaak wil richten op het laten verwerven van vakinhoudelijke kennis (Acquisitiemetafoor) of dat men vooral, of ook bezig wil zijn met vakspecifieke problematiek waaraan mensen samen tot een oplossing komen (Participatiemetafoor). Dit heeft ook invloed op de mate van de ‘blend’ tussen face-to-face en online leeractiviteiten.

De onderstaande vragen (Boom, 2011) kunnen wellicht ondersteunen bij het komen tot een passende metafoor:

  • Wil men een ‘vertellende’ module, een module waarin de inhoud successievelijk en geleidelijk aan de studenten wordt uitgelegd zoals bij contactonderwijs bijvoorbeeld in een collegereeks zou gebeuren?
    –> gebruik de Acquisitiemetafoor)
  • Is het wenselijk om de module vooral individueel te laten bestuderen?
    –> gebruik de Acquisitiemetafoor
  • Ligt het voor de hand studenten te laten samenwerken?
    –> gebruik de Participatiemetafoor
  • Wil men studenten hun kennis zelf actief laten ‘ontdekken’?
    –> gebruik de Participatiemetafoor of Co-creatiemetafoor
  • Wil men de studenten uitdagen tot het zoeken van oplossingen voor gestelde problemen of vragen, daarbij gebruik makend van door het onderwijs aangedragen of zelfgezochte informatie?
    –> gebruik de Co-creatiemetafoor
  • Wil men de aanpak van de module baseren op of laten aansluiten op binnen het vakgebied ingeburgerde methoden, algoritmen, heuristiek of procedures?
    –> gebruik de Co-creatiemetafoor

Op de desbetreffende pagina’s wordt een korte samenvatting gegeven van elk ontwerpmetafoor met een voorbeeld in vorm van een script, waarin onderwijsactiviteiten, volgordelijkheid en actoren zijn gedefinieerd. De meeste aangeboden modules zullen uit een mix van bovenstaande metaforen bestaan.

Mix van metaforen

Zuyd leidt op tot professionals die in complexe beroepssituaties werken waarbij zij kennis, houding en vaardigheden moeten integreren en coördineren. Het aangeboden onderwijs moet hierop inspelen door bovengenoemde metaforen te combineren zodat de student niet alleen kennis verwerft, maar ook deze leert toe te passen, gebruikt om te analyseren, te evalueren of iets nieuws te creeën. Veel, zo niet alle, van de aangeboden modules die 10 weken of langer duren zullen zijn opgebouwd als een mix van bovenstaande metaforen. Hierbij is het doel van leren zowel kennis verwerven (acquisitiemetafoor), participeren in een gemeenschap of groep (participatiemetafoor), en het ontwikkelen van nieuwe kennis en assimileren van bestaande kennis (co-creatiemetafoor) of een combinatie van deze drie elementen. Dit kan binnen een (langere) module, maar ook binnen een reeks volgtijdelijke modules of een hele diplomalijn. Bijvoorbeeld een module ontwikkeld volgens de co-creatiemetafoor wordt voorafgegaan door een of meerdere modules ontwikkeld volgens de participatiemetafoor die eventueel voorafgegaan zijn door een of meerdere acquisitiemodules.  

Een voorbeeld

Een voorbeeldmodule waarin er een mix wordt gemaakt van de gepresenteerde metaforen zou bijvoorbeeld kunnen starten met kennisoverdracht door een expert (docent) richting student bijvoorbeeld via college of literatuur. Hier hoort ook het online aanbieden van kennis bij zoals het bekijken van een video. Op deze manier vergroot de student zijn theoretische basis waarmee hij in een later stadium of in een andere leeractiviteit leert om deze kennis te integreren en toe te passen. Deze toepassing zou vorm kunnen krijgen volgens de participatiemetafoor, waarbij de studenten als tweede kennis verwerft door met peers samen te werken aan beroepsauthentieke casuïstiek en hierbij peer-assessment in te zetten. De student past hiermee eerder geleerde kennis toe en leert een casus te analyseren. De student kan dit uitvoeren in subgroepen die zowel face-to-face als online, bijvoorbeeld samenwerken via OneDrive. Vervolgens zou de student vanuit de co-creatiemetafoor in een groep kunnen werken aan het oplossen van een ‘wicked’ praktijkprobleem met als doel dat nieuwe kennis wordt gecreëerd door het toepassen van de kennis en vaardigheden van alle groepsleden. Dit zou kunnen in de vorm van projectonderwijs, waarbij er een belangrijke rol voor het werkveld is weggelegd.  

Bronnen

Boom, G. (2011). Ontwerpen met modellen: Het ontwikkelen van cursussen met een elektronisch werkboek voor de OU. Heerlen: Open Universiteit.