Zoekresultaten voor hattie

Hattie of Hetty – eigenlijk zeggen ze hetzelfde

Ha Judith,

De MIND FRAMES van jouw HATTIE komen er eigenlijk op neer wat we al wisten. Los van het feit dat je als leraar/leider inspiratory en motivator moet zijn, moet je ook een manus-van-alles zijn. Ik zal niet zeggen dat ik aan alle MIND FRAMES kan voldoen of aan alle 11 houdingen voldoe, maar dat komt wellicht omdat mijn voorbeeld een andere Hetty is.

Maar wel ook het manus-van-alles type. Inspirerend, grappig, maar zeer serieus als het nodig is. Sterk, krachtig, klein, grappig. Een leider van een bijzonder team, maar zeker ook een leraar voor de mensen in haar team. Wellicht net zo’n goed voorbeeld als jouw Hetty.

Groet Marcel

Gouden regels voor docenten volgens Hattie

Hattie heb ik tijdens mijn studie leren kennen, voor de MLI Eindhoven hét uitgangspunt van hun onderwijsvisie: feedback daar draait het om! Echter Hattie heeft meer te vertellen dan alleen zijn onderzoek wat voor een groot leereffect feedback heeft. Hij is namelijk meer en meer een totaalvisie op onderwijs en leren aan het verspreiden. Hij heeft natuurlijk een breed podium waarop hij dat kan verkondigen. Deze 1 uur durende toespraak van hem: Buldling connections and cohesion ga ik zeker nog eens bekijken.

Voor mijn zomervakantie kwam onderstaand filmpje een paar keer in mijn netwerken voorbij. In deze visualisatie worden 8 mindframes door Hattie benoemd. Een docent die deze 8 mindframes heeft ontwikkeld, heeft volgens Hattie een een veel grotere impact op het leren van studenten.

MIND FRAME 1: Teachers/leaders believe that their fundamental task is to evaluate the effect of their teaching on students’ learning and achievement.
MIND FRAME 2: Teachers/leaders believe that success and failure in student learning are about what they, as teachers or leaders, did or did not do…We are change agents!
MIND FRAME 3: Teachers/leaders want to talk more about the learning than the teaching.
MIND FRAME 4: Teachers/leaders see assessment as feedback about their impact.
MIND FRAME 5: Teachers/leaders engage in dialogue not monologue.
MIND FRAME 6: Teachers/leaders enjoy the challenge and never retreat to “doing their best.”
MIND FRAME 7: Teachers/leaders believe that it is their role to develop positive relationships in classroom/staffrooms.
MIND FRAME 8: Teachers/leaders inform all about the language of learning.

De 8 mindframes worden nader toegelicht in het artikel Know Thy Impact: Teaching, Learning and Leading

En zo verschenen nog meer tips over houdingen voor effectieve docenten, zoals de 11 die Carrie Lam opsomde in haar blog 11 Habits of an effective teacher

  1. enjoys teaching
  2. makes a difference
  3. spreads positivity
  4. gets personal
  5. gives 100%
  6. stays organized
  7. is open-minded
  8. has standards
  9. finds inspiration
  10. embraces change
  11. creates reflections

Zijn dit geen eigenschappen voor elke levenslang lerende professional? 😉

Groet,
Judith

Hattie ‘m of Hattie ‘m nie? #mli

Ha Marcel,

Ook jij vindt de film Jerry Maguire geweldig, dus dit plaatje dat in ons LA2-blog werd gedeeld kan jij vast ook wel waarderen *grijns*.

Gisteren tijdens de 2e dag van LA2 ‘Uitdagend Ontwerpen’ kregen we de metastudie van John Hattie voorgeschotel (ons al bekend ‘the power of feedback’). We zijn bezig met een masterstudie, dus Krachtig ontwerpen op basis van empirie is van belang! Hattie heeft in 2009 zijn metastudie Visible Learning gepubliceerd. Hij onderzocht in meer dan 50.000 studies waarbij meer dan 80 miljoen lerende bij betrokken waren de effecten van onderwijsinterventies op leerprestaties. Korte samenvatting via zijn site visible-learning.org

The following examples may give an impression of the scope of Hattie’s findings:

  • What’s bad? Retention, summer holidays
  • What’s neither bad nor good? Team teaching, open vs. traditional classes
  • What helps a bit? Class size, homework
  • What helps a bit more? Cooperative learning, direct instruction
  • What helps a lot? Feedback, Student-teacher relationships

Wanneer gebeurt er iets magisch bij leren? Denk maar eens aan de leraar die voor jou het verschil maakte. Het draait bij leren (net als bij Jerry Maguire 🙂 ) allemaal om relaties en vertrouwen! Ook één van de drie psychologische basisbehoefte van Zelf-Determinatie Theorie van Ryan & Deci (voorwaarde van intrinsieke motivatie: relationele verbondenheid, competentie en autonomie), zie mijn paper LA1 over social learning.

Als ik dan Hattie Rankings zie en hoor dat probleemgestuurd leren weinig effect heeft (0,15), dat afstandsleren weinig leereffect heeft (0,09), web-based learning (0,18) en open (0.01) dan vraag ik me wel af waar ik mee bezig ben. Zijn metastudie dateert uit 2009 dan betekent dat hij zijn studie baseert op onderzoeken van voor die tijd, dus meer dan 5 jaar geleden. Zouden de technologische ontwikkelingen van de laatste jaren en de impact dat dat heeft op ons huidig onderwijs geen ander beeld laten zien? Zouden deze ontwikkelingen leereffecten beïnvloeden? Positief of negatief?

Wilfred Rubens wijst in zijn blogbericht (Vragen bij het werk van John Hattie) terecht op de complexiteit van het aantonen van effecten. Is online leren effectiever dan f2f onderwijs? Er zijn zoveel factoren van invloed of een bepaalde interventie wel of niet effectief is. We hebben te maken met mensen, en die zijn en leren heel divers. Inzet van e-learning gebruik je zoals Wilfred zegt niet alleen er verbetering van leerprestaties maar ook om je onderwijs te flexibiliseren en anders te organiseren, zodat lerenden meer in een eigen tempo kunnen leren.

In de TED talk die ik van John Hattie zag zei hij dat leraren die snappen wat hun impact is op leereffecten is en zij die samenwerken de beste leraren zijn. Dat betekent dat je veel over je rol als docent moet nadenken en er over moet praten (het belang van intervisie!). Ik denk dat je (zeker bij samenwerken -social learning-) technologische hulpmiddelen heel goed bij kunt gebruiken. Maar ja, ik heb dat niet onderzocht 😉 .

Feedback heeft volgens Hattie wel een zeer krachtig leereffect. Dus kom maar op met die reacties 🙂 .

Groet,
Judith

PS. De blogtitel is geen eigen verzinsel, maar bedacht door mijn leergroepmaatje Harry toen we Hattie’s onderzoek bespraken 🙂

Aanvulling 24 mei. Via Wilfred Rubens ontdekte onderstaande Infographic. Een mooie aanvulling op mijn Haatie blog.

The top and bottom effects on student achievement

by OsirisEducational.
Explore more visuals like this one on the web’s largest information design community – Visually.

Zuyd Innoveert. Een pas op de plaats!? #zuydin

zi3

Hallo Marcel,

Gistermiddag vond voor de 4e keer een Zuyd Innovatiemiddag plaats. Nadat het programma in 2013 van start is gegaan met een geweldige kick-off door Daan Roosegaarde, presenteerde jij in 2014 de resultaten van ons MOOCZI-project. Vorig jaren was Zuyd Innoveert nog volop in beweging. En nu dan een ‘pas op de plaats’?

Ja en nee. Ja, het is het laatste jaar van dit innovatieprogramma. Maar er komt een mooi vervolg 🙂 meldde Kitty Kwakman in haar openingstoespraak. In het boekje (inmiddels een traditie) met de resultaten van de innovatieprojecten van het afgelopen jaar, schrijven de programmamanagers Dominique Sluijsmans en Marcel van der Klink in hun nawoord dat na dit jaar voor een andere werkwijze gekozen wordt: “In plaats van een focus op projecten willen we in het vervolg de focus leggen op communityvorming en een setting creëren waarin Zuyd-collega’s die aan onderwijsinnovatie werken, de mogelijkheid krijgen om met en van elkaar te leren over innovatie en daar mogelijk ook met raad en daad bijstaan.” Naast Dominique en Marcel zijn ook de Zuyd onderwijslectoren Paul Hennissen en Hendrik Drachsler betrokken bij dit initiatief. Ook ik ben trots lid van het kernteam van ZOEC (Zuyd Onderwijskundig Expertise Community)! ‘Pas op de plaats’? Ja en nee. Het is soms ook goed om eens even stil te staan bij innovaties. Doen we wat doen goed? En hoe verankeren we onze inzichten in de opleidingen? ZOEC wilt de leer- en werkomgeving van onderwijskundige professionals van Zuyd worden waarin kennisontwikkeling en -deling centraal staat. Dat de behoefte aan kennis delen groot is, kwam tijdens het debat tot uiting.

Gedurende het debat, onder leiding van lector Eric van de catchboxLuijtgaarden (mét de Zuyd catchbox!), werden veel ervaringen en inzichten gedeeld. Naast de wens om meer kennis delen te delen, werd ook duidelijk dat we intern en extern nog niet zo goed communiceren over innovatie. De 2 aanwezige studenten waren zich ook niet bewust dat het onderwijs constant probeert zich te verbeteren. De vraag is of dat heel erg is? Toch denk ik dat het goed is als we als Zuyd meer uitstralen dat we constant in beweging zijn, dat we innoveren in cocreatie met studenten en werkveld belangrijk vinden. En dat blijvend van elkaar leren een Zuydwaarde is.

Het gesprek kwam regelmatig terug op het thema: de student centraal. De student als regisseur van zijn eigen leerontwikkeling. Dat klinkt natuurlijk heel mooi. Logisch. Voor de hand liggend. Keynote spreker van deze middag, Pedro De Bruckere stelde terecht de vraag of de lerende altijd in the lead kan zijn. Voor goed onderwijs is meer nodig. Hij refereerde aan het gedachtegoed van Biesta die zegt dat goed onderwijs bestaat uit: (1) kwalificatie (het opdoen van kennis en vaardigheden), (2) socialisatie (waarden en normen van een gemeenschap) en (3) subjectivering (persoonlijke vorming tot een zelfstandig, verantwoordelijk en kritisch individu). Daar hebben docenten nadrukkelijk een rol in.

Over de afsluitende keynote van Pedro De Bruyckere heeft Wilfred Rubens, sinds kort de DLWO programmamanager van Zuyd, al uitgebreid geblogd: Hoe kun je er achter komen of beweringen over onderwijs en leren kloppen? Dat ga ik hier niet herhalen. Wat ik hier van mee genomen heb, is dat we claims van al dan niet ‘zogenaamde’ onderzoeken niet klakkeloos voor waar moeten aannemen/overnemen. Hij had daar mooie voorbeelden van (zie blog Wilfred). Dat we vooral kritisch moeten blijven op elkaar, met elkaar. Maar wel kritisch met kennis. Want als je kritisch bent zonder kennis, dan doe je lastig 🙂 We moeten ook kritisch zijn tav onze eigen overtuigingen. We horen graag datgene wat in ons straatje past (confirmation bias). En het is uitermate belangrijk om studenten die kritische houding te leren (denk maar een aan de filter bubble, die informatievaardigheden blijven oh zo belangrijk, ondanks dat ik hierover wel eens andere geluiden hoor).

Volgens Pedro de Bruyckere -gebaseerd op het door hem vertaalde boek van Daniel Willingham– zijn er vier manieren om er achter te komen of een bewering over onderwijs onzin is:

  1. Strip de bewering en keer het om
  2. Volg het bewijs – doe aan factchecken
  3. Analyseer. Niet alles is zo eenvoudig in cijfers te vatten. Evidence-based education dreigt ook een mythe te worden (zie metastudie Hattie die uitgaat van gemiddelden, daar heb je niets aan heeft het wiskundemeisje en getallendiva Ionica Smeets tijdens de OWD2015 verteld: het Simpsons paradox!
  4. Zoek zelf bewijs

Het is de taak van onderwijs om studenten kritisch te leren denken. En het net zo belangrijk om kritisch te blijven tav je eigen denken en functioneren.

Er is nog veel te ontdekken. We weten nog zo veel niet wat werkt in onderwijs. Een mooie ZOECtocht om samen binnen Zuyd aan te gaan!

Goed weekend!
Judith

Oja, ondanks Pedro’s kritisch houding tov Ken Robinson blijf ik toch gewoon fan van Sir Ken :).

zoec

Mijn professionele ik. Onze professionele identiteit.

Hallo Marcel,

Tijdens de afgelopen zonnige dagen heb ik het boek Je binnenste buiten: over professionele identiteit in organisaties van Manon Ruijters en collega’s  gelezen. Nou ja, al doorbladerend stukken gelezen dan 😉 . Het boek telt bijna 500 bladzijde!

In onze veranderende samenleving waar in alles sneller, beter, scherper, anders moet en complexer is, is het belangrijk te weten wat je basis is, waar je van bent, waar je in gelooft, wat onvervreemdbaar van jou is en je kleur geeft, zo staat op de achterkant van het boek. De boeken van Manon Ruijters (Canon van het leren en Liefde voor leren) heb ik regelmatig geraadpleegd tijdens mijn masterstudie Leren en Innoveren. En dit is er ook weer zo eentje die volgens mij in de kast van elke MLI/MLE student in de kast moet staan.

Als lector is Manon Ruijters verbonden aan het lectoraat Professionele identiteit en organisatieontwikkeling bij Stoas Vilentum Hogeschool.

Als je in een onderwijssetting werkt waar de core business is professionals op te leiden dan is het ook belangrijk te werken aan je professionele identiteit, als onderwijsgevende, en ook als adviseur van onderwijsgevenden. Ten minste dat vind ik.

jebinnenstebuiten

Ik herken de zoektocht in het boek naar weten wat ik doe, waarom ik het doe en waarvoor ik het doe. Zeker nu de vraag naar ondersteuning en advisering op mijn aandachtsgebied van leren en lesgeven met ict alleen maar toeneemt. En het aantal professionals die bij deze vragen kunnen helpen en ondersteunen binnen onze organisatie alleen maar afneemt, stel ik me die vragen stellen. We willen meer in minder tijd met minder mensen (kostenreductie agv oop reductie). In mijn eentje kan ik die veelheid van vragen niet aan. Dus wat is mijn professionele identiteit?

Het boek is voor mij vanuit verschillende invalshoeken interessant. Om de vraag te beantwoorden wat mijn eigen professionele identiteit is. Maar ook uit mijn betrokkenheid met (ict) docentprofessionalisering binnen Zuyd. Welke investeringen in professionalisering levert ook professionaliteit op? Er wordt gesproken over professionele ruimte, maar door allerlei oorzaken (vermoeidheid, onduidelijkheid) wordt deze niet ervaren cq gepakt. We vragen meer zelfsturing in minder bewegingsruimte, want de druk bij docenten door allerlei ministeriële dictaten (masterverplichting, bko, bke/ske) loopt alleen maar op.

Geeft het boek oplossingen? Nee. Er zijn geen kant-en-klare oplossingen, dat kan ook niet, ieder mens is immers uniek. Het boek biedt wel handvatten  en richtlijnen (door vragen om over na te denken via de ontwikkelnotities) om met professionele identiteit aan de slag te gaan. Het lezen/doorbladeren van dit mooi vormgegeven boek was een aangename wandeling door filosofie, psychologie, sociologie, neurowetenschap. Met ook aandacht voor de invloed van technologische ontwikkelingen op de identiteit. Er waren vele herkenbare ontmoetingen zoals met Simon Sinek (the golden circle), Bakker & Akkerman (boundary crossing), Schön (kritische zelfreflectie), Argyris (double loop learning), Pedler (actieleren), Csikszentmihalyi (flow), Deci & Ryan (motivatie), Fuller, Hattie, Illeris, Weggeman. En ik heb kennisgemaakt met nieuwe denkers en wetenschappers over thema’s als bezieling, erkenning, wijsheid. Ik heb meer gelezen over de rol van autonomie en autoriteit, over hybrid professional (een professional op grens van 2 professies, zoals een teamleider), over frontlinieprofessionals (professionals die werken in direct contact met hun klanten, zoals de docent met studenten, en ruimte hebben om eigen gedragskeuzes te maken) , over kinderheldenmoed, de bezielde organisatie. Het boek wemelt van de mooie citaten zoals over het koesteren van de ziel van Alain de Botton: “in ons dragen we een kostbare, kinderlijke, kwetsbare kern, die we zouden moeten voeden en koesteren op zijn veelbewogen reis door het leven” (p. 359).

“De huidige professional is een lerende professional en het werken aan en met professionele identiteit verdient een eigen plek binnen de professionele ontwikkeling, zowel individueel als binnen organisaties” (p. 275).

“Professionele identiteit draagt bij aan zelfsturing, veerkracht, wijsheid en excellentie”(p. 55). Dat betekent, reflecteren op wat mij bijzonder maakt, wat jou bijzonder maakt. Tijdens en na de master ben ik op zoek gegaan naar mijn drijfveren, die heb ik gevisualiseerd in deze mindmap. In het boek is te lezen dat vanuit individueel standpunt het wenselijk is om dit te

* verkennen en expliciteren;
* onderhouden; en
* in te zetten bij belangrijke keuzemomenten.

Vanuit organisatie standpunt is aandacht voor professionele identiteit van belang, zoals:

* De professionele leergemeenschap die beter wil weten waarvoor men staat.
* Het team van professionals dat een transformatie doormaakt.
* Het team van professionals dat samenwerkt aan een innovatie.

Professional/professioneel komt van het Latijnse ‘profiteri’ dat betekent ‘openlijk verklaren’. Een professional wil openlijk zichtbaar kwaliteit leveren. “Een professional is iemand die ervoor kiest en zich erop toelegt om, met behulp van specialistische kennis en ervaring, klanten op een competente en integere manier steeds beter van dienst te zijn. Daarbij maakt hij gebruik van en draagt actief bij aan een community van medeprofessionals die het vak bij voortduring ontwikkelen” (Ruijters & Simons, 2014) (p.317).

Professional ben je niet alleen, zo veel is zeker. En leren blijf je. Dat laat onderstaand figuur mooi zien.

lerendeprofessional

De lerende professional (figuur p.94)

“Professionele identiteit vormt een ankerpunt in verandering, zorgt dat je weet van waaruit je afwegingen maakt en tot beslissingen komt, dat je stevig staat bij tegenwind, dat samenwerking soepel verloopt en keuzes in je loopbaan of dilemma’s in je professionele bestaan een basis hebben van waaruit ze verkend kunnen worden.” (p. 150)

Ruimte voor ont-moeten
Wil je duurzaam ontwikkelen dan is het van belang om vaker je hoofd op te ruimen in plaats van het vol te stoppen (p. 154). We moeten zoveel: vanuit organisatiebelang met kwaliteitseisen en veranderingen. We zijn uit balans. Er is ook aandacht nodig voor werken vanuit je eigen opvattingen en kwaliteiten, voor het spiegelen van je opvattingen met vakgenoten, om je te laten inspireren. Voor ontmoetingen.

Op basis van literatuur en onderzoek is het PI-model ontwikkeld. Het gedachtegoed van het PI-model is ook te lezen op de website bij dit boek www.professioneleidentiteit.nl. In onderstaande afbeelding wordt het model verbonden met organisatieontwikkeling en persoonlijke ontwikkeling.

PI-model

PI-model gekoppeld met vormen van leren en professionaliseren (figuur p. 239)

Je hoeft niet ziek te zijn om beter te worden
We vragen een andere manier van werken (zie HILL-model van Filip Dochy) van docenten (verandering van kennisbrenger naar coach van leerprocessen, reflecteren, ict-docentprofessionalisering, online samenwerken en kennisdelen). Dat betekent een fundamentele verandering in hun professie en een zoeken naar hun professionele identiteit. Dit kan je niet met een vaardigheidstraining je eigen maken. En verplichten helpt sowieso niet in een leerproces. Dit betekent dat wij als professionele leergemeenschap ons moet afvragen wat een goede docent is binnen het onderwijs dat wij als Zuyd willen aanbieden. Net zoals opleidingen met de beroepspraktijk bespreken welke competenties de toekomstige professional moet hebben, zullen wij als Zuyd docenten, als professionele leergemeenschap de vraag moeten stellen welke competenties hebben wij als docenten nodig om onze (jong) professionals hierin te begeleiden? We hebben het wel over professionele identiteit van onze studenten, over waarde en normen, over beroepsidentiteit, dan hebben we het ook over Bildung. En over onze eigen Bildung.

Zonder crisis geen groei
“Als het ons niet lukt een ervaring te begrijpen als we het niet kunnen plaatsen, dan hebben we de neiging terug te vallen op ‘tradities’, op verklaringen van autoriteiten of op psychologische mechanismen, zoals projecteren en rationaliseren” (Mezirow) (p. 302)

Het gaat bij (leven lang) leren niet alleen om hoe de transfer plaatsvindt maar ook om als professional te leren welke keuzes je maakt in de toenemende veranderingen, ontwikkelingen en samenwerkingsrelaties. Professional zijn, is een keuze. De organisatie kan hierbij ondersteunen door te werken aan de collectieve identiteit.

Het boek heeft me al lezend en bloggend nieuwe inzichten geboden, en bestaande bevestigd. Herkenbaar ook, omdat vele praktijkvoorbeelden in het boek uit de onderwijswereld komen. Een boek om nog eens naar terug te pakken en stukken te herlezen. Lees hier de blogpost van collega Ilse Meelberghs over dit boek.

Groet,
Judith

#notetoself (uitstapjes via de lezersnotities)

lifedancing

%d bloggers liken dit: