Er worden visies over Bildung en technologie gepresenteerd door Hans Schnitzler, Sandra Verbruggen en Theo van den Bogaart. Er volgt uiteraard een dialoog en er worden workshops en lezingen aangeboden over o.a. gamification, de interactie tussen mens, machine en media en de ethische grenzen van ict gebruik in het onderwijs.
“We willen elkaar prikkelen en geprikkeld worden tot meer diepgang, vraagstukken en onderzoek naar onderwijs, techniek en bildung, waarbij ook de eigen vooroordelen onder de loep worden genomen. Van hieruit willen we werken aan visievorming: wat is goed onderwijs in de context van het begin van de 21e eeuw? En: welke rol voor ICT wordt daarin wel en niet gewenst? Is er sprake van een techno-utopie van het onderwijs?”
Aanmelden kan via via bildung.fe@hu.nl o.v.v. bildungsconferentie en deelname is gratis.
Het is verleidelijk, maar het is op een zaterdag 😦 en 2 uur reizen van mijn woonplaats.
Ik twijfel …. zou ik gaan?
De Vereniging Hogescholen is al enige tijd bezig het gesprek over Bildung aan te zwengelen binnen het hbo. Bildung staat sowieso reeds langer op de agenda binnen het onderwijs. De Onderwijsraad heeft in maart 2011 een bundel essays over vorming in het onderwijs uitgegeven (met daarin ook een bijdrage van onze CvB-voorzitter Karel van Rosmalen). Bussemaker zei onlangs: “De universiteit is geen bedrijf, de hogeschool geen fabriek, de student geen klant”. Ook Biesta (kwalificatie, socialisatie, subjectivering) wordt vaker geciteerd in de discussie over goed onderwijs, zoals in het onlangs gepubliceerde strategische agenda 2025 van de Vereniging Hogescholen. Nadat andere hogescholen ons voorgingen (zoals InHolland) was gisteren het Bildungs debat bij Zuyd. Een selecte club van lectoren, collega’s uit de lectoraten en dienst O&O gingen in debat met studenten. Opvallend vond ik de aanwezigheid van het bisdom in de persoon van hulpbisschop Everard de Jong. In mijn blog over goed onderwijs schreef ik ook dat de traditionele kaders over waarden en normen verdwenen zijn door de ontkerkelijking, waardoor de vraag “waartoe zijn wij op aard” in een ander perspectief moet worden beantwoord.
De middag begon met een voordracht van Theo Geene getiteld: “Het moet kunnen: het verlangen om in de wereld te zijn”. Hij nam ons mee met diverse filosofische terzijdes in de geschiedenis van Bildung en het belang ervan in het onderwijs. Hij gaf ons ook nogal wat leestips mee, zoals Kant, Plato, Socrates, Heinrich Heine.
Bildung gaat over zelfontplooiing waarbij kritisch denken en moreel oordelen centraal staat. Taal is hierbij volgens Maarten Dorman belangrijk: “Taal, zo is de redenatie, is een instrument om de werkelijkheid te beschrijven. En aangezien onze waarnemingen subjectief zijn, is ons beeld van de werkelijkheid subjectief. Aan het gesproken woord gaat taal, als systeem met regels, vooraf.” Maar ons onderwijs is ver-economiseerd. Martha Nussbaum schrijft in Niet voor de winst over de spanning tussen Ausbildung (beroepsgericht) en Bildung (persoonsvorming). Bas Heijne schreef in de NRC over de managementtaal (de taal van de meetbaarheid) die zo in ons onderwijs is doorgedrongen. Student worden als economische en boekhoudende consument gezien en behandeld. Inderdaad, zegt Theo Geene, de hogeschool heeft een zakelijke relatie met de student. De hogeschool is een dienstverlener die er voor zorgen dat alle faciliteiten goed geregeld zijn. De student heeft ook een leerrelatie waarbij de hogeschool een opleidende didactische taak heeft. Maar de hogeschool heeft ook een pedagogische rol om de student als adolescent te begeleiden naar zelfstandigheid. De persoonlijke ontwikkeling van de student behoeft zeker aandacht.
Hoe kunnen we Bildung meer een plek geven in ons onderwijs? Vooral door het stellen van ‘trage vragen’. Dit zijn uitnodigende vragen die je terugbrengen naar de kern waarom je dingen doet zo doet, vragen die je tot nadenken zet als eigenaar van jouw leven. Door het stellen van trage vragen wordt een kritische houding ontwikkeld. Zinvolle reflectie en burgerschapsvorming werden hierbij ook genoemd. Hoe dat nu op te nemen in het curriculum, werd in het debat erna uitgebreid besproken. Ik denk dat Theo Geene het aan het juiste eind heeft door te stellen dat we hierbij vooral moeten kijken naar het verborgen curriculum. Dat deze oneindelijk veel krachtiger is dan het formele curriculum (Volgen van den Akker: intended (beoogd), implemented (uitgevoerd) en attained (bereikt)) hebben we al veel vaker ervaren (zie ook mijn blog hierover). Tot slot zei Theo Geene nog iets over toetsen (o gruwel) en gelukkig was zijn conclusie dat Bildung gaat om een houding en niet om kennis. Houding kan je niet toetsen, wel beoordelen :).
Tot slot moesten van Theo vooral ook nog het boek van Rob Riemen lezen: Adel van de geest.
Vervolgens begon het één uur durend debat onder leiding van Eric van de Luijtgaarden. Hij zette wel de toon om Bildung te positioneren als een ‘beschavingsoffensief”. Opvallend vond ik dat dit debat niet zo ‘waardenvrij’ werd gevoerd. Er werd nogal gechargeerd “de studenten ….” en de aannames vlogen ook rond mijn oren, o.a. over de veranderende samenleving onder invloed van technologie 😦
De discussie kwam op een gegeven moment wel erg op hoe dit nu te verankeren in het curriculum. Moeten we de studie beginnen met een vormingsjaar? Vak filosofie/ehtiek invoeren? Of het vak burgerschapsvorming? Ervaring van docenten is dat studenten hier het belang niet van inzien. Studenten erkende dat de meerwaarde van deze vakken pas in hun latere leven duidelijk werden. Moeten maatschappelijke stages misschien ingevoerd worden? Het Commin-project van de Hotelschool werd hierbij als voorbeeld genoemd waarin studenten vanuit hospitality (houdingsaspecten die bij hun professionele ontwikkeling horen) in 90 uur een project voor hun omgeving uitvoeren. Maar is Bildung niet iets wat je moet voorleven? Wat is dan de rol van jou en mij, van docenten hierbij? Die vraag werd terecht gesteld door Marcel van de Klink. Bij de HU is een lectoraat normatieve professionalisering die in haar manifest schrijft:
Normatieve professionalisering is de dialogische ontwikkeling van de beroepsdimensie, waarin de docent zich bewust is van de existentiële aspecten van het werk. Dat wil zeggen dat hij de uniciteit herkent van het appel dat op hem gedaan wordt door de ander (de student). Hij probeert, met erkenning van de eigenheid van zichzelf en van de ander voor wie hij verantwoordelijk is tot goed handelen te komen.
Zie mijn eerder blog hierover waarin ik schrijf: Dit betekent voor docenten dat zij ook naast hun instrumentele professionalisering (vakkennis, pedagogische-didactische vaardigheden, ict-competenties) ook zijn/haar persoonlijkheid moet blijven ontwikkelen. Daarvoor is het zo belangrijk te reflecteren op je eigen levensloop, je normen, waarden en overtuigingen. Hoe beter je je jezelf kent als docent, hoe beter je kunt omgaan dilemma’s en veranderingen. Van onze studenten verwachten we dat ze kunnen reflecteren, dan mogen we dat zelf toch wel ook doen? We praten vaak over de 21st century skills, één daarvan is burgerschapsvorming (sociale en culturele vaardigheden).
Hoe nu verder … kwam tijdens de borrel ter sprake. Ik denk dat we de dialoog aan moeten blijven gaan. Dat gebeurt in ons huidige organisatie niet vanzelf. Mensen hebben die ruimte niet of voelen ze niet volgens Karel van Rosmalen in zijn slotwoord. Die vrije ruimte zal dan gecreeerd moeten worden. Het boek van Jos Kessels Vrije ruimte, filosoferen in organisatie die we we ook als leestip meekregen van Theo, kan hier wellicht behulpzaam bij zijn.
Het was een levendig debat met een goede inbreng van de studenten, die terecht vroegen: vraag vraag vraag ons meer, en laat mij mezelf zelf ontwikkelen. De studenten willen meer multidisciplinair samenwerken, met studenten van andere faculteiten. Ik weet Marcel, dat jij dit al vaker hebt geïnitieerd en uitgevoerd, maar organisatorisch werd het je hierbij niet gemakkelijk gemaakt. Daar liggen ook nogal wat kansen. En inderdaad er gebeurt echt best wel veel op het gebied van Bildung, alleen wordt het niet zo geoormerkt en is het niet zichtbaar in de ‘output’.
Tot slot wil ik ook eindigen zoals Theo Geene dat deed met het gedicht van Gerrit Kouwenaar. Laten we nieuwsgierig blijven!
ik heb nooit
Ik heb nooit naar iets anders getracht dan dit:
het zacht maken van stenen
het vuur maken uit water
het regen maken uit dorst
ondertussen beet de kou mij
was de zon een dag vol wespen
was het brood zout of zoet
en de nacht zwart naar behoren
of wit van onwetendheid
soms verwarde ik mij met mijn schaduw
zoals men het woord met het woord kan verwarren
het karkas met het lichaam
vaak waren de dag en de nacht eender gekleurd
en zonder tranen, en doof
maar nooit iets anders dan dit:
het zacht maken van stenen
het vuur maken uit water
het regen maken uit dorst
het regent ik drink ik heb dorst.
Bildung gaat over denken, dus ook over je houding en standpunten over de veranderende omgeving (de VUCA-wereld!). Het gaat om scherpen van de geest. Het verbreden van je horizon. Het stimuleren om studenten te vormen en zichzelf te ontplooien binnen de beroepscontext.
Ik heb me niet gemengd in het debat, maar hopelijk wel een zinvolle 🙂 reflectie geschreven op deze interessante middag. En hiermee toch maar weer aangetoond dat je ook achter een schermpje heel open kunt zijn!
Begin deze week ontving ik via het secretariaat van de Dienst Onderwijs en Onderzoek een uitnodiging van onze collegevoorzitter Karel van Rosmalen om deel te nemen aan het Bildung debat Zuyd Hogeschool. De uitnodiging was gericht aan een doelgroep waar ik niet toe behoor, of het moet zijn ‘interne stakeholder van het Hoger Onderwijs’?? 🙂 Misschien omdat ik al vaker geblogd heb over ‘Bildung’?
De Vereniging Hogescholen heeft ‘Bildung’ op de agenda gezet. Zuyd, zo staat in de uitnodiging, onderschrijft het belang van ‘Bildung’ en de (maatschappelijke) discussie hierover en ziet graag dat interne en externe stakeholders in de regio daar hun bijdrage aan leveren. Mooi!
Over de verwante vragen in deze uitnodiging:
Is Bildung noodzakelijk voor een hbo’er?
Is het bieden van Bildung een taak van een hogeschool?
Hoe kan een hbo-opleiding Bildung bieden? – Hoe toetst een opleiding Bildung?
Hoe houden we het debat over Bildung levend?
heb ik zo al mijn gedachten. Laat ik die maar even bewaren tot 22 mei.
Mijn collega Harry is degene die ‘Bildung’ elke keer onder onze aandacht brengt. Zo kreeg ik vanmiddag een mailtje van hem met een link naar een uitzending van het programma Boeken van de VPRO waar de filosoof Hans Schnitzler te gast was om te praten over zijn nieuw boek ‘Het digitale proletariaat’. Vanaf 15:25 is het gesprek te bekijken
Net zoals Harry word ik ook steeds vaker getriggerd om ethische, privacy en ‘Bildungs – samenlevings’ vraagstukken te betrekken in ICT&O ontwikkelingen. Over boeken zoals van Stine Jensen ‘Echte vrienden’ en ‘De Cirkel’ van Dave Eggers heb ik al eens geblogd. Schnitzler beschrijft net zoals zij dat emoties en vriendschappen veranderen tgv de digitale revolutie. Schnitzeler zegt in dit gesprek ook dat ‘men’ sinds mensenheugenis al bezig is de ‘menselijke kudde zo te temmen zodat ze ons niet voor onverwachte verrassingen stelt’. Met behulp van technologie proberen we (ze?) ons bestaan nu doelmatig en efficiënt te maken. Willen we echt het menselijk handelen voorspelbaar maken? Willen we met learning analytics uiteindelijk de leerrendementen voorspellen/sturen? Big data biedt eneorm kansen voor economische groei en innovatieve ontwikkelingen maar wat doen we met dat lastige privacy-vraagstuk? Waar stopt het? Of niet? Moeten we niet accepteren dat het menselijk handelen onvoorspelbaar en onomkeerbaar is, dat we nooit echt de consequentie van ons handelen voorzien. Dat het leven een risicovolle zoektocht is?
Genoeg overweging voor vandaag 🙂
Dialoog over waarden en normen moet gevoerd blijven worden, vind ik. Ook binnen het onderwijs.
Wat heb ik weer genoten van deze SURF Onderwijsdagen. Wederom in de Brabanthallen, een toplocatie op reisafstand van Maastricht met heerlijk catering. Volgend jaar weer in Den Bosch! Ik heb veel mensen gezien en gesproken. Wat een verrassing hè dat oud-collega Harry Vaessen er ook was.
Nog even een bloggend terugblik op deze 2 dagen waar ik de volgende sessies heb bezocht:
De Onderwijsdagen hadden als thema ‘motor voor versnelling’. In welke versnelling zit jij? Moeten we versnellen? Is het vijf voor 12, zoals Christien Bok in haar keynote zei? Ik zie de bedreigingen van de grote platforms, privacy en big data, maar ook kansen. En ik ben me er ook heel erg van bewust dat ik niet alleen voor die versnelling kan zorgen. Versnellen kunnen we alleen samen. Samenwerken en autonomie waren de thema’s die ik uit de de sessies heb gehaald. En waar doen we het in het onderwijs voor? Vanuit welke visie en ideologie werken we in het onderwijs? Draait onderwijs allen om toetsresultaten? Of toch ook om persoons- en beroepsvorming? [lees emeritus hoogleraar orthopedagogiek Luc Stevens].
Christien Bok begon in haar openingskeynote over de publieke waarden (privacy, veiligheid, betrouwbaarheid, gelijkheid, democratische controle) en onderwijswaarden (kwaliteit, toegankelijkheid, keuzevrijheid, bildung) die onder druk staan door de macht van de ‘big five’, Google, Apple, Amazon, Facebook, Microsoft. Deze platforms bepalen veel en weten veel van ons. En hoewel we als privé persoon deze platforms veel gebruiken, is de vraag of we dit als onderwijsinstellingen ook moeten willen. Deze commerciële partijen nemen weinig sociale en maatschappelijke verantwoordelijkheid, iets waar het onderwijs wel voor staat. Ze gebruiken ook eigen standaarden ipv open standaarden. Voor de uitwisselbaarheid en flexiblisering van het onderwijs is het noodzakelijk om samen te werken en open standaarden (zoals SURFconext en Eduroam) te gebruiken. Echter onderwijsinstellingen concurreren (om studentaantallen) nog steeds en zijn erg terughoudend om gezamenlijke afspraken te maken over open standaarden, zoals het EduID. Een goed initiatief en voorwaardelijk als je edubadges wilt toekennen, een interessante ontwikkeling vind ik.
Tijdens de sessie over edubadges heb ik mooie ervaringen gehoord over een aantal edubadge-pilots. Ook hier richten instellingen eigen badgesystemen in en ontwerpen zelf badges, beschrijven ze en reiken ze uit. Ik hoop dat binnenkort gewerkt wordt aan landelijke standaarden (en daarna natuurlijk Europees/international). Ik zie veel edubadge-mogelijkheden voor docentprofessionalisering, maar ook voor bijvoorbeeld de 21st century skills.
Over die publieke waarde sprak ook Martijn van Dam, na jaren politicus te zijn geweest, is hij nu lid van RvB van de NPO. In zijn keynote definieerde hij de publieke waarde als: onafhankelijk, betrouwbaar, pluriform, divers, maatschappelijk relevant, impact, authentiek en meningsvormend. Ook het medialandschap is door technologie en platfomisering sterk veranderd. Televisie kijken individualiseert steeds meer, iedereen kijkt naar zijn eigen apparaat. De NPO wil met NPO Start de televisiekijker steeds meer persoonlijk bedienen. De ‘big five’ hebben veel meer geld en ontwikkelen meer. De NPO moet men minder financiële middelen mee in de vaart der volkeren. Dat betekent veel sneller ontwikkelen. Zie je raakvlakken met het onderwijs en de keynote van Christien Bok? Van Dam riep tot slot bibliotheek, cultuur, media en onderwijs op om elkaar op te zoeken om het publieke domein te versterken om zo de publieke waarde te beschermen.
Niet overal wordt meteen de samenwerking gezocht. Ik was bij een sessie van de copyRIGHT-tool. Dit is een project van universiteiten om hergebruik van auteursrechtelijk leermateriaal goed te regelen. Docenten krijgen met deze tool advies over auteursrechten na het uploaden van leermateriaal in een digitale leeromgeving. De eerste demo zag er goed uit. Ik hoop echt dat ook hogescholen (en mbo) betrokken worden bij verdere ontwikkeling.
Samengewerkt wordt tussen alle mbo-instellingen bij het programma Bruggen Bouwen van Kennisnet en saMBO-ICT. Met pilots wordt de organisatorische inbedding van i-coaches opgezet. Daarnaast is een online scholingsprogramma beschikbaar per rol (veranderkundige, trainer/coach, onderwijskundige, adviseur, technovator) van icto-coaches [zie module onderwijskunde]. Mooi, daar kunnen we in hbo-land ook van leren. Helaas was de sessie van Avans over hun i-coach approach vol. Gelukkig spotte ik een icto-coach in het ‘wild’ 🙂 en heb ik de coördinator ook gesproken.
Goed van hun aanpak vind ik dat ze een profielbeschrijving van een ICTO-coach hebben. Dat deze op basis van ervaringen nog wat aangescherpt moet worden, is logisch. Graag zou ik bij Zuyd ook met ICTO-coaches die voldoende tijd krijgen werken aan de didactische mogelijkheden die Moodle biedt. Want de technische en functionele implementatie van Moodle is afgerond, zo hebben Jannie Sangers en Miriam Goes vertelt tijdens hun sessie.
De afsluitende keynotes van Eric Slaats en Paul Smit waren bekende verhalen, waarover ik al eerder geblogd heb: hier en hier. Dat ga ik nu niet herhalen, alhoewel herhaling wel nodig is voor ons reptielenbrein, aldus Paul Smit 🙂 . Hij zei ook dat ons zoogdierenbrein plezier nodig heeft. Nou dat hebben we gehad bij onze sessie!
Fellowship of the learning activity
We wisten niet wat we konden verwachten tijdens onze sessie. Zouden veel mensen met ons komen spelen? In de ruimte stonden alleen stoelen, dat was niet handig om een spel te spelen. Met medewerking van de organisatie stonden er op tijd 5 statafels. De ruimte was snel gevuld. We moesten zelfs mensen teleurstellen.
Maar wat hebben we genoten van de fellowship. Iedereen deed geweldig mee onder aanvoering van jou, als spelleider.
Deze slideshow vereist JavaScript.
Wil je meer weten waar het spel over gaat? Kijk dan even op deze pagina over de Fellowship.
Volgend jaar ga ik graag weer naar deze onderwijsdagen. De data 10 en 11 november 2020 zijn hiervoor al geblokkeerd in mijn agenda.
Gistermorgen heb ik samen met manlief genoten van een rondleiding door het prachtige Rolduc in Kerkrade. We gaan zo ver om mooie dingen te zien terwijl dichtbij ook zoveel nog te ontdekken is.
Tijdens de rondleiding hebben we de Abdijkerk, deze fantastisch mooie Rococo bibliotheek bewonderd en de bisschopszaal.
In het priesterkoor van de Abdijkerk ligt een bijzondere mozaïek. Niet zo oud, het is in 1909 gemaakt ter gelegenheid van het 50-jarig Priesterjubileum van Matthias Goebbels, een kanunnik uit Aken, die (op voordracht van de bekende architect Pierre Cuypers) de Abdijkerk heeft versiert met vele mooie (plafond)schilderingen. Goebbels had het ontwerp zelf gemaakt aan de hand van het voorbeeld uit de encyclopedie Hortus deliciarum.
Het zijn de zeven vrije kunsten, oorspronkelijk bekend onder hun Latijnse naam septem artes liberales. Het waren zeven vakken die deel uitmaakten van het studieprogramma in antieke en middeleeuwse Europese scholen en met name de universiteiten. De zeven vakken waren Grammatica, Dialectica/ logica, Retorica, Aritmetica, Geometria, Musica en Astronomia. Ze worden ‘vrij’ genoemd (Latijn: liber), omdat zij de opleiding van de vrije mens beogen. In tegenstelling tot andere leerprogramma’s die worden nagestreefd voor economische doeleinden, is het niet hun doel om de student voor te bereiden op het verkrijgen van een inkomen, maar op de uitoefening van de wetenschap in de strikte zin van het woord, dat wil zeggen de combinatie van filosofie en theologie, bekend als scholastiek.
Als ik dat vergelijk met de 21e eeuwse vaardigheden dan zie ik daar wel vaardigheden van in terug: Kritisch denken (Dialectica), Communiceren (Retorica), probleemoplossend vermogen (Artimetica), creativiteit (Musica). Alleen de ict-vaardigheden zijn 21e eeuws.
Onze gids vond dat deze mozaïek de bron van ons onderwijs verbeelde of dat zou moeten doen. Ik ben het dat met hem eens.
In het midden van de mozaïek zie je filosofie. Die aandacht voor Bildung is om mij heen wat verstompt. Terwijl in het Bildungsdebat van drie jaar geleden het belang van het stellen van ‘trage vragen’ zo werd onderstreept. Hans Schnitzler schreef vrijdag in zijn column Laat het onderwijs aan karaktervorming doen dat het onderwijs in een systeemcrisis verkeert. We leven in ‘vloeibare tijden’. (We’re living in a VUCA world!) Ingrijpende en snelle veranderingen op gebied van technologie en samenleving (klimaatcrisis, vluchtelingenproblematiek, robotisering,etc) ondermijnen het vertrouwen in de gevestigde orde, zo betoogt hij. Niet de sfeer in de samenleving moet bepalend voor het onderwijsklimaat zijn, maar andersom: het onderwijsklimaat bepaalt de sfeer van de samenleving van morgen, schrijft Schnitzler.
In een toekomstbestendige onderwijsomgeving staat dan ook niet de kennisoverdracht centraal, maar het vermogen om (ingesleten) gedachten en gedragingen te bevragen en daar waar nodig te veranderen. Om dat te bereiken zouden vakken als ethiek en filosofie in elke leerplan stevig verankerd moeten zijn.
Hans Schnitzler beschrijft in zijn column de mismatch tussen verwachting en werkelijkheid en zijn daarmee het groeiend geestelijk onbehagen die vele voelen. Geen wonder dat de nieuwe video Prince Ea, wederom ongenuanceerd, al weer meer dan 3 miljoen keer bekeken is afgelopen maand.
Ja, waar is onderwijs voor? Is het niet een taak van de opleiding om studenten te stimuleren zich te vormen en zichzelf te ontplooien binnen de beroepscontext? Waar is die aandacht voor Bildung gebleven? Of is dat er wel maar zie ik het niet?
In mijn recente werk benoem ik deze hele dynamiek vaak in termen van volwassenheid. Volwassenheid is daarbij niet de uitkomst van een ontwikkelingsproces, maar een manier van in de wereld zijn. Volwassen-zijn betekent dat we niet onze eigen wensen en verlangens (met inbegrip van de wensen en verlangens die we hebben rondom onze identiteit) centraal stellen, maar steeds weer de vraag stellen of wat we wensen en verlangen goed is voor ons eigen leven, ons leven met anderen (democratie) en het leven op een planeet met beperkte mogelijkheden (ecologie). De vraag is, met andere worden, of onze wensen wenselijk zijn en onze verlangens ‘verlangbaar‘. Wat het antwoord op die vraag is, is iets wat ieder van ons uiteindelijk alleen zelf kan bepalen, waarbij we uiteraard ook verantwoordelijkheid dienen te nemen voor het antwoord dat we geven. Een belangrijke taak van onderwijs en opvoeding is om die vraag tot een levende vraag in het leven van kinderen en jongeren te maken – een lastig proces, maar zeker niet onmogelijk.
Groet,
Judith
VUCA is de acroniem van Volatility, Uncertainty, Complexity, Ambiguity. Het vat de wereld waarin we vandaag leven samen waarin de verandering centraal staat en zekerheden er niet meer zijn.